Beoogd effect Een actueel, flexibel en adequaat gemeentelijk subsidiebeleid dat draagvlak heeft en 'Europaproof' is.

Vergelijkbare documenten
c. Meerjarige subsidie: subsidie die voor twee kalenderjaren 5. Europees steunkader: een mededeling, richt-

Algemene subsidieverordening Texel

Algemene subsidieverordening gemeente Scherpenzeel 2018

Bijlage 2 - Model Raadsbesluit wijziging Algemene subsidieverordening update zomer 2016

Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012

Algemene Subsidie Verordening gemeente Heerhugowaard 2014

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 4 augustus 2015, nummer /c; gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

Algemene subsidieverordening 2014

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen 2015

Algemene subsidieverordening Heerenveen 2017

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 25 oktober 2016, BWV ;

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO. De raad van de gemeente Tynaarlo,

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING Hendrik-Ido-Ambacht

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE HOUTEN

Algemene subsidieverordening Texel 2016

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE WEST MAAS EN WAAL 2017

Algemene Subsidieverordening gemeente Bunnik 2017

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012

Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Algemene subsidieverordening Ede 2017

Subsidieverordening maatschappelijke ontwikkeling gemeente Buren 2011

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING HEERENVEEN 2014

GEMEENTEBLAD. Nr Algemene subsidieverordening Ede 2017

Bijlage 2 behorend bij het besluit van de raad van de gemeente Nieuwkoop van 26 mei 2016 en als zodanig gewaarmerkt door de griffier.

gemeente Steenbergen De Heen Dinteloord Kruisland Nieuw-Vossemeer Steenbergen Welberg

Algemene subsidieverordening GOES 2011

Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Hoom, inzake de Algemene subsidieverordening Gemeente Hoom 2015;

Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010;

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Inspraak subsidiebeleid 2017 gemeente Berg en Dal concept Algemene subsidieverordening

GEMEENTEBLAD. Nr HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

De verordening wordt van kracht met ingang van de dag na die van deze bekendmaking.

2. De raad stelt jaarlijks in het kader van de begrotingsbehandeling de budgetten vast die voor subsidiëring beschikbaar zijn.

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 10 mei 2016, kenmerk MO/ ;

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Woudenberg houdende regels voor subsidie Algemene Subsidieverordening 2017 gemeente Woudenberg

Bijlage 1: Implementatiehandleiding bij Model Algemene subsidieverordening 2013 update zomer 2016 Eerder gemaakte keuzes Diverse artikelen die nu gewi

Algemene subsidieverordening Gemeente Lopik 2018

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING BUSSUM 2015

HOOFDSTUK 1. Inleidende bepalingen. De gemeenteraad Gooise Meren. Gelezen het voorstel van 9348

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

Toelichting op de Algemene Subsidieverordening Gemeente Heerde 2017

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders,

Algemene subsidieverordening gemeente Sittard-Geleen 2015

d. onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent;

GEMEENTEBLAD. Leeswijzer: vet = nieuwe tekst; cursief = vervanging of verwijdering.

De raad van de gemeente Montferland

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4:21 e.v. van de Algemene wet bestuursrecht; b e s l u i t :

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d ; gezien het advies van de Commissie Samenleving d.d.

Algemene subsidieverordening gemeente Ooststellingwerf 2015

Algemene subsidieverordening Ridderkerk 2014.

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Begrippen In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

PROVINCIAAL BLAD. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Onderwerp: Vaststelling Algemene subsidieverordening Purmerend 2014

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen overwegende dat het gewenst is voor subsidiering algemene regels vast te stellen;

Heerhugowaard Stad van kansen

Algemene Subsidieverordening. Datum :

Gemeente Zeist Algemene subsidieverordening gemeente Zeist 2015

Algemene subsidieverordening gemeente Elburg 2015

Gemeente ^" Albrandsuuaard

STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING

Algemene subsidieverordening Echt-Susteren 2011

Algemene Subsidie Verordening Meierijstad 2018

Algemene Subsidieregeling 2008

Algemene Subsidie Verordening Meierijstad 2018

Algemene Subsidieverordening Enkhuizen 2016

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 26 mei 2015;

A. ALGEMENE BEPALINGEN

RAADSVOORSTEL. Cluster: SOCBEL Programma: 5 Sport, Cultuur en Recreatie

Sector: I. Nr. : 90.8

gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders, bijlage nr ;

Voorstel van het college inzake de Verordening tot wijziging van de Algemene subsidieverordening Den Haag 2014

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Algemene Subsidieverordening Oosterhout 2006

HOOFDSTUK 1: ALGEMENE BEPALINGEN

Gemeente Landgraaf - Subsidieverordening sociaal domein gemeente Landgraaf

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

CVDR. Nr. CVDR75830_1. Algemene subsidieverordening. Hoofdstuk 1 ALGEMENE BEPALINGEN

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Officiële uitgave van het dagelijks bestuur van het Waterschap De Dommel

Algemene subsidieverordening gemeente Lingewaard gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Lingewaard d.d.

