Bijlage bij de Subsidieverordening maatschappelijk en sociaal cultureel welzijnswerk Gendringen Subsidieverlening per instelling. De volgende activiteiten/instellingen/voorzieningen komen voor subsidie van de Subsidieverordening maatschappelijk en sociaal cultureel welzijnswerk Gendringen 2002 in aanmerking. Paragraaf 1 Club- en buurthuiswerk. Artikel 1.1 Begripsomschrijving. Onder een instelling in de zin van deze paragraaf wordt verstaan de instelling, die zich ten doel stelt het organiseren van activiteiten aldaar gericht op het stimuleren van de individuele ontplooiing van jong en oud en het bevorderen van de leefbaarheid binnen het dorp of de betreffende woonwijk. Artikel 1.2 Subsidievoorwaarden. Instelling, die zich op dit terrein gaan begeven, zullen worden ondergebracht bij de Stichting Sluseborch en zullen dienovereenkomstig worden gesubsidieerd. Paragraaf 2 Peuterspeelzaalwerk. Artikel 2.1 Begripsomschrijving. Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder een peuterspeelzaal: Een plaatselijk werkzame instelling, dien een voorziening verzorgt, bedoeld voor kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar of zoveel langer tot er plaatsingsmogelijkheid aanwezig is op een basisschool, met als doelstelling de sociale, creatieve en educatieve ontplooiing alsmede motorische ontwikkeling van het jonge kind, onder meer door spel en omgang met leeftijdsgenootjes, een en ander in nauw overleg met ouders en opvoeders. Artikel 2.2 Subsidievoorwaarden. Om voor subsidie in aanmerking te komen dient men aan de volgende voorwaarden te voldoen: 1. In het bezit te zijn van een vergunning tot het uitvoeren van peuterspeelzaalwerk, dit op grond van het uitvoeringsbesluit kinderopvang gemeente Gendringen 1990. 2. Het aantal peuters per groep dat op een zelfde tijdstip van de peuterspeelzaal gebruik maakt, bedraagt tenminste 10 en ten hoogste 25 voor de eerste groep. Voor een volgende groep geldt als criterium, dat tenminste 15 peuters aanwezig dienen te zijn om deze te kunnen starten. Ook hier wordt uitgegaan van maximaal 25 peuters per groep, alvorens wederom een volgende groep kan worden gestart. Met andere woorden gaat de volgende regeling gelden: 10 t/m 25 peuters 1 groep 40 t/m 50 peuters 2 groepen 65 t/m 75 peuters 3 groepen 90 t/m 100 peuters 4 groepen etc. 3. Het aantal groepen dat voor subsidie in aanmerking komt, wordt bepaald aan de hand van het aantal kinderen dat op 1 juni van het voorgaande jaar stond ingeschreven. Artikel 2.3 Subsidiegrondslag. Het jaarlijkse subsidie voor een instelling, als bedoeld in artikel 2.1 wordt op basis van de volgende grondslagen vastgesteld op: 1. 65% van de leidsterkosten op basis van de minimumloonnorm inclusief vakantietoelage volgens het jaarlijks wettelijk vastgestelde percentage over het door burgemeester en wethouders goedgekeurde aantal uren, gerekend naar 52 c.q. 53 weken; 2. Een extra bijdrage van 0,45 per peuter per maand inclusief sociale lasten voor de hoofdleidster; 3. 45% van de huisvestingskosten, waaronder begrepen de schoonmaakkosten; 4. 50% van de door burgemeester en wethouders goedgekeurde kosten van landelijk erkende cursussen voor leidstervorming en noodzakelijke reiskosten voor een openbaar middel van vervoer tot een maximum van 113,50 per deelnemer, indien de cursus met goed gevolg wordt afgesloten. Artikel 2.4 Bezoldiging. Het aantal en de salariëring van de leidsters wordt, uitgaande van 2 dagdelen en met inachtneming van artikel 2.2 en 2,3, gebaseerd op: 2 leidsters per groep en 14 bezoldigingsuren.
