Sanssouci Ravensburger, 2013 Michael KIESLING 2 4 spelers vanaf 8 jaar ± 90 minuten

Transcriptie

1 Doel van het spel Sanssouci Ravensburger, 2013 Michael KIESLING 2 4 spelers vanaf 8 jaar ± 90 minuten Wie legt de meest prachtige tuin aan? Ronde na ronde vergroot het ene na het andere afgelegde kaartje de eigen tuin met onder andere indrukwekkende paviljoenen, imposante standbeelden, heerlijk geurende kruidenperkjes of kleurrijke rozenbogen. Tegelijkertijd bewegen de eigen edelen door het park. Des te verder de eigen edelen over de nieuwe aangelegde paden kunnen flaneren, des te meer zegepunten ze opleveren. Aan het einde van het spel ontvangt men eveneens zegepunten voor compleet aangelegde percelen in de eigen tuin. Na 18 rondes eindigt het spel en de speler met de meeste zegepunten is de winnaar van het spel.

2 Spelmateriaal 1 speelbord Het toont aan de buitenzijde het scorespoor en binnenin 10 velden (telkens 2 velden in de kleuren wit, grijs, oranje, paars en turkoois) waarop in de loop van het spel de tuinkaartjes open worden neergelegd en zowel links en rechts ernaast 8 stapelvelden (groen) voor de verdekte tuinkaartjes. 4 tuinen (tweezijdig) Elke tuin toont precies 54 velden, opgebouwd uit 9 verticale kolommen (met de motieven doolhof, standbeeld, paviljoen, sculptuur, trap, fontein, rozenboog, kruidenperk en wijnstok) en 6 horizontale rijen (in de kleuren beige, wit, grijs, oranje, paars en turkoois met 1 tot 6 zegepunten). 15 van de 54 velden zijn al bedrukt met tuinkaartjes (zoals bijvoorbeeld de complete eerste rij). 81 tuinkaartjes Ze tonen op hun voorzijde dezelfde 9 motieven zoals de kolommen (doolhof, standbeeld, ) en op de rugzijde 3 verschillende tuinmannen (elk motief is er 9 keer). 90 speelkaarten TIP: Het onderscheid van de afzonderlijke motieven van dezelfde categorie (zoals bijvoorbeeld zes verschillende paviljoens) dient enkel voor de sfeer en speelt voor de rest geen rol speelkaarten (18 per spelerskleur) - 4 zegepuntkaarten 50/100 (1 per spelerskleur) - 9 opdrachtkaarten (lichtblauw-paarse rugzijde) - 5 vervangkaarten (niet nodig voor het spel) 36 edelen (9 per spelerskleur) 4 telstenen (1 per spelerskleur) 4 uitbreidingstegels (tweezijdig) SANSSOUCI (RAVENSBURGER) - 2 / 7 -