Algemene subsidieverordening Gelderland 1998

Subsidieregeling Kindgebonden financiering peuteropvang en voorschoolse educatie gemeente Alblasserdam 2019

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d ;

Subsidieverordening aangepast sporten in de regio Drechtsteden 2011

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag.

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MONTFOORT 2016

Brief aan de leden Datum T.a.v. het college en de raad Ons kenmerk Telefoon Bijlage(n) Onderwerp Samenvatting Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Gemeenteraad: Commissie:

Kaderverordening subsidies provincie Groningen Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen

Algemene subsidieverordening Ede 2015

Transcriptie:

Raadsvoorstel Portefeuillehouder Datum raadsvergadering drs. D.M.P.G. Smolenaers 31 januari 2019 Datum voorstel 11 december 2018 Agendapunt Onderwerp Actualisering gemeentelijk subsidiebeleid De raad wordt voorgesteld te besluiten: 1. de bijgaande 'Nota Subsidiebeleid gemeente De Bilt 2019' vast te stellen; 2. de bijgaande 'Algemene Subsidieverordening De Bilt 2019' vast te stellen. Inleiding In de raadsvergadering op 30 november 2017 besloot uw raad tot vaststelling van de 'Startnotitie subsidiebeleid' als uitgangspunt voor het nieuw te formuleren subsidiebeleid. Wij hebben de startnotitie vervolgens uitgewerkt en geconcretiseerd in voorliggende nota 'Subsidiebeleid gemeente De Bilt 2019'. De nota is tot stand gekomen op basis van interne en externe evaluatie, evenals de aanbevelingen in het rapport 'Subsidies in De Bilt' van uw Rekenkamercommissie. Doelstelling van de beleidsnota is het actualiseren en toekomstbestendig maken en houden van ons gemeentelijk subsidiebeleid. Op haar beurt ligt de beleidsnota ten grondslag aan de nu eveneens ter vaststelling voorliggende Algemene subsidieverordening. De vaststelling van de beleidsnota leidt tot wijzigingen in de regelgeving van onze huidige Algemene subsidieverordening, laatstelijk gewijzigd bij uw raadsbesluit van 18 mei 2017. De subsidieverordening is afgeleid van de model-subsidieverordening van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (hierna: VNG). Voor de geactualiseerde Algemene subsidieverordening zijn wij uitgegaan van een algehele herziening onder toevoeging van een overzicht van de voorgestelde wijzigingen ten opzichte van de geldende tekst. Deze wijze van voorstellen komt overeen met de methode en aanpak die de VNG hanteert bij het opstellen van haar modelverordeningen, waarover wij uw raad hebben geïnformeerd via het Mededelingenblad 2018/35 van 31 augustus 2018. De titel van de herziene Algemene subsidieverordening draagt omwille van de duidelijkheid, vindbaarheid en bruikbaarheid het jaartal van het jaar dat de regeling in werking treedt, in dit geval 2019. De titel van de voorliggende verordening luidt: 'Algemene subsidieverordening De Bilt 2019'. Beoogd effect Een actueel, flexibel en adequaat gemeentelijk subsidiebeleid dat draagvlak heeft en 'Europaproof' is. Argumenten 1.1 De beleidsnota is gebaseerd op de door uw raad vastgestelde startnotitie. Met het vaststellen van de 'Startnotitie subsidiebeleid', heeft uw raad op 30 november 2017een duidelijke belijning bepaald voor het op te stellen subsidiebeleid. De startnotitie sluit aan op de aanbevelingen uit het onderzoeksrapport 'Subsidies in De Bilt' van uw Rekenkamercommissie en de gehouden evaluatie met interne en externe betrokkenen. Op basis daarvan zijn de navolgende vijf uitgangspunten geformuleerd: Moderniseren van het subsidiebeleid, Stimuleren van nieuwe initiatieven bij subsidieaanvragers, Sturen op outcome en output, Een passend instrumentarium (subsidie, subsidietender of opdracht) en Proportionele administratieve lasten. Deze uitgangspunten zijn vertaald en uitgewerkt in de voorliggende beleidsnota, waarin wij de startnotitie zoveel mogelijk hebben gevolgd. 1

