Evaluatie van het lage temperatuur gedrag van een 70% PR asfaltmengsel

Vergelijkbare documenten
Laboratoriumbeproevingen bitumen

BioRePavation. Max von Devivere/ Laurent Porot

De verschillen tussen laboratorium veroudering van bitumen 70/100 en asfalt toepassing in ZOAB

De ontwikkeling van hoog PR asfaltmengsels met verjongingsmiddelen

Beïnvloedt het verouderingsproces de vermoeiing en het healing gedrag van bitumineuze asfaltmortels? Wim Van den bergh Artesis Hogeschool Antwerpen

Gerelateerde of voorspellende bitumen eigenschappen: voortschrijdend inzicht. Jeroen Besamusca

De ontwikkeling van hoog PR asfaltmengsels met verjongingsmiddelen

Fundamentele testen op asfalt Dr. A. Vanelstraete

Hergebruik Tweelaags ZOAB Oud ZOAB nieuw ZOAB Oud Polymeerbitumen nieuw PmB

REGENIS BITUMEN VOOR HERGEBRUIK

ZIN EN ONZIN HERGEBRUIK POLYMEERGEMODIFICEERD ASFALT

OPTIMALISERING VAN AGED-BITUMEN BOUND BASE: ITS-R en BBR

Asfalt en bitumendag. Bitumeneigenschappen Healing en hergebruik. Ing. Wim Van den bergh

Re-activeren van sterk verouderd bitumen (black rock)

Niet gescheiden hergebruik gemodificeerd asfalt - invloed op reologische eigenschappen van het bitumen -

FUNCTIONEEL VERIFIËREN

Meer informatie over asfalt, voor- en nadelen kan u raadplegen op onze partnersite:

Equivalent Viscositeit Temperatuur Dynamisch of kinematisch?

Efficiënt functioneel asfaltonderzoek de rol van het bitumen

Het voordeel van het gebruik van bitumen afkomstig van een constante oorsprong

Laboratorium- en in-situ veroudering van polymeer gemodificeerd bitumen

Monitoring A12: keuze van het bindmiddel

De ontwikkeling van een kunstmatig verouderd asfalt: AAAM Artificially Aged Asphalt Mixture

Gekleurde asfaltmengsels: kleur en invloed van de specifieke bestanddelen

DRAFT-1. Rekentechnische vergelijking WAB- GAB ontwerpgrafiek voor Projectbureau Zeeweringen

DE TWEEDE GENERATIE BITUMENSPECIFICATIES

Asfalt voor zwaar belaste verhardingen. Eric Van den Kerkhof Johan Trigallez Colas Belgium

Hoe asfaltgranulaat hoogwaardig toepassen in de toekomst?

SilentRoads. Hoe maak je een geluidsarm wegdek met voldoende levensduur? Rien Huurman, Sterrebeek,

Bitumen De basis van asfalt. Tony De Jonghe Eurobitume

De aanleg van EME binnen Europa, vereist een gepaste klimaat aanpak

Laboratoriumbeproevingen asfalt

30% CO 2 & energiereductie

NIEUWE PRESTATIEGERICHTE ASFALTPROEVEN VOOR ASFALTMENGSELS : LAGE TEMPERATUUR SCHEURVORMING EN STIJFHEIDSMODULUS

12/2013. Nynas productoverzicht en toepassingsgebied

Aged-Bitumen Bound Base Concept: Evaluatie proefvakken

LEAB, duurzaam asfalt produceren bij lagere temperaturen Maarten Jacobs en Rémy van den Beemt, BAM Wegen bv

Functioneel verifiëren asfaltverhardingen

AVS met Nypave FX 15. Tine Tanghe, Nynas NV NCCA

Onderzoek naar vloeistofdichte asfaltconstructies - ervaringen met een praktijkgeval -

Provincie Overijssel. Duurzaamheid en innovatie in wegaanleg en wegonderhoud. Rien Huurman

Demonstratievak LEAB-PA+ Laag Energie Asfalt voor deklagen

Nieuwe asfaltnormen en CE markering ir. Jan van der Zwan

Volumetrie = levensduur: IVO-SMA en de Standaard 2015

Technische Gegevens. Kunststof Plaatmateriaal. Dikte 2 mm

Afval in asfalt; technologische uitdaging. Op weg naar Circulair Asfalt. KIWA-KOAC Technologendagen Duurzaam Gebied.

