Gemeente 2330 Merksplas Arrondissement Turnhout Provincie Antwerpen



Vergelijkbare documenten
ALGEMENE BEPALINGEN 2

Reglement Administratieve Sancties. Politiezone HEKLA. Gemeente EDEGEM

REGLEMENT BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES VAN DE. GEMEENTE KOKSIJDE (Hervastgesteld bij gemeenteraad van 12 december 2018)

REGLEMENT BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES VAN DE. GEMEENTE KOKSIJDE (Hervastgesteld bij gemeenteraad van 22 juni 2015)

PRIVATIEF GEBRUIK EN VEILIGHEID EN GEMAK VAN DOORGANG OP DE OPENBARE WEG

PRIVATIEF GEBRUIK EN VEILIGHEID EN GEMAK VAN DOORGANG OP DE OPENBARE WEG

Gelet op de wet tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties van 13 mei 1999;

GEMEENTELIJK REGLEMENT GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES

Procedurereglement op de Gemeentelijke administratieve sancties

ALGEMENE BEPALINGEN 2

ALGEMENE BEPALINGEN 2

Hoofdstuk I. Toepassingsgebied, vaststellingsmodaliteiten en aangewezen ambtenaar Artikel 1. Artikel 2. Artikel 3. Artikel 4. Artikel 5.

Bijzonder politiereglement betreffende overlast in het openbaar vervoer Goedkeuring

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD OPENBARE ZITTING VAN 18 FEBRUARI 2016

Bijzonder politiereglement betreffende overlast in het openbaar vervoer. Gelet op de Nieuwe Gemeentewet, inzonderheid art. 117, 119bis en 135, 2;

Uittreksel uit de notulen van de Gemeenteraad

Algemeen reglement op de gemeentelijke administratieve sancties

Codex van gemeentelijke politiereglementen

GAS in Vlaanderen. Sinds 1999 bestaat het systeem om administratief te sanctioneren Nieuwe Gemeentewet + gemeentelijke reglementen Minderjarigen +16

Inhoudstafel I. WEGWIJZER INSTRUMENTARIUM. Inhoudstafel. DEEL 1 Gemeentelijke administratieve sancties

ALGEMEEN REGLEMENT OP DE

6. Preventiedienst - Politieverordening geluid - Hervaststelling.

HOOFDSTUK 3. Afdeling 1. Artikel III Bestrijding van geluidshinder

Inhoudstafel. Goedgekeurd in de gemeenteraad van 15 december Bekendgemaakt op 16 december 2015.

In dit algemeen reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis.

Gemeentebestuur Schoten

2. De straffen die de gemeenteraad bepaalt, mogen de politiestraffen niet te boven gaan.

Politiereglement Evenementen

Gemeentelijke Administratieve Sancties Politiecodex

Politiereglement Evenementen

GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES

Gemeentebestuur Lovendegem Kerkstraat 45

"Tijdelijke politieverordening van kracht op 06/07/2015 nav de doortocht Tour de France"

ALGEMEEN REGLEMENT OP DE

Gemeentereglement betreffende de exploitatie van en de beteugeling van overlast rond nachtwinkels en private bureaus voor telecommunicatie

Bijzondere politieverordening over de organisatie van activiteiten tijdens het Europees Kampioenschap voetbal 2016 BIJLAGE

Hoe verloopt de sanctieprocedure bij een administratieve geldboete voor minderjarigen vanaf 16 jaar? (max. 125 euro)

Reglement voor het bekomen van een speciale machtiging voor het schenken van sterke dranken bij de uitbating van occasionele drankgelegenheden

Gemeentebestuur Lovendegem Kerkstraat 45

Inhoud. 1. Algemene bepalingen 2. Doelstellingen 3. Verloop van de bemiddelingsprocedure 4. Bijzondere bepalingen. 1. Algemene Bepalingen

UITTREKSEL Gemeenteraad

GEMEENTE KNOKKE-HEIST

Koninklijk besluit houdende algemeen politiereglement van de onbevaarbare waterlopen... 1

De raad zendt hiervan binnen achtenveertig uren een afschrift aan de bestendige deputatie van de provincieraad.

AGENDAPUNT VAN DE GEMEENTERAAD VAN HAMME IN ZITTING VAN 18/06/2014


ZITTING VAN 24 APRIL 2012 ROM R-01 AANPASSING REGLEMENT GELUIDSHINDER

VRAGENLIJST evaluatie GAS-wetgeving

REGLEMENT OP DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES

De Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;

UITTREKSEL Gemeenteraad

Model van politieverordening op de begraafplaats(en) Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid op de artikelen 119, 119bis, 133 en 135, 2;

NUMMEREN VAN HUIZEN EN APPARTEMENTEN

(AANVULLEND) POLITIE- EN RETRIBUTIEREGLEMENT BETREFFENDE DE INNAME VAN HET OPENBAAR DOMEIN VOOR HET UITVOEREN VAN BEPAALDE WERKEN

UITTREKSEL UIT HET NOTULENBOEK VAN DE GEMEENTERAAD

GAS. Nee bedankt! 12 oktober studiedag op zaterdag

Overeenkomstig de richtlijnen inzake het strafrechtelijk beleid opgenomen in de op

REGLEMENT FEESTEN & FUIVEN

Verslag gemeenteraad

Hoofdstuk 1. Toepassingsgebied

Codex van gemeentelijke politiereglementen

Gelet op de wet van 13 mei 1999 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;

Hoofdstuk 33 - Straf- en andere bepalingen

Bijzondere bestuurlijke verordening VERKEER

Handhaving sluikstort door middel van de GAS-procedure Geertrui Neirynck Provinciaal sanctionerend ambtenaar

Toepassingsgebied Dit reglement is van toepassing op de tijdelijke plaatsing van een of meer woonwagens op een pleisterplaats.

Gelet op de Nieuwe Gemeentewet, inzonderheid de artikelen 119,133 en 135; Gelet op het Gemeentedecreet, inzonderheid de artikelen 2, 42 3, 186 en 187;

Gemeentelijke administratieve sancties (G.A.S.)

REGLEMENT INZAKE VESTIGINGS- EN UITBATINGVERGUNNING VOOR NACHTWINKELS

Voorgestelde aanpassingen aan het gecoördineerde politiereglement van Assenede van (politiezone Assenede Evergem)

Politieverordening betreffende de bestrijding van geluidshinder en de muziekactiviteiten niet ingedeeld volgens Vlarem

Hoofdstuk 1 Toepassingsgebied Artikel 1 Artikel 2

INHOUDSTAFEL I. WEGWIJZER. Inhoudstafel II. PROCEDURES. DEEL 1 Gemeentelijke administratieve sancties. Hoofdstuk 1. Situering en historiek

Hoofdstuk 1. Toepassingsgebied. Hoofdstuk 2. Definities. Afdeling Territoriaal toepassingsgebied

REGLEMENT HERSTELLING OPENBARE RUIMTE NA INNAME OF WERKZAAMHEDEN

Reglement voor het bekomen van een tap- en exploitatievergunning voor uitbating van horecazaken

Huishoudelijk Reglement

Art Dit hoofdstuk is niet van toepassing op de leden van het gemeentepersoneel in contractueel dienstverband.

HOOFDSTUK 1 Toepassingsgebied

GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES

20 november Hervaststelling van politiereglement betreffende stilstaan en parkeren (GAS 4)

Gelet op de nieuwe gemeentewet bekrachtigd bij de wet van 26 mei 1989 en latere wijzigingen, inzonderheid op de artikelen en 135$2;

Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen

HORECAREGLEMENT. Dit geldt eveneens bij de overname van een bestaande drankgelegenheid.