Raadsvoorstel 1.2 De beleidsnota heeft voldoende draagvlak. Wij hebben de beleidsnota gepresenteerd aan de subsidieontvangers tijdens een bijeenkomst op 29 oktober 2018. Met de instellingen is gesproken over de aandachtspunten bij de verdere invoering van het nieuwe subsidiebeleid. Onze conclusies naar aanleiding van de bijeenkomst met de subsidieontvangers hebben op onderdelen geleid tot aanpassing van de beleidsnota. De aanpassingen zijn verwerkt in de nu ter vaststelling voorliggende beleidsnota. De belangrijkste aanpassingen betreffen: - Het inzetten van een deel van de subsidie voor vernieuwing wordt niet verplicht. Dit is slechts optioneel voor organisaties die daaraan behoefte en daarvoor ruimte hebben. - Het toepassen van maatwerk bij onder meer de onderdelen communicatie en eigen bijdrage. De overige aandachtspunten uit de bijeenkomst met de subsidieontvangers, zoals het bij de wijzigingen begeleiden van organisaties die met vrijwilligers werken, betrekken wij bij de implementatie van het nieuwe beleid. Het verslag van de bijeenkomst op 29 oktober 2018 met de subsidieontvangers en een overzicht van de naar aanleiding van die bijeenkomst doorgevoerde wijzigingen in beleidsnota zijn als bijlagen toegevoegd aan dit raadsvoorstel. 1.3 De beleidsnota biedt een helder toetsingskader voor zowel subsidie-aanvragers als ons gemeentelijk handelen. Subsidie-instellingen hebben behoefte aan duidelijkheid over wat wel en wat niet is toegestaan. Daarom is het van belang dat het gemeentelijk beleid voorziet in duidelijke beleidskaders en -regels. De voorliggende beleidsnota voorziet daarin. 2.1 De aanpassing van de subsidieverordening is gebaseerd op de beleidsnota. De actualisering van het subsidiebeleid leidt tot aanpassing van de verordening en de verdere uitwerking van de verordening in bijbehorende nadere regels en beleidsregels. De uitgangspunten uit de beleidsnota zijn vertaald in de voorliggende subsidieverordening. De wijzigingen hebben vooral betrekking op het verminderen van de administratieve lasten. Kanttekeningen en alternatieven 1.1 Alternatief: Het Subsidiebeleid niet vaststellen. De Algemene Subsidieverordening De Bilt, de basis waarop wij subsidie verlenen, dateert uit 2012. Sinds 2012 is sprake van veel nieuwe ontwikkelingen. Een van de grootste veranderingen betreffen de decentralisaties in het sociale domein, waarbij per 2015 veel voorheen provinciale en rijkstaken naar de gemeente zijn overgeheveld. Deze ontwikkelingen vormen de directe aanleiding voor de actualisering en doorontwikkeling van ons subsidiebeleid. Bij het afzien van de vaststelling van de voorliggende beleidsnota zou een belangrijke stap in de benodigde actualisering achterwege blijven, te weten: de vaststelling van de algemene subsidiedoelen en de sturende gemeentelijke aanpak. Aangezien het nieuwe subsidiebeleid is vertaald in de voorliggende subsidieverordening, zou het niet vaststellen van de beleidsnota de basis ontnemen voor het aanpassen van de subsidieverordening. De bestaande Algemene subsidieverordening De Bilt 2012 blijft dan van kracht. Wij ontraden dit alternatief besluit. Aanpak/ Uitvoering Voor de uitvoering van de nieuwe nota hebben wij een invoeringsplan opgesteld. Een belangrijk onderdeel van het nieuwe beleid is het betrekken van onze subsidierelaties bij de uitvoering van het beleid. 2

Raadsvoorstel Na uw vaststelling van de subsidieverordening, zullen wij deze zoals gebruikelijk bekendmaken via het elektronisch gemeenteblad en de website. Ook wordt de gewijzigde verordening opgenomen in het via onze website toegankelijke gemeentelijke regelingenbestand. De wijzigingsverordening treedt in werking op de dag na algemene bekendmaking. De Algemene subsidieverordening, krijgt na uw vaststelling een verdere praktische uitwerking in nadere regels en beleidsregels. Over de vaststelling daarvan berichten wij uw raad op de gebruikelijke wijze. Communicatie Een communicatieparagraaf maakt onderdeel uit van ons invoeringsplan. Evaluatie Een eerste algemene evaluatie van het nieuwe subsidiebeleid is aan de orde in 2024. Kosten, baten en dekking De kosten in verband met de ontwikkeling van het nieuwe subsidiebeleid zijn gedekt binnen het beschikbare budget. Burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt, de secretaris, de burgemeester, F.G. Wietses mr. S.C.C.M. Potters Bijlagen bij het raadsvoorstel Meegezonden bijlagen 1. Nota Subsidiebeleid gemeente De Bilt 2019 (ter vaststelling); 2. Vergelijkend overzicht van de huidige tekst naar de voorgestelde tekst van de 'Algemene subsidieverordening De Bilt 2019'; 3. Geldende 'Algemene subsidieverordening De Bilt 2012', integrale tekst na eerste wijziging; 4. Verslag van bijeenkomst d.d. 29 oktober 2018 met subsidieontvangers; 5. Overzicht wijzigingen in beleidsnota naar aanleiding van bijeenkomst d.d. 29 oktober 2018. Stukken ter inzage Geheime stukken ter inzage (conform art. 25 Gemeentewet) n.v.t. n.v.t. Contactambtenaar: mevrouw S. Fürst, T (030) 228 94 34, E S.Fürst@DeBilt.NL 3

