PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. sociaal-economische raad 2

Vergelijkbare documenten
1 Begripsbepalingen. 2 Heffingsplicht

Verordening PT algemene heffing groenten en fruit 2012

Ontwerp-Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit 2012

INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging I d.d Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit )

VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING GROENTEN EN FRUIT 2013

2. Deze verordening is niet van toepassing op de teelt van uien. INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging I d.d

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

2009 (Verordening PT heffing eetbare paddenstoelen en uitgangsmateriaal van groenten 2009)

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

ONTWERP-VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING BLOEMBOLLENHANDEL OOGSTJAAR 2013

VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING VERDUURZAAMDE GROENTEN EN FRUIT 2013

INTEGRALE TEKST Bijgewerkt t/m Wijziging III d.d

ONTWERP. Verordening van het Productschap Akkerbouw van 2009, houdende vaststelling bestemmingsheffing

LAATSTE TEKST (februari 2010)

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 16 maart 2010; 1 Begripsbepalingen

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 13 februari 2007;

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 13 februari 2007; 1 Begripsbepalingen

VERORDENING PT ALGEMENE HEFFING AANBOD BLOEMKWEKERIJPRODUCTEN 2013

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, 10 mei 2011; 1 Begripsbepalingen

Het aanbod aan producten rondom Houten/ De Knoest

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e. Openbare kennisgevingen 2

1 Begripsbepalingen. 2 Retributieplicht

GEÏNTEGREERDE TEKST (juli 2013) HEFFINGSVERORDENING PA FONDS CONSUMPTIEAARDAPPELEN 2009

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Verordening PT heffing export bloemkwekerijproducten Japan 2009

januari Z M D W D V Fruit: Appelen, Bananen, Citroen, Mandarijnen, Mango, Peren, Sinaasappelen Dit is een product van SaskiaVanOmmen.

Bestuurskamer. Wij Beatrix,.. 1 Begripsbepalingen

Ontwerp-Verordening PT heffing handel bloemkwekerijproducten 2012

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

: Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten;

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

VERORDENING PT BESTEMMINGSHEFFING BOOMKWEKERIJSECTOR 2013

Verordening financiering projecten groothandelssector 2013

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Behoort bij agendapunt 10a Openb. bestuursvergadering dd

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

gehoord de Commissie voor bollen, knollen en wortelstokken van bloemgewassen, d.d. 30 september 2008;

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Behoort bij agendapunt 5 Cie. Voedingstuinbouw dd

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

Productschap Diervoeder

Artikel 1. Verordening PT vakheffing boomkwekerijproducten 2008

DUITSE MARKT VERSE GROENTEN EN FRUIT GROEIT GESTAAG

Bijlage A. Stikstofgebruiksnormen behorende bij artikel 28 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang 52 2 augustus 2002 nummer 43

Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

FACTSHEET DUITSLAND. Duitsland: wereldwijd 2 de afzetmarkt verse groenten en fruit

workshop klimaat &energie elektrische boiler

Ontwerp-Verordening PT uitvoeringsbepalingen GMO groenten en fruit 2012

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

Wijziging Regeling residuen van bestrijdingsmiddelen

Thuis bij ZON! Beschikbaarheid. Volledig beschikbaar. Beperkt beschikbaar. bij productontwikkeling, categorie management, Niet beschikbaar

Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking Brancheorganisatie Suiker

AGRICHEM PIRIMICARB W1 TOELATINGSNUMMER

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Vanaf heden kan u op fytoweb de maximale residulimieten (MRL s) ook per gewas opzoeken.

1 Begripsbepalingen. 2 Het hoofdproductschap

HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW,

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. jaargang maart 2004 num mer 14

VERORDENING MVO ADMINISTRATIEVE HEFFINGEN 2009

TIPS OM EEN GEZOND WEEKMENU OP TE STELLEN

Regeling verplichte registratie en gegevensverstrekking Brancheorganisatie Aardappelen en overige akkerbouwgewassen

Meloen Abrikozen. Blauwe bessen Bramen. Perziken Cranberries. Nectarines Zwarte bessen. Frambozen

Sociaal- Economische Raad

HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN BIOCIDEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Zaai-, plant-, poot- en oogstkalender

Sociaal- Economische Raad

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

Zaai-, plant-, poot- en oogstkalender

VERORDENING PA SUBSIDIES STRUCTUURVERSTERKING BROOD EN BANKET 2008

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

Sociaal- Economische Raad

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave

Bleekselderij zomer 30 x 35 centimeter

Gewassen per 1 januari 2015

Starten met een moestuin

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie BEDRIJFSLICHAMEN 2

PBO-blad. M e d e d e l i n g e n b l a d e n V e r o r d e n i n g e n b l a d B e d r i j f s o r g a n i s a t i e

PBO-blad. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Inhoudsopgave. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD 2

Advies tot opheffing van het Bedrijfschap voor de Detailhandel in Aardappelen, Groenten en Fruit

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

Formulier ter aansluiting teeltbedrijf bij Stichting Monitoring Voedingstuinbouw Versie 27 juni 2006 (met naamswijziging EurepGAP naar GlobalGAP)

Rol van de groentespeciaalzaak

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

Zand Niet Zand Zand Niet Zand. Zand Niet Zand Zand Niet Zand. Zand Niet Zand Zand Niet Zand. Niet Zand. Niet Zand. Niet Zand. Niet Zand.

PBO-blad. Inhoudsopgave. Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Januari. Februari DOEN ZAAIEN ETEN DOEN ZAAIEN PLANTEN ETEN

Aan artikel 1 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Transcriptie:

Nr.67 14 oktober 2011-61e jaargang PBO-blad Mededelingenblad en Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie Inhoudsopgave Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie sociaal-economische raad 2 Bestuurssamenstellingen 2 BEDRIJFSLICHAMEN 4 Productschap Margarine, Vetten en Oliën 4 Productschap Tuinbouw 5

Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie Natuurlijke en rechtspersonen tot wie een ontwerpverordening van de Sociaal-Economische Raad of een bedrijfslichaam zich uitstrekt, kunnen gedurende vier weken bij de betreffende organisatie schriftelijk bedenkingen aanvoeren tegen de in dit Mededelingenblad gepubliceerde ontwerpverordening. SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD Bestuurssamenstellingen Wijziging zittingsduur besturen Kamers van Koophandel en Fabrieken in Nederland De Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad maakt bekend dat zij, krachtens delegatie door de raad, ingevolge het bepaalde in de artikelen 10 en 11, Gelet op het Besluit van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 7 juli 2011 (Stcrt 15 juli 2011, nr. 12835), tot verlenging bestuurstermijn kamers van koophandel, het volgende wijzigingsbesluit heeft vastgesteld: Wijzigingsbesluit besluiten bestuurssamenstelling Kamers van Koophandel en Fabrieken 2011 Besluit van de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad van 9 september 2011 tot wijziging van besluiten tot samenstelling van de besturen van de kamers van koophandel en fabrieken in verband met een verlenging van de zittingsperiode (Wijzigingsbesluit besluiten bestuurssamenstelling Kamers van Koophandel en Fabrieken 2011). De Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad; Gelet op de artikelen 2, 10 en 11 van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997; Gelet op artikel 5 van het Besluit instelling, gebiedsindeling en bestuursgrootte kamers van koophandel en fabrieken; Gelet op het Besluit van de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 7 juli 2011 (Stcrt 15 juli 2011, nr. 12835), tot verlenging bestuurstermijn kamers van koophandel; Gelet op artikel 6 van de Instellingsverordening Bestuurskamer 2008; Gehoord de kamers van koophandel en fabrieken; Besluit: Artikel I In artikel 1 van het Besluit bestuurssamenstelling Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam 2008 wordt 31 december 2011 vervangen door: 31 december 2015. Artikel II In artikel 1 van het Besluit bestuurssamenstelling Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Brabant 2008 wordt 31 december 2011 vervangen door: 31 december 2015. 2