3 Spelvoorbereiding Het speelbord wordt in het midden van de tafel gelegd. Iedere speler ontvangt één toevallig getrokken tuin die hij met een bovenzijde naar keuze voor zich neerlegt. Bovendien ontvangt iedere speler de 9 edelen, de telsteen, de 18 speelkaarten en de zegepuntkaart in de kleur van zijn keuze: - De 9 edelen plaatst iedere speler op de velden van zijn kasteelterras, één per kolom. - De telstenen worden op het startveld (0/50) van het scorespoor, aan de rand van het speelbord, geplaatst. - De 18 speelkaarten worden verdekt zeer grondig gemixt en worden als verdekte voorraadstapel voor zich neergelegd. Dan neemt iedere speler de bovenste 2 kaarten van zijn stapel in de hand. - De zegepuntkaart legt iedereen voor zich neer. De 9 opdrachtkaarten (lichtblauw-paarse rugzijde) worden verdekt gemixt en verdeeld. Iedere speler ontvangt 2 kaarten die hij in het geheim bekijkt en daarna verdekt voor zich neerlegt. Deze kaarten leveren extra zegepunten aan het einde van het spel (zie daar). De resterende opdrachtkaarten worden ongezien terug in de doos gelegd. Spelverloop De oudste speler begint het spel, daarna gaat het om de beurt verder met de wijzers van de klok mee. De speler die aan de beurt is, voert zijn speelbeurt in de volgende volgorde uit: 1. Hij legt één van zijn 2 handkaarten open voor zich neer, neemt het passende tuinkaartje van het speelbord en legt dit in zijn tuin. 2. Hij verplaatst, als hij dat wil, één van zijn 9 edelen en zet met zijn telsteen het bereikte aantal zegepunten naar voor. Van de 81 tuinkaartjes komen er de volgende (afhankelijk van het aantal spelers) in het spel: - 2 spelers: de 45 kaartjes met deze tuinman (en een Romeins cijfer II) op de rugzijde. - 3 spelers: de 63 kaartjes met deze tuinmannen (en een Romeins cijfer II of III) op de rugzijde. - 4 spelers: alle 81 kaartjes (Romeinse cijfers II, III en IV). Bij 2 en 3 spelers worden de overtollige kaartjes terug in de doos gelegd. Alle kaartjes die in het spel aanwezig zijn, worden met de verdekte zijde (de zijde met de tuinman) naar boven gemixt en vervolgens als ongeveer gelijke verdekte stapels op de daarvoor voorziene 8 groene velden van het speelbord klaargelegd. Tot slot worden nog de 10 kleurrijke velden van het speelbord met toevallige kaartjes van willekeurige stapels belegd. Deze 10 kaartjes liggen steeds open, dus met het motief naar boven. De uitbreidingstegels worden alleen bij de uitbreiding (zie pagina 7) gebruikt en blijven tijdens het basisspel in de doos. 3. Hij legt een nieuw tuinkaartje van een stapel naar keuze bloot en legt dit op de vrijgekomen plaats op het speelbord zodat er opnieuw 10 kaartjes open liggen. 4. Hij trekt de bovenste kaart van zijn voorraadstapel zodat hij opnieuw 2 kaarten in de hand heeft. Dan komt de volgende speler aan de beurt die eveneens deze handelingen verricht. Dit gaat zo door tot het spel na 18 rondes eindigt. SANSSOUCI (RAVENSBURGER) - 3 / 7 -

4 1. Een handkaart uitspelen en een passend kaartje in de tuin leggen De speler die aan de beurt is, speelt één van zijn 2 handkaarten uit en legt die op een eigen open aflegstapel naast zijn verdekte voorraadstapel. Afhankelijk van de uitgespeelde kaart geldt: Toont de uitgespeelde kaart een combinatie van 2 kleuren (iedere speler heeft deze kaartensoort 8x), moet de speler één van de 4 kaartjes van de gelijk gekleurde 2 x 2 kleurvelden van het speelbord nemen en in zijn tuin leggen. Carl speelt de kaart grijs/turkoois. Hij neemt één van de vier kaartjes van het speelbord die daar op de 2 grijze of 2 turkooize velden liggen en plaatst die in zijn tuin. Toont de uitgespeelde kaart een motief (iedere speler heeft deze kaartensoort 9x), moet de speler één kaartje van deze categorie van het speelbord nemen en in zijn tuin plaatsen. Als er geen enkel van de 10 openliggende kaartjes op het speelbord tot de categorie behoort van het uitgespeelde motief, mag de speler één van de 10 kaartjes naar keuze nemen en in zijn tuin leggen. TIP: Alle spelers moeten proberen om deze lucratieve keuze zo vaak mogelijk te benutten. Toont de uitgespeelde kaart vrije keuze (iedere speler heeft deze kaartensoort 1x), mag de speler één kaartje naar keuze nemen van de 10 openliggende kaartjes en dit in zijn tuin leggen. 1 Marc speelt de kaart paviljoen. Er liggen 3 paviljoenen bloot. Marc kiest het paviljoen van het witte veld en plaatst dit in zijn tuin. 2 Anne speelt de kaart trap uit. Er ligt echter geen enkele trap bloot. Anne mag nu naar keuze één open kaartje van het speelbord nemen (alsof ze de kaart vrije keuze zou hebben gespeeld) en dit in haar tuin leggen. Tuinkaartjes steeds passend plaatsen! Voor elk kaartje dat van het speelbord wordt genomen, is er telkens maar één enkel passend veld in de tuin. Dit wordt bepaald door het motief van het kaartje (passende kolom) en door de kleur van het speelbordveld waarvan het wordt genomen (passende rij). Andere beperkingen zijn er niet en zo mogen bijvoorbeeld kaartjes te allen tijde zonder verbinding met andere kaartjes in de tuin worden geplaatst. Anne neemt met de kaart paars/turkoois een kaartje paviljoen van het speelbord van een turkoois veld. Uiteraard moet zij dit kaartje nu in haar tuin plaatsen in de turkooize rij onder de kolom van het motief paviljoen. Anne neemt met de kaart kruidenperk één passend kaartje van een oranjekleurig veld van het speelbord. Uiteraard moet zij dit kaartje nu in haar tuin plaatsen in de oranje rij onder de kolom van het motief kruidenperk. SANSSOUCI (RAVENSBURGER) - 4 / 7 -