De raad van de gemeente De Bilt; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 11 december 2018, met het onderwerp Actualisering gemeentelijk subsidiebeleid; overwegende dat gelet op het gewenst is om te komen tot een actueel en toekomstbestendig subsidiebeleid; het bepaalde in de artikelen 108, eerste lid, 147, eerste lid, en 149 van de Gemeentewet en het bepaalde in Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht; BESLUIT: I. de bijgaande 'Nota Subsidiebeleid gemeente De Bilt' vast te stellen; II. vast te stellen de navolgende ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING DE BILT 2019 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: 1. Awb: de Algemene wet bestuursrecht; 2. Subsidie: als bedoeld in artikel 4:21 lid 1 Awb; a. Eenmalige subsidie: subsidie voor bijzondere incidentele projecten of activiteiten die niet behoren tot de reguliere bezigheden van de aanvrager en waarvoor het college slechts voor een van tevoren bepaalde tijd van maximaal drie jaar subsidie wil verstrekken; b. Jaarlijkse subsidie: subsidie die voor een kalenderjaar aan een subsidieontvanger wordt verstrekt; c. Meerjarige subsidie: subsidie die voor twee kalenderjaren aan een subsidieontvanger wordt verstrekt; 3. College: college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Bilt; 4. Raad: raad van de gemeente De Bilt; 5. Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie, gelet op de artikelen 106, derde lid, 107, 108 of 109 van het Verdrag heeft vastgesteld; 6. Algemene groepsvrijstellingsverordening: verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 127), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving; 7. De-minimisverordening: verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 352), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving; 8. Onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent; 9. Verdrag: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. 5. Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, besluit of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Europese Commissie of de Raad van de Europese Unie, gelet op de artikelen 106, derde lid, 107, 108 of 109 van het Verdrag heeft vastgesteld;

10. Algemene groepsvrijstellingsverordening: verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard (PbEU L 127), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving; 11. De-minimisverordening: verordening (EU) nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L 352), dan wel later daarvoor in de plaats tredende Europese regelgeving; 12. Onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent; 13. Verdrag: Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Artikel 2. Reikwijdte verordening 1. Deze verordening is van toepassing op de subsidiëring van activiteiten die passen binnen de beleidsterreinen van de programmabegroting. Dit geldt niet voor activiteiten waarvoor een specifieke verordening is vastgesteld; 2. Het college kan nadere regels stellen waarin de subsidiemogelijkheden, te subsidiëren activiteiten, de doelgroepen en de verdeling van de subsidie per beleidsterrein worden omschreven; 3. Het college kan beleidsregels opstellen in de vorm van een inhoudelijke beleidsmatige uitwerking van de verordening, waarin de met de subsidiëring te behalen maatschappelijke effecten worden omschreven en waarop bij de verantwoording wordt afgerekend. Artikel 3. Bevoegdheid college 1. Het college beslist op subsidieaanvragen met inachtneming van de in de gemeentebegroting opgenomen financiële middelen of het subsidieplafond en - als de begroting nog niet is vastgesteld of goedgekeurd - onder de voorwaarde dat voldoende gelden beschikbaar worden gesteld; 2. Het college kan voorwaarden aan de beschikking tot subsidieverlening verbinden. Artikel 3.a. Europees steunkader 1. Voor zover dat ten behoeve van het voldoen aan een Europees steunkader noodzakelijk is, kan het college bij subsidieregeling afwijken van deze verordening en deze aanvullen; 2. Bij subsidieregelingen waarbij is bepaald dat toepassing kan worden gegeven aan een Europees steunkader, verwijst de subsidieregeling naar het desbetreffende steunkader; 3. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, verwijst de verleningsbeschikking naar de toepasselijke bepalingen van het steunkader; 4. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen de activiteiten, doelstellingen, resultaten en kosten voor vergoeding in aanmerking die voldoen aan de eisen van het desbetreffende steunkader; 5. Bij subsidies waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen ondernemingen alleen in aanmerking voor zover de subsidieverstrekking voldoet aan de voorwaarden van het desbetreffende steunkader. Hoofdstuk 2. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud

Artikel 4. Subsidieplafond en begrotingsvoorbehoud 1. Binnen de door de raad voor subsidiëring beschikbaar gestelde budgetten, kan het college per beleidsterrein of onderdeel daarvan jaarlijks een subsidieplafond vaststellen; 2. Bij de vaststelling van een subsidieplafond wordt aangegeven op welke wijze de beschikbare subsidie wordt verdeeld. De bekendmaking gebeurt vóór het tijdvak waarop zij betrekking heeft; 3. Het college kan een subsidieplafond verlagen als: a. Het wordt vastgesteld voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd; en b. De subsidieaanvragen waarop het subsidieplafond betrekking heeft, moeten worden ingediend voordat de begroting voor het betrokken jaar is vastgesteld of goedgekeurd; 4. Bij de bekendmaking van een subsidieplafond dat kan worden verlaagd overeenkomstig het vorige lid, wordt gewezen op de mogelijkheid van verlaging en de gevolgen daarvan voor reeds ingediende aanvragen; 5. Een subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld of goedgekeurd, wordt verleend onder de voorwaarde dat voldoende middelen op de begroting beschikbaar zullen worden gesteld. Bij de verleningsbeschikking wordt daarop gewezen. Hoofdstuk 3. Aanvraag van subsidie Artikel 5. Rechtspersoonlijkheid aanvragen 1. Een subsidie kan slechts worden verleend aan rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid; 2. Het college kan in nadere regels en in bijzondere gevallen bepalen dat subsidie kan worden verleend aan aanvragers zonder volledige rechtsbevoegdheid of natuurlijke personen. Artikel 6. Bij aanvraag in te dienen gegevens 1. De aanvraag voor een subsidie wordt digitaal ingediend bij het college via een door het college vastgesteld digitaal formulier; 2. Bij een aanvraag om subsidie overlegt de aanvrager de volgende gegevens: a. Een beschrijving van de activiteiten waar subsidie voor wordt aangevraagd; b. De doelstellingen en resultaten die daarmee worden nagestreefd en hoe de activiteiten aan dat doel bijdragen. In bijzonder ook in welke mate de activiteiten gericht zijn op de gemeente of haar ingezetenen en op door de gemeente vastgestelde doelen of beleidsterreinen; c. Een begroting van inkomsten en uitgaven van de activiteiten, waar de subsidie voor wordt aangevraagd. De begroting bevat, indien van toepassing, een opgave van bij andere bestuursorganen of private organisaties of personen aangevraagde subsidies of vergoedingen voor dezelfde activiteiten, onder vermelding van de stand van zaken daarvan; d. Een jaarrekening met balans van het voorgaande jaar met de stand van de algemene reserve; 3. Als een aanvrager voor de eerste maal een subsidie aanvraagt, voegt hij, naast de stukken vermeld in lid 2, een afschrift van de oprichtingsakte, de geldende statuten en reglementen en het jaarverslag van het voorgaande jaar als bijlagen toe aan het aanvraagformulier;

