Indicator 5 juli 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De laatste 10 jaar is de toestand van de typische (= kenmerkende) diersoorten van de Habitatrichtlijn verbeterd ten opzichte van de periode vanaf 1997. Pagina 1 van 5
Download figuur [2] Download data (xls) [3] Minder negatieve trends Voor de typische (= kenmerkende) soorten zoogdieren, vogels, reptielen, amfibieën, dagvlinders en libellen van de Habitatrichtlijn geldt dat de laatste 10 jaar de trends minder negatief zijn dan in de gehele periode vanaf 1997. Het natuurbeleid is erop gericht om van de bedreigde typische dier- en plantsoorten die bedreiging weg te nemen. De grafiek geeft vooral een indruk van de trends van de terrestrische diersoorten. Soorten van zout- en zoetwater zijn op amfibieën na, niet in deze indicator betrokken. [indicator=nl1521] Pagina 2 van 5
Habitatrichtlijn en typische soorten Typische soorten van de Habitatrichtlijn zijn dier- en plantensoorten die kenmerkend zijn voor een bepaald habitattype. Zo zijn bijvoorbeeld konijn, duinparelmoervlinder en blauwe bremraap kenmerkend voor het habitattype grijze duinen (habitattype 2130). Artikel 1 van de Habitatrichtlijn stelt dat de staat van instandhouding van een habitattype als gunstig beschouwd wordt, als onder meer de staat van instandhouding van de voor dat habitattype typische soorten gunstig is. Deze staat van instandhouding van soorten is afgeleid van de Rode Lijst status van de soorten. De aard van de trends van soorten is een belangrijk onderdeel bij het vaststellen van de Rode Lijst status. Minder negatieve trends van typische soorten betekent dat de staat van instandhouding mogelijk gunstiger wordt. De milieu- en ruimtelijke condities hebben echter nog steeds onvoldoende kwaliteit om de biodiversiteitdoelen van de Europese Unie voor het Natura 2000 netwerk, habitat typen en soorten te kunnen verwezenlijken (Wamelink et al.). [indicator=nl1483] Referenties Bal, D. (2007). Selectie van typische soorten voor habitatrichtlijn. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Directie Kennis, Ede. Epe, M.J., M.F. Wallis de Vries, I.M. Bouwma, J.A.M. Janssen, H. Kuipers, H. Keizer-Vlek en C.M. Niemeijer (2009). Urgent bedreigde typische soorten en vegetatie-typen van Natura 2000-habitattypen, Alterra-rapport 1909. Alterra, Wageningen. Schmidt, A.M., A.J. van Strien, L.L. Soldaat & J.A.M. Janssen (2008), Monitoring van Natura 2000 soorten en habitattypen - advies voor een landelijk meetprogramma ten behoeve van de rapportageverplichtingen in het kader van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn, Wageningen, Alterra-rapport 1646. Regiegroep Natura 2000 (z.j.) Juridisch Kader [4] voor de Bescherming van Typische soorten. Bijlage 2. Wamelink, G.W.W., B. de Knegt, R. Pouwels, C. Schuiling, R.M.A. Wegman, A.M. Schmidt, H.F. van Dobben en M.E. Sanders (2013). Considerable environmental bottlenecks for species listed in the Habitats and Birds Directives in the Netherlands. Biological Conservation. Vol 165: 43-53. Relevante informatie Regiegroep Natura 2000 [5] Technische toelichting Naam van het gegeven Pagina 3 van 5
Typische diersoorten van de habitatrichtlijn Omschrijving Trends van de typische soorten zoogdieren, vogels, reptielen, amfibieën, dagvlinders en libellen van de habitatrichtlijn, uitgedrukt in aantal soorten per trend-categorie. Verantwoordelijk instituut Centraal Bureau voor de Statistiek Berekeningswijze Optelling van het aantal soorten per trendcategorie (= sterke afname, matige afname, stabiel, matige toename en sterke toename). Basistabel Zie download figuurdata Geografisch verdeling Nederland Verschijningsfrequentie Jaarlijks Achtergrondliteratuur Bal, D. (2007). Selectie van typische soorten voor habitatrichtlijn. Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Directie Kennis, Ede. Opmerking Typische diersoorten van de Habitatrichtlijn omvatten soorten uit de volgende systematische groepen: zoogdieren, vogels, reptielen, amfibieën, vissen, dagvlinders, libellen, sprinkhanen & krekels, steenvliegen, kokerjuffers, haften, kreeftachtigen, tweekleppigen, stekelhuidigen, borstelwormen en platwormen. Een overzicht van het totaal aantal soorten en voor deze indicator gebruikte soorten per systematische groep is te vinden onder download figuurdata. Betrouwbaarheidscodering B. Schatting gebaseerd op een groot aantal (zeer accurate) metingen, waarbij representativiteit van de gegevens vrijwel volledig is. Referentie van deze webpagina CBS, PBL, RIVM, WUR (2013). [6] (indicator Pagina 4 van 5
1421, versie 01, 5 juli 2013 ). www.clo.nl. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), Den Haag; PBL Planbureau voor de Leefomgeving, Den Haag; RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, Bilthoven; en Wageningen University and Research, Wageningen. Bron-URL: https://www.clo.nl/indicatoren/nl142101 Links [1] https://www.clo.nl/indicatoren/nl1421 [2] https://www.clo.nl/sites/default/files/infographics/1421_001x_clo_01_nl.jpg [3] https://www.clo.nl/sites/default/files/datasets/c-1421-001x-clo-01-nl.xls [4] https://www.clo.nl/%3f%2509http%3a/www.natura2000.nl/files/09-011-bijlage-2-juridischkader.pdf [5] http://www.natura2000.nl/pages/bibliotheek.aspx [6] https://www.clo.nl/indicatoren/nl142101 Pagina 5 van 5