Artikel III In artikel 1 van het Besluit bestuurssamenstelling Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Centraal Gelderland 2008 wordt 31 december 2011 vervangen door: 31 december 2015. Artikel IV In artikel 1 van het Besluit bestuurssamenstelling Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Den Haag 2008 wordt 31 december 2011 vervangen door: 31 december 2015. Artikel V In artikel 1 van het Besluit bestuurssamenstelling Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Gooi-, Eem- en Flevoland 2008 wordt 31 december 2011 vervangen door: 31 december 2015. Artikel VI In artikel 1 van het Besluit bestuurssamenstelling Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Midden Nederland 2008 wordt 31 december 2011 vervangen door: 31 december 2015. Artikel VII In artikel 1 van het Besluit bestuurssamenstelling Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Noord-Nederland 2008 wordt 31 december 2011 vervangen door: 31 december 2015. Artikel VIII In artikel 1 van het Besluit bestuurssamenstelling Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Noordwest-Holland 2008 wordt 31 december 2011 vervangen door: 31 december 2015. Artikel IX In artikel 1 van het Besluit bestuurssamenstelling Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam 2008 wordt 31 december 2011 vervangen door: 31 december 2015. Artikel X In artikel 1 van het Besluit bestuurssamenstelling Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Zuidwest Nederland 2008 wordt 31 december 2011 vervangen door: 31 december 2015. Artikel XI In artikel 1 van het Besluit bestuurssamenstelling Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Limburg 2008 wordt 31 december 2011 vervangen door: 31 december 2015. Artikel XII In artikel 1 van het Besluit bestuurssamenstelling Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Oost Nederland 2008 wordt 31 december 2011 vervangen door: 31 december 2015. Artikel XIII Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst. Den Haag, 9 september 2011 A.H.G. Rinnooy Kan voorzitter E.A. van Bonzel secretaris 3

Toelichting Eind 2007 en begin 2008 heeft de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad de besluiten vastgesteld tot samenstelling van de besturen van de kamers van koophandel voor de zittingsperiode die loopt van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2011. In de loop van deze zittingsperiode heeft de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie de wijziging van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997 geëvalueerd. Tijdens die evaluatie is geconstateerd dat de huidige governance van de kamers van koophandel te complex is vormgegeven. De minister heeft naar aanleiding daarvan tijdens de begrotingsbehandeling voor 2011 aangegeven dat de intentie is dat de kamers van koophandel worden omgevormd tot één enkel zelfstandig bestuursorgaan, de ZBO KvK (ook wel Ondernemersplein genaamd). Het voornemen van de minister is om deze omvorming binnen een termijn van enkele jaren te realiseren. Omdat de bestaande zittingsperiode van de besturen eind 2011 afloopt zou dat betekenen dat de SER met ingang van 1 januari 2012 nieuwe samenstellingsbesluiten zou moeten nemen, in de wetenschap dat de nieuwe zittingsperiode kort daarna zou eindigen, vanwege het opgaan van de kamers van koophandel in de ZBO KvK. Mede op verzoek van de Bestuurskamer, heeft de minister daarop het besluit genomen om de lopende zittingsperiode van de besturen te verlengen met een periode van maximaal vier jaar, tot uiterlijk 31 december 2015. Met dit besluit geeft de minister uitvoering aan zijn bevoegdheid, die hij ingevolge artikel 2, derde lid, van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997 en artikel 5, tweede lid, van het Besluit instelling, gebiedsindeling en bestuursgrootte kamers van koophandel en fabrieken heeft. Daarbij heeft de minister meegewogen dat het proces van kandidaatstelling van de tot benoeming van bestuursleden bevoegde organisaties, via het aanwijzingstraject van de SER, tijdrovend en vrij kostbaar is. Door de zittingsperiode te verlengen wordt aldus een moeizame en voor alle betrokkenen kostbare benoemingsprocedure, bestemd voor een korte en onzekere periode, vermeden. Het gevolg van het verlengen van de zittingsperiode van de besturen door de minister is wel dat de eind 2007 en begin 2008 door de Bestuurskamer genomen besluiten tot samenstelling van de besturen van de kamers van koophandel moeten worden gewijzigd. In die besluiten wordt namelijk de zittingsperiode bepaald van 1 januari 2008 tot en met 31 december 2011. Met dit wijzigingsbesluit worden alle samenstellingsbesluiten in overeenstemming gebracht met het besluit van de minister. BEDRIJFSLICHAMEN Productschap Margarine, Vetten en Oliën Tervisielegging en verkrijgbaarstelling ontwerpbegroting 2012 Het dagelijks bestuur maakt, gelet op artikel 118, derde lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie, bekend dat de ontwerpbegroting voor 2012, met toelichting bij het secretariaat, Ampèrelaan 4 D te Rijswijk (Z.H.), voor een ieder ter lezing is neergelegd en aldaar verkrijgbaar is tegen betaling van de kosten ad 10,--. De behandeling van de ontwerpbegroting vindt plaats in de openbare vergadering van 17 november 2011. 4

Productschap Tuinbouw Ontwerp- Wijziging I Verordening PT CO 2- sectorsysteem glastuinbouw 2011 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw, d.d.., houdende wijziging van de Verordening PT CO 2 sectorsysteem glastuinbouw 2011 HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, gelet op artikel 96, eerste lid, en artikel 97, eerste lid, van de Wet op de Bedrijfsorganisatie; gelet op de artikelen 13 en 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; gelet op titel 15.13 van de Wet Milieubeheer; gelet op artikel 4 van het Besluit kostenverevening reductie CO 2 -emissies glastuinbouw; positief advies is ontvangen van: de Commissie voor energie, d.d.. 2011; BESLUIT: Artikel 1 De Verordening PT CO 2 -sectorsysteem glastuinbouw 2011 wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1:2 komen de definities onder c, d en e te luiden: c. PT CO 2- sectorsysteem glastuinbouw: systeem van verevening van kosten verbonden aan het overschrijden van CO 2 -emissies als bedoeld in artikel 15.51, eerste lid, van de Wet voor de in dat artikel bedoelde inrichtingen, die onder de werkingssfeer van het productschap vallen; d. inrichting regime A: inrichting als bedoeld in artikel 15.52 van de Wet juncto artikel 2 van het Besluit, die onder de werkingssfeer van het productschap valt; e. inrichting regime B: inrichting als bedoeld in artikel 15.51, eerste lid, van de Wet, die onder de werkingssfeer van het productschap valt en ingevolge artikel 15.52 van de Wet juncto artikel 2 van het Besluit geen inrichting regime A is. B In artikel 2:1, artikel 2:2, artikel 2:3, tweede tot en met vierde lid, artikel 2:4, artikel 2:5, artikel 2:6 en artikel 2:7, eerste lid, wordt het bestuur (telkens) vervangen door: het productschap. C In artikel 2:1 wordt artikel 15.51 van de Wet vervangen door: titel 15.13 van de Wet. In artikel 2:9, eerste lid vervalt de zinsnede of krachtens. Artikel 3:2 vervalt. D E 5