5 Tuinman?! Als het veld in de tuin, waarop het genomen kaartje moet worden gelegd, al bezet is, draait de speler het nieuwe kaartje op de tuinmanzijde. Deze tuinman moet de speler nu, vertrekkend van dit belegde veld, ofwel horizontaal in dezelfde rij of verticaal in dezelfde kolom op een vrij veld plaatsen. OPMERKINGEN - Alle tuinmannen hebben onafhankelijk van hun vormgeving dezelfde functie. - Als zowel alle velden van de rij alsook alle velden van de kolom zijn belegd, mag de speler de tuinman op een leeg veld naar keuze plaatsen. Anne neemt enkele rondes later met de kaart vrije keuze opnieuw een kaartje paviljoen van een turkooize veld van het speelbord. Omdat dit veld in de tuin al is belegd, moet zij dit nieuwe kaartje als tuinman op één van de 7 gemarkeerde vrije velden plaatsen, het best op paviljoen paars. 2. Een edele verplaatsen De speler kan één van zijn edelen in zijn tuin verplaatsen. Hierbij moeten de volgende spelregels worden gerespecteerd: - Een edele mag enkel over doorlopende wegen (bevinden zich zowel op de motieven als op de tuinmannen) verplaatst worden. Hij mag hierbij willekeurig veel kaartjes benutten, maar geen lege velden (zie het voorbeeld op de volgende pagina). - Aan het einde van zijn beweging moet de edele steeds onder zijn startpositie in dezelfde verticale kolom staan. Met andere woorden: een edele mag wel opnieuw in de richting van het kasteel gezet worden en ook zijn kolom kortstondig verlaten, maar aan het einde van zijn verplaatsing moet hij opnieuw in dezelfde kolom staan en minstens één rij dieper als ervoor (zie voorbeeld op de volgende pagina). - Een edele kan te allen tijde aan andere edelen en de tuinmannen voorbijgaan, maar niet op tuinmankaartjes blijven staan! OPPASSEN: dit wordt vaak vergeten! - Een edele mag per ronde éénmaal verplaatst worden en hiermee in het totale spelverloop in het beste geval zesmaal (om te beginnen op rij 1, dan op rij 2, dan op rij 3 enzovoort tot op rij 6). OPMERKINGEN - In het geval dat een speler geen edele kan of mag bewegen, slaat hij gewoon het tweede deel van zijn speelbeurt over. - De beweging moet niet noodzakelijk iets met het zonet geplaatste kaartje te maken hebben. - Uiteraard kunnen edelen (in overeenstemming met de spelregels) ook over de afgedrukte velden verplaatst worden. Zegepunten! Nadat een speler een edele heeft verplaatst, ontvangt hij zoveel zegepunten als links of rechts van de rij wordt aangegeven waarop de edele werd gezet. Hierbij speelt het geen rol van welk veld de edele is gestart. De zegepunten markeert de speler met zijn telsteen op het scorespoor. Verplaatst hij zijn telsteen over het veld 50 dan legt hij zijn zegepuntkaart met de 50 naar boven naast dit veld. Overschrijdt hij later een tweede keer het veld 50, draait hij de zegepuntkaart op de zijde met de SANSSOUCI (RAVENSBURGER) - 5 / 7 -