Eigenschappen basalt composiet

De invloed van PMB gedrag op functionele eigenschappen: van bitumeneigenschappen naar verhardingsontwerp

Nieuwigheden op het vlak van bitumineuze verhardingen. Ann Vanelstraete

NIEUWE PROEVEN VOOR POLYMEERGEMODIFICEERDE BINDMIDDELEN: RESULTATEN BELGISCHE RINGANALYSE

Normblad: 1 / 5 mei 2016

Rubber-gemodificeerd asfalt, een nieuw concept

Leidraad voor de beoordeling van de waterdichtheid van asfaltverhardingen op kunstwerken (beton en staal)

12/2012. Productoverzicht en toepassingsgebied

ASFALT MET VERLAAGDE TEMPERATUUR INVLOED OP DE PRESTATIEKENMERKEN

LEAB Laag energie asfaltbeton voor CO 2 - en energiereductie

DE MSCR TEST, EEN NIEUWE BINDMIDDEL TESTS VOOR SPOORVORMING?

Wordt PmB het teer van het komende decennium?

PRESTATIEVERKLARING. DoP: 0058 voor termoz SV II ecotwist (Kunststof verbindingen voor gebruik in beton en metselwerk ) NL

Asfaltproductie bij lage temperaturen

Classificatie van asfaltmengsels met behulp van de RSAT proef

W-DWW Toepassing van een op volumetrie gebaseerde mengselontwerpmethode. Jan Voskuilen 1 en Gerrit Westera 2

De Combinatiedeklaag verder verbeterd - Hoogwaardige toepassingen Combinatiedeklaag

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

De resultaten van Type Tests toegepast in contracten: een technisch correcte invulling met VEROAD-XL

PRESTATIEVERKLARING. Nr NL. Bevestiging achteraf in ongescheurd beton, zie bijlage, in het bijzonder bijlages B 1 tot en met B 3

PRESTATIEVERKLARING. Nr NL. 5. Het systeem of de systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid: 1

PRESTATIEVERKLARING. Nr NL. 5. Het systeem of de systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid: 2+

CE-eigenschappen: weten en dan meten

Spoorvormingsgevoeligheid LinTrack - SMA verklaard

ASFALTGRANULAAT: EEN KWALITATIEVE LAST MAAR EEN ECONOMISCHE LUST?

Ontwikkeling van 100% recycling asfalt

GIETASFALT: ACHTERGROND VOOR DE NIEUWE EISEN EN AANDACHT VOOR VERWERKBAARHEID

PRESTATIEVERKLARING. Nr NL. 5. Het systeem of de systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid: 2+

FIST-RSKG-4. Gel afdichting voor de ronde kabelpoorten van de FIST-GCO2-BX6, FX6 en BX8 lasmof. Inhoud. 1 Algemeen. 2 Kit inhoud

PRESTATIEVERKLARING. Nr NL. 5. Het systeem of de systemen voor de beoordeling en verificatie van de prestatiebestendigheid: 1

Alistair LED stairwell luminaire Handleiding Alistair (UC03 sensor)

Asfaltgranulaat: Ervaringen in Vlaanderen

Tentamenopgave chemie B Geachte kandidaat,

PenTack. Preventief asfaltonderhoud. Duurzaam. 60% Kostenbesparing. Snel & efficiënt. Milieuvriendelijk. Voor alle soorten asfalt

Consequenties van de functionele CE-markering voor het dimensioneren van asfaltverhardingen

STUDIE NAAR HET GEBRUIK VAN DE DYNAMIC SHEAR RHEOMETER VOOR VERMOEIING- EN HEALINGSTESTEN OP BITUMINEUZE MORTEL

GTL-congres. Duurzaamheid en geluid in de wegenbouw. Bert Gaarkeuken, Hoevelaken,

PRESTATIEVERKLARING. Nr NL. bijlages B 1 tot en met B 4

PRESTATIEVERKLARING. Nr NL. Bevestiging achteraf in gescheurd of ongescheurd beton, zie bijlage, in het bijzonder bijlages B 1 tot en met B 6

he[mans bij de productie van asfalt Reductie CO2 uitstoot Lage temperaturen asfalt met minimaal 60% PR en terugdringen gebruik nieuw bitumen

PRESTATIEVERKLARING. DoP: voor fischer Doorsteek anker FAZ II (Momentgecontroleerd spreidanker) NL

PRESTATIEVERKLARING. Nr NL. Bevestiging achteraf in gescheurd of ongescheurd beton, zie bijlage, in het bijzonder bijlages B 1 tot en met B 4

Alistair LED stairwell luminaire Handleiding Alistair (Emergency UC03 sensor)

Schuimbitumenstabilisatie. Frits Stas Technologendagen, Vught 10 maart 2016

Innovation Concepts B.V. Nieuwsbrief Versie NL

vjm-kx.-:- 'y.e.]^^j 1.41^1

Windows Server 2003 EoS. GGZ Nederland

Welkom. Verordening Bouwproducten en Certificering BRL 2506

Gent, 25 mei Dries Bogaert

Hergebruik van asfalt

SilentRoads, 12 april 2018

Voorwoord en ontwikkeling BCTR. Aaldert de Vrieze / Harko Groot InVra plus

Transcriptie:

Evaluatie van het lage temperatuur gedrag van een 70% PR asfaltmengsel David J.C. Broere Arizona Chemical, Almere (david.broere@azchem.com) Laurent Porot Arizona Chemical, Almere (Laurent.porot@azchem.com) Michael P. Wistuba Pavement Engineering Centre @ TU Braunschweig (m.wistuba@tu-braunschweig.de) Jens Grönniger Pavement Engineering Centre @ TU Braunschweig (j.groenniger@tu-braunschweig.de) Abstract Met de huidige asfaltmengtechnieken is het mogelijk om PR tot 70% te hergebruiken in nieuwe asfaltmengsels. Hoewel het mogelijk is om de specificaties op bindmiddel en asfaltmengsel te behalen, bestaat de kans dat hoge PR asfaltmengsels over slechte eigenschappen beschikken. Hierdoor kan vroege scheurvorming optreden ten gevolge van slechte chemische en fysische eigenschappen van het verouderde bindmiddel. Deze bijdrage presenteert resultaten van een laboratorium onderzoek op bindmiddel- en asfaltmengselniveau. Het onderzoek vergelijkt drie gelijkwaardige asfaltmengsels, waarvan een mengsel zonder PR, een mengsel met 70% onbehandelde PR en een mengsel met 70% PR behandeld met een bio-based verjongingsmiddel is. Het bindmiddel onderzoek was uitgevoerd op conventionele bindmiddeleigenschappen (penetratie en verwekingspunt) als wel reologische eigenschappen gemeten met Dynamic Shear Rheometer en Bending Beam Rheometer. Het asfaltmengsel onderzoek was uitgevoerd met de cyclic indirect tensile test en thermal stess retained specimen test. Het resultaat van het onderzoek geeft aan dat de bio-based verjongingsmiddel naast het herstellen van de eigenschappen op bij omgevingstemperatuur ook in staat is om de lage temperatuur karakteristieken volledig te herstellen. De flexibiliteit op lage temperatuur zowel op relaxatie van het bindmiddel als de gevoeligheid met betrekking op scheurvorming van het 70% PR asfaltmengsel is hersteld naar het niveau de eigenschappen van vers bindmiddel. Kernwoorden Asfalt granulaat, bio-based verjongingsmiddel, recycling, asfalt, lage temperatuur, BBR, TSRST CROW Infradagen 2016 1

1. Inleiding Economische en milieutechnische beperkingen leiden ertoe dat producten steeds vaker worden hergebruikt gedurende hun volledige levenscyclus. In de wegenbouw ligt de nadruk op het beheer van de natuurlijke hulpbronnen, zoals aggregaten en bindmiddelen. Asfaltverharding is een van de meest gerecyclede en hergebruikte materialen ter wereld. Het gebruik van teruggewonnen asfalt is in dat opzicht een grote uitdaging [1]. Om de duurzaamheid bij de aanleg van asfaltverhardingen te waarborgen, is het wenselijk om asfaltmengsels met een hoog gehalte asfaltgranulaat (PR) te gebruiken. In Nederland kunnen de meeste asfaltcentrales tegenwoordig asfaltmengsels voor base en bind lagen produceren die tot 70% PR bevatten. Het is mogelijk om asfaltmengsels met 70% PR te produceren die dezelfde of zelfs betere eigenschappen hebben ten opzichte van asfaltmengsels zonder asfaltgranulaat. In de praktijk worden de eigenschappen van asfaltmengsels gebaseerd op de hoge temperatuurweerstand, zoals de spoorvormingsprestaties, of het gedrag bij gemiddelde temperatuur (20 40 C), zoals vermoeiingseigenschappen, terwijl de prestaties bij lage temperatuur niet standaard worden geëvalueerd. In deze bijdrage wordt gewezen op het belang van onderzoek naar het gedrag bij lage temperatuur met behulp van de Thermal stress retained specimen test (TSRST) en complexe modulus met cyclic indirect tensile test (CIDT) bij de productie van asfaltmengsels met een hoog PR-gehalte. De belangrijkste factor die het gebruik van hogere PR-percentages beperkt, is de veroudering van het bitumineuze bindmiddel. Het verouderingsmechanisme is complex en wordt nadelig beïnvloed door oxidatie en veranderingen in de chemische samenstelling [2]. Veroudering zorgt ervoor dat het materiaal harder en brozer wordt [3]; de stijfheid is enerzijds een voordeel, aangezien de weg minder vatbaar wordt voor voortdurende vervorming, maar anderzijds wordt het materiaal ook brozer, waardoor het vatbaarder wordt voor scheurvorming. [4]. Wanneer het PR wordt hergebruikt in een verhouding van 70%, bedraagt de penetratie van het bitumen in het uiteindelijke mengsel mogelijk 20 30 dmm. Om de penetratiewaarden op een wenselijk niveau te krijgen, is erg zacht bitumen nodig, met een penetratie van 1000 dm. Bitumenleveranciers leveren dit soort bitumen niet. Zelfs als zulke zachte bindmiddelen verkrijgbaar zouden zijn, zou dat ten koste gaan van de kwaliteit van het asfalt. Om de eigenschappen van verouderd bitumen te herstellen moeten additieven worden toegevoegd om het verouderde bitumen in het PR te verjongen [5]. De werking van een verjongingsmiddel kan het best worden beschreven als het dispergeren van hoog polaire fracties en het versterken van het oplossend vermogen van de maltene fractie [6]. In asfaltmengsels die voldoen aan de EN-normen is het erg moeilijk om de doeltreffendheid van verjonging te beoordelen. Bij zacht bitumen of conventionele weekmakers worden alle eigenschappen, zoals penetratie, verwekingspunt en modulus, hersteld vanwege het verdunningseffect, maar wordt de fractie niet gedispergeerd en wordt de vatbaarheid voor scheurvorming niet verlaagd. De vatbaarheid voor scheurvorming kan worden beoordeeld aan de hand van het gedrag bij lage temperatuur. In deze bijdrage worden de eigenschappen van het asfaltmengsel, naast conventionele methoden ook voor de vatbaarheid voor scheurvormingsgevoeligheid onderzocht door het gedrag van het mengsel en het bindmiddel bij lage temperatuur te bestuderen. CROW Infradagen 2016 2