4. Het college kan ook andere dan, of slechts enkele van, de in lid 2 en lid 3 genoemde gegevens verlangen, als die voor het nemen van een beslissing op de aanvraag noodzakelijk, respectievelijk voldoende, zijn; 5. Bij subsidieregeling kan van de voorgaande leden worden afgeweken. Artikel 7. Aanvraagtermijn 1. Een aanvraag voor een eenmalige subsidie wordt gedaan uiterlijk 8 weken voordat met de activiteit(en) een begin wordt gemaakt; 2. Een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie wordt gedaan vóór 1 mei in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft; 3. Een aanvraag voor een meerjarige subsidie wordt gedaan vóór 1 mei in het jaar voorafgaand aan de jaren waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft; 4. Een verzoek tot vaststelling van de subsidie wordt gedaan vóór 1 mei in het jaar na het jaar, of de jaren waarop de verleende subsidie betrekking heeft; 5. Het college kan andere termijnen stellen voor het indienen van een aanvraag voor door het college aan te wijzen subsidies. Artikel 8. Beslistermijn 1. Het college beslist op een aanvraag om een eenmalige subsidie binnen 8 weken na ontvangst van de volledige aanvraag of, als het college hiertoe regels heeft opgesteld, binnen 13 weken gerekend vanaf de uiterste indieningtermijn voor het aanvragen van de subsidie; 2. Het college beslist op een aanvraag voor een jaarlijkse of meerjarige subsidie vóór 1 december van het jaar waarin de aanvraag is ingediend. Hoofdstuk 4. Weigering, wijziging en intrekking van de subsidie Artikel 9. Weigeringsgronden 1. Het college weigert een aanvraag voor een subsidie naast het in artikel 4:25 lid 2 Awb genoemde geval als redenen bestaan om aan te nemen dat: a. De gelden niet of onvoldoende zullen worden besteed voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld; b. De aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet- en regelgeving, het algemeen belang of de openbare orde; c. De activiteiten uitsluitend of in hoofdzaak als doel hebben het uitdragen van overtuigingen en denkbeelden van religieuze, levensbeschouwelijke of politieke aard; d. De activiteit niet binnen de gemeente plaatsvindt of niet aanwijsbaar ten goede komt aan de ingezetenen van de gemeente; e. Door de andere overheden toegezegde middelen niet daadwerkelijk ter beschikking worden gesteld; 2. Het college kan een aanvraag voor subsidie naast de in artikel 4:35 Awb genoemde gevallen geheel of gedeeltelijk weigeren als redenen bestaan om aan te nemen dat: a. Aan de aanvrager voor dezelfde activiteiten al door een of meer bestuursorganen of anderen voldoende subsidie is verstrekt; b. De aanvrager niet alle benodigde vergunningen en ontheffingen voor de gesubsidieerde activiteiten heeft gekregen of kan krijgen; c. De activiteiten voor een eenmalige subsidie behoren tot de reguliere activiteiten van de aanvrager; d. De activiteit niet past binnen het beleid van de gemeente;