BIJZONDERE POLITIEVERORDENING

Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S Ed. 3)

Artikel 4 Behoudens dienstvoertuigen en hulpdiensten, mag geen enkel motorvoertuig in de groene ruimten circuleren.

Afdeling 11 - Het plaatsen van straatnaamborden en de nummering van huizen op de gevels van gebouwen Artikel 59

HOOFDSTUK 1. Toepassingsgebied. Afdeling 1. Territoriaal toepassingsgebied. Art. 1

7 Belgisch Staatsblad d.d VLAAMSE OVERHEID

Reglement voor het bekomen van een vergunning voor schenken van gegiste en/of sterke dranken bij de uitbating van drankgelegenheden

Het ABC van de GAS-wet: een kort overzicht van de mogelijkheden van de GASwet. #VVSGhandhaven 26 mei Mechelen

Inhoudstafel I. WEGWIJZER INSTRUMENTARIUM. Inhoudstafel. DEEL 1 Gemeentelijke administratieve sancties

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;

VERGUNNING ONDER VOORWAARDEN VOOR EEN OCCASIONEEL EVENEMENT MET OPENBAAR KARAKTER 32 ste Titanic rit op 30 september 2017

O K T O BER Goedkeuren van de notulen van de zitting dd. 26 september 2016

POLITIEREGLEMENT OP FUIVEN EN EVENEMENTEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Handelszaak of HoReCa ZONDER terrasvergunning. Aanvraag aanbrengen versieringen - supportersmateriaal

POLITIEREGLEMENT KANSSPELINRICHTINGEN

Transcriptie:

Gemeente 2330 Merksplas Arrondissement Turnhout Provincie Antwerpen UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD Zitting van: 16 december 2013 AANWEZIG: Frank WILRYCX, Burgemeester-Voorzitter; Frans DIELIS, Kris GOVERS, Monique QUIRYNEN en Karel LENAERTS, Schepenen; Mies GIJSBRECHTS (vanaf pt 6), Annie VERHEYEN (vanaf pt 6), Karel BROSENS, Hans GEERTS, Jef SCHOOFS, Kris LUYCKX, Raf VERHEYEN, Tine VAN DER VLOET, Joren PLUYM, Evelien WILLEMS, Simon VISKENS, Koen VERHEYEN, Jans GYSELS en Herman PELKMANS, Raadsleden; Josée VAN AERT, OWMW-voorzitter; Dries COUCKHUYT, Gemeentesecretaris; Voorwerp: Politieverordening gemeente Merksplas inzake overlast, privatief gebruik en veiligheid en gemak van doorgang op de openbare weg en openbare gezondheid en veiligheid. Wijziging. De in openbare vergadering zetelende gemeenteraad; Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid artikelen 134ter en 134quater; Gelet op de wet van 13 mei 1999 tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties, zoals gewijzigd; Gelet op de omzendbrief OOP 30 bis betreffende de uitvoering van de wet van 13 mei 1999 tot invoering van de gemeentelijke administratieve sancties, de wet van 7 mei 2004 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming en de nieuwe gemeentewet en de wet van 17 juni 2004 tot wijziging van de nieuwe gemeentewet; Gelet op de nieuwe gemeentewet, in het bijzonder artikel 119 en 119bis, waarin bepaald wordt dat de gemeenteraad de gemeentelijke politieverordeningen maakt en hierbij ook straffen of administratieve sancties kunnen bepaald worden voor overtredingen van deze verordeningen, tenzij voor dezelfde overtredingen door of krachtens een wet of een decreet straffen of administratieve sancties worden bepaald; Gelet op de omzendbrief nr. COL 6/2005 van het college van Procureurs-generaal bij de Hoven van Beroep en de Arbeidshoven van 20 mei 2005 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; Overwegende dat de gemeenten, ten behoeve van de inwoners, moeten waken over de openbare orde met name de openbare rust, de openbare veiligheid, de openbare gezondheid, de openbare overlast en de zindelijkheid op de openbare wegen, plaatsen en in openbare gebouwen; Overwegende dat het bij opmaak van een uniform politiereglement aangewezen is ook over te gaan tot invoering van gemeentelijke administratieve sancties; Overwegende dat de gemeente Merksplas, samen met de stad Hoogstraten en de gemeente Rijkevorsel, deel uitmaakt van de politiezone Noorderkempen;

Overwegende dat het sterk aanbevolen is dat elke gemeente die deel uitmaakt van dezelfde politiezone, dezelfde politieverordening zou aannemen en dat hierbij gestreefd wordt naar een uniformiteit in vorm en inhoud, maar met voldoende ruimte voor de eigenheid van elke gemeente binnen de zone en dat dit streven naar uniformiteit binnen de zone zowel voor de politie als de bevolking rechtszekerheid creëert; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 19 maart 2012 houdende de goedkeuring van de politieverordening inzake overlast, privatief gebruik en veiligheid en gemak van doorgang op de openbare weg en openbare gezondheid en veiligheid; Gelet op het voorstel van het politiecollege van de lokale politie Noorderkempen om de leeftijd niet op te trekken maar de boetes wel en ook de bemiddeling te voorzien voor meerderjarigen; Gelet op de opmerkingen van de gemeentelijk sanctionerend ambtenaar; Gelet op het voorstel van het college van burgemeester en schepenen voor wijziging van de politieverordening inzake overlast, privatief gebruik en veiligheid en gemak van doorgang op de openbare weg en openbare gezondheid en veiligheid; Gelet op het gunstig advies van de jeugdraad in zitting van 23 november 2013; Gelet op het protocol met het parket dat onverkort van toepassing blijft; Overwegende dat deze politieverordening wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 186 en 187 van het Gemeentedecreet. Dat gebeurt door middel van openbare aanplakking en registratie in het gemeentelijk register van aanplakkingen; Overwegende dat deze politieverordening wordt eveneens bekendgemaakt overeenkomstig artikel 15 van de Wet van 24 juni 2013 betreffende de administratieve sancties. Dat gebeurt door publicatie op de gemeentelijke website en via het gemeentelijk publicatieblad; Gehoord gemeenteraadslid Simon Viskens (Groen) die wijst op de vage formuleringen in het politiereglement; Na beraadslaging; Besluit met zeventien stemmen voor (fracties Leefbaar, N-VA en CD&V) en twee onthoudingen (fractie Groen): De politieverordening inzake overlast, privatief gebruik en veiligheid en gemak van doorgang op de openbare weg en openbare gezondheid en veiligheid te wijzigen als volgt en afschrift over te maken aan: - de Griffie van de Rechtbank van Eerste Aanleg, Kasteelstraat 1, 2300 Turnhout - de Griffie van de Politierechtbank, Kasteelplein 11, 2300 Turnhout - de Bestendige Deputatie, Koningin Elisabethlei 22, 2018 Antwerpen - de lokale politie Noorderkempen, Vrijheid 13-17, 2320 Hoogstraten - de sanctionerend ambtenaar, Campus Blairon 200, 2300 Turnhout - de betrokken gemeentelijke diensten