F Artikel 3:3 komt te luiden: Artikel 3:3 Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. Artikel 3:4 komt te luiden: Artikel 3:4 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT CO 2 sectorsysteem glastuinbouw 2011. Artikel 3:5 vervalt. Artikel 2 Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin zij wordt geplaatst. Zoetermeer, voorzitter secretaris G H Toelichting In maart 2011 heeft het bestuur van het Productschap Tuinbouw de Verordening PT CO 2- sectorsysteem glastuinbouw 2011 vastgesteld en ter goedkeuring aan de Minister van Infrastructuur en Milieu voorgelegd. Deze verordening is opgesteld in medebewind dat krachtens artikel 15.53 van de Wet milieubeheer en het Besluit kostenverevening reductie CO 2 -emissies glastuinbouw door de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu was gevorderd van het productschap. Ter verkrijging van de goedkeuring is een aantal wijzigingen aangebracht in de op 29 maart 2011 vastgestelde tekst van de verordening. De wijzigingen betreffen: - de redactie van een aantal definities, zodat deze beter bij de formuleringen van titel 15.13 van de Wet Milieubeheer en het Besluit kostenverevening reductie CO 2 - emissies glastuinbouw aansluiten (Artikel 1, onderdeel A), - de gebruikte terminologie (bestuur vervangen door productschap, zie Artikel 1, onderdeel B), - de reikwijdte van het tuchtrecht (Artikel 1, onderdeel D), en tenslotte wat kleine redactionele aanpassingen. De Verordening en de Wijziging zullen gelijktijdig worden goedgekeurd en na goedkeuring zal een geconsolideerde tekst in het verordeningenblad worden gepubliceerd en in werking treden. Zoetermeer, voorzitter secretaris 6

Ontwerp- Verordening PT algemene heffing groenten en fruit 2012 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van., houdende de vaststelling van een algemene heffing groenten en fruit 2012 (Verordening PT algemene heffing groenten en fruit 2012) HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en gelet op de artikelen 13 en 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; gehoord de Sectorcommissie voor groenten en fruit, d.d. 2011; BESLUIT: 1 Begripsbepalingen Artikel 1 Deze verordening verstaat onder: productschap : Productschap Tuinbouw; bestuur : het bestuur van het Productschap Tuinbouw; voorzitter : voorzitter van het productschap; secretaris : secretaris van het productschap; aankoopwaarde handel : het bedrag van de door de handelaar aangekochte groenten, fruit; afzetorganisatie/ bemiddelaar : de natuurlijke of rechtspersoon die, voor zover niet voor eigen rekening en risico, in opdracht van of ten behoeve van telers de door hen geteelde producten verkoopt; bewerken : handelingen waardoor van groenten en fruit gebruiksklare artikelen worden gemaakt, zoals schonen, schillen, schrappen, snijden, mengen, wassen en centrifugeren; braakland : de gronden die in enig oogstjaar tot en met april van het daarop volgende oogstjaar niet worden beteeld; cultuurgrond : beteelde grond, braakland, beschikbare oppervlakte van bakken voor de trek van witlof of van elk ander groeimedium met behulp waarvan de in artikel 3 genoemde groenten en fruit kunnen worden geteeld, of in het tijdvak bedoeld in de Regeling Landbouwtelling nog niet beteelde grond waarbij een teelt voor eind augustus wordt ingezet; contractteelt : de teelt van gewassen of producten ingevolge een overeenkomst waarbij het teeltrisico ligt bij de teler; gemeten maat : de oppervlakte van cultuurgrond, inclusief paden en voren die voor de teelt noodzakelijk zijn; groenten en fruit : de producten vermeld in artikel 3, vierde lid, onder a en b, van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; handelen : het aankopen van vers of bewerkt fruit (met uitzondering van slaggrondnoten en kopra) en groenten (met uitzondering van zaden van groenten) en het verkopen daarvan; noten : amandelen, cashewnoten, hazelnoten, paranoten, pecannoten, pistachenoten en walnoten in welke vorm dan ook, gepeld, ongepeld, gedroogd, geblancheerd, gebrand, ongebrand, gezouten, gemengd, gebroken, geschaafd of verduurzaamd; ondernemer : de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het productschap is ingesteld; omzet : het bruto omzetbedrag per kalenderjaar; telen : het telen van groenten en fruit, uitgangsmateriaal daaronder begrepen; 7

uien : alle soorten uien met uitzondering van zilveruien, deze laatste behoren tot de groenten; uitgangsmateriaal : opkweekmateriaal voor groentenplanten zowel onder glas als vollegrond, alsmede groentenzaden m.u.v. aardbeienplanten; verduurzamen : alle handelingen met betrekking tot groenten en fruit waardoor deze, al dan niet voorlopig, langer houdbaar worden; 2 Heffingsplicht Artikel 2 1. De ondernemer die een onderneming drijft, met als activiteit het handelen in groenten en fruit, het bewerken, het telen of verduurzamen van groenten en fruit, is over het kalenderjaar 2012 een heffing verschuldigd aan het productschap. Uit de opbrengst van deze heffing worden de bestuurskosten en de huishoudelijke kosten van het productschap gefinancierd. 2. De berekening van de heffing vindt plaats op basis van de door de ondernemer aan de Dienst Regelingen van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie verstrekte gegevens of op basis van de conform de Verordening PT Algemene bepalingen 2009 aan het productschap verstrekte gegevens. 3 Grondslag en hoogte Artikel 3 1. De ondernemer die in 2012 de in het tweede lid genoemde groenten en fruit teelt wordt een heffing opgelegd met als grondslag het grondgebruik. 2. Deze heffing is de gemeten maat van de door de ondernemer gebruikte cultuurgrond per productgroep uitgedrukt in de genoemde eenheid vermenigvuldigd met het genoemde tarief in Euro en bedraagt voor: Productgroep BRSnr. Tarief Eenh. Glasgroenten Andijvie 648 0,85 are Aubergines 618 1,49 are Courgette 642 0,85 are Komkommers 605 1,49 are Kropsla (alle sla in kropvorm) 658 0,85 are Paprika - Gele paprika 633 1,49 are Paprika - Groene paprika 632 1,49 are Paprika - Rode paprika 631 1,49 are Paprika - Overige paprika 634 1,49 are Radijs 644 0,85 are Tomaten - Losse tomaten (rond, vlees, tussentype) 608 1,49 are Tomaten - Trostomaten (incl. fijne trostomaten) 604 1,49 are Tomaten - Cherry-tomaten 606 1,49 are Overige groenten (inclusief meloenen) 621 0,85 are Teelt in open grond Aardbeien onder glas 610 0,90 are Aardbeien plastic tunnel 611 0,90 are Aardbeien productie 433 8,36 ha Aardbeien vermeerdering 431 2,39 ha Aardbeien wachtbed 432 1,20 ha Andijvie 434 4,77 ha 8