Paragraaf 3 Jeugd- en jongerenwerk. Artikel 3.1 Begripsomschrijving. Onder een instelling en de zin van deze paragraaf wordt verstaan de instelling die zich ten doel stelt in verenigingsverband mogelijkheden te scheppen tot vorming van de jeugd en besteding van vrije tijd. Artikel 3.2 Open jeugdwerk. Verenigingen en/of instellingen, die zich op dit terrein gaan begeven, dienen zich aan te sluiten bij de Stichting Sluseborch. De subsidieverlening voor het open jeugdwerk geschiedt via de Stichting Sluseborch. Artikel 3.3 Georganiseerd jeugdwerk. Het jaarlijks subsidie voor een jeugdvereniging wordt op basis van de volgende grondslagen vastgesteld: 1. Een bijdrage van 8% van de contributieopbrengst; 2. Een bijdrage van 25% in de huisvestingskosten met een maximum van 681,-- per jaar; 3. 25% van de activiteiten kosten, exclusief kampkosten; 4. 50% van de kadercursussen met een maximum van 113,50 per lid per cursus, indien de cursus met goed gevolg wordt afgesloten. Vanaf 1997 zullen de genoemde bedragen jaarlijks worden aangepast op basis van het prijsindexcijfer. Artikel 3.4 Euregio-jeugduitwisseling. Ten behoeve van de Euregio-uitwisselingen tussen de gemeente Gendringen enerzijds en Stadt LIngen anderzijds, voor scholieren van 14-16 jaar, wordt een subsidie verleend van 100% van de totale kosten, zulks onder aftrek van de Euregio-bijdrage en een eigen bijdrage van de deelnemers/sters. Het maximum aantal deelnemers c.q. deelneemster wordt gesteld op 23. Paragraaf 4 Vrijwilligerswerk. Artikel 4.1 Begripsomschrijving. Onder instelling in de zin van deze paragraaf wordt verstaan de instelling, die zich ten doel stelt op vrijwillige basis het welzijn te bevorderen van zieken, eenzamen, bejaarden en gehandicapten van alle gezindten. Artikel 4.2 Vereniging De Zonnebloem afdelingen Gendringen, Megchelen en Ulft-Varsselder-Etten. Het jaarlijkse subsidie bedraagt 100% van het aanvaardbare exploitatietekort. Artikel 4.3 Comité Ziekentriduum Gendringen en Comité Ontmoetingsdagen Ulft. Het jaarlijks subsidie bedraagt 100% van het aanvaardbare exploitatietekort. Artikel 4.4 E.H.B.O.-afdelingen Ulft, Etten, Varsselder en Megchelen. Het jaarlijks subsidie bedraagt 25% van de totale organisatiekosten met een maximum van 182,-- per afdeling. Met ingang van 1997 wordt het genoemde bedrag jaarlijks aangepast op basis van het prijsindexcijfer. Artikel 4.5 Stichting Kruisakkerssoos Wehl. Het jaarlijks subsidie op basis van het aantal deelnemers uit de gemeente Gendringen bedraagt: 1,18 per deelnemer ui de gemeente Gendringen per soosavond met een maximum van 22 soosavonden per jaar. Met ingang van 1997 wordt het genoemde bedrag jaarlijks aangepast op basis van het prijsindexcijfer. Paragraaf 5 Vormings- en ontwikkelingswerk. Artikel 5.1 Begripsomschrijving. Onder een instelling in de zin van dit onderdeel wordt verstaan de instelling, die zich ten doel stelt de bevordering van de sociale-, culturele-, en maatschappelijke ontplooiing van personen in verenigingsverband.