2. Proefopzet 2.1 Bio-based verjongingsmiddel Bitumen verstijft en wordt broos naarmate het verouderd vanwege veranderingen in de chemische samenstelling van het bindmiddel. Belangrijke veranderingen zijn het verlies van maltenen die het bindmiddel zachter en minder viskeus maken en een stijging van de asfaltenen en polaire aromaten door oxidatie. Het specifieke bio-based verjongingsmiddel [7]dat bij de studie werd gebruikt, vertoond een amfipatische chemische structuur die zowel de hoog polaire fracties moet dispergeren als het oplossend vermogen van de maltene fractie moet stimuleren, zelfs bij zeer lage doseringen. Het verjongingsmiddel, SYLVAROAD RP1000 performance additive [8], is een doorzichtig geel additief dat vloeibaar is bij kamertemperatuur. In tabel 1 vindt u de belangrijkste eigenschappen ervan. Eigenschappen Typische waarden Vlampunt > 280 C Viscositeit bij 60 C 22 cst Dichtheid 0,93 Troebelingspunt < -25 C Tabel 1: eigenschappen van het verjongingsmiddel 2.2 asfalt granulaat Het asfalt granulaat dat in deze studie werd gebruikt, werd geleverd door de Technische Universiteit van Braunschweig, Duitsland. Het PR-bindmiddel werd geëxtraheerd en teruggewonnen, waarna de penetratie en het verwekingspunt werden bepaald (zie tabel 2). Gehalte bindmiddel Penetratie 25 C PR 4,94 % 29 dmm 55,1 C Tabel 2: eigenschappen van het bindmiddel Verwekingspunt De zeefkromme voor het PR werd voor en na de extractie bepaald. Er is duidelijk een groot verschil in zeefkrommes te zien, waarbij het gedeelte fijn materiaal veel groter is na de extractie dan ervoor. Om het mengsel correct samen te stellen, moet de werkelijke korrelverdeling van de mineralen in het PR na extractie worden gebruikt. Het additief mobiliseert het bindmiddel in het PR; het PR hoeft niet meer beschouwd te worden als zwart gesteente. De gradatie van het PR is te zien in figuur 1. CROW Infradagen 2016 3

Figuur 1: zeefkromme van het asfalt granulaat 2.3 Productie van het asfaltmengsel Een studie werd verricht in het Pavement Engineering Centre van de Technische Universiteit van Braunschweig, Duitsland, om de mechanische eigenschappen van 3 asfaltmengsels te evalueren, waaronder de stijfheidsmodulus en de scheurvorming bij lage temperatuur. Het gekozen asfaltmengsel was een AC 16, 50/70 BN. Het referentiemengsel was een mengsel volgens de Duitse normen. Een tweede mengsel bevatte 70% PR en een derde 70% PR met SYLVAROAD RP1000 performance additive. De asfaltmengsels werden geproduceerd in overeenstemming met norm EN 12697-35, tabel 3. De mengtemperatuur werd constant gehouden op 170 C voor elk van de drie mengsels. Nr. Mengseltype Bitumen Asfalt granulaat (massa-%) 1 SYLVAROAD RP1000 0 Nr. 135 2 70 Nr. 135 AC 16 50/70 3a 70 Ja 135 3b 70 Ja 95 Tabel 3: samenstelling asfaltmengsel 2.4 Productie van het proefstukken voor het asfaltmengsel Verdichtingstemperatuur ( C) Het verdichten van de asfaltmengsels gebeurde met behulp van een standaardwals volgens EN 12697-33. Het asfaltmengsel en de verdichtingsmachine werden voorverwarmd op de verdichtingstemperatuur. De verdichtingstemperatuur die werd gehanteerd voor het referentiemengsel en het mengsel met 70% PR bedroeg 135 C. Voor het mengsel met 70% en SYLVAROAD RP 1000 werden twee verdichtingstemperaturen gebruikt, namelijk 135 C en 95 C. Voordat het asfalt werd getest, werden de homogeniteit, de bulkdichtheid volgens EN 12697-6 en de holle ruimte volgens EN 12697-8 van het proefstuk bepaald. CROW Infradagen 2016 4