Asperges 435 4,77 ha Asperges (nog geen prod.) 436 4,77 ha Bloemkool 437 3,00 ha Boerenkool 438 4,77 ha Bospeen 439 1,20 ha Broccoli 440 3,00 ha Chinese kool 441 4,77 ha Erwten groen te oogsten 244 1,20 ha Knolselderij 442 1,20 ha Knolvenkel/venkel 443 4,77 ha Komkommerachtigen (augurk, meloen, pompoen) 444 4,77 ha Courgette 474 4,77 ha Koolraap 445 4,77 ha Koolrabi 446 4,77 ha Kroten 447 1,20 ha Kruiden 496 4,77 ha Overige niet genoemde bladgewassen 485 4,77 ha Overige niet genoemde groenten 486 4,77 ha Paksoi 453 4,77 ha Peulen 454 4,77 ha Prei 455 3,00 ha Pronkbonen 456 1,20 ha Raapstelen 457 4,77 ha Rabarber 458 4,77 ha Radijs 459 4,77 ha Rodekool 460 3,00 ha Savooiekool 461 3,00 ha Schorseneren 462 1,20 ha Selderij, bleek 464 4,77 ha Selderij, groen 463 4,77 ha Sla (IJsbergsla) 451 3,00 ha Sla (Radicchio rosso) 475 4,77 ha Sla (overige sla) 452 3,00 ha Spinazie 465 1,20 ha Spitskool 466 3,00 ha Spruitkool 467 3,00 ha Stamsperziebonen (=stamslabonen) 468 1,20 ha Stoksnijbonen en stokslabonen 469 1,20 ha Suikermais 814 1,20 ha Tuinbonen (groen te oogsten) 854 1,20 ha Waspeen 470 1,20 ha Winterpeen 471 1,20 ha Witlof in bakken 585 0,24 m2 Witlofwortel 472 1,20 ha Wittekool 473 3,00 ha Fruit Fruit onder glas 635 0,40 are Zoete kersen 487 6,24 ha 9

Zure kersen (Best.Verw.Ind.) 498 1,88 ha Zwarte bessen (Best.Verw.Ind.) 499 1,88 ha Appelen in seizoen 490 3,25 ha Appelen vóór seizoen 491 3,25 ha Peren in seizoen 492 5,50 ha Peren vóór seizoen 493 5,50 ha Blauwe bessen 494 13,48 ha Notenbomen (amandelen, hazelnoten en walnoten) 2645 1,88 ha Pruimen 495 6,24 ha Overige pit- en steenvrucht 501 6,24 ha Rode bessen 489 13,48 ha Frambozen 488 13,48 ha Bramen 502 13,48 ha Overig kleinfruit 500 13,48 ha 3. De ondernemer die de in het vierde lid genoemde groenten en fruit teelt is een heffing verschuldigd met als grondslag de omzet. 4. Deze heffing wordt uitgedrukt in een percentage van de omzet behaald in 2012 over zelfgeteeld product en deze bedraagt voor: a. Champignons 0,036%; b. Overige paddenstoelen 0,036%, en c. Uitgangsmateriaal 0,012%. Artikel 4 1. Bij het vaststellen van de in artikel 3, tweede lid genoemde heffing wordt onder cultuurgrond mede verstaan de cultuurgrond die: a. zaai- of pootklaar is gehuurd; b. als overig los land is gehuurd; c. in gebruik is ontvangen, of d. door de ondernemer wordt beteeld voor contractteelt. 2. Bij het vaststellen van de heffing in artikel 3 wordt per productgroep een gedeelte van een hectare of een are afgerond tot een veelvoud van respectievelijk een are en een centiare. Artikel 5 1. De ondernemer die handelt in groenten en fruit is over het kalenderjaar 2012 een heffing verschuldigd met als grondslag de aankoopwaarde handel. 2. In afwijking van het eerste lid is de ondernemer die groenten en fruit, die niet afkomstig zijn uit de Europese Unie, inklaart op eigen naam of aankoopt en laat inklaren, een heffing verschuldigd over de CIF-waarde. 3. De in het eerste en het tweede lid genoemde heffingen bedragen 0,015% van de aankoopwaarde handel respectievelijk de CIF waarde in het kalenderjaar 2012. 4. In afwijking van het eerste en het tweede lid, is de ondernemer die in het kalenderjaar 2012 handelt in uien een heffing verschuldigd met als grondslag het gewicht van de aangekochte uien. 5. De in het vierde lid genoemde heffing bedraagt 1,24 per 100.000 aangekochte netto kilogram uien. 6. Geen heffing wordt opgelegd over aangekochte groenten en fruit die zijn verkocht aan consumenten voor hun persoonlijke behoefte, tenzij de ondernemer dit aan consumenten verkochte product: a. heeft aangekocht, al dan niet via een afzetorganisatie of een bemiddelaar, van de ondernemer die dit product heeft geteeld, of b. uit het buitenland heeft aangekocht. Artikel 6 1. De ondernemer die groenten en fruit verduurzaamt is over het kalenderjaar 2012 een heffing verschuldigd met als grondslag omzet af fabriek. 10

2. Uitgezonderd van de heffing zijn: pindakaas, sauzen, natte en droge soepen, aroma s, limonades, salades, kindervoedsel, kant en klaarmaaltijden en snoeprepen. 3. De in het eerste lid genoemde heffing bedraagt 0,019% van de omzet af fabriek in het kalenderjaar 2012. 4 Oplegging en inning Artikel 7 1. De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats in of na afloop van het betreffende kalenderjaar en geschiedt door toezending of uitreiking aan de ondernemer van een heffingsnota. 2. In afwijking van het eerste lid, kan aan de ondernemer een voorlopige heffing worden opgelegd tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing. Artikel 8 Indien uit de ter beschikking van het productschap gekomen gegevens blijkt dat verstrekte gegevens of een raming als bedoeld in artikel 7, tweede lid, niet in overeenstemming zijn met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd. Artikel 9 1. De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening worden in handen van de secretaris of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap gesteld. 2. Deze gegevens worden uitsluitend gebruikt voor de vervulling van de taak van het productschap. Artikel 10 1. Het bestuur is belast met de uitvoering van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en is bevoegd omtrent de bij of krachtens deze verordening geregelde onderwerpen nadere uitvoeringsvoorschriften te geven. 2. Het bestuur is bevoegd geheel of gedeeltelijk ontheffing te verlenen van het bij of krachtens deze verordening bepaalde. Aan een zodanige ontheffing kan het bestuur voorschriften verbinden. 3. Indien de aan een ontheffing verbonden voorschriften niet, niet tijdig of niet behoorlijk worden nagekomen, kan het bestuur de betreffende ontheffing intrekken. 5 Slotbepalingen Artikel 11 Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2012, treedt zij in werking op de tweede dag na de dagtekening van dat Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt terug tot en met 1 januari 2012. Artikel 12 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT algemene heffing groenten en fruit 2012. Zoetermeer, voorzitter secretaris 11