Artikel 5.2 Vrouwenverenigingen. Het jaarlijks subsidie voor instelling als bedoeld in artikel 9.16 wordt op basis van de volgende grondslagen vastgesteld: 1. Een bijdrage van 10% van de contributieopbrengst 2. Een bijdrage in de door burgemeester en wethouders goedgekeurde gerichte kadercursuskosten van 50% van de cursusgelden en noodzakelijke reiskosten voor een openbaar middel van vervoer met een maximum van 46,-- per persoon per cursus per jaar, indien het diploma wordt behaald. Met ingang van 1997 wordt het genoemde bedrag jaarlijks aangepast op basis van het prijsindexcijfer. Artikel 5.3 K.P.O.-kring Oude IJssel. Voor de regionaal opererende K.P.O.-kring Oude IJssel wordt voor cursussen een subsidie vastgesteld in het exploitatietekort van deze cursussen, dit op basis van het aantal deelnemers uit de gemeente Gendringen. Artikel 5.4 Seniorenverenigingen. Het jaarlijks subsidie voor seniorenverenigingen wordt op basis van de volgende grondslagen vastgesteld: 1. Een bijdrage van 5% van de contributieopbrengst 2. Een bijdrage van 25% in de huisvestingskosten met een maximum van 227,-- per jaar 3. Een bijdrage van 25% in de activiteitskosten Met ingang van 1997 wordt het genoemde bedrag jaarlijks aangepast op basis van het prijsindexcijfer. Artikel 5.5 Euregio seniorenuitwisseling Gendringen-Stadt Rhede. Ten behoeve van de Euregio-uitwisseling tussen de gemeente Gendringen en Stadt Rhede voor senioren wordt een subsidie verleend van 100% van de totale kosten, zulks onder aftrek van de eigen bijdrage van de deelnemers en de Euregio-bijdrage. Paragraaf 6 Kunstzinnige vorming. Artikel 6.1 Stichting Algemene Muziekschool Doetinchem en omstreken. Deze stichting stelt zich ten doel de instandhouding en exploitatie van een muziekschool ten behoeve van de inwoners van de deelnemende gemeenten. Artikel 6.1.1 Steunfunctiebijdrage. Voor de instandhouding van deze muziekschool wordt een bijdrage toegekend op basis van een jaarlijks te bepalen bedrag per inwoner. Artikel 6.1.2 Overheadbijdrage. Aan deze instelling wordt een bijdrage in de overheadkosten verstrekt van 159,-- perr leerling, afkomstig uit deze gemeente, per jaar. Met ingang van 1997 wordt het genoemde bedrag jaarlijks aangepast op basis van het prijsindexcijfer. Artikel 6.1.3 Prive-instrumentaal onderwijs. Instrumentaal onderwijs: ten behoeve van het individueel instrumentaal onderwijs aan deze muziekschool wordt voor leerlingen tot 18 jaar en woonachtig in de gemeente Gendringen een subsidie verleend van maximaal 50% van het lesgeld. Artikel 6.1.4 Algemene Muzikale Vorming. Algemene muzikale vorming (A.M.V.-onderwijs): aan deze instelling wordt jaarlijks een subsidie toegekend ter grootte van het aanvaardbare exploitatietekort van de dependance te Ulft. Artikel 6.2 Muziekschool Regio Gendringen. Muziekonderwijs voor harmonie- en fanfareverenigingen: ten behoeve van het harfa-onderwijs aan de muziekschool Gendringen wordt voor leerlingen tot 18 jaar en woonachtig in de gemeente Gendringen een subsidie verleend van maximaal 50% van het lesgeld.