POLITIEVERORDENING GEMEENTE MERKSPLAS inzake OVERLAST, PRIVATIEF GEBRUIK EN VEILIGHEID EN GEMAK VAN DOORGANG OP DE OPENBARE WEG en OPENBARE GEZONDHEID EN VEILIGHEID Gemeenteraad van 16 december 2013 INHOUD GEMEENTE 2330 MERKSPLAS ARRONDISSEMENT TURNHOUT PROVINCIE ANTWERPEN 1 UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD 1 ZITTING VAN: 16 DECEMBER 2013 1 AANWEZIG: Frank WILRYCX, Burgemeester-Voorzitter; 1 Frans DIELIS, Kris GOVERS, Monique QUIRYNEN en Karel LENAERTS, Schepenen; 1 Mies GIJSBRECHTS (vanaf pt 6), Annie VERHEYEN (vanaf pt 6), Karel BROSENS, Hans GEERTS, Jef SCHOOFS, Kris LUYCKX, Raf VERHEYEN, Tine VAN DER VLOET, Joren PLUYM, Evelien WILLEMS, Simon VISKENS, Koen VERHEYEN, Jans GYSELS en Herman PELKMANS, Raadsleden; 1 Josée VAN AERT, OWMW-voorzitter; 1 Dries COUCKHUYT, Gemeentesecretaris; 1 ALGEMENE BEPALINGEN 5 AFDELING I OVERLAST - OPENBARE RUST EN ORDE 9 Hoofdstuk I Beschadigen en verplaatsen van andermans eigendom... 9 Hoofdstuk II Bestrijding van geluidshinder... 11 Hoofdstuk III Het gebruik van springstoffen... 16 Hoofdstuk IV Gebruik van alcoholische dranken... 17 Hoofdstuk V Uitwerpselen van dieren... 18 Hoofdstuk VI Sluikstorten... 19 Hoofdstuk VII Diverse vormen van overlast... 20 Hoofdstuk VIII Plaatsverbod... 22 AFDELING II OPENBARE WEG: PRIVATIEF GEBRUIK - VEILIGHEID EN GEMAK VAN DOORGANG 23 Hoofdstuk I Algemene bepalingen... 23 Hoofdstuk II Hinderlijke beplantingen... 25 Hoofdstuk III Dieren in het verkeer... 26 Hoofdstuk IV Voorwerpen, geplaatst of bevestigd op vensterdorpels of op andere delen van gebouwen, die op de openbare weg kunnen vallen... 28 Hoofdstuk V Het plaatsen, op de gevel van gebouwen, van huisnummers, straatnaamborden en verkeerstekens... 29 Hoofdstuk VI De bestrijding van ijzel - Het reinigen van de openbare weg bij sneeuw of ijzel... 30 Hoofdstuk VII Het plaatsen van containers en/of laadbakken... 31 Hoofdstuk VIII Aanplakkingen - publiciteit... 32 Deel 1 Algemene bepalingen 32 Deel 2 Propaganda ter gelegenheid van de verkiezingen 33

AFDELING III OPENBARE GEZONDHEID 35 Hoofdstuk I Onderhoud van niet-ingeschreven waterlopen en grachten... 35 Hoofdstuk II Onderhoud percelen - maatregelen tegen ongedierte en insectenplagen... 36 AFDELING IV OPENBARE VEILIGHEID 38 Hoofdstuk I Bouwvallige gebouwen en afsluitingen... 38

Algemene bepalingen Artikel 1 Inwerkingtreding - Opheffing Onderhavige politieverordening treedt in werking op 1 januari 2014. Onderhavige politieverordening heft de bepalingen van alle bestaande politieverordeningen op in de mate dat eenzelfde aangelegenheid wordt behandeld. Artikel 2 Toepassingsgebied Onderhavige politieverordening is van toepassing op het grondgebied van de gemeente Merksplas. Onderhavige politieverordening is van toepassing zowel op natuurlijke personen vanaf de leeftijd van 16 jaar als op rechtspersonen. Artikel 3 Herhaling Wanneer in een artikel van deze politieverordening het maximum van de administratieve geldboete is bepaald op een bedrag lager dan 350 Euro, dan verhindert dit niet dat in geval van herhaling, het bedrag van de geldboete dit maximumbedrag overschrijdt. Niettemin mag ook in geval van herhaling het bedrag van de geldboete nooit het maximum van 350 Euro overschrijden. Artikel 4 Maatregelen Onverminderd de in deze verordening voorziene maatregelen, kan de burgemeester, telkens wanneer de openbare gezondheid, veiligheid of rust in gevaar is, maatregelen bevelen om het gevaar te doen ophouden. Indien de maatregelen voorzien in deze verordening of de maatregelen bevolen door de burgemeeter op basis van lid 1 van dit artikel, niet worden uitgevoerd, kan de burgemeester van ambtswege en op kosten en risico van degene die in gebreke is gebleven, tot uitvoering laten overgaan. Artikel 5 Niet-naleven maatregel bevolen door de burgemeester De niet-naleving van een door de burgemeester bevolen maatregel van weke aard ook, wordt bestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete van maximum 350 Euro 1. Artikel 6 Bemiddeling 6.1. Algemeen 6.1.1. De bemiddelingsprocedure zoals bedoeld in art. 18 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, wordt ingevoerd voor minderjarigen vanaf de leeftijd van 16 jaar. Aan meerderjarige overtreders kan het aanbod van de bemiddeling worden gedaan, indien de sanctionerend ambtenaar meent dat dit een meerwaarde betekent voor de betrokken partijen. 6.1.2. De bemiddelaar die zorg draagt voor de begeleiding van de bemiddelingsprocedure oefent zijn functie in alle onafhankelijkheid uit. 6.1.3. Uitzonderlijk en op verzoek van alle betrokken proces-partijen kan de bemiddelingsprocedure worden verder gezet na het verstrijken van de verjaringstermijn. De bemiddeling vindt dan niet meer plaats in het kader van de GAS-procedure. De sanctionerend ambtenaar wordt hiervan in het evaluatierapport van de bemiddelaar op de hoogte gebracht. 1 Naast de maatregelen opgenomen in deze verordening, kan de burgemeester ook maatregelen nemen op basis van art 133-135 Nieuwe Gemeentewet. Vaak levert de naleving ervan geen probleem op. Dit is echter niet steeds het geval. Om die reden wordt een algemene bepaling opgenomen zodat de niet-naleving met een gemeentelijke administratieve geldboete kan gesanctioneerd worden.