TOELICHTING Algemeen Vanaf 1 april 2009 wordt door het productschap aan - ondernemers die groenten en fruit telen - ondernemers die handelen in groenten en fruit of die groenten en fruit bewerken - ondernemers die groenten en fruit verduurzamen een algemene heffing opgelegd. Uit de opbrengst van deze algemene heffing worden de bestuurs- en huishoudelijke kosten van het productschap gefinancierd. Nadere motivering van de noodzaak van de verordening Het productschap is als publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie ingesteld voor alle ondernemers in de tuinbouw, waaronder die in de groenten- en fruitsector. Alle ondernemers betalen mee. Zo wordt voorkomen dat er ondernemers zijn die niet meebetalen, maar wel profiteren van de activiteiten die het productschap verricht. De doelstellingen die worden nagestreefd en de te verwachten neveneffecten Ter financiering van de bestuurs- en huishoudelijke kosten van het productschap en de Sectorcommissie groenten en fruit en de Sectorcommissie energie, voor zover het betreft werkzaamheden die liggen op het gebied van de groenten- en fruitsector, wordt deze heffing opgelegd aan: - ondernemers die groenten en fruit telen - ondernemers die handelen in groenten en fruit en ondernemers die groenten en fruit bewerken - ondernemers die groenten en fruit verduurzamen. De afweging ten opzichte van private alternatieven De kerntaken van het productschap en de twee genoemde Sectorcommissies betreffen: - promotionele- en marketingactiviteiten - technisch onderzoek - arbeid - kwaliteit - milieu-aangelegenheden. De opbrengst van de Verordening PT algemene heffing groenten en fruit wordt niet aangewend voor de financiering van projecten op het gebied van de kerntaken. Daarvoor gelden drie bijzondere heffingsverordeningen. De groente- en fruitsector verzoekt de Sectorcommissie groenten en fruit en de Sectorcommissie energie, voor zover het werkzaamheden betreft die liggen op het gebied van de groenten- en fruitsector, om projecten op te starten die zonder publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie niet van de grond komen. Het bestuur van het productschap bepaalt uiteindelijk, op advies van de twee genoemde Sectorcommissies, welke projecten in aanmerking komen voor financiering. Slechts met een publieke heffing zijn de beoogde, door maatschappij en groente- en fruitsector gewenste, doelen bereikbaar. Het optreden van het productschap ondersteunt geen private belangen van de individuele ondernemers. De uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten in beginsel alleen voor rekening van het productschap komen. Ter voorkoming van administratieve lasten wordt gebruik gemaakt van gegevens die ondernemers verstrekken aan het ministerie van EL&I. De financiële gevolgen van de verordening of de structuur van de heffing en de onderbouwing daarvan 1. Ondernemers die groenten en fruit telen 12

a. areaal De heffing vermeld in artikel 3, eerste lid, wordt aan de ondernemers die groenten en fruit telen opgelegd en berekend naar de oppervlakte van de bij de onderneming behorende cultuurgrond die wordt aangewend voor de teelt van producten, genoemd in artikel 3, tweede lid. De ondernemers die groenten en fruit telen, dragen in verhouding tot de grootte van hun onderneming bij in de huishoudelijke en de bestuurlijke kosten van het productschap. Het nemen van de oppervlakte per onderneming als heffingsgrondslag is administratief eenvoudig. Het productschap maakt bovendien gebruik van gegevens die ondernemers die groenten en fruit telen, moeten opgeven in het kader van de Gecombineerde opgave. b. omzet De heffing, genoemd in artikel 3, derde lid, wordt opgelegd over een percentage van de omzet. Deze vorm van heffing geldt voor champignons, overige paddenstoelen en uitgangsmateriaal. 2. Ondernemers die handelen in groenten en fruit of groenten en fruit bewerken a. aankoopwaarde De heffing, genoemd in artikel 5, eerste lid, wordt aan de ondernemers, die handelen in groenten en fruit of groenten en fruit bewerken, opgelegd over een percentage van de aankoopwaarde handel. De aankoopwaarde handel is een goede en controleerbare maatstaf om per ondernemer, die handelt in groenten en fruit of groenten en fruit bewerkt, de bijdrage in de huishoudelijke en de bestuurlijke kosten van het productschap te bepalen. Deze grondslag garandeert een evenredige belasting over de ondernemers die handelen in groenten en fruit of groenten en fruit bewerken. De aankoopwaarde van producten die worden verkocht aan consumenten wordt niet belast. Op deze manier worden detaillisten ontzien. Wanneer de verkoper aan consumenten echter zijn groenten en fruit zelf van telers betrekt of importeert, vervalt deze uitzondering. b. gewicht De heffing, genoemd in artikel 5, vijfde lid, wordt opgelegd over het aantal aangekochte netto kilogrammen uien, en wordt uitgedrukt in euro s per 100.000 kg uien. 3. Ondernemers die groenten en fruit verduurzamen De heffing, genoemd in artikel 6, wordt opgelegd over een percentage van de omzet (af fabriek) van de door de ondernemer omgezette verduurzaamde groenten en fruit. De omzet is een goede en controleerbare maatstaf om per individuele ondernemer, die groenten en fruit verduurzaamt, de bijdrage in de huishoudelijke en de bestuurlijke kosten van het Productschap te bepalen. Deze grondslag garandeert een evenredige belasting over de ondernemers die groenten en fruit verduurzamen. De werking naar alle ondernemers waarvoor het productschap is ingesteld De verordening is van toepassing op alle ondernemers uit de groente- en fruitsector waarvoor het productschap is ingesteld, met uitzondering van de telers van uien. De becijfering van de opbrengst en vindplaats in de begroting Uit de opbrengst van de heffing wordt het productschap gefinancierd. Voor de exacte bedragen per kalenderjaar per bestemming wordt hier verwezen naar de specifieke financieringsfondsen in de begroting van het productschap. Deze begroting is onder andere te vinden op de website van het PT. De totale opbrengst van de financieringsheffing voor 2012 wordt geraamd op 3.012.500. 13

Administratieve lastendruk De heffingsstructuur is zodanig dat zij voor de betrokken ondernemers een beperkte lastendruk met zich brengt. Voor het opleggen van de heffingen aan de ondernemers die groenten en fruit telen, wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de registraties van Dienst Regelingen van het Ministerie van EL&I. De betrokken ondernemers verstrekken hun gegevens op het door Dienst Regelingen verstrekte formulier en dienen dit vervolgens in bij Dienst Regelingen, die deze gegevens doorgeeft aan het productschap. De administratieve lasten in het kader van de artikelen 5 en 6 zijn gering en bestaan voornamelijk uit het door de ondernemer, die handelt in groenten en fruit of groenten en fruit be- of verwerkt, éénmaal per jaar invullen van een aangifteformulier. Door toenemende automatisering wordt de lastendruk minder en door de ondernemers als acceptabel aanvaard. Voor alle genoemde heffingen heeft het PT vanaf 2011 het beleid dat het in de groenteen fruitsector geen nota s oplegt lager dan 75,-. Het PT wil hiermee bewerkstelligen dat opgelegde heffing in verhouding staat tot bedrijfsactiviteiten en de administratieve lasten voor de ondernemer en het PT. Publicatie Het concept van de verordening is gepubliceerd in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. Een inwerkingtredingsbepaling met terugwerkende kracht is opgenomen, zodat in het geval van publicatie na 1 januari 2012 de verordening het gehele jaar van kracht is. Het gaat niet om een nieuwe heffing, evenmin wordt een nieuwe categorie heffingplichtigen in de heffing betrokken. Zoetermeer, voorzitter secretaris Ontwerp- Verordening PT bijzondere heffing handel groenten en fruit 2012 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van., houdende de vaststelling van een bijzondere heffing handel groenten en fruit 2012 (Verordening PT bijzondere heffing handel groenten en fruit 2012) HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie, en gelet op de artikelen 13 en 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; gehoord de Sectorcommissie voor groenten en fruit, d.d. 2011; BESLUIT: 1 Begripsbepalingen Artikel 1 Deze verordening verstaat onder: productschap : Productschap Tuinbouw; bestuur : bestuur van het productschap; voorzitter : voorzitter van het productschap; secretaris : secretaris van het productschap; aankoopwaarde handel : bedrag van de door de handelaar aangekochte groenten en fruit; 14