Artikel 6.2.1 Overheadbijdrage. Aan deze instelling wordt met ingang van het cursusjaar 1996-1997 een bijdrage in de overheadkosten van maximaal 46,-- per leerling per jaar toegekend voor leerlingen, woonachtig in de gemeente Gendringen. Vanaf 1997 zal het genoemde bedrag jaarlijks worden aangepast op basis van het prijsindexcijfer. Artikel 6.3 Stichting Muziekschool Bergh. Instrumentaal onderwijs: ten behoeve van het individueel instrumentaal onderwijs aan deze muziekschool wordt voor leerlingen tot 18 jaar en woonachtig in de gemeente Gendringen een subsidie verleend van maximaal 50% van het lesgeld. Artikel 6.4 Stichting Cultureel Jongeren Paspoort Oost. De Stichting Cultureel Jongeren Paspoort Oost, onderdeel van de Vereniging Cultureel Jongeren Paspoort, stelt zich ten doel het bevorderen van cultuurdeelname van jongeren. Artikel 6.4.1 Grondslag voor subsidie. Aan deze instelling zal jaarlijks een subsidie worden toegekend van 50% van de C.J.P.-prijs per paspoorthouder uit de gemeente Gendringen. Paragraaf 7 Amateurische Kunstbeoefening. Artikel 7.1 Muziekverenigingen. De harmonie- en fanfarekorpsen stellen zich ten doel de muzikale ontwikkeling van de leden te bevorderen door het in groepsverband beoefenen van harmonie- en fanfaremuziek o.a. met het oogmerk de verworvenheden ten dienste te stellen van de gemeenschap. Artikel 7.1.1 Grondslag voor subsidie. Het jaarlijks subsidie voor instellingen, bedoeld in artikel 7.1 bedraagt: 1. Een vast bedrag van 1.164,-- per jaar; 3. 36% van de kosten van bevoegde- en betaalde leiding; onder deze kosten worden verstaan: loon, Artikel 7.2 Drumbands en Trompetterkorpsen. De drumbands en trompetterkorpsen stellen zich ten doel de muzikale ontwikkeling van de leden te bevorderen door middel van de trommels en trompetten o.a. met het oogmerk de verworvenheden ten dienste te stellen van de gemeenschap. Artikel 7.2.1 Grondslag voor subsidie. Het jaarlijks subsidie voor instellingen, bedoeld in artikel 7.2 bedraagt: 1. Een vast bedrag bij 8-18 18-35 35 of meer Werkende leden van werkende leden van werkende leden 399,-- per jaar. 511,-- per jaar 613,-- per jaar 3. 36% van de kosten van bevoegde en betaalde leiding; onder deze kosten worden verstaan: loon, Artikel 7.3 Majorettekorpsen. De majorettekorpsen stellen zich ten doel de muzikale ontwikkeling van de leden te bevorderen door middel van het in groepsverband beoefenen van dans en beweging op door een muziekvereniging, drumband of
trompetterkorps voortgebrachte muziek o.a. met het oogmerk de verworvenheden ten dienste te stellen van de gemeenschap. Artikel 7.3.1 Grondslag voor subsidie. Het jaarlijks subsidie voor instellingen, bedoeld in artikel 7.3 bedraagt: 1. Een vast bedrag bij 8-18 18-35 35 of meer werkende leden van werkende leden van werkende leden 327,-- per jaar. 419,-- per jaar. 511,-- per jaar. 3. 36% van de kosten van bevoegde en betaalde leiding; onder deze kosten worden verstaan: loon, Artikel 7.4 Zangverenigingen. In het algemeen stellen de zangverenigingen zich ten doel het beoefenen, bevorderen en veredelen van de zang. Artikel 7.4.1 Grondslag voor subsidie. Het jaarlijks subsidie voor instellingen, bedoeld in artikel 7.4 bedraagt: 1. Een vast bedrag van 307,-- per jaar; 3. 36% van de kosten van bevoegde en betaalde leiding; onder deze kosten worden verstaan: loon, Artikel 7.5 Toneel- en Musicalverenigingen. In het algemeen stellen toneel- en musicalverenigingen zich ten doel het geven mogelijkheden tot culturele vorming en ontspanning op het gebied van toneel en musical door amateurs. Artikel 7.5.1 Grondslag voor subsidie. Het jaarlijks subsidie voor instellingen, bedoeld in artikel 7.5 bedraagt: 1. Een vast bedrag van 205,-- per jaar; 3. 36% van de kosten van bevoegde en betaalde leiding; onder deze kosten worden verstaan: loon, Artikel 7.6 Volksdansverenigingen. De volksdansverenigingen stellen zich ten doel het opwekken van begrip voor en belangstelling in de oude en/of internationale volkscultuur en de bevordering daarvan met name door dans, muziek, zang, volksdrachten en volksgebruiken. Artikel 7.6.1 Grondslag voor subsidie. Het jaarlijks subsidie voor instellingen, bedoeld in artikel 7.6 bedraagt: 1. Een vast bedrag bij 8-18 18-35 35 of meer werkende leden van werkende leden van werkende leden 327,-- per jaar. 419,-- per jaar. 511,-- per jaar.