2.5 De prestatiekenmerken van asfaltmengsels beoordelen 2.5.1 Stijfheidsmodulus De stijfheidsmodulus werd onderzocht met behulp van een cyclische indirecte trekproef (CIDT of cyclic indirect tensile test) volgens EN 12697-24. Er wordt een cyclische belasting op het cilindervormige asfaltproefstukken uitgeoefend via twee tegenoverliggende rails die de belastingskrachten overdragen. Om het asfaltproefstukken op zijn plaats te houden, werd een minimale belasting van δ u = 0,035 MPa uitgeoefend, terwijl de maximale belasting werd gekozen met het oog op een elastische horizontale belasting van 50 tot 100 µm/m. Er werden ook frequentiesweeps bij verschillende temperaturen verricht, waarvoor in tabel 4 de belangrijkste proefomstandigheden zijn beschreven. Asfaltlaag Materiaal bindlaag Proeftemperatuur ( C) 20; 10; 0; -10 Belastingsfrequenties 0,1; 1; 5; 10 (Hz) Tabel 4: Parameters voor CIDT-proef volgens EN 12697-24 2.5.2 Gedrag bij lage temperatuur Om de scheurvorming bij lage temperatuur te typeren, werd het prismatische asfaltproefstukken onderworpen aan TSRST volgens EN 12697-46. Tijdens de TSRST werd het proefstuk op een constante lengte gehouden, terwijl de temperatuur werd verlaagd van 20 C naar -40 C tegen een constante afkoelsnelheid van -10 K/u. De proef werd beëindigd bij de minimale proeftemperatuur van -40 C of bij breuk, wanneer de cryogene belasting de treksterkte van het asfaltproefstuk bereikte. Een gesloten regelkring hield het proefstuk op een constante lengte. Het proefstuk wordt tijdens de proef onderworpen aan oplopende (cryogene) trekbelasting doordat de thermische krimp beperkt wordt door de gesloten regelkring. TSRST resultaten zijn gebaseerd op een temperatuurafhankelijke functie van de cryogene belasting δ cry (T) [MPa] bij breukbelasting δ F [MPa] en breuktemperatuur T f [16 C]. 2.6 Evaluatie om de eigenschappen van het bindmiddel te beoordelen Het bitumineuze bindmiddel werd uit de asfaltmengsels geëxtraheerd en teruggewonnen volgens EN 12697-3. De bindmiddelen werden beoordeeld op conventionele eigenschappen zoals penetratie en verwekingspunt. Daarnaast werden de reologische eigenschappen geëvalueerd met behulp van een Dynamic Shear Rheometer (DSR) en een Bending Beam Rheometer (BBR) na PAV-veroudering (Pressure Aging Vessel). 2.6.1 Conventionele eigenschappen De basiseigenschappen van het bindmiddel werden gebaseerd op de Europese specificaties EN 12591 met betrekking tot volgende eigenschappen: Penetratie bij 25 C in overeenstemming met EN 1426, hetgeen de consistentie van het asfaltbindmiddel bij omgevingstemperatuur aangeeft. Hoe hoger de waarde, hoe zachter het bindmiddel. Verwekingspunt (SP) in overeenstemming met EN 1427 dat de consistentie van het asfaltbindmiddel bij hoge temperatuur aangeeft. Hoe hoger de waarde, hoe meer warmte het asfaltbindmiddel nodig heeft om te verweken (of vloeibaar te worden). CROW Infradagen 2016 5