afzetorganisatie/ bemiddelaar : natuurlijke of rechtspersoon die, voor zover niet voor eigen rekening en risico, in opdracht van of ten behoeve van telers de door hen geteelde groenten en fruit verkoopt; bewerken : handelingen waardoor van groenten en fruit gebruiksklare artikelen worden gemaakt, zoals schonen, schillen, schrappen, snijden, mengen, wassen en centrifugeren; derde land : een land dat geen lid is van de Europese Unie; groenten en fruit : producten als bedoeld in artikel 3, vierde lid, onder a en b, van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; handelen : aankopen van vers of bewerkt fruit (met uitzondering van slaggrondnoten en kopra) en groenten (met uitzondering van zaden van groenten) en het verkopen daarvan; noten : amandelen, cashewnoten, hazelnoten, paranoten, pecannoten, pistachenoten en walnoten in welke vorm dan ook, gepeld, ongepeld, gedroogd, geblancheerd, gebrand, ongebrand, gezouten, gemengd, gebroken, geschaafd of verduurzaamd; ondernemer : natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarin de handel wordt uitgeoefend in verse of bewerkte groenten en fruit; uien : alle soorten uien met uitzondering van zilveruien, deze laatste behoren tot de groenten. 2 Heffingsplicht Artikel 2 1. De ondernemer die een onderneming drijft, met als activiteit het verhandelen of bewerken van groenten en fruit, is over het kalenderjaar 2012 een heffing verschuldigd aan het productschap. Uit de opbrengst van deze heffing worden projecten ten behoeve van de handel in groenten en fruit gefinancierd. 2. De berekening van de heffing vindt plaats op basis van de door de ondernemer aan het productschap ingevolge de bij of krachtens de Verordening PT Algemene bepalingen 2009, verstrekte gegevens. 3 Grondslag en hoogte Artikel 3 1. De ondernemer die handelt in groenten en fruit is over het kalenderjaar 2012 een heffing verschuldigd met als grondslag de aankoopwaarde handel in 2012. 2. Geen heffing wordt opgelegd over aankopen uit andere EU landen. 3. Geen heffing wordt opgelegd over aangekochte groenten en fruit die zijn verkocht aan consumenten voor hun persoonlijke behoefte, tenzij de ondernemer dit aan consumenten verkochte product: a. heeft aangekocht van telers, al dan niet via een afzetorganisatie of een bemiddelaar, of b. uit derde landen heeft aangekocht of heeft ingeklaard. 4. In afwijking van het eerste lid is de ondernemer die groenten en fruit, die niet afkomstig zijn uit de Europese Unie, inklaart op eigen naam, of aankoopt en laat inklaren, een heffing verschuldigd over de CIF-waarde van dit product. 5. Geen heffing is verschuldigd over aangekochte of ingeklaarde noten. 6. De heffingen genoemd in het eerste lid en in het vierde lid worden uitgedrukt in een percentage van de aankoopwaarde respectievelijk de CIF-waarde en bedragen 0,035%. 7. In afwijking van het eerste lid en het vierde lid, is de ondernemer die handelt in uien een heffing verschuldigd met als grondslag het aantal aangekochte netto kilogrammen uien. 8. De heffing bedraagt 14,56 per 100.000 kilogrammen aangekochte uien. 15

4 Oplegging en inning Artikel 4 1. De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats na afloop van het betreffende kalenderjaar en geschiedt door toezending of uitreiking aan de ondernemer van een heffingsnota. 2. In afwijking van het eerste lid, kan aan de ondernemer een voorlopige heffing worden opgelegd tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing. Artikel 5 Indien uit ter beschikking van het productschap gekomen gegevens blijkt dat verstrekte gegevens of een raming als bedoeld in artikel 4, tweede lid, niet in overeenstemming zijn met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd. Artikel 6 1. De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening worden in handen van de secretaris of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap gesteld. 2. Deze gegevens worden uitsluitend gebruikt voor de vervulling van de taak van het productschap. Artikel 7 1. Het bestuur is belast met de uitvoering van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en is bevoegd omtrent de bij of krachtens deze verordening geregelde onderwerpen nadere uitvoeringsvoorschriften te geven. 2. Het bestuur is bevoegd geheel of gedeeltelijk ontheffing te verlenen van het bij of krachtens deze verordening bepaalde. Aan een zodanige ontheffing kan het bestuur voorschriften verbinden. 3. Indien de aan een ontheffing verbonden voorschriften niet, niet tijdig of niet behoorlijk worden nagekomen, kan het bestuur de betreffende ontheffing intrekken. 5 Slotbepalingen Artikel 8 Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2012. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2012, treedt zij in werking op de tweede dag na de dagtekening van dat Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt zij terug tot en met 1 januari 2012. Artikel 9 Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening PT bijzondere heffing handel groenten en fruit 2012. Zoetermeer, voorzitter secretaris TOELICHTING Algemeen Vanaf 1 april 2009 wordt door het productschap aan - ondernemers die groenten en fruit telen - ondernemers die handelen in groenten en fruit of die groenten en fruit bewerken - ondernemers die groenten en fruit verduurzamen een bijzondere heffing opgelegd. 16

Uit de opbrengst van de bijzondere heffing die aan ondernemers, die handelen in groenten en fruit of die groenten en fruit bewerken, wordt opgelegd, worden projecten ten behoeve van de handel in groenten en fruit gefinancierd. Nadere motivering van de noodzaak van de verordening Het productschap is als publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie ingesteld voor alle ondernemers in de tuinbouw, waaronder de ondernemers die handelen in groenten en fruit. Alle ondernemers betalen mee. Zo wordt voorkomen dat er ondernemers zijn die niet meebetalen, maar wel zouden profiteren van de activiteiten die het productschap verricht. De doelstellingen die worden nagestreefd en de te verwachten neveneffecten Doelstelling van de heffing is het verhogen van het financiële rendement van de productie en afzet van tuinbouwgewassen en -producten. Het gaat hierbij met name om financiering van projecten die liggen op het terrein van - promotionele- en marketingactiviteiten - technisch onderzoek - arbeid - kwaliteit - milieuaangelegenheden. Het productschap vervult ten opzichte van organisaties van ondernemers en werknemers een complementaire rol en ontplooit alleen activiteiten op sectorniveau waar deze organisaties op eigen kracht niet of onvoldoende toe in staat zijn. Voornoemde taken geschieden in een publiekrechtelijk kader, aangezien de daaruit voortvloeiende maatregelen alleen geëffectueerd kunnen worden indien iedere ondernemer in de sector hieraan is gehouden en deze maatregelen zo nodig sectorbreed kunnen worden gehandhaafd. De groep ondernemers die groenten en fruit teelt bestaat uit veel kleine en middelgrote ondernemers. Vooral kleinere ondernemers zullen niet in staat zijn om zelfstandig bovengenoemde activiteiten uit te (laten) voeren. De in het kader van onderhavige verordening op te leggen heffingen worden aangewend voor de financiering van projecten op het gebied van promotionele en marketingactiviteiten, technisch onderzoek, arbeid, kwaliteit en milieuaangelegenheden. Het gaat hierbij met name om het middels promotionele- en marketingactiviteiten vergroten van het financiële rendement op de productie en de afzet van tuinbouwgewassen en -producten, het verbeteren van de teeltmethoden en van de kwaliteit van de producten. Tevens wordt een vergroting van de duurzaamheid beoogd door de input van mineralen en chemische middelen te verlagen. De omgeving (milieu en natuur) wordt hierdoor minder belast. Ook de ontwikkeling van betere rassen wordt gestimuleerd. Een deel van de heffingsopbrengst wordt besteed aan kennisoverdracht teneinde onderzoeksresultaten in de praktijk te (laten) brengen. De nadere motivering van de noodzaak van publieke regelgeving i.c. de verordening Het productschap is als publiekrechtelijke organisatie ingesteld voor alle ondernemers in de tuinbouw. Alle ondernemers betalen mee. Zo wordt voorkomen dat er ondernemers zijn die profiteren van activiteiten, maar niet meebetalen. De afweging ten opzichte van private alternatieven Gezien het collectieve belang voor de gehele sector, waarbij het voor de individuele ondernemer die groenten en fruit teelt niet mogelijk is de vermelde onderwerpen zelf aan te pakken, is gekozen voor een collectieve publieke aanpak. Zodoende kan onderzoek op elkaar worden afgestemd, is meer geld voor meerjarige projecten beschikbaar en worden volwaardige publicaties aan de sector beschikbaar gesteld. Dit heffingensysteem maakt dat het productschap zich onderscheidt van een privaatrechtelijke organisatie. Deze laatste treedt alleen op voor haar leden en 17