3. 36% van de kosten van bevoegde en betaalde leiding; onder deze kosten worden verstaan: loon, Artikel 7.7 Subsidiebeperking. Het jaarlijks subsidie aan instellingen genoemd in de artikelen 7.1, 7.2, 7.3, 7.4, 7.5 en 7.6 bedraagt maximaal 60% van de andere vaste jaarlijkse inkomsten van een dergelijke instelling. Paragraaf 8 Eenmalige subsidies. Eenmalige subsidies kunnen aan muziekverenigingen, drumbands, trompetterkorpsen, majorettekorpsen, zangverenigingen, toneel- en musicalverenigingen en de volksdansverenigingen worden verleend in de vorm van: 1. Een vormingssubsidie; 2. Een subsidie in de kosten van internationale kontakten en/of uitwisselingen met verenigingen of instellingen waarmee jumelagecontacten worden onderhouden. 3. Een accommodatiestichtingskostensubsidie; 4. Een aanmoedigingssubsidie. Artikel 8.1 Vormingssubsidie. Het vormingssubsidie bedraagt 50% van de door burgemeester en wethouders goedgekeurde kosten van cursussen, bestemd voor bijzonder begaafde leden tot 21 jaar en leidinggevende vrijwillige medewerkers van de vereniging, en welke dienen tot vorming van genoemde personen in het belang van de vereniging, tot een maximum van 113,50 per deelnemer per jaar, indien het diploma wordt gehaald. Per halfjaar dient de docent aan burgemeester en wethouders een schriftelijke verklaring over te leggen van de door de cursist gevolgde lessen. Muziekonderwijs via muziekscholen en dag- en beroepsopleidingen vallen buiten deze regeling. Artikel 8.2 Subsidie in kosten van internationale culturele contacten en/of uitwisselingen. De subsidie in de kosten van internationale culturele contacten en/of uiwisselingen bedraagt: 30% van de reis- en verblijfkosten, kosten bevoegde leiding en verzekeringen tot een maximum van 100% van de totale jaarcontributie van de leden van de vereniging, die aan een contact en/of uitwisseling deelnemen. Onder internationale culturele contacten en/of uitwisseling wordt verstaan zowel meerdaags bezoek aan een vereniging in een jumelagegemeente, als het tegenbezoek van de betreffende vereniging aan de gemeente Gendringen. Tijdens het contact of de uitwisseling dienden de deelnemers minimaal 48 uur te verblijven in de plaats van de vereniging of instelling bij wie men te gast is. De subsidie voor het bezoek en tegenbezoek wordt maximaal 1 maal per vijf jaar gegeven. Artikel 8.3 Accomodatiestichtingskostensubsidie. De accomodatiestichtingskostensubsidie ten behoeve van een clubaccommodatie bedraagt: Een eenmalige subsidie van 25% van de totale door burgemeester en wethouders goedgekeurde stichtingskosten; een eenmalige renteloze lening van 25% van de totale door burgemeester en wethouders goedgekeurde stichtingskosten. Onder de stichtingskosten worden verstaan: de grondkosten, de bouwkosten, de aansluitkosten, de inrichtingskosten, exclusief inventaris, de architectkosten, de directiekosten en eventueel de overdrachtskosten. Alvorens tot behandeling van het subsidieverzoek voor accommodatiestichtingskosten wordt overgegaan zal door de sectie accommodatiebeheer met betrekking tot de eisen, tekening, bestek en begroting een onafhankelijk en deskundig onderzoek worden ingesteld opdat voor verfraaiing geen subsidie wordt verleend. Wanneer een accommodatie geheel of gedeeltelijk door eigen leden zonder betaling wordt gerealiseerd is bij deze zelfwerkzaamheid 50% van de normale loonkosten van een aannemer subsidiabel. Na realisering van de accommodatie zal met betrekking tot de werkelijke kosten een financieel verslag met kopiefacturen moeten worden ingediend. De subsidie en de renteloze lening zullen samen nooit meer bedragen dan de werkelijke kosten. Toekenning van deze accommodatiesubsidie zal echter afhankelijk zijn van de budgettaire mogelijkheden van de gemeente en de door de gemeente gestelde prioriteiten met betrekking tot de wenselijkheid om een accommodatie te realiseren.