e. De aanvrager, of een aan hem verbonden organisatie, ook zonder subsidieverlening over voldoende gelden beschikt, hetzij uit eigen middelen, hetzij uit middelen van derden, om de kosten van de activiteiten te dekken; f. De aanvrager met uitvoering van de activiteiten beoogt winst te maken; 3. Onverminderd de artikelen 4:25, tweede lid, en 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht weigeren burgemeester en wethouders de subsidie in ieder geval: a. Als de Europese Commissie overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie onverenigbaar is met de interne markt; b. Als het betreft een aanvrager tegen wie een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerdere beschikking van de Europese Commissie waarin de steun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne markt is verklaard; 4. Onverminderd het vorige lid weigeren burgemeester en wethouders de subsidie in ieder geval als de subsidieverstrekking in strijd zou zijn met een Europees steunkader omdat: a. Subsidie verstrekt zou worden aan een aanvrager die een onderneming drijft die in moeilijkheden verkeert als bedoeld in het desbetreffende steunkader; of b. De subsidie geen stimulerend effect heeft als bedoeld in het desbetreffende steunkader; 5. Onverminderd de vorige leden kunnen burgemeester en wethouders de subsidie verder in ieder geval weigeren: a. Als de subsidieverstrekking niet is toegestaan totdat de Europese Commissie met toepassing van artikel 108, derde lid, van het Verdrag heeft vastgesteld dat de subsidie verenigbaar is met de interne markt; b. Als de aanvrager voor het jaar of de jaren waarop de aanvraag betrekking heeft met een functionaris een bezoldiging als bedoeld in artikel 1.1, onder e, van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector overeenkomt of is overeengekomen die hoger is dan het bedrag, bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, van die wet. Artikel 10. Wijziging, intrekking en weigering van de subsidie 1. Het college kan met toepassing van artikel 4:46 lid 2, artikel 4:48, artikel 4:49, artikel 4:50 of artikel 4:51 Awb de subsidie verlagen, intrekken, wijzigen of weigeren; 2. Naast het bepaalde in artikel 4:48 Awb kan het college, zolang de subsidie niet is vastgesteld, de subsidieverlening intrekken of wijzigen als: a. De subsidieontvanger geen gebruik maakt van de subsidie binnen zes maanden na verlening, tenzij in de verleningsbeschikking andere afspraken zijn gemaakt; of b. De subsidieontvanger daartoe een schriftelijk verzoek indient; 3. Het voornemen tot gehele of gedeeltelijke weigering van subsidie aan een subsidieontvanger waaraan voor drie of meer achtereenvolgende jaren voor in hoofdzaak dezelfde activiteiten subsidie is verleend, wordt minimaal zes maanden voorafgaand aan de periode waarop deze betrekking heeft door het college aangekondigd;

4. Burgemeester en wethouders vorderen een subsidie met rente terug als dit nodig is ter uitvoering van een terugvorderingsbesluit van de Europese Commissie of een onherroepelijke rechterlijke uitspraak. Artikel 11. Wet BIBOB Het college kan voor subsidies binnen door de raad vast te stellen beleidsterreinen of onderdelen daarvan bepalen dat de gevraagde subsidie kan worden geweigerd of de verleende subsidie kan worden ingetrokken in het geval en onder de voorwaarden als bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar bestuur. Hoofdstuk 5. Verlening van subsidie Artikel 12. Verlening subsidie 1. Bij het besluit tot verlenen van de subsidie geeft het college aan op welke wijze de verantwoording van de te ontvangen subsidie plaatsvindt. Het college is bevoegd om verplichtingen aan de beschikking tot subsidieverlening te verbinden met betrekking tot het beheer en gebruik van de subsidie; 2. Het college en de subsidieontvanger kunnen ter uitwerking van de beschikking tot subsidieverlening een uitvoeringsovereenkomst sluiten dan wel een resultaatgericht afsprakenkader overeenkomen. Artikel 13. Betaling en bevoorschotting 1. Als een beschikking tot subsidievaststelling als bedoeld in artikel 17 lid 1, sub a, wordt gegeven, vindt de betaling van de subsidie in een of meerdere termijnen plaats; 2. Als een beschikking tot subsidieverlening als bedoeld in artikel 17 lid 1, sub b, wordt gegeven, wordt 100% bevoorschot; 3. Als besloten wordt tot bevoorschotting van de subsidie, worden in de verleningsbeschikking, de hoogte en de termijnen van de voorschotten bepaald. Hoofdstuk 6. Verplichtingen van de subsidieontvanger Artikel 14. Tussentijdse rapportage Voor subsidies van 50.000,- of meer die verleend worden voor activiteiten die meer dan een jaar in beslag nemen, kan het college de verplichting opleggen tot tussentijdse rapportage. Deze rapportage moet goed inzicht geven in de voortgang van de verrichte activiteiten en afgesproken prestaties over de betrokken periode, alsmede over de reële verwachtingen voor de resterende periode. Artikel 15. Toestemming van het college 1. De subsidieontvanger behoeft naast de handelingen vermeld in artikel 4:71 Awb de toestemming van het college voor: a. Het aanstellen en inschalen van beroepskrachten als deze rechtstreeks worden bekostigd vanuit de subsidie; b. Het doen van schenkingen; 2. Het college beslist binnen 4 weken over het verzoek zoals bedoeld in het vorige lid. De beslissing kan eenmaal voor maximaal 4 weken worden verdaagd;