vertegenwoordigt niet het algemeen belang. Het optreden van het productschap beïnvloedt de ontwikkeling van private belangen niet op negatieve wijze. Evenmin ondersteunt het optreden van het productschap private belangen van individuele ondernemers. De uitvoerings- en handhavingsaspecten van de verordening Het gaat hier om een heffingsverordening waarbij uitvoerings- en handhavingsaspecten geheel voor rekening van het productschap komen. Er wordt geen last gelegd op andere overheden. De financiële gevolgen van de verordening/de structuur van de heffing en onderbouwing daarvan De heffing wordt opgelegd naar de grondslag aankoopwaarde handel. Hiermee wordt bereikt dat alle ondernemers die handelen in groenten en fruit naar ondernemingsgrootte uitgedrukt in de aankoopwaarde handel bijdragen in de kosten van de projecten. Voor verhandelde geïmporteerde producten wordt de CIF-waarde als heffinggrondslag gebruikt. Deze verordening, die betrekking heeft op de bijzondere heffing, is niet van toepassing op ondernemingen waarin de handel in noten wordt uitgeoefend. Ondernemers die een dergelijke onderneming drijven betalen wel de algemene heffing groenten en fruit. De aankoopwaarde van producten die worden verkocht aan consumenten wordt niet belast. Op deze manier worden detaillisten ontzien. Wanneer de verkoper aan consumenten echter zijn groenten en fruit zelf van telers betrekt of importeert, vervalt deze uitzondering. Om ervoor te zorgen dat opgelegde heffing in verhouding staat tot bedrijfsactiviteiten en de administratieve lasten voor de ondernemer en het PT, heeft het PT vanaf 2011 als beleid dat het in de groente- en fruit sector geen nota s oplegt lager dan 75,-. De werking naar alle ondernemers waarvoor het productschap is ingesteld De verordening is van toepassing op alle ondernemers die handelen in groenten en fruit. De resultaten van onderzoek en voorlichting zijn voor alle ondernemers in de sector beschikbaar. De becijfering van de opbrengst en vindplaats in de begroting Voor de exacte bedragen per kalenderjaar per bestemming wordt hier verwezen naar de specifieke financieringsfondsen groenten en fruit in de begroting van het productschap. Deze begroting is onder andere te vinden op de website van het PT. De totale opbrengst van de bijzondere heffing op de handel in groenten en fruit wordt voor 2012 geraamd op 2.258.500,-. Omdat deze heffing over de aankoopwaarde van groenten en fruit door ondernemingen eerst na afloop van het kalenderjaar wordt opgelegd, is de opbrengst van deze heffing opgenomen in de begroting van het jaar volgend op het jaar waarover geheven wordt. Het algemeen belang van de activiteit Zonder deze regeling zou er niet op deze schaal voorlichting, promotie en onderzoek plaatsvinden. De resultaten van het onderzoek bevorderen de kwaliteit en leveren een vermindering van de belasting van het milieu op. Dit is dienstig aan de belangen van de consument en van het milieu. Het sectoraal belang van de activiteit Zonder deze heffing zou de sector sociaaleconomisch minder gestructureerd zijn en komt een aantal gewenste projecten niet van de grond. Omdat de individuele ondernemers die groenten en fruit telen, niet ieder voor zich bovenstaande onderwerpen kunnen aanpakken, is op verzoek van de brancheorganisaties gekozen voor een collectieve aanpak. Bijzonderheden rond de steunmelding/notificatie De Europese Commissie heeft bij besluit haar goedkeuring verleend aan onderhavige heffing en de daarmee gefinancierde steunmaatregelen. 18

Administratieve lastendruk De heffingsstructuur is zodanig dat zij voor de ondernemers nauwelijks lastendruk met zich brengt en bestaat hoofdzakelijk uit een één maal per jaar in te vullen aangifteformulier. Publicatie Het concept van de verordening is gepubliceerd in het Mededelingenblad Bedrijfsorganisatie. Een inwerkingtredingsbepaling met terugwerkende kracht is opgenomen, zodat in het geval van publicatie na 1 januari 2012 de verordening het gehele jaar van kracht is. Het gaat niet om een nieuwe heffing, evenmin wordt een nieuwe categorie heffingplichtigen in de heffing betrokken. Zoetermeer, voorzitter secretaris Ontwerp- Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit 2012 Besluit van het bestuur van het Productschap Tuinbouw van., houdende de vaststelling van een bijzondere heffing teelt groenten en fruit 2012 (Verordening PT bijzondere heffing teelt groenten en fruit 2012) HET BESTUUR VAN HET PRODUCTSCHAP TUINBOUW, gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie; gelet op de artikelen 13 en 14 van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; gehoord de Sectorcommissie voor groenten en fruit, d.d. 2011; BESLUIT: 1 Begripsbepalingen Artikel 1 1. Deze verordening verstaat onder: productschap : Productschap Tuinbouw; bestuur : bestuur van het productschap; voorzitter : voorzitter van het productschap; secretaris : secretaris van het productschap; braakland : de gronden die in enig oogstjaar tot en met april van het daarop volgend oogstjaar niet worden beteeld; contractteelt : de teelt van gewassen en producten ingevolge een overeenkomst waarbij het teeltrisico ligt bij de teler; cultuurgrond : beteelde grond, braakland, grond die gemoeid is met het gebruik van een groeimedium met behulp waarvan de in artikel 3 genoemde groenten en fruit kunnen worden geteeld, of de ten tijde van het tijdvak als genoemd in de Regeling Landbouwtelling nog niet beteelde grond waarbij een teelt voor eind augustus wordt ingezet; gemeten maat : de oppervlakte van cultuurgrond, inclusief paden en voren die voor de teelt noodzakelijk zijn; groenten en fruit : Producten als bedoeld in artikel 3, lid 4, onderdeel a en b van het Instellingsbesluit Productschap Tuinbouw; ondernemer : de afzonderlijke natuurlijke- of rechtspersoon die een onderneming drijft waarin de teelt van groenten en fruit wordt uitgeoefend; omzet : bruto omzet per kalenderjaar; telen : het telen van groenten en fruit, uitgangsmateriaal daaronder begrepen; 19