Artikel 8.4 Aanmoedigingssubsidie. Onder aanmoedigingssubsidie wordt verstaan: een tegemoetkoming in de kosten van verenigingen, stichtingen en instellingen, die nog niet twee jaar onafgebroken een zelfstandige vereniging zijn. De aanmoedigingssubsidie bedraagt 182,-- per jaar. De aanmoedigingssubsidie kan aan dezelfde vereniging niet vaker dan tweemaal worden verleend. Paragraaf 9 Volkscultuur. Artikel 9.1 Oranjeverenigingen. De Oranjeverenigingen stellen zich ten doel het organiseren van activiteiten voor jong en oud op Koninginnedag en eventueel andere zeer bijzondere gebeurtenissen van leden van het Koninklijk huis. Artikel 9.1 Grondslag voor subsidie. De jaarlijkse subsidie voor instellingen, bedoeld in artikel 9.1 bedraagt het nadelig saldo van de activiteitenkosten tot een maximum van 0,68 per deelnemend schoolgaand kind (basis- en speciaal basisonderwijs) woonachtig in de gemeente Gendringen. Paragraaf 10 Opbouwwerk/aktiewerk. Artikel 10.1 Begripsomschrijving. Onder een instelling in de zin van deze paragraaf wordt verstaan de instelling die zich ten doel stelt het democratisch en doelmatig functioneren van de samenleving te verbeteren, dan wel een algemeen maatschappelijke hervorming nastreeft. Artikel 10.2 Vereniging Culturele Raad Gendringen. De Vereniging Culturele Raad Gendringen stelt zich ten doel, zulks met inachtneming van de levensbeschouwelijke opvattingen van de bij haar aangesloten verenigingen, organisaties en instellingen het culturele leven in de gemeente Gendringen te bevorderen, een en ander in de ruimste zin des woords. Artikel 10.2.1 Grondslag voor subsidie. De subsidie voor de instelling, bedoeld in artikel 10.2 bedraagt 100% van de activiteitenkosten, onder aftrek van de verworven inkomsten, voor zover deze activiteiten passen binnen de doelstellingen van de vereniging. Artikel 10.3 Instituut Voor Natuurbeschermingsedukatie. Het Instituut voor Natuurbeschermingsedukatie stelt zich ten doel belangstellenden bekend te maken met de natuur. Artikel 10.3.1 Grondslag voor subsidie. Aan de onder artikel 10.3 bedoelde instelling wordt voor een deelnemer uit de gemeente Gendringen een subsidie toegekend ter grootte van de eigen bijdrage van de deelnemer tot een maximum van 50% van de totaal door burgemeester en wethouders goedgekeurde activiteitenkosten. Artikel 10.4 Oudheidkundige Vereniging Gemeente Gendringen. De Oudheidkundige Vereniging Gemeente Gendringen stelt zich ten doel: Beoefening van de geschiedenis in ruimste zin van de gemeente Gendringen. Instandhouding en bescherming van oudheidkundige monumenten in de gemeente Gendringen. Bevordering van voornoemde doelstellingen door onder meer het wekken van belangstelling daarvoor in brede kring. Het inbruikleen stellen van de voorwerpen aan de Stichting Galerie bij de Boeken, met dien verstande dat genoemde stichting zorg draagt voor het exposeren van de gevonden voorwerpen. Artikel 10.4.1 Grondslag voor subsidie. De jaarlijks subsidie bedraagt: 1. 5% van de opbrengst van de contributiegelden; 2. 25% van de activiteitskosten.
