Beoordeling. h2>klacht



Vergelijkbare documenten
Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) in strijd met:

hem niet heeft gehoord, ondanks zijn uitdrukkelijke verzoek daartoe;

Rapport. Datum: 22 mei 2003 Rapportnummer: 2003/144

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 23 mei 2007 Rapportnummer: 2007/099

Rapport. Datum: 28 juni 2007 Rapportnummer: 2007/136

Rapport. Datum: 8 april 2005 Rapportnummer: 2005/110

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/332

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 29 november 2007 Rapportnummer: 2007/279

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Rapport over een klacht over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) te Amsterdam. Datum: 24 oktober 2012

Rapport. Datum: 6 november 2007 Rapportnummer: 2007/240

Rapport. Datum: 21 december 2006 Rapportnummer: 2006/384

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/087

Verzoeker klaagt er over dat de Kamer van Koophandel Noord-Nederland (hierna KvK):

Rapport. Datum: 1 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/298

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/303

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Rapport. Datum: 8 mei 2002 Rapportnummer: 2002/142

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld.

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen uit Utrecht. Datum: 22 november Rapportnummer: 2011/346

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Holland-Midden. Datum: 08 maart Rapportnummer: 2011/080

Rapport. Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/049

Verzoekster klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV):

de eigen bijdrage 2006 alsmede de naheffing over 2006 onvoldoende duidelijk

Beoordeling. I Bevindingen. h2>klacht

Rapport. Datum: 5 april 2006 Rapportnummer: 2006/128

Rapport. Datum: 30 juni 2003 Rapportnummer: 2003/199

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 8 mei 2007 Rapportnummer: 2007/087

Rapport. Datum: 28 september 2007 Rapportnummer: 2007/205

Rapport. Datum: 21 augustus 2006 Rapportnummer: 2006/291

Rapport. Rapport over een klacht over de Kamer van Koophandel Midden-Nederland uit Utrecht. Datum: 11 oktober Rapportnummer: 2011/298

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 3 december 2010 Rapportnummer: 2010/344

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Huurcommissie te Den Haag. Datum: 5 januari Rapportnummer: 2012/001

Rapport. Datum: 31 augustus 2005 Rapportnummer: 2005/255

Rapport. Rapport over een klacht over het College bescherming persoonsgegevens. Datum: 29 december Rapportnummer: 2011/368

Rapport. Datum: 15 april 2005 Rapportnummer: 2005/121

Rapport. Datum: 1 september 2003 Rapportnummer: 2003/290

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Belastingdienst/BelastingTelefoon te Groningen. Datum: 13 december Rapportnummer: 2011/360

Rapport. Datum: 23 oktober 2001 Rapportnummer: 2001/332

3. De RDW antwoordde verzoekers moeder bij brief van 16 maart 2009 onder meer:

Rapport. Datum: 27 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/181

Rapport. Rapport over een klacht over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Utrecht. Datum: 7 maart Rapportnummer: 2012/035

Rapport. Datum: 8 juni 2006 Rapportnummer: 2006/197

Rapport. Datum: 27 september 2006 Rapportnummer: 2006/334

Rapport. Datum: 19 februari 2001 Rapportnummer: 2001/048

Rapport. Datum: 14 januari 2011 Rapportnummer: 2011/013

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het Centraal Administratie Kantoor uit Den Haag. Datum: 04 augustus Rapportnummer: 2011/229

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Centrale Administratie te Apeldoorn. Datum: 28 december Rapportnummer: 2011/366

Rapport. Datum: 25 januari 2007 Rapportnummer: 2007/012

Samenvatting 1 Klacht 2 Beoordeling 2 Conclusie 4 Aanbeveling 5 Onderzoek 5 Bevindingen 5

Rapport. Datum: 7 augustus 2003 Rapportnummer: 2003/253

Rapport. Datum: 15 september 2005 Rapportnummer: 2005/266

Rapport. Datum: 19 oktober 2007 Rapportnummer: 2007/229

Rapport. Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/047

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Randmeren uit Zwolle. Datum: 11 april Rapportnummer: 2011/105

Rapport. Rapport over een klacht betreffende het Ministerie van Defensie uit Den Haag. Datum: 20 november Rapportnummer: 2011/341

Naar aanleiding van de beslissing van de gemeente van 16 maart 2007 wendde verzoekster zich opnieuw tot de Nationale ombudsman.

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 3 mei 2007 Rapportnummer: 2007/084

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 4 maart 2004 Rapportnummer: 2004/073

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 26 april 2007 Rapportnummer: 2007/077

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 24 februari 2005 Rapportnummer: 2005/053

Rapport. Datum: 15 november 2007 Rapportnummer: 2007/259

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 10 december 2007 Rapportnummer: 2007/301

Tevens klaagt verzoekster erover dat zij op haar diverse brieven aan de Belastingdienst geen antwoord heeft gekregen.