2.6.2 Reologische eigenschappen Een grondige analyse werd verricht met een DSR [5]. Voor deze studie werd bij de proef een 10 mm plaat-plaat configuratie gebruikt, op één frequentie (10 rad/s) bij temperaturen in een bereik van -30 C tot + 90 C. Deze metingen worden gebruikt om de prestaties van het bindmiddel bij hoge, gemiddelde en lage temperaturen te beoordelen. Op deze manier wordt een indicatie verkregen van de prestaties van het asfaltmengsel voor respectievelijk de weerstand tegen spoorvorming, de stijfheid en de vatbaarheid voor scheurvorming. Naast de DSR werd de BBR gebruikt om het gedrag van bitumineuze bindmiddelen bij lage temperaturen te evalueren. De proeven werden verricht op balken bitumineus bindmiddel. Bij deze proef wordt een constante belasting uitgeoefend op het middelpunt van het proefstuk, met een bepaalde belasting en gedurende een bepaalde tijd. De doorbuiging van de balk wordt gemeten als een functie van de tijd. Op basis van de verkregen gegevens worden de stijfheidsmodulus en de logaritmische helling van de kruipkromme bij proeftemperatuur gemeten. De standaardpraktijk schrijft voor dat de bitumineuze bindmiddelen moeten worden verouderd met een Rolling Thin Film Oven (RTFO) en Pressure Aging Vessel (PAV) alvorens de BBR wordt gemeten. Voor deze studie werd het bindmiddel uit de asfaltmengsels geëxtraheerd en teruggewonnen. Daarom werd ervoor gekozen om enkel met de PAV te verouderen gedurende 20 uur op 100 C om dubbele kortetermijnveroudering te voorkomen. 3. Evaluatie van het asfaltmengsel 3.1 Productie van de asfaltmengsels en proefstukken De asfaltmengsels die voor deze studie werden geproduceerd, waren gebaseerd op een asfaltmengsel van het type AC 16 BN, dat in Duitsland vaak voor bindlagen wordt gebruikt. Dit mengsel is vergelijkbaar met een AC 16-bin/base zoals in Nederland wordt gebruikt. De formulering en zeefkromme zijn te zien in figuur 2. De streefwaarde voor het bindmiddelgehalte in het mengsel bedraagt 4,7%, er wordt een bindmiddel van klasse PEN 50/70 gebruikt om de eigenschappen van het bindmiddel te corrigeren. CROW Infradagen 2016 6

Figuur 2: formulering en zeefkromme van het AC 16 BN dat in deze studie werd gebruikt. Het referentie asfaltmengsel werd geproduceerd volgens de Duitse normen. Daarnaast werd een asfaltmengsel onderzocht met 70 massa-% PR en een met 70 massa-% PR en het biobased additief (4 massa-% in verhouding tot het bitumengehalte). De drie mengsels zijn beschreven in tabel 1. In tabel 5 zijn de eigenschappen van de asfaltmengsels terug te vinden. Deze geven aan dat alle mengsels onderling vergelijkbaar zijn. Asfaltmengsel Mengsel 1 (0% PR, Tc= 135 C) Mengsel 2 (70% PR, Tc= 135 C) Mengsel 3a (70% PR + bio-based additief, Tc= 135 C) Mengsel 3b (70% PR + bio-based additief, Tc= 95 C) Tabel 5: eigenschappen van de proefstukken Gehalte Holle Volumieke bindmiddel ruimte massa (%) (%) Ρ bssd (Mg/m 3 ) 4,72 3,5 2,589 4,59 3,5 2,493 4,72 3,3 2,496 4,87 3,4 2,495 3.2 Stijfheidsmodulus - Cyclische indirecte trekproef (CIDT) De stijfheidsmodulus van de drie verdichte mengsels bij 135 C is te zien in figuur 3. De toevoeging van 70% PR aan het mengsel verhoogt de stijfheid in vergelijking met het referentiemengsel. CROW Infradagen 2016 7

Figuur 3: invloed van de toevoeging van 70% PR en 70% PR en een bio-based additief op de stijfheidsmodulus Dit blijkt uit de hogere stijfheidsmodulus in het temperatuurbereik van 0 tot 50 C. Wanneer het bio-based additief wordt toegevoegd aan het mengsel met 70% PR treedt er een interessant effect op: in het bijzonder bij -20 tot 10 C is de stijfheidsmodulus lager dan die van het referentiemengsel, terwijl de stijfheid in het temperatuurbereik van 20 tot 50 C hoger is dan die van het referentiemengsel. Dit wijst op een betere weerstand tegen scheurvorming bij lagere temperaturen, terwijl de voordelen van PR voor de spoorvorming bij hogere temperaturen in vergelijking met het referentiemengsel behouden blijven. Figuur 4: invloed van lagere verdichtingstemperatuur op de stijfheidsmodulus De variatie van de verdichtingstemperatuur, 135 tegenover 95 C, heeft geen effect op de stijfheidsmodulus tussen -20 en 50 C van asfaltmengsels met 70% PR en het bio-based additief, figuur 4. Dit geeft aan dat er lagere verdichtingstemperaturen kunnen worden toegepast op deze soorten mengsels zonder dat dit de stijfheidsmodulus negatief beïnvloedt. 3.3 Gedrag bij lage temperaturen Thermal Stress Restrain Specimen (TSRST) De resultaten van de TSRST-proeven op de verschillende asfaltmengsels zijn te zien in tabel 6. CROW Infradagen 2016 8

