Concept Handreiking* Implementatie ketenveldnorm levensloopfunctie en beveiligde intensieve zorg

Vergelijkbare documenten
Ketenveldnorm Midden Nederland. Ontwerp Pilot

Startnotitie voor de totstandkoming van een handreiking Organisatie en bekostiging Ketenveldnorm Levensloopfunctie en Beveiligde Intensieve Zorg

KETENVELDNORM Voor de levensloopfunctie en beveiligde intensieve zorg

Voor de verspreiding en het testen in pilotregio s van de ketenveldnorm voor de levensloopfunctie en beveiligde intensieve zorg

MANDAATCOMMISSIE. Workshop continuïteit van zorg : Lourina Poot en Martin Mennen

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

BOUWSTEEN 1: inbreng mensen met verward gedrag en omgeving Geeft de regio invulling aan de

Pilot: Tien in Twente een innovatie aanpak overlast verwarde personen

Regio: Noordoost Gelderland Factsheet is afgestemd met: GGD Gemeente Apeldoorn Gemeente Doetinchem GGZ

Aanleiding. Probleemstelling en onderzoeksopzet. Samenvatting procesevaluatie doorzorgfunctionaris

VEILIGHEIDSHUIS IJSSELLAND INFORMATIE VOOR PARTNERS VERBINDT STRAF EN ZORG

WvGGZ - Situatie per 1 januari Inleiding Wet Verplichte Geestelijke Gezondheidszorg

Presentatie 14 juni 2017 Zwolle

Actuele ontwikkelingen. Bijeenkomst Forensische zorg 10 september 2018

Amarant Amar De W oens else oens else Poort Juni Jun

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

Jaarverslag Professionaliseren en versterken van de ketens

Voorstel deskundigheidsbevordering en teambuilding uitvoerders Ketenveldnorm Levensloopfunctie en Beveiligde intensieve zorg. Versie 1.

Aanpak: Integrale Aanpak. Beschrijving

Datum 22 mei 2017 Onderwerp Beleidsreactie AEF rapport inzake passende zorg voor gevaarlijke patiënten

Aanpak: Signalerings- en vangnetfunctie. Beschrijving

Maatschappelijke Ondersteuning Meerjarenprogramma Van Beschermd wonen naar wonen met begeleiding op maat

Samenwerking tussen en in de Veiligheidshuizen

DEEL I PRESENTATIE Marktconsultatie forensische zorg 8 juni 2017

Evaluatie pilot zorgcontinuïteit

Uitkomsten verbeterpunten toezichtonderzoek Bergen op Zoom

Wet Verplichte GGZ. Ontwikkelplein informatie uitwisseling Personen met verward gedrag. 28 juni 2017

MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE


ToolKID Informatie-uitwisseling in verband met de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling

Aanpak: Voorwaardelijke Interventie Gezinnen. Beschrijving

Bijlage Informatiedocument. Beschermd Wonen Brabant Noordoost-oost

(Forensische) ACT en FACT voor verslaafden

Advies over de doorontwikkeling van de aansturing op het snijvlak van de domeinen zorg, veiligheid en straf.

De Tweede Kamer heeft positief gereageerd op dit voornemen.

Ambulant Centrum Altrecht Aventurijn

Aanpak: OGGz. Beschrijving

Uitkomsten toezichtonderzoek Deventer

Beschermd thuis, producten vanaf 1 mei 2018 Informatie voor zorgaanbieders

Verslag verdiepingsbijeenkomst Schakelpunt Verward en Gevaarlijk Midden-Nederland

Besluitvorming aan de Raad Formele advisering van de Raad. Conform advies Aanhouden Anders, nl. Collegevoorstel Advies: Openbaar

Aanpak: Praktische gezinsondersteuning. Beschrijving

Convenant Ketenaanpak Eergerelateerd Geweld Twente

PATIËNTEN STROMEN DOOR TRANSFORE. Tinie Hendriks Sanne Geul Yvonne Bouman

Jaarplan 2015 Veiligheidshuis Twente

Aanpak: Frontlineteam. Beschrijving

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Wmo beleidsplan Maatschappelijke Zorg Centrumgemeenteregio Zuid-Holland Zuid

Een stap verder in forensische en intensieve zorg

Jaarplan 2011 ketenproject. Samenwerking VG en GGZ in Groningen en Friesland

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Inwoners met een ernstig psychiatrische aandoening in de wijk

Projecten en initiatieven in planvormingsfase. bouwsteen? Met welke andere bouwstenen hangt Alle bouwstenen behalve passend vervoer

Plan van Aanpak regiovisie en vorming AMHK Zeeland

Toelichting op de integrale aanpak van Menzis, gemeenten en aanbieders Van 18- naar 18+

Toelichting Checklist Van 18- naar 18+

Ambitie: de doelgroep maatschappelijke zorg woont passend en zo zelfstandig mogelijk, heeft passende ondersteuning en participeert naar vermogen.

Toelichting op de integrale aanpak van Menzis, gemeenten en aanbieders Van 18min naar 18plus

Aansluiting bij het Veiligheidshuis 's-hertogenbosch en omstreken.

Aanpak: Multiprobleemgezinnen. Beschrijving

Triage: resultaten van de pilots

Introductie. wetsvoorstel Toegang tot de Wlz voor mensen met een psychische stoornis en het bijhorende implementatietraject

Aanpak: Gezinsmanagement/WIG. Beschrijving

verwijzers Behandeling en begeleiding Forensische zorg voor mensen met een LVB

Praktische afspraken na toepassing woonplaatsbeginsel Jeugd en Wmo. Convenant

Directoraat-Generaal Preventie, Jeugd en Sancties

Toelichting BenW-adviesnota

Uitkomsten toezichtonderzoek Gouda

Projectplan Veilige Publieke Taak Twente

Toekomstgericht werken: Werksessies beter benutten van de verlengde jeugdhulp

Projectplan. Zorg en opvang voor personen met verward gedrag Hollands Midden

Zorg- en Veiligheidshuis Midden - Brabant

Autisme Netwerk Zaanstreek-Waterland 25 september 2018 [1]

Aanpak: WIJ Eindhoven. Beschrijving

IrisZorg Preventieve wijkgerichte

Zorg- en Veiligheidshuis Midden - Brabant

Aanpak: Casusregie en inzet gezinscoaching. Beschrijving

Raadsvoorstel. Aan de raad, Wethouder Struik, Wethouder Sanderse, Burgemeester van Vliet conceptbeleidsplan Bescherming en Opvang

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten

Ontwikkelagenda ketenpartners - Wvggz april december 2019

Onderwerp Regionale koers Maatschappelijke opvang en. Datum 26 september 2017

Forensisch Beschermd Wonen Het Hoogeland. informatie voor verwijzers

Programmaplan regionale werkgeversbenadering Haaglanden

Stappenplan VeiligHeidsHuizen. Triage-instrument. voor professionals in het veld

- Gezamenlijke visie - Algemeen of specifiek - Doelstelling vastgelegd - Doel SMART geformuleerd

Politie en Veiligheidsregio Twente

Jaarverslag Veiligheidshuis Twente 2014

Forensische zorg en LVB. Een beter leven in een veilige maatschappij

Toezicht op netwerkzorg aan kwetsbare ouderen in de wijk

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

Juni Erkende afspraken, specificaties of criteria over een product, een dienst of een methode (bron: Thesaurus Zorg en Welzijn).

Aanpak: Bijzondere doelgroepen. Beschrijving

Datum 27 juni 2016 Onderwerp Aanbieding onderzoeksrapport over forensische zorgtrajecten in het gevangeniswezen

EN WERK & INKOMEN. 2 e leer en kennisbijeenkomst 24 mei 2018

Aanpak: Bemoeizorg. Beschrijving

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

MAATSCHAPPELIJKE OPVANG EN BESCHERMD WONEN IN DE REGIO OOST-VELUWE

Kwetsbaarheid De toegang via de GGD is robuust. Door de schaalgrote van de GGD kan er expertise worden opgebouwd en is de continuïteit groot.

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

1. In te stemmen met het regionale Beleidsplan Beschermd wonen-maatschappelijke opvang ;

Transcriptie:

Concept Handreiking* Implementatie ketenveldnorm levensloopfunctie en beveiligde intensieve zorg Versie 9 mei 2019 * De handreiking is een groei document en wordt periodiek geactualiseerd en aangevuld met de inzichten uit de proeftuinen.

Inleiding Inhoudsopgave Inleiding H1. De vertreksituatie H2. Vraagstukken en oplossingsrichtingen o Doelgroep o Domeinoverstijgende samenwerking o Zorginhoud o Cliënten en naasten o Regio indeling o Projectstructuur 2

Inleiding Om de implementatie van de ketenveldnorm te bespoedigen en best practices op te doen wordt momenteel in vier regio s een proeftuin uitgevoerd (Limburg, Oost-Brabant, Midden- Nederland en Overijssel). In deze proeftuin toetsen en oefenen de regio s met de veldnorm en de implementatie daarvan. GGZ Nederland heeft Onderzoeks- en adviesbureau Significant gevraagd om de proeftuinen te monitoren en evalueren. Voorliggende handreiking beschrijft aan de hand van verschillende thema s de opgedane lessen en kritische succesfactoren ten aanzien van de implementatie uit de vier regio s waar de proeftuinen plaatsvinden. De handreiking is onder andere bedoeld om de regio s die niet direct betrokken zijn bij de proeftuinen mee te nemen en voor te bereiden op de implementatie van de veldnorm (per 1 januari 2020 moet de veldnorm in alle regio s geïmplementeerd worden). Naast de vier proeftuinregio s zijn momenteel ook andere regio s bezig met de implementatie van de veldnorm. Om er voor te zorgen dat zij gebruik kunnen maken van de inzichten uit de proeftuinen is er voor gekozen om deze handreiking op dit moment al ter beschikking te stellen aan alle regio s, in plaats van na afloop van de proeftuinen. De handreiking is een groei document en wordt iedere twee maanden geactualiseerd en aangevuld met de laatste inzichten uit de proeftuinen. Dit betekent dat de informatie die is beschreven in deze handreiking (nog) niet compleet is, (nog) niet definitief is (er heeft nog niet altijd besluitvorming in de regio s plaatsgevonden) en gedurende dit jaar kan veranderen. Mocht u naar aanleiding van deze handreiking vragen hebben dan kunt u contact opnemen met: Voor de inhoud van de handreiking: Paula van Haaren (paula.van.haaren@significant.nl / 06 46 38 15 50) Jitske Nijhuis (jitske.nijhuis@significant.nl / 06 22 96 31 79) Voor de voortang van het project: Marloes van Es (mves@ggznederland.nl) Willemijn Verhave (wverhave@vgn.nl) Samenvatting vertreksituatie 3

De vertreksituatie In dit hoofdstuk wordt de vertreksituatie van de vier regio s waarin de proeftuinen plaatsvinden beschreven. Dit wordt beschreven aan de hand van de thema s die opgenomen zijn in het monitoringsformat (zie bijlage I). Projectstructuur Overijssel: Inhoud en omvang probleem leidend: uitwerking volgt contouren cliënttraject. Scheiding in inhoudelijke werkgroep en financiële werkgroep, onder aansturing van de, voor deze proeftuin opgerichte, stuurgroep. Oost-Brabant: Gezamenlijke verantwoordelijkheid en commitment van ketenpartners is het uitgangspunt. In werksessies met ketenpartners wordt invulling uitgewerkt. Besluitvorming is belegd bij de regionale stuurgroep Verward en dan..? Midden-Nederland: Vanuit behandelinhoud, bottom-up vormgeven van levensloopteam. In themagerichte werksessies worden binnenkring en buitenkring van ketenpartners betrokken bij de uitwerking. Limburg: Limburg werkt middels integrale samenwerking toe naar continuïteit van een sluitende ketenaanpak en de ontwikkeling van de benodigde zorgproducten levensloopfunctie en beveiligde intensieve zorg. Besluitvorming en aansturing is belegd bij de provinciale projectgroep. Daarnaast is er een provinciaal bestuurlijk strategisch overleg en klankbordgroep. Regio-indeling De proeftuinen creëren twee (Overijssel, Midden-Nederland), tot vijf (Limburg) subregio s, gebaseerd op de regio s Veiligheidshuizen/ verzorgingsgebieden zorginstellingen. Oost-Brabant sluit aan bij verzorgingsgebied forensisch ambulante teams van vijf zorgaanbieders (ggz, verslavingszorg, VG) in de regio en bij de twee regio s Veiligheidshuizen. Doelgroep Definitie doelgroep conform ketenveldnorm, concretisering a.d.h.v. toegangscriteria. In Midden-Nederland is de instroom begin april 2019 gestart. De overige pilotregio s beogen de eerste instroom (begin) zomer 2019. Verwacht aantal cliënten in caseload na één jaar verschilt: o o o o Midden-NL: 50, o.b.v. inschatting 100 in regio Oost-Brabant: 20 in 2019, o.b.v. inschatting 180-280 in regio. Volgend jaar vindt een uitbreiding van cliënten plaats. Overijssel: 25, o.b.v. 110 in regio Limburg: n.t.b. (domein)overstijgende samenwerking Expertise in regio Benodigde expertise is binnen de regio s aanwezig. Midden-Nederland merkt op dat er in Flevoland dun zorgaanbod is, met name op SGLVG. Samenwerking tussen instellingen is in Overijssel al langere tijd geborgd in overlegstructuur FCON. In Oost-Brabant werken zorgaanbieders (ggz, verslavingszorg, VG-aanbieder) samen aan realiseren levensloopfunctie. Afspraken zorgaanbieder-ketenpartners Koppeling met gemeentelijk domein met name via Veiligheidshuizen, aansluiten bij (bestuurlijke) overlegstructuren. Regio s willen koppeling naar gemeenten en gemeentelijke zorg via Veiligheidshuizen organiseren. Midden- Nederland onderzoekt mogelijkheid tot aansluiting MO-aanbieder bij levensloopteam. Oost-Brabant wil aansluiten bij casusregiefunctie gemeenten. Oost-Brabant heeft een samenwerkingsovereenkomst tussen partners 4

uit zorg-, veiligheids- en inkoopketen voor de uitvoering van de pilotregio. De vier pilotregio s voorzien een probleem rondom beschikbaarheid beschermd/begeleid wonen en zelfstandig wonen. Woningbouwcorporaties (nog) niet direct betrokken binnen de pilots. Regie & mandaat Regie ligt bij levensloopteams. Mandaat om op te schalen en zorg en ondersteuning te organiseren wordt bij de teams belegd. Mandaat en regie zijn met name belangrijk wanneer er geen directe koppeling is met beveiligde intensieve zorg. Overijssel en Oost Brabant maken (conform werkwijze FCON) bij inclusie in het levensloopteam afspraken over de meest geëigende opschaalmogelijkheid. Terugnamegarantie is onderdeel van deze afspraken. Toegang & Indicatiestelling Regio s kiezen voor toegang via bestaande overleggen Veiligheidshuis (indien mogelijk). Andere optie (Midden-NL) is toegang via aanmeldformulier en aanmeldcommissie. Overijssel voegt toegang & indicatiestelling samen: regiebehandelaar sluit aan bij bestaande overleg Veiligheidshuis. Oost Brabant onderzoekt samen met één van de Veiligheidshuizen de mogelijkheid voor casusoverleg Top-X/PGA en levensloopfunctie. Tevens consultatie en adviesfunctie bij geen inclusie levensloopteam in Oost-Brabant, Limburg en Midden-Nederland. Zorginhoud Ambulant Overijssel kiest voor één levensloopteam dat beide regio s bediend. Midden-Nederland wil met vier levensloopteams in drie verzorgingsgebieden gaan werken. Oost- Brabant formeert een levensloopteam rondom een cliënt, waarbij één casemanager wordt aangewezen. Limburg sluit aan bij de bestaande For-FACT teams met toevoeging van twee levensloopcasemanagers per team. Verwachting dat behandelinhoud in grote lijnen aan sluit bij werkwijze For-FACT. Levensloopteams zijn uitbreiding van de bestaande For-FACT-teams met behandelaren / expertise vanuit ketenpartners. Verschil zit in intensiviteit: meer en langer, aanvulling met andere expertisen en nauwere samenwerking ketenpartners (gemeente, justitie) Klinisch Oost-Brabant voorziet een afdeling voor beveiligde intensieve zorg bij GGzE/De Woenselse Poort, naast beschikbaar aanbod bij GGZ Reinier van Arkel. Andere regio s gaan uit van (daar waar toegekend, uitbreiding van) beschikbaar aanbod bij verschillende instellingen met eigen expertise. Instrumentarium Wisselende invulling risicotaxatie: o Overijssel gaat uit van gebruik FARE. o Limburg gebruikt de FARE. Aanvullend op de risicotaxatie zal de ZRM en SCIL gebruikt worden om inzicht te krijgen in intelligentie en levensgebieden. o Midden-Nederland zoekt een manier om, zonder extra administratieve belasting, de FARE en ZRM in te zetten o Oost-Brabant sluit aan bij het instrumentarium dat door zorgaanbieders betrokken gebruikt wordt. Cliënten en naasten Ervaringsdeskundigen zijn vanuit FACTdisciplinemix onderdeel van For-FACTteams. MIND, Ypsilon en/of regionale cliënten/familieraden zijn in alle regio s betrokken bij de implementatie (in uitvoering en/of bestuurlijk niveau). In Oost-Brabant en Limburg gaan methodieken als contextueel behandelen en resource groepen ingezet worden. 5

Vraagstukken en oplossingsrichtingen Dit hoofdstuk geeft de vraagstukken, oplossingsrichtingen en conclusies weer op thema s uit het monitoringsformat waar de regio s gedurende de proef. De informatie die in dit hoofdstuk is opgenomen is gebaseerd op de monitoringsformats die de projectleiders van de proeftuinen zes wekelijks invullen en bespreken met elkaar. 1. Doelgroep Definitie doelgroep Vraagstuk #1: Hoe operationaliseren we de afbakening van de doelgroep zoals deze in de ketenveldnorm is omschreven naar concrete toegangscriteria? Afbakening doelgroep zoals in ketenveldnorm Personen (18+) die agressief en/of gevaarlijk gedrag (dreigen te) vertonen als gevolg van een psychische aandoening en/of een (licht) verstandelijke beperking en/of niet aangeboren hersenletsel. Er is sprake van gevaarlijk gedrag richting anderen/samenleving of een aantoonbaar (hoog) risico op dit gedrag. Er is sprake van langdurige, terugkerende en moeilijk beheersbare (multi-) problematiek, die onvoldoende in bestaande zorg- en begeleidingssystemen te beheersen valt. Mede door de dominante gedragsproblematiek is er behoefte aan een structurerende behandeling, begeleiding en begrenzing; bij voorkeur ambulant. Er is of was sprake van een rechterlijke machtiging of strafrechtelijke titel naar aanleiding van het gevaarlijke gedrag richting anderen/samenleving. Er is een risico dat zonder een sluitend aanbod van ambulante intensieve zorg, passende ondersteuning of huisvesting een grotere kans is op herhaling van het gevaarlijke gedrag dat onlosmakelijk verband houdt met de psychische aandoening, de licht) verstandelijke beperking en/of niet aangeboren hersenletsel en slechts met dwang te beheersen valt. Oplossingsrichting: In de regio s is met ketenpartners gesproken over de definitie van de doelgroep voor de ketenveldnorm. In twee van de vier regio s zijn regionale toegangscriteria opgesteld. Zie onderstaande kaders. Conclusie: De vier proeftuinen constateren dat de regionale toegangscriteria een operationalisering van de definitie zij en dat deze niet wezenlijk anders zijn dan de doelgroepomschrijving in de ketenveldnorm.

Regionale toegangscriteria 1. Risicotaxatie laat een hoog delict gevaar zien, forensische expertise is nodig en bij opschaling is een beveiligde omgeving nodig. 2. Psychiatrische problematiek, in combinatie met verslaving en/of licht verstandelijke beperking (dubbel of triple diagnose). 3. Problemen/probleemgedrag op meerdere levensgebieden (multiproblematiek). 4. Ambulante nabijheid verhoogt kwaliteit van leven en/of verlaagt risico op delict gevaar. 5. Langdurige en terugkerende problematiek: de historie laat een beeld zien van rondpompen/tussen wal en schip/zorgmijding/bemoeizorg. 6. De persoon heeft eerder een strafrechtelijke titel of RM gehad, heeft geen strafrechtelijke titel (meer/of deze is bijna afgelopen). 7. Professionals zitten met handen in het haar. Binnen huidig aanbod is alles al geprobeerd, zonder effect. Regionale toegangscriteria Persoon voldoet aan criteria zoals beschreven in ketenveldnorm. Daarop aanvullend: Persoon loopt vast in de keten Alle logisch te bedenken alternatieven zijn inmiddels geprobeerd Er is aantoonbaar sprake van een patroon van herhaling van gevaarlijk en overlastgevend gedrag; Het gedrag van de persoon wordt gedurende langere periode als niet hanteerbaar beschouwd De kenmerken van de problematiek zijn divers en manifesteren zich op diverse levensgebieden, waardoor de persoon (mede als gevolg van uitstotingsprocessen heen en weer wordt gestuurd tussen hulpverlenende - instanties). Toegang bij voorkeur niet tijdens een periode waarin gevaarlijk en/of overlastgevend gedrag actueel is, maar anticiperend op toekomstig overlastgevend en gevaarlijk gedrag. Dit werkt preventief en biedt een relatief goede uitgangspositie voor de start van een eventuele zorgrelatie. Toegang & indicatiestelling Vraagstuk #1: Hoe wordt de aanmelding, toegang en indicatiestelling het levensloopteam georganiseerd? Oplossingsrichtingen: Aanmelding en toegang via bestaande structuren zoals een casusoverleg (bijvoorbeeld bij het veiligheidshuis). Op hoofdlijnen ziet dit proces er als volgt uit: o Aanmelding bij zorg- en veiligheidshuis o Screening en verrijking van de aanmelding door procesregisseur (is aanmelding voor een levensloopteam kansrijk? Voldoet de persoon aan de doelgroepomschrijving / inclusiecriteria voor de ketenveldnorm) o Overleg. In de regio Overijssel wordt de regiebehandelaar van het levensloopteam (op momenten dat een aanmelding voor de levensloopfunctie wordt besproken) lid van de casustafel. De feitelijke beslissing over het al dan niet toelaten van iemand tot het levensloopteam wordt genomen door de regiebehandelaar van de levensloopaanbieder. o Het levensloopteam start de zorg en voert daarnaast de handelingen uit zoals beschreven in de ketenveldnorm (verwijzingen, beschikkingen & indicaties regelen en risicotaxatie uitvoeren). Om de aansluiting op het sociaal domein te bevorderen wordt de casus die eerste drie maanden maandelijks op de regionale casustafel besproken en worden vanuit daar zo nodig aanvullend en in afstemming met het levensloopteam ondersteunende activiteiten ontwikkeld. Ten behoeve van dit toegangsproces 2

o ontwikkelt de regio Overijssel een kort format op basis waarvan betrokken partijen weten welke informatie verstrekt en beoordeeld dient te worden op de verschillende momenten in het proces. In Limburg blijft de procesregisseur van het Veiligheidshuis betrokken na doorzetting naar de casemanager levensloopteam. De casemanager kan opschalen naar de procesregisseur wanneer de ketensamenwerking stagneert. Aanmelding en toegang via een aanmeldformulier. In Midden Nederland kunnen de aanmeldingen voor de levensloopfunctie gedaan worden via een aanmeldformulier dat staat op de website van Fivoor. Het aanmeldformulier is ontwikkeld samen met alle levensloopteams, op basis van het huidige aanmeldformulier van Fivoor. De screening van de aanmeldingen wordt belegd bij een aanmeldcommissie waar de verschillende levensloopteams vertegenwoordigd zijn door één persoon. De regio overweegt nog om één procesmanager vanuit het veiligheidshuis of iemand vanuit de gemeente aan te laten sluiten. De aanmeldcommissie komt elke twee weken bij elkaar en hebben de volgende taken: o Met elkaar de nieuwe aanmeldingen bespreken o Aanvullende informatie opvragen indien nodig o Cliënt toewijzen aan een levensloopteam in de juiste regio of met de juiste expertise o Verwijzer adviseren voor mogelijk zorgtraject wanneer de cliënt wordt afgewezen voor de levensloopfunctie o Administratieve handelingen afhandelen Conclusie. Beide oplossingsrichtingen lijken mogelijk te zijn. In het kader van de verbinding zorg en veiligheid en de duidelijkheid over verantwoordelijkheden heeft het model via de zorg- en veiligheidshuizen op dit moment de voorkeur. Dit op voorwaarde dat de kwaliteit van het casusoverleg voldoende is om een scherpe screening uit te voeren. De Top-X lijsten kunnen veiligheidshuizen gebruiken voor hun prioritering. Vraagstuk #2: Wat zijn de consequenties van voorlopige toegang in het levensloopteam op basis van de 90-dagen regel wanneer er na 90 dagen niet de gevraagde indicatie voor zorg komt? 90 dagen regel Om de overgang tussen stelsels beter te laten verlopen en de indicatiestelling hierin geen barrière te laten vormen, bestaat de 90 dagen regel. Daarmee wordt een indicatie uit het voorgaande stelsel voor maximaal 90 dagen overgenomen zodat de bekostiging van zorg gecontinueerd wordt. De 90 dagen is gericht op het rondkrijgen van de formele indicaties voor de zorg en is niet bedoeld om opnieuw te toetsen of iemand binnen het levensloopteam past. Oplossingsrichtingen: De proeftuinen constateren dat de 90 dagen regel niet kan dienen als voorlopige toegang tot het levensloopteam. De beslissing om een persoon al dan niet te includeren in het levensloopteam staat los van de 90 dagen regel. Deze regel is gericht op het organiseren van de benodigde indicatie en de bekostiging van de zorg. Binnen 90 dagen wordt de benodigde indicatie afgegeven. Mocht het langer dan 90 dagen duren moeten de financiers en zorgaanbieders hierover afspraken maken in de regio. Conclusie: Volgt. 3

2. (Domeinoverstijgende) samenwerking Afspraken tussen zorgaanbieders en ketenpartners Vraagstuk #1: Gemeenten kennen drie rollen in de ketenveldnorm: ze zijn netwerkpartner (vanuit taak openbare orde en veiligheid, overlast), financier en verantwoordelijk voor het leveren van zorg en ondersteuning binnen het sociaal domein. (Nauwe) samenwerking tussen de aanbieder(s) van het levensloopteam en gemeenten is nodig om integrale behandeling, begeleiding en ondersteuning te bieden aan deze doelgroep. Zonder deze samenwerking zien de regio s het risico dat de zorg voor deze doelgroep geen gedeelde verantwoordelijkheid wordt. Voorliggend vraagstuk is hoe je als trekker van de ketenveldnorm gemeenten in positie brengt om invulling te geven aan bovenstaande rollen. Oplossingsrichtingen: Rol netwerkpartner Betrek gemeenten in een stuurgroep/projectgroep. In de geformeerde stuurgroepen/provinciaal strategisch bestuurlijk overleg in Limburg, Oost-Brabant en Overijssel nemen gemeenten deel. In Overijssel neemt één burgemeester zitting die het perspectief van veiligheid namens meerdere gemeenten vertegenwoordigd. Een wethouder vertegenwoordigd de WMO namens meerdere gemeenten in deze stuurgroep. In Oost-Brabant zitten één burgemeester (regionaal portefeuillehouder verward gedrag) en vier wethouders sociaal domein in de stuurgroep. In Limburg wordt het provinciaal bestuurlijk overleg in door een burgemeester en een wethouder voorgezeten. Organiseer een ketenbrede regionale startbijeenkomst waar beleidsadviseurs van alle gemeenten aanwezig zijn. Laat gemeenten deel uit maken van verschillende werkgroepen / themasessies. Eén regio heeft ervoor gekozen een samenwerkingsovereenkomst op te stellen waarbij het doel van de pilot ketenveldnorm door de zorgaanbieders, drie gemeenten, de politie, Openbaar Ministerie, GGD, zorgverzekeraar, een Veiligheidshuis, RAV, de drie Reclasseringsorganisaties en een ervaringsdeskundige wordt omarmd. Inzet daarbij is een implementatietraject voor 2 jaar, mits er subsidie geregeld kan worden voor de projectkosten. De VNG informeert haar achterban over de rollen van de gemeenten en de ketenveldnorm. Ook organiseren zij op 21 mei (www.continuiteitvanzorg.nl) een bijeenkomst voor gemeentelijke beleidsmedewerkers op het snijvlak van zorg en veiligheid. Los van bovenstaande oplossingsrichtingen, wisselen de projectleiders onderstaande tips uit: o Zoek het gemeenschappelijke doel. De levensloopteams bieden mogelijk een oplossing voor een specifieke doelgroep. Ervaring is dat gemeenten deze doelgroep herkennen en zoekende zijn naar passende behandel- en ondersteuningsmogelijkheden binnen het huidige aanbod. o Betrek kleinere gemeenten via de regiogemeenten Beschermd Wonen of via Veiligheidshuizen: daar komt casuïstiek vanuit grotere en kleinere gemeenten samen. Zorg met name dat de levensloopfunctie daar bekend is. o Start vooral bij de gemeenten waar de samenwerking al goed mee verloopt / die welwillend tegenover de ketenveldnorm staan. Deel vervolgens de succesverhalen richting andere gemeenten. 4

o o Richt je met name op het in positie brengen van de juiste mensen binnen een gemeente: blijf als projectleider / aanbieder uiteraard beschikbaar voor vragen. De projectleiders geven aan veel presentaties te geven over de ketenveldnorm bij bestaande overleggen. Rol financier o JB Lorenz werkt aan een financiële handreiking beveiligd intensieve zorg. Deze beschrijft de verantwoordelijkheden in financiering binnen de verschillende stelsels en financiers. Rol zorg en ondersteuning binnen het sociaal domein o Maak verwachtingen en vragen tot samenwerking binnen de proeftuin ketenveldnorm concreet. Conclusie. Volgt. 5

3. Zorginhoud Invulling levensloopteam Vraagstuk #1: Welke expertise/kwaliteit moet in het levensloopteam zijn vertegenwoordigd? Oplossingsrichtingen Ketenveldnorm. Maatwerk aan zorg op alle levensgebieden: De zorg richt zich op het versterken van factoren die stabilisatie en herstel bevorderen en die het risico op terugval zoveel mogelijk verkleinen. Onderdeel van een behandeling gericht op herstel van psychische gezondheid kan een medicamenteuze behandeling zijn en andere therapievormen ter reductie van recidiverisico s. Het levensloopteam heeft specifieke aandacht voor de aansluiting van methodieken uit de praktijk van lvb zorg, reclassering en verslavingszorg. De regie van de zorg ligt zoveel mogelijk bij de cliënt zelf; hij is de regisseur van zijn zorgproces. De zorg continueert zo lang als dat nodig is en omvat het hele leven. Dit betekent ook dat een cliënt meer is dan zijn diagnose: het gaat om zijn of haar hele levensverhaal. Er is altijd een cirkel van vertrouwde mensen om de cliënt aanwezig. De mensen in deze cirkel (naasten, professionals) kunnen voor lange of kortere tijd bij iemand betrokken zijn. Belangrijk is dat er altijd een aantal vertrouwde gezichten om iemand heen blijft. Dat betekent voor professionals dat zij betrokken blijven totdat de volgende professional vertrouwd is geworden. Het team betrekt het informele netwerk van de cliënt bij de zorg en heeft oog voor het draagkracht en noodzakelijke ondersteuning van het informele netwerk. Om de veiligheid van de samenleving te kunnen garanderen is een passende woonvorm voor mensen uit deze doelgroep nodig. Daar ligt een belangrijke rol voor gemeenten die in deze plaatsen zullen moeten voorzien. Er wordt gezocht naar een woonvorm die past bij wat iemand nodig heeft voor stabilisatie of herstel (beschermd wonen, skaeve huse, housing first, individuele woonvorm met begeleiding, etc.) Als iemand onverhoopt voor enige tijd in detentie of een kliniek terechtkomt dan spant de gemeente zich in om de woning van de betrokkene zo lang mogelijk beschikbaar te houden zodat continuïteit geborgd is. Partijen overleggen hierover op regionaal niveau. Alle regio s voegen in ieder geval onderstaande expertise toe aan de bestaande Fact-disciplinemix: Expertise op Lvb Expertise op verslaving Toegang tot gemeentelijke sociaal domein: beschermd wonen / maatschappelijke opvang: toewijzen gemeentelijke casusregisseur per cliënt Daarnaast leggen de regio s afzonderlijk accenten: Huiselijk geweld / agressie / grensoverschrijdend seksueel gedrag Niet aangeboren hersenletsel Reclasseringsmedewerker Familieperspectief 6

Systemische kijk (kindcheck) Transculturele kennis Juridische dienstverlening Conclusie. Volgt Vraagstuk #2: Op welke manier wordt het levensloopteam vormgegeven? Oplossingsrichtingen Binnen de proeftuinen wordt voor twee modellen gekozen: Organisatie levensloopteam vanuit de staande organisatie. Er wordt gekozen voor een uitbreiding van de huidige For-Factteams: o Midden-Nederland organiseert twee van de vier levensloopteams vanuit de staande organisatie. Deze twee teams hebben een hoofdaanbieder en specialisatie (verslaving, seksueel grensoverschrijdend gedrag en lvb in combinatie met persoonlijkheidsstoornissen). Tussen de teams vindt kruisbestuiving plaats: ook springen de teams bij op het moment dat een patiënt een te erge wissel trekt op de medewerkers. o Oost-Brabant sluit aan bij bestaande forensische ambulante teams. Een cliënt in de levensloopfunctie krijgt een casemanager van één van de vijf deelnemende zorgorganisaties, waar nodig aangevuld met expertise uit een andere organisatie. Casemanagers hebben de behandelregie over de cliënten van het levensloopteam, zijn verantwoordelijk voor de op- en afschaling en hebben daartoe het benodigde mandaat. Vanuit de gemeente wordt er een casusregisseur aan een cliënt gekoppeld, van waaruit coördinatie en afstemming van gemeentelijke ondersteuning plaatsvindt. o Ook Limburg sluit aan bij de vier bestaande For-Factteams. Deze teams worden uitgebreid met twee levensloopcasemanagers per team. De regiebehandelaar heeft de behandelregie en beschikt over mandaat om op te schalen. De levensloopcasemanager coördineert de zorg. De procesregisseur van het Veiligheidshuis blijft bij een cliënt betrokken om de lijnen met het sociaal domein kort te houden. Detachering van professionals naar één levensloopteam. Overijssel kiest voor detachering van professionals (voor expertise op lvb, expertise verslaving, expertise familieperspectief en transculturele expertise) naar één aanbieder. Op consultbasis is een arts verstandelijk gehandicapten, verslavingsarts en een toezichthouder Reclassering beschikbaar. Verbinding met het sociaal domein wordt georganiseerd door het toewijzen van een casusregisseur per cliënt. Midden-Nederland organiseert twee van de vier levensloopteams als netwerkteam: medewerkers vanuit de verschillende ketenorganisaties worden naar één hoofdaannemer gedetacheerd. Conclusie. Volgt 7

4. Cliënten en naasten Privacy Vraagstuk #1: Op welke manier kunnen medewerkers van het levensloopteam verantwoord informatie delen met elkaar en met noodzakelijke ketenpartners? Dit vraagstuk speelt zowel bij de aanmeldprocedure bij een aanmeldcommissie (verrijken van de aanmelding vanuit verschillende partijen) als bij het delen van informatie tijdens de behandeling (mag je met verschillende hulpverleners in één dossier werken?). Oplossingsrichtingen: De regio s maken gebruik van bestaande convenanten, zoals het convenant binnen het Zorg- en Veiligheidshuis of het handvat gegevensdeling bemoeizorg en sluiten aan op bestaande werkwijzen. Daarbij zien we dat werkwijzen binnen Veiligheidshuizen (op welk moment een cliënt wordt geïnformeerd over zijn/haar bespreking binnen het Veiligheidshuis, hoe worden casus/thema overleggen georganiseerd) verschilt. Overeenkomst is dat er in alle Veiligheidshuizen aandacht is voor privacy: gemene deler is dat het gaat om het bewust en gedocumenteerd maken van de afweging op welke basis informatie wordt gedeeld. Op dit moment verkent een jurist de mogelijkheden om zorgprofessionals van verschillende organisaties in één dossier te laten werken. De vraag hier is hoe ver de toestemmingsverklaring van een cliënt reikt. Het gaat hier namelijk niet om het verstrekken van vastgelegde/bestaande informatie, maar over het continu uitwisselen van een groeiende hoeveelheid informatie binnen één dossier. De eerste signalen wijzen erop dat detachering van personeel naar één organisatie een oplossing is om met zorgaanbieders informatie uit te wisselen. Een toestemmingsverklaring van een cliënt blijft noodzakelijk voor het uitwisselen van informatie met medewerkers van zorgaanbieders en/of andere ketenpartners. De proeftuinperiode wordt gebruikt om een antwoord te krijgen op de vraag hoe het mogelijk is om continu informatie uit te wisselen. De bestaande convenanten beschrijven vooral de informatiedeling tussen BIG-geregistreerde professionals en ketenpartners en niet het delen van informatie tussen BIG-geregistreerde professionals van verschillende zorgaanbieders. Het Handvat Gegevensuitwisseling bij samenwerking rond casuïstiek in het zorg- en veiligheidsdomein 1 kan hierin helpend zij. Vanuit de projectgroep wordt de vraag over informatie-uitwisseling tussen zorgaanbieders voorgelegd aan de juristen van de branches. Conclusie. Volgt. 1 https://www.veiligheidshuizen.nl/handvat#.xlb2uogzaum 8

5. Regio indeling Omvang regio Gedurende de periode van de proeftuin wordt de regio-indeling gehanteerd zoals opgesteld voor de deze periode. In de figuur hieronder zijn de vier pilotregio s (Overijssel, Midden-Nederland, Oost-Brabant en Limburg) in oranje weergegeven. 9

6. Projectstructuur Vraagstuk #1: Hoe richt je je project in en welke organisaties zijn (in welke rol) betrokken? Oplossingsrichting(en): Overijssel De directie van Transfore is opdrachtgever voor de projectgroep die de proeftuin gaat uitvoeren. Het project wordt uitgevoerd door een projectteam bestaande uit zes leden: o Beleidsadviseur, projectleider (Transfore) o Senior Beleidsadviseur (Trajectum) o Teammanager Sociaal Psychiatrisch Behandelcentrum (Mediant) o Veiligheidsmakelaar (Veiligheids-huis IJsselland) o Controller (Dimence Groep) o Meewerkend teamleider ForFACT Twente (Transfore) Naast deze vaste leden wordt het projectteam afhankelijk van de fase waarin het project zich bevindt en de kennis en expertise die op dat moment nodig is, tijdelijk aangevuld. Vanuit de projectgroep zullen regelmatig werkgroepen worden geformeerd, waarin ook andere vertegenwoordigers van netwerkpartners actief zijn. Leden van de projectgroep leggen de verbinding tussen de werkgroepen en de projectgroep. Het projectteam kan een beroep doen op een communicatieadviseur en secretariële ondersteuning. Een aparte werkgroep inkoopketen bereid onder rechtstreekse verantwoordelijk van de opdrachtgevers en stuurgroep de vereiste sluitende in- en verkoopketen van zorg. De werkgroep bestaat uit: o Adviseur zorginkoop (Ministerie van Justitie en Veiligheid) o Zorginkoper (Menzis) o Zorginkoper (Zorgkantoor) o Zorginkoper WMO (gemeente Almelo) o Senior beleidsadviseur (Transfore) o Regionaal accountmanager WMO (gemeente Deventer) o Sales Adviseur (Dimence Groep) o Directeur bedrijfsvoering, opdrachtgever (Transfore) De stuurgroep bestaat uit: o Divisiemanager klinieken (Tactus) o Directeur bedrijfsvoering, opdrachtgever (Transfore) o Manager bedrijfsvoering (Mediant) o Hoofd Zorginkoop (DJI) o Burgemeester en bestuurlijk portefeuillehouder personen met verward gedrag IJsselland (gemeente Kampen) o Directeur zorg, opdrachtgever (Transfore) o Eigenaar familieperspectief.nl (Familieperspectief) o Accountmanager Strategic Partnerships GGZ (Menzis) o Ervaringsdeskundige / Opleider LEON (Mediant) o Wethouder zorg (gemeente Borne) o Wethouder zorg (gemeente Zwolle) o Sector directeur ambulante zorg (Trajectum) o Burgemeester en bestuurlijk portefeuillehouder personen met verward gedrag Oost-Nederland / voorzitter stuurgroep (gemeente Borne) 10

Oost Brabant GGzE/De Woenselse Poort voert regie op de implementatie van de levensloopfunctie in regio Oost Brabant. Voorzitter Raad van Bestuur GGzE is vertegenwoordiger in de landelijke stuurgroep. Algemeen directeur van De Woenselse Poort fungeert als opdrachtgever en neemt zitting in de regionale stuurgroep. Vanuit GGzE is een projectmanager voor de ketenveldnorm regio Oost Brabant aangesteld. Projectuitvoering vindt plaats binnen GGzE/DWP door de reguliere organisatie (levensloopteam, beveiligde zorg). De regionale stuurgroep Verward en dan,? is met een aantal partners uitgebreid voor de ketenveldnorm en fungeert als stuurgroep voor dit project. De stuurgroep bestaat uit de volgende organisaties: o Ervaringsdeskundige o Gemeenten: Sint Michielsgestel, Eindhoven, Helmond, Oss, Vught (voorzitter) o Zorgaanbieders: Huisartsenposten Oost Brabant, GGZ Oost Brabant, GGZ Eindhoven, GGZ Reinier van Arkel, Verslavingszorg Novadic Kentron, STEVIG namens netwerk LVB Noord Brabant o Veiligheidspartners: Politie Oost Brabant, Openbaar Ministerie arrondissement Oost-Brabant, Reclassering Nederland namens 3 reclasseringsorganisaties, Zorg en Veiligheidshuizen Brabant Zuidoost en Brabant Noordoost o VGZ o DJI (agendalid) o RAV Brabant Zuid Oost o GGD Hart voor Brabant, GGD Brabant zuidoost Deelnemende organisaties aan de stuurgroep nemen ook deel aan het project. Op verschillende manieren: inzet van menskracht in de ontwerp en uitvoeringsfase, inbreng van kennis en netwerken, financiële bijdrage aan de projectfinanciën. In de ontwerpfase worden werksessies georganiseerd om zaken uit te werken. Deze worden in bredere bijeenkomsten met alle partners getoetst en aangevuld. De klankbordgroep cliënt en familie van het project verward, en dan? is tevens klankbord voor dit project. Limburg De provinciale prjectleiding is belegd bij de Rooyse Wissel. De regionale projectgroep stuurt het proces, signaleert knelpunten en monitort de voortgang en gaat over tot besluitvorming. Deelnemers zijn: o CZ o de Rooyse Wissel o Ervaringsdeskundige o ForZo/JJI o Gemeenten o MO/BW o Mondriaan o NAH o PI Zuid-Oost 11

o Politie o STEVIG/Dichterbij o Provinciaal projectleider personen met verward gedrag o Reclassering Nederland o Veiligheidshuizen o Vincent van Gogh o Ypsilon In twee provinciale, ketenbrede werkgroepen worden de onderdelen van de ketenveldnorm uitgewerkt. De eerste werkgroep werkt het levensloopteam uit. De tweede werkgroep werkt de beveiligde intensieve zorg (klinisch en RIBW) uit en bestaat uit. Resultaten worden gespiegeld aan de klankbordgroep. De voortgang van de pilot wordt besproken in het provinciaal strategisch bestuurlijk overleg. Midden Nederland Uitgangspunt is om zo veel als mogelijk vanuit de inhoud / uitvoering op te bouwen. Opdrachtgever: Raad van bestuur Fivoor en Raad van bestuur De Forensische Zorgspecialisten De projectleiding van de proeftuin bestaat uit een projectleider en projectondersteuners (medewerker verkoop, beleidsmedewerker en projectmedewerker) van Fivoor. Gelet op de omvang van de regio en de veelheid aan partners, werkt de regio met een binnen kring en een buiten kring. Gemeenten, Veiligheidshuizen, Zorgaanbieders, Stichting MIND en zorgverzekeraar Zilveren Kruis zijn vertegenwoordigd in de binnen kring. De overige ketenpartners in de regio hebben zitting in de buiten kring. Zij worden gevraagd input aan te leveren, worden uitgenodigd bij themasessies en worden geïnformeerd over de voortgang. Het betreft informatie-uitwisseling twee kanten op. Best practises die in de regio s al staan, kunnen worden geïntegreerd. Zowel de binnen kring als de buiten kring dienen in te stemmen met de stukken op vooraf gedefinieerde GO/NO GO momenten. Midden-Nederland nodigt regio s die graag inzicht willen krijgen in het proces uit om zich aan te melden als Spiegelregio. Best practices worden onder de spiegelregio s uitgewisseld. Conclusie: Volgt. 12

Bijlage I Monitoringsformat Regio: Datum: Thema IST VRAAGSTUKKEN SOLL Doelgroep Definitie doelgroep (zoals in projectplan) Beoogde caseload (aantal en snelheid opbouw caseload) Toegang en indicatiestelling Hoe wordt toegang en indicatiestelling georganiseerd? Wat te doen met aanmeldingen/verwijzingen die niet tot de beoogde doelgroep behoren? Mogelijkheden tot doorstroom/uitstroom?. Definitie doelgroep Gerealiseerde caseload Toegang en indicatiestelling Zorglandschap Aanwezige expertise in de regio (ggz, forensisch, lvb, verslaving) Afspraken over plaatsing en terugname ( terugnamegarantie )? Plaatsingsproblematiek? Aanwezige expertise in de regio (ggz, forensisch, lvb, verslaving) Beschikbaarheid woningen (begeleid/bescher md of zelfstandig) Afspraken tussen zorgaanbieders (op niveau regio ketenveldnorm) Betrokkenheid gemeenten (grote versus kleinere gemeenten)?.. Beschikbaarheid woningen (begeleid/bescher md of zelfstandig) Afspraken tussen zorgaanbieders (op niveau regio ketenveldnorm) Afspraken tussen zorgaanbieder en ketenpartners Afspraken tussen zorgaanbieder en ketenpartners

(justitie, gemeenten) (justitie, gemeenten) Bestuurlijke overlegstructuur Bestuurlijke overlegstructuur Afspraken over regie en mandaat Afspraken over regie en mandaat Zorginhoud Huidig(e) cliënttraject(en) doelgroep Werving en selectie medewerkers (competenties, motivatie)? Cliënttraject(en) doelgroep Beschrijving invulling levensloopteam in projectplan (incl. aantal levensloopteams in de regio). Verantwoordelijkheid, veiligheid en vitaliteit medewerkers? Informatiedeling tussen organisaties binnen team / informatiedeling tussen team en andere zorgaanbieders / partners? Geleverde zorg (behandeling, begeleiding, ondersteuning) Hoog beveiligde bedden beschikbaar? Verschillende instellingen binnen één EPD? Detachering/rechtsvorm? Invulling ambulante behandeling Invulling klinisch (hoog beveiligde bedden) Cliënten en naasten Beoogde rol cliënt en naasten bij individuele cliënten Privacy?.. Rol cliënt en naasten bij individuele cliënten 2

Rol cliënten (organisaties) en naasten (organisaties) in implementatieproces Betrokkenheid informele zorgverleners Betrokkenheid informele zorgverleners Cliëntervaringen Regio indeling Omvang (aantal inwoners, rijafstanden) en kenmerken (aantal aanbieders, expertise aanbieders) regio Werkafspraken cliënten die over regio s heen gaan? Grensgevallen regio-indeling?.. Is zorg-, veiligheid- en woonketen in regio van 1-2 miljoen inwoners sluitend te krijgen? Op welke manier? En zo nee: waarom niet? Beoogde wijze van sluiten van de zorg- en veiligheid- en woonketen in regio van 1-2 miljoen inwoners Gemaakte samenwerkingsafspraken buiten de regio / landelijk Projectstructuur Voor welke projectstructuur is gekozen? Wat zijn de effecten van de projectstructuur geweest? 3