Beoordeling. h2>klacht

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 11 april 2000 Rapportnummer: 2000/148

Rapport. Rapport over een klacht over UWV te Nijmegen. Datum: 28 augustus Rapportnummer: 2013/108

5. Verzoeker kon zich niet vinden in de reactie van W. en wendde zich bij brief van 26 januari 2009 tot de Nationale ombudsman.

Rapport. Datum: 30 september 2005 Rapportnummer: 2005/302

Rapport. Datum: 27 december 2005 Rapportnummer: 2005/402

Rapport. Datum: 11 juli 2003 Rapportnummer: 2003/218

Rapport. Datum: 8 augustus 2003 Rapportnummer: 2003/261

Rapport. Datum: 23 november 2007 Rapportnummer: 2007/271

Rapport. Datum: 28 juli 2000 Rapportnummer: 2000/257

Rapport. Datum: 9 februari 2007 Rapportnummer: 2007/027

Rapport. Datum: 19 maart 1998 Rapportnummer: 1998/070

Rapport. Datum: 26 juli 2005 Rapportnummer: 2005/220

Rapport. Datum: 20 december 2002 Rapportnummer: 2002/388

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie-eenheid Den Haag. Datum: 2 maart 2015 Rapportnummer: 2015/047

Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie van de CVOM stelselmatig niet op zijn correspondentie reageert.

Beoordeling. h2>klacht

Rapport. Datum: 22 januari 2002 Rapportnummer: 2002/005

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Rapport. Datum: 22 augustus 2007 Rapportnummer: 2007/173

Met deze klacht beoogt verzoekster ertoe bij te dragen dat een andere ouder en kind niet hetzelfde overkomt als haar en haar dochter.

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen te Utrecht. Datum: 6 mei Rapportnummer: 2013/047

2. Verzoeker diende bij SenterNovem een subsidieaanvraag in voor de productie van energie door middel van fotovoltaïsche zonnepanelen.

RAPPORT 2006/263, NATIONALE OMBUDSMAN, 4 AUGUSTUS 2006

Rapport. Rapport over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen uit Amsterdam. Datum: 2 november Rapportnummer: 2011/328

Transcriptie:

Rapport

2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat de klachtafhandelingsbrieven van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) niet overeenkomstig het gestelde in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) namens de Raad van Bestuur van het UWV worden ondertekend. Beoordeling Algemeen I. Bevindingen 1. In juli 2009 heeft verzoeker bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) een klacht ingediend over het verstrekken van persoonsgegevens aan derden. Zijn klacht werd door een medewerker van het Klachtenbureau UWV bij brief van 30 juli 2009 beantwoord. Die brief had de volgende ondertekening: "Met vriendelijke groet, Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (naam; N.o.) Manager klachtenbureau UWV" 2. In zijn brief aan de Nationale ombudsman wees verzoeker erop dat de klachtbehandeling bij het UWV niet in orde is. Artikel 9:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) (zie Achtergrond) schrijft namelijk voor dat klachten bij een bestuursorgaan kunnen worden ingediend. Verder staat er in artikel 9:12, eerste lid dat het bestuursorgaan zijn bevindingen en conclusies op de klacht geeft. Verzoeker schreef dat het bestuursorgaan in het geval van het UWV - naar hij aannam - de Raad van Bestuur is. Aangezien hij niet beschikte over een klachtafhandelingsbrief die door of namens de Raad van Bestuur was ondertekend, vreesde hij dat de Nationale ombudsman zijn klacht niet in behandeling zou nemen. Om die reden verzocht hij de ombudsman bij het UWV te bewerkstelligen dat hij een correct ondertekende brief zou ontvangen. 3. Bij wijze van interventie werd het UWV om een toelichting gevraagd over de wijze van ondertekening van de brieven van het Klachtenbureau UWV. In een eerste reactie liet het UWV weten dat er wat betreft de ondertekening twee typen brieven zijn te onderscheiden die elk een eigen ondertekenprotocol hebben: " Brieven met besluit

3 Brieven waarin we een besluit opnemen in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (AWB). Dat zijn beslissingen over iemands rechten en/of plichten. Deze beslissingen komen in alle brievenboeken voor. Juridische brieven waarin een rechtshandeling wordt verricht (bijvoorbeeld contracten) of een juridisch standpunt wordt bepaald (bijvoorbeeld in gedingstukken). Dit soort brieven ondertekenen we zo: Hoogachtend, Namens de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen <handtekening, 4 witregels> <Persoonsnaam> <Functienaam> (met hoofdletter) <eventueel de afdelingsnaam> Ook voor UWV WERKbedrijf wordt bovenstaande ondertekening gebruikt. Bijvoorbeeld bij een besluit voor een ontslagvergunning of een tewerkstellingsvergunning. Overige brieven Overige brieven krijgen deze ondertekening: Met vriendelijke groet, Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen <handtekening, 4 witregels> <Persoonsnaam> <Functienaam> (met hoofdletter) <eventueel de afdelingsnaam> De medewerker ondertekent zelf de brief. Is dit niet mogelijk dan ondertekent een leidinggevende. Het is dus niet nodig dat alle brieven ondertekend worden door afdelingshoofden."