Asfaltmengsel Breuktemperatuur Breukbelasting T F ( C) δ F (MPa) Mengsel 1 (0% PR, Tc= 135 C) -20,5 3,385 Mengsel 2 (70% PR, Tc= 135 C) Mengsel 3a (70% PR + bio-based additief, Tc= 135 C) -17,0 2,270-20,0 3,691 Mengsel 3b (70% PR + bio-based -22,4 3,375 additief, Tc= 95 C) Tabel 6: Resultaten van de TSRST op de vier verschillende sets proefstukken De bulkdichtheid, zoals te zien in tabel 6, geeft aan dat elk van de vier mengsels even sterk verdicht was, zelfs mengsel 3b waarvoor de verdichtingstemperatuur 40 C lager lag dan voor de overige 3 mengsels. Dit resultaat geeft aan dat bij mengsels met 70% PR in combinatie met het bio-based additief ook bij lagere temperaturen een goede verdichting kan worden bereikt. De breukbelasting voor mengsel 2 is lager dan voor de andere mengsels, aangezien de vervorming van het proefstuk wordt beperkt. Dit betekent dat de stijfheid van het bindmiddel hoger is, hetgeen strookt met de resultaten van de stijfheidsmodulus. Het bio-based additief verlaagt de stijfheid en herstelt de modulus tot een niveau vergelijkbaar met dat van mengsel 1. Figuur 5: resultaten voor de breuktemperatuur In vergelijking met het referentie asfaltmengsel (0% PR) leidt de toevoeging van 70% PR aan het mengsel tot zwakke prestaties bij lage temperaturen. De resultaten voor de breuktemperatuur geven aan, zoals te zien in figuur 5, dat de combinatie van 70% PR met het bio-base additief de weerstand tegen scheurvorming herstelt tot een niveau dat vergelijkbaar is met dat van het referentiemengsel. Hetzelfde geldt voor de resultaten van de breukbelasting. Het bio-based additief kan de eigenschappen in de bitumenmatrix herstellen zodat deze zich gedraagt zoals vers bitumen. CROW Infradagen 2016 9

4. Evaluatie van de eigenschappen van het bindmiddel Uit elk van de drie asfaltmengsels werd het bindmiddel geëxtraheerd en teruggewonnen volgens EN 12697-3. 4.1 Eigenschappen van het conventionele bindmiddel Het teruggewonnen bindmiddel werd geëvalueerd op conventionele eigenschappen, zoals penetratie en verwekingspunt. Figuur 6: basiseigenschappen van de teruggewonnen bindmiddelen van de drie mengsels In figuur 6 worden de conventionele eigenschappen in een specifieke grafiek omgezet. In de grafiek is te zien dat mengsel met 70% PR erg harde eigenschappen heeft, terwijl de eigenschappen van het mengsel met 70% PR plus additief betere eigenschappen heeft, die de eigenschappen van het referentiemengsel benaderen. 4.2 Reologische eigenschappen van het bindmiddel De doeltreffendheid van het additief bij een breed temperatuurbereik kan het beste worden beoordeeld aan de hand van het reologische gedrag bij afschuifproeven (moduli en phase angle metingen). De metingen werden verricht bij een vaste frequentie van 10 rad/s en bij een temperatuursweep van -30 C tot +90 C. Op die manier kan zonder verschuiving rechtstreeks een mastercurve worden gegenereerd in uiteenlopende omstandigheden. Tijdens de meting werden de gegevens gecontroleerd om binnen het lineair elastische domein te blijven. De gegevens worden geanalyseerd met G* vs. Temperatuur grafiek bij een vaste frequentie, zie figuur 7. CROW Infradagen 2016 10

Figuur 7: DSR-resultaten van het geëxtraheerde bindmiddel voor de vier asfaltmengsels Figuur 7 toont het reologische gedrag van drie mengsels. Er kan worden vastgesteld dat mengsel 2 een hogere stijfheid bij hogere temperaturen heeft dan het referentiemengsel. Dit is te verklaren door de toevoeging van 70% PR. Voor mengsel 3a, waarin het PR is behandeld met het bio-based additief, is het reologische gedrag bij 20 C vergelijkbaar met dat van het referentiemengsel. Bij hogere temperaturen blijven de reologische eigenschappen van het PR behouden, zoals de stijfheidseigenschappen. Voorts werd het gedrag van de bindmiddelen bij lage temperaturen getest met behulp van de Bending Beam Rheometer. De geëxtraheerde bindmiddelen werden eerst verouderd met de PAV bij 100 C gedurende 20 uur. De bitumineuze balken werden vervaardigd met siliconenvormen. Voor de BBR-evaluatie werden enkel mengsel 1 (het referentiemengsel), mengsel 2 (het mengsel met 70% PR) en mengsel 3a (het mengsel met 70% PR en het biobased additief) getest. De stijfheidstemperatuur wordt bepaald als de stijfheidsmodulus maximaal 300 MPa bedraagt, terwijl de m-waardetemperatuur wordt bepaald als de m-waarde meer dan 0,300 bedraagt. De m-waarde wordt bepaald door de helling van de logaritmische functie van stijfheidskrommes tegenover de logaritmische functie van tijd. Figuur 8: resultaten voor de stijfheids- en m-waardetemperatuur van de bindmiddelen van de drie mengsels CROW Infradagen 2016 11