6.1.4. De bemiddeling vindt plaats voorafgaand aan de boetebeslissing van de sanctionerend ambtenaar. 6.2. Uitgangspunten van de bemiddeling 6.2.1. De bemiddeling is een open communicatieproces tussen alle aktoren in een geschil, waarbij de herstelgedachte centraal staat. Dit proces wordt ondersteund door de bemiddelaar. De aktoren kunnen zijn: de meerderjarige overtreder, de minderjarige overtreder en zijn ouders/voogden, benadeelde partijen (individuen, rechtspersonen, instellingen, een groep buurtbewoners, etc.), de raadsman van betrokkenen, een vertrouwenspersoon, etc. 6.2.2. Deelname aan de bemiddeling maakt het voor de overtreder mogelijk de door hem veroorzaakte schade te vergoeden, oplossingen te zoeken voor de oorzaken die aan de basis liggen van de inbreuk, afspraken te maken om een conflict te doen bedaren en/of zijn verantwoordelijkheid op te nemen door het leveren van, als symbolisch herstel voor de inbreuk, een GAS-prestatie, het aanbieden van excuses aan de benadeelde, het maken van een werkstuk, etc. 6.2.3. De bemiddeling biedt de benadeelde partij de mogelijkheid aan zijn belangen tegemoet te komen en geeft de partijen eveneens de mogelijkheid de onderlinge communicatie te herstellen. Daarnaast is de bemiddeling een middel om de overtreder te sensibiliseren omtrent de gevolgen van zijn handelen, de sociale cohesie in een buurt te bevorderen, de gemeente te informeren over maatschappelijke vraagstukken en om partijen door te verwijzen naar gespecialiseerde instanties. 6.2.4. De bemiddeling is gebaseerd op vrijwilligheid (de deelname is niet verplicht) en vertrouwelijkheid (niet alles wat tijdens de sessie wordt gezegd kan naar buiten worden gebracht). De bemiddelaar is transparant (de verwachtingen, mogelijkheden en beperkingen worden getoetst aan de juridische context) en meerpartijdig (er wordt geluisterd naar de standpunten van alle partijen). 6.3. Het verloop van de bemiddeling 6.3.1. De sanctionerend ambtenaar selecteert de dossiers die in aanmerking komen voor bemiddeling. Hij maakt de relevante stukken van het dossier (processen-verbaal, opstartbrief, verweerschriften, etc.) over aan de bemiddelaar. In zijn opstartbrief worden de gegevens van de bemiddelaar reeds vermeld. 6.3.2. Indien de overtreder hierom verzoekt kan de sanctionerend ambtenaar ook na het opstarten van de GAS-procedure het dossier overmaken aan de bemiddelaar. 6.3.3. Alle in het proces-verbaal vermelde partijen worden in principe door de bemiddelaar aangeschreven. Indien er geen benadeelde partijen in het proces-verbaal worden vermeld neemt de gemeente op indirecte wijze zijn rol van slachtoffer op. 6.3.4. De partijen worden gestimuleerd tot actieve deelname aan het bemiddelingsproces. Dit geeft deelnemers de mogelijkheid zich vrij uit te drukken over de feiten, de gevoelens die hiermee gepaard gingen, de gevolgen en de verwachtingen. Deze onderlinge dialoog geeft de benadeelde de mogelijkheid een antwoord te krijgen op zijn vragen en biedt de overtreder de mogelijkheid zijn verantwoordelijkheid op te nemen. Tevens wordt de mogelijkheid geboden eigen voorstellen te formuleren. De bemiddelaar speelt hierbij een ondersteunende rol. Een ontmoeting tussen de partijen is niet verplicht, of soms zelfs niet wenselijk of mogelijk. De communicatie kan ook indirect gebeuren, waarbij de bemiddelingsambtenaar fungeert als doorgeefluik. 6.3.5. Indien de overtreder minderjarig is, worden de ouders/voogden en de raadsman op de hoogte gehouden over het verloop van de bemiddelingsprocedure. Tijdens het bemiddelingsgesprek is er steeds een meerderjarige vertrouwenspersoon (vernoemde personen of andere) aanwezig.

6.3.6. Indien de sanctionerend ambtenaar hierom verzoekt, verstrekt de bemiddelaar hem de nodige informatie over de stand van zaken van de bemiddeling. 6.3.7. De bemiddeling mondt idealiter uit in een schriftelijke overeenkomst, waarin de afspraken tussen de deelnemers worden vastgelegd. De bemiddelaar staat in voor de opvolging van deze afspraken en stuurt deze, indien gewenst, bij. 6.4. De GAS-prestatie 6.4.1. De bemiddelingsovereenkomst met als voorwerp het leveren van een GAS-prestatie wordt goedgekeurd door middel van een besluit van het college van burgemeester en schepenen. 6.4.2. De onbezoldigde herstelprestatie vindt plaats bij een dienst van de gemeente waar de inbreuk werd gepleegd of bij een door het college van burgmeester en schepenen aangewezen instelling en bestaat uit het verrichten van een taak van algemeen nut of uit het deelnemen aan acties van gemeentelijk belang. 6.4.3 De overtreder die een GAS-prestatie levert is behoorlijk verzekerd voor materiële en lichamelijke schade. Deze prestatie mag geen gevaarlijk of onredelijk zwaar werk inhouden. De aard, inhoud en wijze van uitvoering dient te gebeuren met eerbiediging van het zelfrespect, ras, huidskleur, etnische oorsprong, nationaliteit, taal, godsdienst, politieke of andere overtuigingen, financiële, sociale of andere status van de overtreder. 6.4.4. De GAS-prestatie wordt begeleid door de bemiddelaar. Hij houdt voor het bepalen van de prestatieplaats en van het aantal te presteren uren rekening met de persoon van de overtreder en de aard van de inbreuk. 6.5 Het resultaat van de bemiddeling 6.5.1. De bemiddelaar rapporteert de sanctionerend ambtenaar over het resultaat van de bemiddeling en houdt hierbij rekening met de termijn die de sanctionerend ambtenaar nuttig acht voor het nemen van zijn eindbeslissing. In zijn verslaggeving houdt de bemiddelaar de nodige neutraliteit in acht en is hij gebonden aan zijn discretieplicht: hij deelt slechts deze informatie mee die nuttig is voor het nemen van de eindbeslissing. 6.5.2. De sanctionerend ambtenaar interpreteert bij het nemen van zijn eindbeslissing het verslag van de bemiddelaar. De beoordeling zoals gerapporteerd door de bemiddelaar wordt hierbij meegewogen. Artikel 7 De administratieve schorsing of intrekking van een toestemming of vergunning, en de tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van een inrichting 7.1 Indien de inbreuk gesanctioneerd wordt door een in dit artikel bepaalde sanctie, stuurt de sanctionerend ambtenaar het proces-verbaal door naar het college van burgemeester en schepenen. 7.2 Het college van burgemeester en schepenen neemt in zitting kennis van het proces-verbaal en wanneer zij beslist de procedure op te starten, verstuurt zij een voorafgaande waarschuwing aan de overtreder. Hierin staat dat er een inbreuk werd vastgesteld en dat een sanctie zal opgelegd worden indien de inbreuk wordt gehandhaafd of bij een volgende inbreuk. De waarschuwing moet een uittreksel bevatten van onderhavige politieverordening en dient per post aangetekende brief te gebeuren. 7.3 Vervolgens wordt aan de overtreder per post aangetekend schrijven meegedeeld dat er bij

proces-verbaal werd vastgesteld dat er nog steeds een inbreuk is en dat het college overweegt een sanctie (schorsing of intrekking van de vergunning, sluiting van de instelling) op te leggen. Bij deze mededeling deelt men ook mee waar en wanneer het dossier kan worden ingekeken, waar en wanneer betrokkene zal worden gehoord, en dat hij zich mag laten bijstaan of vertegenwoordigen door een raadsman. 7.4 De hoorzitting kan maar plaatsvinden als de meerderheid van het college van burgemeester en schepenen aanwezig is. De hoorzitting wordt genotuleerd en de aanwezigen worden bij het einde van de zitting uitgenodigd de notulen te ondertekenen. 7.5 Bij het nemen van de beslissing is het college van burgemeester en schepenen op dezelfde wijze samengesteld als tijdens de hoorzitting. 7.6 De kennisgeving van de sanctie wordt ondertekend door de burgemeester en de gemeentesecretaris. Deze sanctie wordt aan de overtreder ter kennis gebracht door een aangetekend schrijven, ofwel door overhandiging tegen ontvangstbewijs.