4 De brieven van het Klachtenbureau UWV krijgen de ondertekening van de 'Overige brieven', waarbij het UWV erop wees dat de Raad van Bestuur voor het behandelen van de klachten over het UWV het Klachtenbureau UWV heeft ingesteld. 4. Aan het UWV werd gevraagd of de ondertekening door het Klachtenbureau UWV wel in overeenstemming was met de artikelen 10:1, 10:10, 10:11 en 10:12 Awb (zie Achtergrond). In reactie hierop liet het UWV op 13 januari 2010 weten dat het heeft besloten de klachtafhandelingsbrieven voortaan op dezelfde wijze te ondertekenen als de besluiten, dus 'Namens de Raad van Bestuur van het UWV'. De nieuwe werkwijze wordt voor het einde van het eerste kwartaal van 2010 binnen het UWV doorgevoerd. II. Beoordeling 5. Verzoeker klaagt over de wijze van ondertekening van de klachtafhandelingsbrieven van het UWV. Anders dan bij beschikkingen werden deze brieven niet namens de Raad van Bestuur van het UWV ondertekend. Verzoeker wees er terecht op dat er in titel 9:1 Awb wordt gesproken over het indienen van klachten bij een bestuursorgaan en dat dat bestuursorgaan zijn bevindingen en conclusies meedeelt. Het bestuursorgaan is in het geval van het UWV de Raad van Bestuur van het UWV. Dit betekent dat de Raad van Bestuur verantwoordelijk is voor de klachtbehandeling. Het vereiste van administratieve nauwkeurigheid houdt in dat overheidsinstanties secuur werken. Doordat het UWV de brieven waarin de klachten worden beantwoord niet namens de Raad van Bestuur ondertekent, handelt het in strijd met het vereiste van administratieve nauwkeurigheid. De onderzochte gedraging is niet behoorlijk. Conclusie De klacht over de onderzochte gedraging van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Amsterdam, is gegrond wegens schending van het vereiste van administratieve nauwkeurigheid. met instemming De Nationale ombudsman heeft er met instemming van kennisgenomen dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen heeft aangekondigd dat alle klachtafhandelingsbrieven voor het einde van het eerste kwartaal van 2010 worden ondertekend met: 'Namens de Raad van Bestuur van het UWV'. Onderzoek

5 Op 4 september 2009 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer N. te Schiedam, met een klacht over een gedraging van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Amsterdam. Naar deze gedraging, die wordt aangemerkt als een gedraging van Raad van Bestuur van het UWV, werd een onderzoek ingesteld. In het kader van het onderzoek werd Raad van Bestuur van het UWV verzocht op de klacht te reageren en een afschrift toe te sturen van de stukken die op de klacht betrekking hebben. Het resultaat van het onderzoek werd als verslag van bevindingen gestuurd aan betrokkenen. Verzoeker deelde mee zich met de inhoud van het verslag te kunnen verenigen. Zijn overige opmerkingen leidden niet tot aanpassing van het verslag. Het UWV gaf binnen de gestelde termijn geen reactie. Informatieoverzicht De bevindingen van het onderzoek zijn gebaseerd op de volgende informatie: Klachtafhandelingsbrief van 30 juli 2009 Verzoekschrift aan de Nationale ombudsman van 3 september 2009 Telefoonnotitie van 11 september 2009 (gesprek met medewerker van het Klachtenbureau UWV) E-mail van het UWV van 11 september 2009 met informatie over het beleid inzake ondertekening van brieven en besluiten E-mail van het UWV van 20 oktober 2009 (nadere reactie) E-mail aan het UWV van 16 november 2009 (nadere vraagstelling) E-mail van het UWV van 13 januari 2010 Bevindingen Zie onder Beoordeling. Achtergrond

6 Algemene wet bestuursrecht: Artikel 9:1, eerste lid: "Een ieder heeft het recht om over de wijze waarop een bestuursorgaan zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem of een ander heeft gedragen, een klacht in te dienen bij dat bestuursorgaan." Artikel 9:12, eerste lid: "Het bestuursorgaan stelt de klager schriftelijk en gemotiveerd in kennis van de bevindingen van het onderzoek naar de klacht, zijn oordeel daarover alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt." Artikel 10:1: "Onder mandaat wordt verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen." Artikel 10:10: "Een krachtens mandaat genomen besluit vermeldt namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen." Artikel 10:11: "1. Een bestuursorgaan kan bepalen dat door hem genomen besluiten namens hem kunnen worden ondertekend, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheid zich hiertegen verzet. 2. In dat geval moet uit het besluit blijken, dat het door het bestuursorgaan zelf is genomen." Artikel 10:12: "Deze afdeling is van overeenkomstige toepassing indien een bestuursorgaan aan een ander, werkzaam onder zijn verantwoordelijkheid, volmacht verleent tot het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, of machtiging verleent tot het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn."