Babel Auteurs: Uwe Rosenberg en Hagen Dorgathen Uitgegeven door Kosmos 2000 Een geraffineerd machtspel voor 2 spelers vanaf 12 jaar. Laat verschillende volkeren reizen, zich op een goede plaats vestigen, tempels bouwen voor jou eer en glorie en verplicht ze op het gepaste ogenblik tot een volksverhuis. Hou rekening met hun bekwaamheden want ze zijn bedreven in het afbreken van tempels, het roven van bouwmateriaal, het verjagen of het aantrekken van andere volkeren. Dit alles met behulp van kaarten, een speelbord en 2 speelfiguren. Spelidee. Aan de oevers van de beide rivieren Eufraat en Tigris ontstaan metropolen vol pracht en praal. Het bouwen van tempels is een teken van rijkdom en welstand. Beide machtige tegenstanders proberen op vijf locaties de hoogste tempel te bouwen. Om dit te bereiken maakt men gebruik van de hulp van de omliggende volkeren en van hun verschillende bekwaamheden. Hij die, door handigheid en durf, de hoogste tempels bouwt, wint. Doel van het spel. Wie de hoogste en daarmee de waardevolste tempels opricht zal het spel winnen. Spelmateriaal. 1 speelbord met voor elke speler 5 locaties alsook 5 tempelbouwplaatsen er is ook 1 plaats voor de stapel met de tempelkaarten 45 tempelkaarten in verschillende bouwniveaus : 10 maal niveau "1", 9 maal "2", 8 maal "3", 7 maal "4", 6 maal "5" en 5 maal "6" 60 volkerenkaarten, telkens 12 kaarten Meder (groen), Sumerer (rood), Hethiter (geel), Perser (grijs) en Assyrer (blauw) 2 speelfiguren Voorbereiding van het spel. Het speelbord komt tussen de beide spelers in het midden van de tafel te liggen. Uit de tempelkaarten worden er twee kaarten met het niveau "1" gesorteerd. Iedere speler krijgt één zo'n kaart die hij open voor zich neerlegt. De overige kaarten worden geschud en als een verdekte stapel op de plaats voor de tempelkaarten op het speelbord gelegd. De volkerenkaarten worden eveneens geschud. Iedere speler krijgt vijf verdekte kaarten die hij in de hand neemt. De overige kaarten worden als een verdekte stapel naast het speelbord gelegd. Ieder speler kiest een figuur die hij op zijn steengroeve plaatst De oudste speler begint. Nadien speelt men om beurt verder. Fig.. Pag. 3 De speelkaarten. De beide soorten speelkaarten hebben de volgende betekenis 1. De volkerenkaarten. de naam van het volk staat bovenaan de kleur geeft aan naar welke locatie men met deze kaart kan reizen de bekwaamheid verwijst naar de bijzondere mogelijkheid van dit volk 2. De tempelkaarten. http:/// Pagina 1 van 5
de waarde geeft aan op welk bouwniveau de tempel zich bevindt. "1" is het laagste en "6" het hoogste bouwniveau Verloop van het spel. Iedere beurt van een speler bestaat uit 3 fasen 1. volkerenkaarten nemen 2. acties uitvoeren 3. tempelkaarten nemen en uitspelen Daar de eerste en de derde fase snel zijn afgehandeld is de tweede fase de kern van het spel. Hier heeft de speler de keuze uit verschillende mogelijkheden die hij in een willekeurige volgorde en frequentie mag uitvoeren, zolang zijn voorraad handkaarten dit toelaat. 1. Volkerenkaarten nemen. In het begin van zijn beurt neemt de speler drie volkerenkaarten van de verdekte stapel en neemt ze bij zijn handkaarten. Dit geldt eveneens voor de eerste ronde waarin iedereen reeds vijf kaarten in de hand heeft. Indien de stapel is opgebruikt dan wordt de openliggende aflegstapel geschud en als een nieuwe verdekte stapel gebruikt. 2. acties uitvoeren. De speler heeft de keuze uit vijf verschillende acties die hij in een willekeurige volgorde en frequentie ( uitgenomen de volksverhuizing ) kan uitvoeren wanneer hij aan de voorwaarden voldoet. 2.1 reizen 2.2 zich vestigen 2.3 bouwen van een tempel 2.4 volksverhuis 2.5 volksbekwaamheid 2.1 reizen De speler legt een volkerenkaart op de aflegstapel en plaatst zijn speelfiguur op de locatie van dit volk. De eerste maal wordt de figuur van de steengroeve naar een locatie gebracht. Van dan af blijft de figuur op het speelbord staan en wordt deze telkens naar de gewenste locatie geschoven. De beide figuren mogen op dezelfde locatie staan maar dan elk op hun eigen veld. 2.2 zich vestigen De speler legt een volkerenkaart bij een locatie. De voorwaarde hierbij is dat de eigen speelfiguur zich op deze locatie bevindt. De volkerenkaart wordt aan de onderste rand van het speelbord van de betreffende locatie met de bouwplaats gelegd. In een beurt mag men meerdere volkerenkaarten aan een locatie aanleggen. Meerdere kaarten worden steeds overlappend afgelegd. Een gevormde kaartenkolom mag enkel in het kader van een volksverhuis ( zie verder ) of door een volksbekwaamheid ( zie verder ) veranderd worden. 2.3 bouwen van een tempel De speler legt een tempelkaart op de bouwplaats van een locatie. De voorwaarde hierbij is dat de eigen speelfiguur op deze locatie aanwezig is. Men hoort wel rekening te houden met de numerieke volgorde. Op een lege bouwplaats komt een tempelkaart met een bouwniveau "1" ; hierop komt een kaart met niveau "2" enz. Deze vastgelegde volgorde kan slechts door een enkele volksbekwaamheid ( zie verder ) verhoogd worden. In alle andere gevallen dient men zich strikt aan deze regel te houden. Anderzijds moeten aan deze locatie minstens evenveel volkerenkaarten liggen als wat het bouwniveau aangeeft. (Vb. bij het bouwen van het vierde niveau moeten er vier of meer volkerenkaarten liggen.) http:/// Pagina 2 van 5
Belangrijk : Na het bouwen van een tempel kunnen volkerenkaarten terug weggenomen worden ( zie volksverhuis) zonder dat de tempel moet afgebouwd worden. De tempelkaarten worden telkens uit de beide kaartenrijen met tempelkaarten, die tijdens het spel worden opgebouwd op de bouwopslagplaats, gekozen. Hierbij mag men enkel de laatst uitgespeelde open tempelkaart kiezen. In het begin van het spel heeft iedere speler een tempelkaart van niveau "1" gekregen. Deze kaart moet men in zijn eerste beurt bij het bouwen van een tempel gebruiken. nvdr liggen er bijvoorbeeld reeds 4 volkerenkaarten op de bouwplaats van de locatie waar je je speelfiguur naar toe brengt dan is het reizen de eerste actie en het bouwen van een tempel tot maximum het vierde niveau met behulp van vier kaarten slechts de tweede actie en niet 1 niveau is één actie. 2.4 Volksverhuis ( slechts eenmaal per speelbeurt ) De speler kan, onafhankelijk van de plaats waar zijn speelfiguur staat, de drie laatst gespeelde volkerenkaarten van een willekeurige locatie naar een andere locatie brengen. Dit kunnen ook kaarten van verschillende volkeren zijn. Hierbij worden de drie kaarten weer overlappend op de nieuwe locatie gelegd bovenop de reeds aanwezige volkerenkaarten (of ze vormen een nieuwe kolom in het geval er daar nog geen kaarten lagen.) Voorwaarde hierbij is dat het hier steeds om precies drie kaarten gaat die verplaatst worden. De volgorde van deze kaarten mag niet veranderd worden. Opgepast : wanneer er aan een locatie slechts een of twee kaarten liggen mag men deze kaarten niet gebruiken voor een volksverhuis. Na een volksverhuis moet het aantal volkerenkaarten niet meer overeenkomen met het tempelniveau. Het aantal volkerenkaarten mag ook lager zijn dan het bouwniveau. Beperking : de volksverhuis mag tijdens een beurt slechts eenmaal uitgevoerd worden. Alle andere acties mogen wanneer de voorwaarden vervuld zijn meermaals uitgevoerd worden. 2.5 Volksbekwaamheid Ieder volk heeft zijn eigen bekwaamheid, die hij enkel kan gebruiken wanneer er drie of meer gelijke volkerenkaarten zonder onderbreking opj elkaar liggen. Deze drie op een rij hoeft niet op het einde van een kolom te zijn. De volksbekwaamheid wordt gebruikt wanneer een van deze drie kaarten op de aflegstapel van de volkerenkaarten komt te liggen. Tip : wie meer dan drie gelijke volkerenkaarten ononderbroken bij elkaar heeft liggen kan de bekwaamheid van dat volk ook meermaals na elkaar aanwenden. Er zijn twee voorwaarden voor het benutten van een volksbekwaamheid : men kan enkel een volksbekwaamheid aanwenden aan die locatie waar je eigen speelfiguur aanwezig is de drie samenliggende volkerenkaarten moeten zich aan diezelfde locatie bevinden Ieder volk heeft zijn eigen bekwaamheid: - 2.5.1 Assyrer : tempelafbraak - 2.5.2 Hethiter : roof van bouwniveau - 2.5.3 Meder : volksverhuis - 2.5.4 Sumerer : overlopen - 2.5.5 Perser : bouwniveau sprong - 2.5.6 Allen : halvering handkaarten 2.5.1 tempelafbraak door drie Assyrer op deze locatie stort de vijandelijke tempel in. De tempelkaarten worden op de verdekte aflegstapel van de tempelkaarten gelegd. Bij het afleggen wordt de volgorde in de kolom niet veranderd. Eerst komt de kaart met de hoogste waarde nadien de kaart met de tweede hoogste enz. 2.5.2 roof van bouwniveau door drie Hethiter http:/// Pagina 3 van 5
op de locatie wordt er van de vijandelijke bouwplaats de bovenste tempelkaart genomen en op de eigen tempelkaart van deze locatie gelegd. Hierbij moet er aan twee voorwaarden voldaan worden : de veroverde kaart moet van een hoger bouwniveau zijn dan het eigen bovenliggende bouwniveau aan deze locatie. Het overslaan van meerdere niveaus is in elk geval toegelaten men moet minstens zoveel volkerenkaarten aan deze locatie hebben aanliggen als wat het bouwniveau aangeeft. Opgepast : de net afgelegde Hethiter-kaart telt hierbij mee. Men mag ook roven wanneer men zelf nog geen tempelkaarten aan de betreffende locatie heeft liggen. 2.5.3 volksverhuis door drie Meder op de locatie verhuist één volledig volk van de tegenstander. De speler beslist welk volk het zal zijn. De tegenstander moet alle kaarten van dat volk, om het even op welke plaats zijn in de kolom liggen, op de aflegstapel leggen. 2.5.4 Overlopen door drie Sumerer op de locatie ruilen de laatst uitgespeelde volkerenkaarten van kant. Alle laatst uitgespeelde gelijke volkerenkaarten van de tegenspeler worden als nieuwe kaarten op de eigen volkerenkaarten gelegd. 2.5.5 Bouwniveau sprong door drie Perser op de locatie mag bij een tempelbouw precies één willekeurig niveau overgeslagen worden er moet echter aan twee voorwaarden voldaan worden : de tempelkaart die men wil gebruiken moet genomen kunnen worden uit een van beide reservestapels op de locatie moeten er voldoende volkerenkaarten liggen die men nodig heeft voor het bouwen van de tempel 2.5.6. halvering van de handkaarten door drie gelijke volkeren op de locatie mag de speler een willekeurige " drieling" activeren om in plaats van de normale bekwaamheid van dat volk te verlangen dat de tegenspeler zijn aantal handkaarten halveert. De tegenspeler zoekt de kaarten zelf uit die hij op de aflegstapel wenst te leggen. Bij een oneven aantal kaarten wordt er in het voordeel van de speler gehalveerd ( zo worden 5 kaarten tot 3 gereduceerd ) 3. Tempelkaarten nemen en uitspelen. Na het beëindigen van al zijn acties neemt de speler twee tempelkaarten van de verdekte stapel en legt deze op de bouwopslagplaats langs zijn speelzijde. Hierbij wordt eerst de kaart met het hoogste bouwniveau en daarop de tweede kaart neergelegd. De kaarten worden over elkaar neergelegd zodanig dat men steeds kan zien welke waarde er ligt. Denk eraan dat bij de actie 2.3 het bouwen van een tempel het telkens slechts de bovenste kaart is die genomen mag worden De speelbeurt is teneinde. Wanneer men nu vier of meer kaarten in de hand heeft moet men het aantal handkaarten aan de tegenspeler melden. Einde van het spel Men heeft drie verschillende situaties die het spel kunnen beëindigen. het spel eindigt wanneer een speler bij het bouwen van zijn tempels een som van 15 of meer bereikt en zijn tegenspeler op dat ogenblik een waarde van minder dan 10 heeft voor zijn tempels. Heeft de tegenspeler toch 10 of meer punten dan gaat het spel verder in een eindfase. in de eindfase wordt er normaal verder gespeeld. Hij, die bij het bouwen van zijn tempels 20 of meer punten bereikt of de waarde van de tempels van zijn http:/// Pagina 4 van 5
tegenspeler onder de 10 brengt onafhankelijk wie er als eerste de som van 15 bereikt had, wint. in het uiterst zeldzame geval eindigt het spel wanneer de laatste tempelkaart getrokken wordt en in een bouwopslagplaats wordt aangelegd. Beide spelers tellen hun tempelniveaus samen. Wie de hoogste som bereikt wint, bij gelijkheid wint hij die de meeste volkerenkaarten in de hand heeft. 3 volkerenkaarten nemen 5 soorten acties uitvoeren Samenvatting reizen zich vestigen tempel bouwen volksverhuis (slechts éénmaal per beurt) volksbekwaamheid aanspreken blauw = tempel vernietigen geel = roof bouwniveau van tegenstander groen = verhuis van één volk naar de aflegstapel rood = overlopen van laatste gelijke volkerenkaarten grijs = 1 bouwniveau overslaan alle = handkaarten tegenstander halveren 2 tempelkaarten nemen en uitleggen Date Last Modified: 06-11-2000 Deze pagina is onderdeel van de vzw Vlaams Spellenarchief http:/// Pagina 5 van 5