Artikel 10.5 Stichting Staring Instituut. De Stichting Staring Instituut stelt zich ten doel het instellen en in stand houden van een werkgemeenschap, welke zich toelegt op het beoefenen van de wetenschap, die met de regio Oost-Gelderland, haar bevolking haar structuur, haar cultuur en haar natuur in al haar uitingen en in de ruimste zin te maken heeft. Artikel 10.5.1 Grondslag voor subsidie. De jaarlijkse subsidie voor de instelling, bedoeld in artikel 10.5 bedraagt het aantal inwoners van de gemeente x een jaarlijks door de gemeenteraad maximaal vast te stellen bedrag. Artikel 10.6 Stichting Sluseborch. De stichting stelt zich ten doel: Het stimuleren, ontwikkelen, ondersteunen en uitvoeren van activiteiten op het terrein van educatief en sociaal-cultureel werk in de meest brede zin van het woord, Het begeleiden en ondersteunen van belangenbehartiging/vrijwilligeractiviteiten op educatief en/of sociaal-cultureel terrein; Het bevorderen van een gezamenlijk en samenhangend welzijnsbeleid voor ouderen in het werkgebied van de stichting; Het organiseren, begeleiden, coördineren en mede-uitvoeren van activiteiten ten behoeve van asielzoekers/vluchtelingenwerk met als doel het verlenen van immateriële hulp door middel van opvang en introductie van deze doelgroep in de lokale gemeenschop, onder andere door het organiseren van sociaal-culturele en educatieve activiteiten voor deze doelgroep, al dan n iet met behulp van plaatselijke vrijwilligersgroepen; Het organiseren, begeleiden en/of mede-uitvoeren van het project allochtone nieuwkomers door te streven naar integratie van deze doelgroep in de samenleving door middel van begeleiding, scholing en bevordering van het vinden van werk en/of zelfstandige huisvesting in de ruimste zin des woords, al dan niet met behulp van plaatselijke vrijwilligersgroepen; Het verlenen van praktische hulp aan vrijwilligersorganisaties op vermelde gebieden bij het verwerven van accommodaties en door het beschikbaar stellen van apparatuur en het verstrekken van informatie. Artikel 10.6.1 Grondslag voor subsidie. De subsidie voor Stichting Sluseborch wordt jaarlijks bepaald op een vast bedrag, waaruit de personeelskosten, huisvestingskosten, investeringen, organisatiekosten en activiteitenkosten dienen te worden bekostigd. De C.A.O.-welzijn is op de stichting Sluseborch van toepassing. De activiteiten dienen te worden uitgevoerd op basis van vooraf ingediende werkplannen en achteraf op te maken evaluatierapporten. Paragraaf 11 Maatschappelijke Dienstverlening. Artikel 11.1 Begripsomschrijving. De instellingen voor maatschappelijke dienstverlening dragen bij aan het voorkomen, verminderen en oplossen van psychologische problemen, door het verschaffen van informatie, advies en dienstverlening, als eerste opvang dan wel langer lopende en/of procesmatige hulpverlening aan mensen en hun omgeving. Artikel 11.1.1 Thuiszorg Hameland van Nispenhof. Deze instelling wordt ten behoeve van het algemeen maatschappelijk werk gesubsidieerd door de gemeenten Bergh, Dinxperlo, Gendringen, Hummelo en Keppel en Wisch. Aan de Stichting Hameland van Nispenhof wordt jaarlijks, op basis van een kalenderjaar de volgende subsidie toegekend, een vast bedrag waaruit de personeelskosten, huisvestingskosten, investeringen, organisatiekosten, activiteitenkosten en bereikbaarheid van het algemeen maatschappelijk werk dienen te worden bekostigd. De berekening van de subsidie vindt plaats op grond van criteria, zoals die worden vastgelegd in een bestuurlijk convenant tussen de betrokken gemeenten. Artikel 11.1.2 Instituut voor Doven te St. Michielsgestel. Het Instituut voor Doven te St. Michielsgestel stelt zich ten doel het begeleiden van oud-leerlingen van het Instituut bij terugkeer in de maatschappij. Het jaarlijks subsidie bedraagt 46,-- per in deze gemeente woonachtige oud-leerling(e).