Afdeling I Overlast - openbare rust en orde Hoofdstuk I Beschadigen en verplaatsen van andermans eigendom Artikel 1.1.1. (Omver)werpen en verplaatsen van voorwerpen Zij die stenen of andere harde voorwerpen die kunnen bevuilen of beschadigen werpen tegen voertuigen, huizen, gebouwen en afsluitingen, of deze voorwerpen gooien in tuinen en besloten erven, worden bestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete 2. Zij die voorwerpen, op de openbare weg geplaatst, opzettelijk omverwerpen, verplaatsen of elders wegwerpen worden bestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete 3. Artikel 1.1.2. Opzettelijk beschadigen van andermans roerende eigendommen Zij die, buiten de gevallen omschreven in boek II, titel IX, hoofdstuk III van het strafwetboek, andermans roerende eigendommen opzettelijk beschadigen of vernielen, worden bestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete 4. Het betreft een gemengde inbreuk (zie artikel 559.1 van het strafwetboek). Artikel 1.1.3. Opzettelijk beschadigen van andermans onroerende eigendommen Zij die opzettelijk andermans onroerende eigendommen beschadigen, worden bestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete 5. Het betreft een gemengde inbreuk (zie artikel 534ter van het strafwetboek). Artikel 1.1.4. Opzettelijk beschadigen van afsluitingen Zij die stedelijke of landelijke afsluitingen, uit welke materialen ook gemaakt, opzettelijk beschadigen 6, worden bestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete 7. Het betreft een gemengde inbreuk (zie artikel 563.2 van het strafwetboek). Artikel 1.1.5. Graffiti Zij die zonder toestemming graffiti aanbrengen op roerende of onroerende goederen, worden bestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete 8. Het betreft een gemengde inbreuk (zie artikel 534bis van het strafwetboek). Artikel 1.1.6. Opzettelijk beschadigen van planten en bomen Onverminderd de bepalingen in het bosdecreet van 13 juni 1990 en het veldwetboek van 7 oktober 1886, is het verboden opzettelijk schade aan te richten aan planten en bomen in openbare parken, 2 Dit is dezelfde maar wel geactualiseerde tekst als het vroegere artikel 557.4 van het strafwetboek zoals opgeheven door artikel 4 van de wet van 17 juni 2004 (BS 23/07/2004) met betrekking tot de gemeentelijke administratieve sancties. Het is evident dat de eigen bewoners hier niet worden geviseerd. 3 Dit artikel laat toe om daders van allerlei baldadigheden zoals het omverwerpen van fietsen, het gooien van afvalzakken op de openbare weg en dergelijke te sanctioneren zonder dat dit schade hoeft te veroorzaken. 4 Dit is dezelfde tekst als het vroegere artikel 559.1 van het strafwetboek zoals opgeheven door artikel 4 van de wet van 17 juni 2004 (BS 23 juli 2004) met betrekking tot de gemeentelijke administratieve sancties en terug ingevoerd bij artikel 22 van de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen (BS 29/07/2005). Het betreft dus een gemengde inbreuk zoals bedoeld in artikel 119 bis 2 van de nieuwe gemeentewet. 5 Dit artikel vormt een gemengde inbreuk. Het opzettelijk beschadigen van onroerende eigendommen is eveneens strafbaar gesteld bij artikel 534ter van het strafwetboek. Het vernielen van onroerende goederen is ondermeer strafbaar gesteld in artikel 521 van het strafwetboek. 6 Het vernielen van stedelijke of landelijke afsluitingen is strafbaar gesteld in artikel 545 van het strafwetboek. 7 Dit is dezelfde tekst als het vroegere artikel 563.2 van het strafwetboek zoals opgeheven door artikel 4 van de wet van 17 juni 2004 (BS 23 juli 2004) met betrekking tot de gemeentelijke administratieve sancties en terug ingevoerd bij artikel 22 van de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen (BS 29/07/2005). Het betreft dus een gemengde inbreuk zoals bedoeld in artikel 119 bis 2 van de nieuwe gemeentewet. 8 Dit artikel vormt een gemengde inbreuk. Het aanbrengen van graffiti is eveneens strafbaar gesteld bij artikel 534bis van het strafwetboek.

openbare plantsoenen en bloembakken op het openbaar domein 9. Artikel 1.1.7. Wegnemen van voorwerpen behorend tot het openbaar domein Zij die, zonder daartoe behoorlijk te zijn gemachtigd, graszoden, aarde, stenen, materialen, straatnaamborden, verkeerstekens, verkeersborden of andere signalisatieborden wegnemen op plaatsen die tot het openbaar domein behoren, worden bestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete 10. Artikel 1.1.8. Wildplassen - braken Wildplassen of zijn behoefte doen tegen of in publieke gebouwen en hun aanhorigheden, op het openbaar domein, op privé-eigendom toebehorend aan derden, tegen woningen en hun aanhorigheden, vaste constructies of voertuigen is verboden. Braken op het openbaar domein of op privé-eigendom toebehorend aan derden is eveneens verboden 11. Artikel 1.1.9. Verwonden van dieren 1. Zij die op plaatsen waarvan zij eigenaar, huurder, deelpachter, pachter, vruchtgebruiker of gebruiker zijn, tot andermans nadeel een ander huisdier dan vermeld in artikel 538 van het strafwetboek kwaadwillig doden of zwaar verwonden, worden bestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete 12. 2. Zij die de dood of een zware verwonding van dieren of vee, aan een ander toebehorend, veroorzaken door het laten rondzwerven van kwaadaardige of woeste dieren, worden bestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete 13. 3. Zij die door onvoorzichtigheid of gebrek aan voorzorg onopzettelijk de dood of een zware verwonding van dieren of vee, aan een ander toebehorend, veroorzaken door het behandelen of gebruiken van wapens of door het werpen van harde voorwerpen of van om het even welke stoffen, worden bestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete 14. Artikel 1.1.10. Sancties Inbreuken op de artikelen van dit hoofdstuk worden bestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete van maximum 350 Euro. 9 Het aanrichten van schade aan planten en bomen in openbare parken, openbare plantsoenen en bloembakken op het openbaar domein, valt niet onder het bosdecreet noch het veldwetboek. Vooral deze planten en bomen vormen nogal eens het doelwit van vandalisme. 10 Dit is dezelfde tekst als het vroegere artikel 560.2 van het strafwetboek zoals opgeheven door artikel 4 van de wet van 17 juni 2004 (BS 23/07/2004) met betrekking tot de gemeentelijke administratieve sancties. Hetzelfde wegnemen op andermans grond valt onder artikel 83.7 van het veldwetboek. Het artikel werd bovendien uitgebreid naar allerlei vormen van signalisatie. 11 Vooral in uitgaansbuurten vormt dit hoe langer hoe meer een overlastprobleem voor omwonenden en voorbijgangers. Een sanctie lijkt gepast. Het is evident dat ondermeer de eigen bewoners en braken ingevolge ziekte of zwangerschap, hier niet worden geviseerd. 12 Dit is dezelfde tekst als het vroegere artikel 557.5 van het strafwetboek zoals opgeheven door artikel 4 van de wet van 17 juni 2004 (BS 23 juli 2004) met betrekking tot de gemeentelijke administratieve sancties. Artikel 538 Sw luidt als volgt: "Hij die paarden of andere trek- of lastdieren, hoornvee, schapen, geiten of varkens vergiftigt, wordt gestraft met een gevangenisstraf van drie maanden tot twee jaar en met een geldboete van zesentwintig frank tot driehonderd frank". 13 Dit is dezelfde tekst als het vroegere artikel 559.2 van het strafwetboek zoals opgeheven door artikel 4 van de wet van 17 juni 2004 (BS 23 juli 2004) met betrekking tot de gemeentelijke administratieve sancties. 14 Dit is dezelfde tekst als het vroegere artikel 559.3 van het strafwetboek zoals opgeheven door artikel 4 van de wet van 17 juni 2004 (BS 23 juli 2004) met betrekking tot de gemeentelijke administratieve sancties.