3. Als het college niet binnen de in lid 2 gestelde termijnen beslist, wordt de toestemming verleend. Artikel 16. Verplichtingen van de subsidieontvanger 1. De subsidieontvanger verricht de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend; 2. De subsidieontvanger doet onmiddellijk melding aan het college zodra aannemelijk is dat de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, gedeeltelijk of niet zullen worden verricht of dat gedeeltelijk of niet aan de aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden verplichtingen zal worden voldaan; 3. De subsidieontvanger informeert het college zo spoedig mogelijk schriftelijk over: a. Besluiten of procedures die zijn gericht op de beëindiging van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend of over ontbinding van de rechtspersoon; b. Relevante wijzigingen in de financiële en organisatorische verhouding met derden; c. Ontwikkelingen die er toe kunnen leiden dat aan de beschikking tot subsidieverlening verbonden voorwaarden geheel of gedeeltelijk niet kunnen worden nagekomen; d. Wijziging van de statuten voor zover het betreft de vorm van de rechtspersoon, de persoon van de bestuurder(s) en het doel van de rechtspersoon; 4. Bij subsidieregeling of verleningsbeschikking kunnen aan de subsidieontvanger ook andere verplichtingen dan genoemd in artikel 4:37, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en de leden 1, 2 en 3 van dit artikel worden opgelegd, voor zover deze strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie; 5. Bij subsidieregeling kunnen verplichtingen die niet strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie aan de subsidie worden verbonden, voor zover deze verplichtingen betrekking hebben op de wijze waarop of de middelen waarmee de gesubsidieerde activiteit wordt verricht. Hoofdstuk 7. Verantwoording en vaststelling van de subsidie Artikel 17. Verantwoording subsidies tot 5.000,- 1. Subsidies tot 5.000,- worden door het college: a. Direct vastgesteld of; b. Ambtshalve vastgesteld binnen 13 weken, nadat de activiteiten moeten zijn verricht; 2. Bij ambtshalve vaststelling als bedoeld in lid 1, sub b, kan het college de aanvrager verplichten om op door haar aangegeven wijze aan te tonen dat de activiteiten, waarvoor subsidie wordt verstrekt, zijn verricht en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen. Artikel 18. Verantwoording subsidies vanaf 5.000,- tot 50.000,- 1. Als de subsidieverlening 5.000,- of meer maar minder dan 50.000,- bedraagt, dient de subsidieontvanger een verzoek tot vaststelling in bij het college: a. Bij een eenmalige subsidie uiterlijk 13 weken nadat de activiteiten moeten zijn verricht;

b. Bij een jaarlijks verleende subsidie vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarvoor subsidie is verleend; c. Bij een meerjarige subsidie vóór 1 mei in het jaar na afloop van de kalenderjaren waarvoor subsidie is verleend; 2. Het verzoek tot vaststelling bevat een inhoudelijk verslag of een jaarverslag, waaruit blijkt in welke mate de activiteiten, waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en in welke mate de doelstellingen zijn behaald; 3. Het college kan bepalen dat ook andere, of minder dan, de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd. Artikel 19. Verantwoording subsidies vanaf 50.000,- 1. Als de subsidieverlening 50.000,- of meer bedraagt, dient de subsidieontvanger een verzoek tot vaststelling in bij het college: a. Bij een eenmalige subsidie uiterlijk 13 weken nadat de activiteiten moeten zijn verricht; b. Bij een jaarlijkse subsidie uiterlijk vóór 1 mei in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarvoor subsidie is verleend; c. Bij een meerjarige subsidie vóór 1 mei in het jaar na afloop van de kalenderjaren waarvoor subsidie is verleend; 2. Het verzoek tot vaststelling bevat: a. Een inhoudelijk verslag of een jaarverslag, waaruit blijkt in welke mate de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht en in welke mate de in de beschikking opgenomen doelstellingen zijn behaald; b. Een financieel verslag of jaarrekening (met balans) met een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden inkomsten en uitgaven; c. Een goedkeurende accountantsverklaring; 3. Het college kan bepalen dat ook andere dan de in dit artikel bedoelde gegevens en bescheiden die voor de vaststelling van belang zijn, worden overgelegd. Artikel 20. Vaststelling subsidie 1. Het college stelt de eenmalige subsidie vast binnen 13 weken na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling; 2. Het college stelt de jaarlijkse of meerjarige subsidie vast uiterlijk 31 december in het jaar van ontvangst van de aanvraag tot vaststelling; 3. Als uit de aard van de subsidie, of de verantwoording daarvan, volgt dat voor de beslissing op de vaststelling van de subsidie een langere termijn nodig is dan de in lid 1 genoemde termijn, dan bericht het college de subsidieontvanger daarvan zo spoedig mogelijk na ontvangst van de aanvraag tot vaststelling; 4. Het college kan categorieën van subsidies of subsidieontvangers aanwijzen, waarvoor de subsidie direct wordt vastgesteld zonder dat de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling hoeft in te dienen; 5. Als de aanvraag tot vaststelling niet (of niet volledig) voor in artikel 18 lid 1 of 19 lid 1 genoemd tijdstip is ontvangen, gaat het college 8 weken na een eenmalige rappel over tot ambtshalve vaststelling. Artikel 21. Verantwoording uitvoeringsovereenkomst Voor de subsidies waarvoor een uitvoeringsovereenkomst is afgesloten of een resultaatgericht afsprakenkader is overeengekomen stelt het college nadere regels voor de verantwoording vast.