uitgangsmateriaal: opkweekmateriaal voor groentenplanten zowel onder glas als in open grond, alsmede groentezaden m.u.v. aardbeiplanten; 2 Heffingsplicht Artikel 2 1. De ondernemer die een onderneming drijft waarin groenten en fruit worden geteeld, is verplicht aan het productschap een heffing te betalen over het kalenderjaar 2012. Uit de opbrengst van deze heffing worden activiteiten ten behoeve van de teelt van groenten en fruit gefinancierd. 2. De berekening van de heffing vindt plaats op basis van de door de ondernemer aan Dienst Regelingen van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie verstrekte gegevens, of op basis van de bij of krachtens de Verordening PT algemene bepalingen 2009 aan het productschap verstrekte gegevens. 3 Grondslag en hoogte Artikel 3 1. De heffing die is verschuldigd wordt opgelegd naar de grondslag grondgebruik. 2. Deze heffing is de gemeten maat van de door de ondernemer gebruikte cultuurgrond per productgroep uitgedrukt in de genoemde eenheid vermenigvuldigd met het genoemde tarief in Euro en bedraagt voor: Productgroep BRSnr. Tarief Eenh. Glasgroenten Andijvie 648 6,28 are Aubergines 618 19,26 are Courgette 642 6,28 are Komkommers 605 11,26 are Paprika - Gele paprika 633 11,26 are Paprika - Groene paprika 632 11,26 are Paprika - Rode paprika 631 11,26 are Paprika - Overige paprika 634 11,26 are Kropsla (alle sla in kropvorm) 658 6,28 are Radijs 644 6,28 are Tomaten - Losse tomaten (rond, vlees, tussentype) 608 11,26 are Tomaten - Trostomaten (incl. fijne trostomaten) 604 11,26 are Tomaten - Cherry-tomaten 606 11,26 are Overige groenten (inclusief meloenen) 621 6,28 are Teelt in open grond Aardbeien onder glas 610 7,93 are Aardbeien plastic tunnel 611 7,93 are Aardbeien productie 433 85,99 ha Aardbeien vermeerdering 431 47,61 ha Aardbeien wachtbed 432 23,80 ha Andijvie 434 62,68 ha Asperges 435 67,34 ha Asperges (nog geen prod.) 436 67,34 ha Bloemkool 437 21,78 ha Boerenkool 438 34,33 ha Bospeen 439 14,01 ha Broccoli 440 18,42 ha Chinese kool 441 62,68 ha Erwten (groen te oogsten) 244 11,95 ha Knolselderij 442 11,95 ha 20

Knolvenkel/venkel 443 62,68 ha Komkommerachtigen (augurk, meloen, pompoen) 444 34,33 ha Komkommerachtigen (courgette) 474 62,68 ha Koolraap 445 34,33 ha Koolrabi 446 34,33 ha Kroten 447 11,95 ha Kruiden (blad-, zaad- en wortelkruiden) 496 34,33 ha Paksoi 453 34,33 ha Peulen 454 34,33 ha Prei 455 41,19 ha Pronkbonen 456 11,95 ha Raapstelen 457 34,33 ha Rabarber 458 62,68 ha Radijs 459 34,33 ha Rodekool 460 30,94 ha Savooiekool 461 30,94 ha Schorseneren 462 11,95 ha Selderij, bleek 464 62,68 ha Selderij, groen 463 34,33 ha Sla (IJsbergsla) 451 35,63 ha Sla (kropsla en overige sla) 452 35,63 ha Sla (radicchio rosso) 475 62,68 ha Spinazie 465 11,95 ha Spitskool 466 30,94 ha Spruitkool 467 35,63 ha Stamsperziebonen (=stamslabonen) 468 11,95 ha Stoksnijbonen en stokslabonen 469 11,95 ha Suikermaïs 814 22,97 ha Tuinbonen (groen te oogsten) 854 11,95 ha Waspeen 470 14,01 ha Winterpeen 471 14,01 ha Witlof in bakken 585 1,00 m² Witlofwortel 472 19,37 ha Wittekool 473 30,94 ha Overige niet genoemde bladgewassen 485 34,33 ha Overige niet genoemde groenten 486 34,33 ha Fruit Notenbomen (amandelen, hazel- en walnoten) 2645 37,16 ha Appelen in seizoen 490 71,00 ha Appelen vóór seizoen 491 71,00 ha Blauwe bessen 494 154,54 ha Bramen 502 313,48 ha Frambozen 488 313,48 ha Fruit onder glas 635 7,66 are Peren in seizoen 492 106,01 ha Peren vóór seizoen 493 106,01 ha Pruimen 495 166,37 ha Rode bessen 489 313,48 ha 21

Zure kersen (Best.Verw.Ind.) 498 37,16 ha Zoete kersen 487 166,37 ha Zwarte bessen (Best.Verw.Ind.) 499 37,16 ha Overig kleinfruit 500 313,48 ha Overige pit- en steenvrucht 501 166,37 ha Champignons Oppervlakte met de hand geoogst 702 0,93 m² Oppervlakte machinaal geoogst 703 0,93 m² 3. Aan de ondernemer die uitgangsmateriaal teelt wordt een heffing opgelegd uitgedrukt in een percentage van de omzet. De heffing bedraagt 0,068% van de omzet in 2012 van het geteelde uitgangsmateriaal. Artikel 4 1. Bij de vaststelling van de in artikel 3, tweede lid, genoemde heffing wordt onder cultuurgrond mede verstaan de cultuurgrond die: a. zaai- of pootklaar is gehuurd; b. als overig los land is gehuurd; c. in gebruik is ontvangen, of d. door de ondernemer wordt beteeld voor contractteelt. 2. Bij het vaststellen van de heffing per productgroep wordt een gedeelte van een hectare of een are afgerond tot een veelvoud van respectievelijk een are en een centiare. 4 Oplegging en inning Artikel 5 1. De oplegging van de krachtens deze verordening verschuldigde heffing vindt plaats in of na afloop van het betreffende kalenderjaar en geschiedt door toezending of uitreiking aan de ondernemer van een heffingsnota. 2. In afwijking van het eerste lid, kan aan de ondernemer een voorlopige heffing worden opgelegd tot het bedrag waarop de heffing vermoedelijk zal worden vastgesteld. De voorlopige heffing wordt verrekend met de krachtens deze verordening verschuldigde heffing. Artikel 6 Indien uit ter beschikking van het productschap gekomen gegevens blijkt dat verstrekte gegevens of een raming als bedoeld in artikel 5, tweede lid, niet in overeenstemming zijn met de werkelijkheid, kan een opgelegde heffing aan de hand van deze gegevens worden herzien en opnieuw worden opgelegd. Artikel 7 1. De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening worden in handen van de secretaris of door deze aan te wijzen personen van het secretariaat van het productschap gesteld. 2. Deze gegevens worden uitsluitend gebruikt voor de vervulling van de taak van het productschap. Artikel 8 1. Het bestuur is belast met de uitvoering van het bij of krachtens deze verordening bepaalde en is bevoegd omtrent de bij of krachtens deze verordening geregelde onderwerpen nadere uitvoeringsvoorschriften te geven. 2. Het bestuur is bevoegd geheel of gedeeltelijk ontheffing te verlenen van het bij of krachtens deze verordening bepaalde. Aan een zodanige ontheffing kan het bestuur voorschriften verbinden. 3. Indien de aan een ontheffing verbonden voorschriften niet, niet tijdig of niet behoorlijk worden nagekomen, kan het bestuur de betreffende ontheffing intrekken. 22