Hoofdstuk II Bestrijding van geluidshinder Artikel 1.2.1. Toepassingsgebied Enkel indien hogere wetgeving 15 niet van toepassing is, gelden de hierna volgende bepalingen tot bestrijding van de geluidshinder op het grondgebied van de gemeente. Artikel 1.2.2. Algemene bepaling nachtlawaai Het is verboden zich tussen 22.00 uur en 07.00 uur schuldig te maken aan nachtgerucht of nachtrumoer, met welk middel dan ook, waardoor de rust van de inwoners kan worden verstoord 16. Het betreft een gemengde inbreuk (zie artikel 561.1 van het strafwetboek). Artikel 1.2.3. Geluidsnormen bij nacht door andere bronnen dan elektronisch versterkte muziek Behoudens vergunning van de burgemeester is het verboden om tussen 22.00 uur en 07.00 uur, met welk middel dan ook, een geluidsniveau te produceren gemeten in open lucht dat hoger is dan 5 db(a) boven het achtergrondgeluidsniveau, met een maximum van 60 db(a) 17. Artikel 1.2.4. Geluidsnormen bij dag door andere bronnen dan elektronisch versterkte muziek Behoudens in geval van werken of behoudens vergunning van de burgemeester is het verboden, tussen 07.00 uur en 22.00 uur, met welk middel dan ook een geluidsniveau te produceren gemeten in open lucht dat hoger is dan 5 db(a) boven het achtergrondgeluidsniveau, met een maximum van 75 db(a) 18. Deze verbodsbepaling geldt niet voor het menselijk geluid van spelende kinderen. Artikel 1.2.5. Wijze van geluidsmeting 1. Het geluidsniveau bedoeld in artikelen 3 en 4 wordt gemeten in open lucht op 10 m afstand van het geluid voortbrengend apparaat dat zich op de openbare weg bevindt, ofwel gemeten op de grens van het privé-domein in andere gevallen. 2. Bij onmogelijkheid van het meten op in artikel 5.1 voorziene plaatsen, wordt de meest hiertoe benaderde afstand genomen. 3. Het geluidsniveau wordt gedefinieerd als het A-gewogen procentueel geluidsdrukniveau L AN,T, gemeten op een bepaald punt en over een representatieve tijd wanneer de geluidsbronnen die aanleiding geven tot mogelijke rustverstoring in werking zijn. 15 Zie ondermeer Vlarem. Hoofdstuk 6.7 Vlarem II heeft als doel de aanwezigen binnen een inrichting te beschermen tegen geluidsoverlast door muziek alsook de omwonenden binnen in een woning met gesloten ramen en deuren. Vlarem zegt dus niets over geluid anders dan muziek hoorbaar in open lucht op de openbare weg. Dit laatste wordt dus geregeld in deze politieverordening. Vlarem is van toepassing op ingedeelde inrichtingen opgesomd in het decreet. 16 Dit artikel is gebaseerd op artikel 561.1 van het strafwetboek zoals afgeschaft door artikel 4 van de wet van 17 juni 2004 (BS 23/07/2004) en terug ingevoerd bij artikel 22 van de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen (BS 29/07/2005). Het betreft dus een gemengde inbreuk zoals bedoeld in artikel 119 bis 2 van de nieuwe gemeentewet. Om alle discussies over de definitie inzake nacht te vermijden wordt dit ondubbelzinnig gedefinieerd tussen de uren 22.00 en 07.00. Een algemene bepaling op nachtlawaai zonder dat er geluidsmetingen verricht worden, blijft noodzakelijk om de rust van de inwoners te vrijwaren. De woorden met welk middel dan ook werden doelbewust toegevoegd en moeten ruim geïnterpreteerd worden zoals, een hond aanhitsen, op een deurbel drukken, roepen en tieren, toeteren of claxonneren, de autoradio te luid zetten, 17 Het doel van dit artikel is om, los van de algemene bepaling nachtlawaai, ook objectieve metingen te kunnen doen vooral bedoeld voor plaatsen waar in het verleden regelmatig lawaaioverlast gemeld werd. Deze meting gebeurt door bevoegd personeel met geijkte apparatuur. Ook indien op dat moment er geen oproep is voor lawaaioverlast, kan er toch op een objectieve manier een overtreding op de geluidsnorm vastgesteld worden. 18 Het doel van dit artikel is om ook overdag objectieve metingen te kunnen verrichten, los van de specifieke artikelen die het gebruik van bepaalde toestellen sowieso strafbaar stellen op bepaalde dagen, tijdens bepaalde uren en dergelijke. De inbreuken op de specifieke artikelen verder in dit hoofdstuk beschreven, zoals bijvoorbeeld het gebruik van grasmaaiers, kunnen dus door iedere politieambtenaar vastgesteld worden, ook zonder geluidsmeter.

4. Het achtergrondgeluidsniveau wordt gedefinieerd als het A-gewogen procentueel geluidsdrukniveau L AN,T, gemeten op een bepaald punt, bij uitschakeling van de geluidsbronnen die aanleiding geven tot mogelijke rustverstoring en dit over een representatieve tijd. De resultaten van de geluidsmetingen worden aan de hand van de volgende akoestische grootheden bepaald: LAeq,T ; LA5,T; LA50,T; LA95,T. - "A-gewogen procentueel geluidsdrukniveau L ANT ": het A-gewogen geluidsdrukniveau dat gedurende N % van het tijdsinterval T wordt overschreden; - "A-Weging": weging volgens de A-curve, gedefinieerd in de Belgische norm NBN C 97-122 "geluidspeilmeters"; Gewijzigd bij art. 1, 10 B.VL.Reg. 19 januari 1999, B.S., 31 maart 1999 - "A-gewogen geluidsdrukniveau L pa ": het A-gewogen momentane niveau van de geluidsdruk; Gewijz. bij art. 1, 10 B.VL.Reg. 19 januari 1999, B.S., 31 maart 1999 Artikel 1.2.6. Gebruik van toestellen die geluid produceren 1. Zonder vergunning van de burgemeester is het privaat gebruik van radio- en televisietoestellen, geluidswagens, muziekinstrumenten en alle andere apparaten voor emissie van geluid, verboden op de openbare weg en op openbare plaatsen alsook binnen en buiten gebouwen wanneer de uitzending bestemd is om op de openbare weg gehoord te worden 19. Dit geldt niet voor apparaten waarvan het geluid alleen door de gebruiker kan worden waargenomen. De vergunning van de burgemeester kan bijzondere voorwaarden opleggen, zowel naar inhoud, als plaats, als tijdstip. Het maximum geluidsniveau, bepaald in de vergunning van de burgemeester, mag evenwel de 90 db(a) niet overschrijden. Er kan geen vergunning afgeleverd worden voor geluidsinstallaties in een voertuig dat zich op de openbare weg of op openbare plaatsen bevindt. Deze moeten zo afgesteld zijn dat de voortgebrachte muziek niet duidelijk hoorbaar is op de openbare weg 20. 2. Dit verbod is niet van toepassing op straatmuzikanten, op voorwaarde dat: hun optreden geen aanleiding kan geven tot verstoring van de openbare orde en rust; de omstaanders niet worden lastig gevallen; de ten gehore gebrachte muziek niet elektronisch versterkt is. 3. Het gebruik in private gebouwen van radio- en televisietoestellen, muziekinstrumenten en alle andere apparaten voor emissie van geluid, mag geen overdreven geluidshinder vormen voor omwonenden. De overdreven geluidshinder moet bij heterdaad vastgesteld worden door de politie 21. 19 Dit artikel viseert b.v. de geluidswagens, ijsroomventers die een geluidsinstallatie doelbewust gebruiken om gehoord te worden op de openbare weg. Dit artikel viseert niet de bewoner van wie de geluidsinstallatie hoorbaar is op de openbare weg. Eventueel kan dit wel een inbreuk vormen op de artikelen 1.2.2., 1.2.3. of 1.2.4.. 20 Dit artikel viseert bijvoorbeeld de boomcars. 21 Onverminderd de geluidsnormen bij dag, geldt deze inbreuk dus ook voor daglawaai, voor zover het daglawaai afkomstig is van de toestellen vermeld in dit artikel.