Uit de resultaten die te lezen zijn in figuur 8, kan worden geconcludeerd dat het verhoogde PR-gehalte in het asfaltmengsel de m-waarde zal verlagen en dat de stijfheid min of meer gelijk blijft. Wanneer het bio-based additief aan het mengsel wordt toegevoegd wordt de m- waarde hersteld en wordt ook de stijfheid verbeterd, ten opzichte van zowel het referentiemengsel als het mengsel met 70% PR. Het bio-based additief herstelt de relaxatie van het PR. 5. Conclusies en aanbevelingen Het is mogelijk om asfaltmengsels met een PR-gehalte van 70% te produceren die voldoen aan de vereiste specificaties, zoals de weerstand tegen spoorvorming. Bij de huidige asfaltspecificaties wordt de weerstand tegen scheurvorming bij lage temperatuur echter niet getest. Wanneer asfaltmengsels met een hoog PR-gehalte de norm worden, is het aanbevolen om ook de weerstand tegen scheurvorming bij lage temperatuur te testen, bijvoorbeeld met behulp van de TSRST en de CIDT. Op basis van de werkzaamheden die in deze bijdrage zijn beschreven, kunnen de volgende conclusies worden geformuleerd: Het gebruik van SYLVAROAD RP1000 in mengsels met een hoog PR-gehalte komt de verdichting bij lagere temperaturen ten goede. De resultaten van de verdichting in het laboratorium geven aan dat een mengsel met 70% PR plus additief kan worden verdicht bij een temperatuur van 95 C. Om goede prestaties te verkrijgen bij lage temperaturen, moeten verjongingsmiddelen, zoals SYLVAROAD RP1000, worden gebruikt. Er is aanvullend onderzoek nodig om TSRST op te nemen in de standaardprotocols voor prestatieproeven. De BBR-proeven op het bindmiddel en de TSRST-proeven op het asfaltmengsel leveren consistente resultaten op bij lage temperaturen. Het verband tussen beide proeven moet nader worden onderzocht bij andere asfaltmengsels. CROW Infradagen 2016 12

Referenties [1] E. -. p. paper, Arguments to stimulate the government to promote asphalt reuse and recycling, 2008. [2] J. Petersen and R. Glaser, Asphalt Oxidation Mechanisms and the Role of Oxidation Products on Age Hardening Revisited,, Road Materials and Pavement Design, pp. pp. 795-819, Vol. 12, No. 4, 2011. [3] L. Porot and S. Nigen-Chaidron, Laboratory investigation of recycled binder performance, in 6th LJMU International conference on Sustainable Construction Materials, 2007. [4] A. Molenaar, E. Hagos and M. Van de Ven,, Effects of Aging on the Mechanical Characteristics of Bituminous Binders in PAC, Journal of Materials in Civil Engineering, vol. 22, no. 8, pp. pp. 779-787, 2010. [5] M. Jacobs and D. Broere, De ontwikkeling van hoog PR asfaltmengsels met verjongingsmiddelen CROW infradagen 2014, in CROW Infradagen, 2014. [6] T. Tanghe, Influence of rejuvenating additives on recycled asphalt (RAP) properties, in 5e E&E-congres, Istanbul, Turkey, 2012. [7] L. Porot, R. Severance, J. Felipo and J. Lopez, Empleo de rejuvenecedores en reciclado de mezclas bituminosas, Asfalto y Pavimentacion, vol. 14, 2014. [8] P. Turner, A. Taylor and N. Tran, Laboratory evaluation of SYLVAROAD RP 1000 rejuvenator Phase I, http://www.ncat.us/files/reports/2015/15-03.pdf, 2015. Disclaimer: The information set forth herein is furnished free of charge and is based on technical data that by the Authors believe to be reliable and falls within the normal range of properties. It is intended for use by persons having technical skill, at their own discretion and risk. This data should not be used to establish specification limits nor used alone as the basis of design. Since conditions of product use are outside the control of the Authors, there are no warranties, express or implied, provided and no liability assumed in connection with any use of this information. As with any product, evaluation under end-use conditions prior to specification is essential. Nothing herein is to be taken as a license to operate or a recommendation to infringe on any patent. CROW Infradagen 2016 13