6 1 2 Herman beweegt zijn edele van het terras naar het paviljoen van de grijze rij: hij ontvangt 3 zegepunten (ZP). Naar het paviljoen van de beige of witte rij kan hij deze edele in het verdere spelverloop niet meer terugzetten, maar hij mag over deze velden wel bewegen. 3 Herman verplaatst zijn edele van de bron van de beige rij naar de bron van de grijze rij: hij ontvangt 3 zegepunten. 4 Herman verplaatst zijn edele van de wijnstok van de beige rij naar de wijnstok van de turkooize rij: hij ontvangt 6 zegepunten. Naar de wijnstok van de oranje rij kan hij niet gaan omdat er geen weg daarheen leidt. 3. Nieuwe tuinkaartjes De speler neemt het bovenste kaartje van een stapel naar keuze van het speelbord en legt dit open op het zonet vrijgekomen veld. Zo liggen er steeds 10 open kaartjes voor de spelers. 4. Nieuwe handkaarten Als laatste actie van zijn speelbeurt trekt de speler van zijn eigen voorraadstapel de bovenste kaart zodat hij opnieuw 2 kaarten in de hand heeft. In de voorlaatste ronde kan geen kaart meer getrokken worden zodat alle spelers in ronde 18 nog hun laatste kaart kunnen uitspelen. Dan eindigt het spel. Herman beweegt zijn edele van de trap van de witte rij naar de trap van de paarse rij: hij ontvangt 5 zegepunten. Op deze wijze kan hij in een volgende ronde nog naar de trap van de turkooize rij gaan en opnieuw 6 zegepunten incasseren. TIP De spelers mogen te allen tijde de kaarten van hun voorraadstapel tellen (zo weten ze hoeveel bewegingen ze met hun edelen nog kunnen maken). De kaarten mogen ze echter niet bekijken! SANSSOUCI (RAVENSBURGER) - 6 / 7 -

7 Einde van het spel Het spel eindigt nadat elke speler zijn 18 de kaart heeft uitgespeeld en uitgevoerd. Dan volgt de slotwaardering: Voor elke compleet belegde horizontale rij (met uitzondering van de eerste rij!) ontvangt de speler 10 zegepunten min de waarde van de desbetreffende rij (2 6). Het speelt hierbij geen rol of daar ook tuinmannen liggen. Voor elke compleet belegde verticale kolom ontvangt de speler 5 zegepunten. Het speelt hierbij geen rol of daar ook tuinmannen liggen. De beide opdrachtkaarten leveren zoveel zegepunten op in overeenstemming met de rij waarin de edelen aan het einde van het spel staan. De speler met de meeste zegepunten wint het spel. Bij een gelijke stand wint van die spelers de speler die meer tuinmannen in zijn tuin heeft. Als er dan nog een gelijke stand is, zijn er meerdere winnaars. Uitbreiding Alle spelregels blijven bestaan, met de volgende wijzigingen: aan het begin van het spel ontvangt iedere speler extra bij zijn tuin nog een uitbreidingstegel. Vóór hij deze tegel op zijn tuin legt, moet hij zijn beide opdrachtkaarten toch nog eens grondig bekijken. Pas dan moet hij beslissen met welke zijde naar boven hij zijn uitbreidingstegel plaatst. De tegel moet zo worden neergelegd dat hij met de top het veld trappen grijs bedekt. 12 van de 16 velden van elke uitbreidingstegel zijn gemarkeerd. Voor deze velden geldt: In dit voorbeeld ontvangt Herman voor de compleet belegde grijze rij 10-3=7 ZP en voor de twee compleet belegde kolommen (rozenboog en trappen) telkens 5 ZP. Zijn beide opdrachtkaarten leveren hem 8 ZP op (3 voor de doolhof en 5 voor het paviljoen). In totaal ontvangt hij er dus nog eens =25 zegepunten bij. Bonus voor motieven Plaatst een speler een kaartje met een motief op zulk een veld, ontvangt hij onmiddellijk de overeenstemmende zegepunten (1, 2 of 3). Plaatst hij hier een tuinman, gebeurt er niets. Bonus voor tuinman Plaatst een speler een kaartje met een tuinman op zulk een veld, ontvangt hij onmiddellijk 3 zegepunten. Plaatst hij hier een kaartje met een motief, gebeurt er niets. Strafpunten voor motieven of tuinmannen (rode rand) Plaatst een speler een willekeurig kaartje op zulk een veld, verliest hij onmiddellijk de overeenstemmende zegepunten (-2 of -3). Alle andere spelregels, zeker in verband met de complete rijen en kolommen blijven gelden. Ook de velden van de uitbreidingstegels gelden uiteraard pas dan als belegd als er inderdaad tuinkaartjes zijn geplaatst. vertaling: Herman BELLEKENS herman.bellekens@skynet.be 1 november SANSSOUCI (RAVENSBURGER) - 7 / 7 -