Artikel 1.2.7. Lawaai van motorvoertuigen Onverminderd de bepalingen inzake geluidsoverlast opgenomen in de wegcode en de technische eisen inzake motorvoertuigen, motorfietsen en bromfietsen, mag geen enkel motorvoertuig noch ander verkeersmiddel abnormaal lawaai veroorzaken, hetzij door een ongewone wijze van sturen, hetzij door onoordeelkundig gebruik van de remmen, hetzij door het wegnemen of veranderen van de voorgeschreven knaldempers en dit zowel op openbaar als privaat terrein. Artikel 1.2.8. Lawaai van grasmaaiers en andere werktuigen Het gebruik in open lucht van grasmaaiers, houtzagen en andere werktuigen aangedreven door ontploffings- of elektrische motoren, is verboden tussen 22.00 uur en 07.00 uur. De verbodsbepalingen van dit artikel zijn echter niet van toepassing op landbouw- en/of (bos)bouwmachines aangewend voor de normale exploitatie van het bedrijf 22. Artikel 1.2.9. Lawaai van speeltuigen Het is - behoudens toestemming van de burgemeester - verboden met ontploffings- of reactiemotoren aangedreven speeltuigen, zoals modelvliegtuigen, modelvoertuigen en modelvaartuigen te gebruiken in open lucht, op openbare of private terreinen, die gelegen zijn op minder dan 250 meter van de natuurreservaten, de waardevolle natuurgebieden, en de woongebieden zoals aangeduid door - naar gelang het geval - het toepasselijk gewestplan, bijzonder plan van aanleg of ruimtelijk uitvoeringsplan. Artikel 1.2.10. Lawaai van sirenes en bellen Het is verboden tussen 22.00 uur en 07.00 uur het begin van de arbeid of de rustpauzen voor tewerkgesteld personeel aan te kondigen bij middel van bellen, sirenes of andere geluidsbronnen die buiten het gebouw of het werkterrein hoorbaar zijn. De werking van deze toestellen mag tussen 07.00 uur en 22.00 uur niet langer duren dan 10 seconden. Artikel 1.2.11. Lawaai van bouwmachines Behoudens vergunning van de burgemeester is het gebruik van bouwmachines of andere bouwwerktuigen die buitengewoon luidruchtig zijn en van aard de rust van de omwoners te verstoren verboden op werkdagen tussen 22.00 uur en 07.00 uur, alsook op zon- en wettelijke feestdagen 23. Artikel 1.2.12. Lawaai van huisdieren Huisdieren dienen zodanig gehouden dat de door deze dieren voortgebrachte geluiden niet van aard zijn de rust van de omwoners in het gedrang te brengen. Artikel 1.2.13. Ultrasone geluidssystemen Het gebruik van ultrasone geluidssystemen, louter met als doel om jongeren te weren op bepaalde plaatsen, is verboden 24. Artikel 1.2.14. Vogelschrikkanonnen 1. Het gebruik van al dan niet automatische vogelschrikkanonnen of gelijksoortige toestellen, met inbegrip van toestellen die, al dan niet elektronisch versterkt, het geluid laten horen van krijsende vogels om vogels te verjagen ter bescherming van akkerbouw, tuinbouw of fruitteelt, is alleen toegestaan na schriftelijke vergunning van de burgemeester. De aanvraag moet gemotiveerd worden en moet de beoordeling van de mogelijke hinder van de installatie mogelijk maken. 22 Dit artikel viseert de werktuigen die courant in het bezit zijn van particulieren, en dit in tegenstelling tot het artikel inzake bouwmachines. 23 Dit artikel viseert de werktuigen van bouwfirma s alsook van particulieren die bouw- of verbouwingswerken uitvoeren en dit in tegenstelling tot het artikel inzake grasmaaiers en andere werktuigen. 24 Bepaalde toestellen produceren irritante geluiden die enkel door jongeren tot ongeveer 25 jaar kunnen gehoord worden. Op sommige plaatsen worden deze gebruikt om overlast door hangjongeren tegen te gaan. Het gebruik van dergelijke toestellen wordt thans verboden.