Artikel 22. Betaling en verrekening 1. Het subsidiebedrag wordt overeenkomstig de subsidievaststelling betaald onder verrekening van de betaalde voorschotten. 2. Het college kan de subsidie, met toepassing van artikel 4:93 Awb verrekenen met opeisbare vorderingen die de gemeente op de aanvrager heeft. Hoofdstuk 8. Overige bepalingen Artikel 23. Standaardberekeningswijzen van uurtarieven en uniforme kostenbegrippen 1. Als bij de bepaling van de subsidiabele kosten gebruik wordt gemaakt van uurtarieven, moeten deze tarieven door de subsidieaanvrager worden berekend met gebruikmaking van een door het college voor te schrijven standaardberekeningswijze; 2. Bij het hanteren van kostenbegrippen bij de berekening van uurtarieven wordt uitgegaan van door het college bepaalde definities; 3. Bij subsidie waarop een Europees steunkader van toepassing is, komen alleen die tarieven en kostenbegrippen in aanmerking die voldoen aan de eisen van het toepasselijke steunkader. Artikel 24. Eigen vermogen en voorzieningen 1. Het college kan een subsidieontvanger de mogelijkheid geven om een eigen vermogen te vormen en voorzieningen te treffen voor bestemmingen die passen binnen de doelen van de subsidieverlening; 2. Het college kan het toegestane eigen vermogen en de voorzieningen bepalen aan de hand van een door de subsidieontvanger in te dienen plan; 3. De subsidieontvanger van een jaarlijkse of meerjarige subsidie of een eenmalige subsidie voor meerdere jaren, mag aan het einde van een subsidiejaar beschikken over een algemene reserve van maximaal 10% van de goedgekeurde jaarlijkse lasten. In bijzondere gevallen kan het college hiervan afwijken; 4. Als het eigen vermogen, de reserves en/of voorzieningen van de subsidieontvanger meer bedraagt dan redelijkerwijs voor het uitvoeren van gesubsidieerde activiteiten noodzakelijk is, kan het college de subsidie lager verlenen of vaststellen; 5. Het is zonder goedkeuring door het college niet toegestaan vermogensbestanddelen over te brengen naar steunstichtingen; 6. De subsidieontvanger is, voor zover het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, daarvoor in de volgende gevallen een vergoeding verschuldigd aan de gemeente: a. Als de subsidieontvanger een schadevergoeding ontvangt voor verlies of beschadiging van voor de gesubsidieerde activiteiten gebruikte of bestemde goederen; b. Als de gesubsidieerde activiteiten geheel of gedeeltelijk worden beëindigd; c. Als de subsidieverlening of de subsidievaststelling wordt ingetrokken; d. Als de subsidie wordt beëindigd; e. Als de rechtspersoon die subsidie ontvangt wordt ontbonden; 7. Het college bepaalt de hoogte van de in lid 6 bedoelde vergoeding. Ingeval van ontbinding van de rechtspersoon die de subsidie ontvangt, vervalt het batig saldo van de liquidatierekening - gelimiteerd tot het bedrag dat opgebouwd is met (behulp van) gemeentelijke subsidie - aan de gemeente.

Artikel 25. Toezicht 1. Het college kan personen aanwijzen die zijn belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening of van de verplichtingen in de Awb; 2. De subsidieontvanger is verplicht alle medewerking te verlenen aan de toezichthouder; 3. De subsidieontvanger verleent, op verzoek, aan het college of aan door of namens het college aangewezen personen altijd inzage in de administratie, en verstrekt de informatie welke voor de beoordeling van de besteding van het subsidie van belang kunnen zijn; 4. De subsidieontvanger bewaart alle bewijsstukken die van belang zijn voor de subsidieverstrekking ten minste gedurende vijf jaar na de vaststelling van de subsidie en stelt deze op verzoek ter beschikking voor controledoeleinden. Artikel 26. Hardheidsclausule 1. Het college kan, in bijzondere gevallen, een artikel of artikelen van deze verordening buiten toepassing laten of daarvan afwijken, met uitzondering van de artikelen 1, 2, 3 en 9 voor zover toepassing gelet op het belang van de aanvrager of subsidieontvanger leidt tot onbillijkheid van overwegende aard; 2. In alle gevallen waarin deze verordening en de aan deze verordening verbonden nadere regels niet of niet voldoende voorzien, beslist het college. Artikel 27. Intrekking oude verordeningen De Algemene Subsidieverordening De Bilt 2012, vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente De Bilt in zijn vergadering van 22 december 2011, wordt bij inwerkingtreding van deze verordening ingetrokken. Artikel 28. Overgangsbepalingen 1. De bepalingen van deze verordening gelden voor subsidieaanvragen die worden ingediend voor 2020 en latere subsidiejaren; 2. Op subsidies die voor de inwerkingtreding van deze verordening zijn verleend, blijven de bepalingen van toepassing zoals opgenomen in de Algemene Subsidieverordening De Bilt 2012; 3. Aanvragen om subsidie die na de inwerkingtreding worden ingediend en betrekking hebben op 2019 worden afgedaan volgens de bepalingen van de Algemene Subsidieverordening De Bilt 2012. Artikel 29. Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2019 Artikel 30. Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als Algemene Subsidieverordening De Bilt 2019. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 31 januari 2019, de raad voornoemd, de griffier, de voorzitter, drs. T.B.W.M. van der Torre mr. S.C.C.M. Potters