Paragraaf 12 Minderhedenbeleid. Artikel 12.1 Begripsomschrijving. De instellingen en organisaties in de zin van deze paragraaf stellen zich ten doel, door middel van het organiseren van sociaal-culturele en educatieve activiteiten, het algemeen welzijn te bevorderen van personen die behoren tot de doelgroepen van het minderhedenbeleid, zoals dat wordt gedefinieerd door de rijksoverheid. Artikel 12.2 De Stichting Fundacion Espanola te Ulft. De stichting ontvangt jaarlijks een subsidie op basis van de volgende criteria: a. 80% van de huisvestingskosten; b. 50% van de organisatiekosten; c. 25% van de activiteitenkosten. Artikel 12.3 De Stichting Turks Sociaal-cultureel Centrum Gendringen. De stichting ontvangt jaarlijks een subsidie op basis van de volgende criteria: a. 80% van de huisvestingskosten; b. 50% van de organisatiekosten; c. 25% van de activiteitenkosten. Artikel 12.4 De Turkse Ouders Stichting te Doetinchem. De stichting ontvangt jaarlijks een bedrag van maximaal 454,-- in de kosten van de organisatie van het Turks kinderfeest. Paragraaf 13 Openbaar bibliotheekwerk in de gemeente Gendringen. Artikel 13.1 Begripsomschrijving. Deze voorziening draagt zorg voor de informatievoorziening aan de inwoners van deze gemeente via uitleen van boeken, platen en cd s, alsmede via tijdschriften en publicaties. De doelstelling is minimaal instandhouden van het aantal gebruikers van deze voorziening teneinde het vrije verkeer van informatie en daarmee de kwaliteit van het maatschappelijk en culturele leven te bevorderen. Artikel 13.2 De Stichting Cultuur en Ontspanning Ulft. Aan de Stichting Cultuur en Ontspanning wordt jaarlijks een subsidie toegekend in de vorm van een vast bedrag waaruit de personeelskosten, huisvestingskosten, investeringen, organisatiekosten en activiteitenkosten dienen te worden bekostigd. Paragraaf 14 Cultuur. Artikel 14.1 Tentoonstellingsorganisatie Galerie bij de Boeken. Aan Galerie bij de Boeken, die zich in de gemeente Gendringen bezighoudt met de organisatie van tentoonstellingen van beeldend kunstenaars wordt jaarlijks een subsidie toegekend tot het bedrag van het aanvaardbare exploitatietekort met een maximum van 4.538,-- ingaande 1 januari 2001. Vanaf 2002 zal het subsidie worden aangepast aan het prijsindexcijfer. Artikel 14.2 Stichting Culturele Kring Gendringen. Vervallen Artikel 14.3 Stichting Openluchttheater Engbergen. De Stichting Openluchttheater Engbergen exploiteert het gelijknamige openluchttheater en verzorgt een aantal culturele voorstellingen per seizoen. Voor de Stichting bedraagt het subsidie het bedrag van het jaarlijks aanvaardbare exploitatietekort tot een maximaal subsidiebedrag van 2.043,-- per jaar. Vanaf 1997 zal het subsidie worden aangepast aan het prijsindexcijfer.