2. Vogelschrikkanonnen of gelijksoortige toestellen mogen alleen opgesteld worden op een afstand van meer dan 100 m van een woongebied (in ruime zin) zoals bepaald in gewestplannen, (bijzondere) plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen en/of op een afstand van meer dan 100 m van een woning en/of op een afstand van meer dan 100 m van een openbare weg. Het gebruik van vogelschrikkanonnen of gelijksoortige toestellen is verboden tussen 22.00u en 7.00u. Op gemotiveerd verzoek kan in de vergunning een ingekorte verbodsperiode worden bepaald. 3. De vergunde duur moet gelegen zijn in de periode van 15 april tot 15 september. Het kanon mag niet meer dan zes knallen per uur produceren. De opening van het kanon moet steeds in de minst hinderlijke richting geplaatst worden t.a.v. hindergevoelige plaatsen of gebieden zoals bedoeld in 2, lid 1. Artikel 1.2.15. Optreden van de politie Bij inbreuken op de voorschriften van dit hoofdstuk, kan de politie: de stopzetting van de muziek bevelen of de openbare plaatsen ontruimen om de openbare rust en orde te herstellen. de muziekinstallaties of toestellen bedoeld voor de emissie van geluid, waarmee deze overtredingen gepleegd worden, administratief in beslag nemen 25 en dit op kosten en risico van de overtreder. De bezitter of eigenaar kan om teruggave verzoeken op de eerstvolgende werkdag tijdens de kantooruren. Artikel 1.2.16. Sancties Inbreuken op de artikelen 1.2.2., 1.2.3., 1.2.4., 1.2.6. 1. en 3., 1.2.7., 1.2.8., 1.2.9., 1.2.10., 1.2.11., 25 Art 30 van de wet op het politieambt voorziet in een bestuurlijke inbeslagneming van ondermeer voorwerpen die een gevaar betekenen voor het leven en de lichamelijke integriteit van personen met oog op de handhaving van de openbare rust. Het artikel van deze politieverordening is veel ruimer en voorziet in de mogelijkheid tot inbeslagneming van alle voorwerpen waarmee de inbreuken omschreven in dit hoofdstuk worden gepleegd, ook indien zij geen gevaar betekenen voor de lichamelijke integriteit. De "inbeslagname" zoals bedoeld in het artikel van deze politieverordening wordt niet geregeld in artikel 30 van de wet op het politieambt en moet dus opgenomen blijven in deze politieverordening om dit te kunnen toepassen. De gemeenteraad geeft geen opdracht aan de politie, wel een bevoegdheid om desgevallend over te gaan tot de inbeslagname. De inbeslagname mag niet verward worden met de "verbeurdverklaring". De "verbeurdverklaring" is een bijkomende straf waardoor bepaalde zaken van het patrimonium van een rechtsonderhorige overgaan naar dat van de Staat (gemeente) (Belgisch Strafrecht, E. Story- Scientia p.v.b.a, Antwerpen - Brussel - Gent - Leuven, 1976, p. 891). Aangezien de "verbeurdverklaring" niet opgesomd is als sanctie in artikel 119bis, 2 van de nieuwe gemeentewet, kan de gemeenteraad dus geen "verbeurdverklaring" opnemen in de politieverordening. Immers "geen straf zonder wet" (artikel 14 van de grondwet). De "inbeslagname" daarentegen is geen straf (o.c., p. 892). Er is ook geen eigendomsoverdracht naar de gemeente. Er is enkel een tijdelijke onttrekking om er vrij over te beschikken, dit ter vrijwaring van de openbare rust (artikel 135, 2 van de nieuwe gemeentewet). Aangezien het geen "straf" is, hoeft dit niet opgesomd te staan in artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet om rechtsgeldig te zijn. Immers, in tal van andere politieverordeningen staan bepalingen die beperkingen inhouden van bepaalde rechten, zonder dat het een "straf" is (vb. fuiven, aanplakverboden,...). De gemeenteraad treedt hier dus regulerend op ingevolge haar algemene bevoegdheid opgenomen in artikel 119 van de nieuwe gemeentewet. De term "tegengaan", gebruikt in artikel 135, 2, 2 van de nieuwe gemeentewet, doelt ook juist op het "doen ophouden" van een rustverstorend feit, niet op het straffen voor vastgestelde inbreuken (M. VERBEEK e.a., Handboek Gemeentelijke Administratieve Sancties, Brussel, Politeia, 2010, II, Hfst. 2, nr. 6.8., p. 60(6); R.v.St. (Fr.) 7 februari 1997, nr. 64.452, Sicurella). De tijdelijke "inbeslagname" bedoeld het artikel van deze politieverordening heeft ook juist tot doel om de rustverstoring te doen ophouden, niet om betrokkene te straffen. Bovendien is de bepaling o.i. niet in strijd met hogere wetgeving. Artikel 30 van de wet op het politieambt is inderdaad veel beperkter. Krachtens artikels 41 en 162 van de Grondwet en de artikelen 2 juncto 42 van het gemeentedecreet regelt de gemeenteraad alles wat van gemeentelijk belang is. Op voorwaarde dat het gemeentelijk belang wordt gediend, kunnen de gemeenten "alle handelingen stellen die niet door een wet zijn verboden" (Cass. 6 april 1922, Pas. 1922, I, 235; R.v.St. BERGHMANS en cons. nr. 20840, 6 januari 1981; artikel 42, 1 gemeentedecreet; 162 grondwet). Het "gemeentelijk belang" omvat alle materies die niet aan de gemeenten zijn onttrokken door de wet of het decreet (A. MAST e.a., Overzicht van het Belgisch Administratief Recht, mechelen, Kluwer, 2006, nr. 528, p. 498-499). Afwijkingen van de regel dat de gemeenteraad alles regelt dat van gemeentelijk belang is, moeten restrictief worden geïnterpreteerd (M. VERBEEK e.a., Gemeentelijke administratieve sancties, Brussel, Politeia, 2010, II, Hfst. 2, p. 60(6): R.v.St. 10 juli 1973, nr. 15.973, Gemeente Etterbeek). De gemeenteraad heeft op gemeentelijk vlak de volheid van bevoegdheid (art. 2 juncto 42 gemeentedecreet). De gemeente is op grond van artikel 135 nieuwe gemeentewet bevoegd om geluidshinder met preventieve politiemaatregelen tegen te gaan. Onder meer preventieve politiemaatregelen aangepast aan de concrete ordehandhavingsbehoefte (zoals een (tijdelijke) inbeslagname van een geluidstoestel (bv. muziekinstallatie)) om rustverstoring te voorkomen of verdere rustverstoring tegen te gaan, worden in principe toegestaan dor de Raad van State (M. VERBEEK e.a., o.c., II, Hfst. 2, p. 60(6)).

1.2.12., 1.2.13., 1.2.14 of 1.2.15. worden gestraft met een gemeentelijke administratieve boete van maximum 350 Euro. Indien een overtreding van dit hoofdstuk werd begaan met een motorvoertuig, ingeschreven op naam van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon, en de bestuurder bij de vaststelling van de overtreding niet geïdentificeerd werd, wordt vermoed dat deze is begaan door de titularis van de nummerplaat van het voertuig, tenzij de titularis binnen een termijn van vijftien dagen vanaf de kennisgeving van de inbreuk of uiterlijk tijdens het verhoor door de politie, de volledige identiteit van de bestuurder aan de politie meedeelt. Artikel 1.2.17. Andere gemeentelijke administratieve sancties In geval van niet naleven van de voorwaarden opgenomen in een vergunning zoals bedoeld in artikelen 1.2.3., 1.2.4., 1.2.6. 1, 1.2.11. of 1.2.14. kan het college van burgemeester en schepenen de vergunning schorsen of intrekken conform artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet. In geval van overtreding van de artikelen 1.2.2., 1.2.3., 1.2.4., of 1.2.6. 1 kan het college van burgemeester en schepenen bovendien op basis van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet overgaan tot een tijdelijke of definitieve sluiting van de inrichting.

Hoofdstuk III Het gebruik van springstoffen Artikel 1.3.1. 1. Buiten de gevallen bij de wet toegestaan is het verboden om, zonder voorafgaandelijke schriftelijke vergunning van de burgemeester - zowel op de openbare weg, het openbaar domein, als op private plaatsen - ontploffende stoffen of feestvuurwerk te ontsteken, stoffen die rook ontwikkelen en die bovendien vallen onder het Ministerieel besluit van 3 februari 2000 (B.S. 19 februari 2000) te ontsteken, knalbussen of voetzoekers te doen ontploffen, buskruit af te steken of om automatische knalkanonnen of gelijkaardige apparaten te gebruiken. 26 De burgemeester kan in de vergunning voorwaarden opleggen, waaronder het opruimen van de resten van de ontploffende stoffen of het feestvuurwerk. 2. Wie de in 1. bedoelde vergunning bekomen heeft, moet de voorwaarden naleven waaronder deze vergunning werd veleend. Artikel 1.3.2. Het gebruik op een openbare plaats van speelgoedwapens en ontploffingstuigen in het algemeen, die personen hinderen, kunnen kwetsen of schade kunnen toebrengen, is verboden. Artikel 1.3.3. Inbeslagname Alle voorwerpen - zowel de springstof als de betrokken apparaten - waarmee de overtredingen van artikelen 1.3.1. of 1.3.2. worden begaan, kunnen administratief in beslag 27 worden genomen en dit op kosten en risico van de overtreder. De bezitter of eigenaar kan om teruggave verzoeken op de eerstvolgende werkdag tijdens de kantooruren. Artikel 1.3.4. Sancties Inbreuken op de artikelen 1.3.1. of 1.3.2. worden gestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete van maximum 350 Euro. Artikel 1.3.5. Andere gemeentelijke administratieve sancties In geval van niet naleven van de voorwaarden opgenomen in een vergunning zoals bedoeld in artikel 1.3.1. kan het college van burgemeester en schepenen de vergunning schorsen of intrekken conform artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet. In geval van overtreding van de artikel 1.3.1. welke plaatsvindt in een inrichting, kan het college van burgemeester en schepenen op basis van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet overgaan tot een tijdelijke of definitieve sluiting van de inrichting. Artikel 1.3.6. Artikelen 133, lid 2 en 135, 2 van de nieuwe gemeentewet blijven onverminderd van toepassing. 26 De tekst van dit artikel is vollediger dan de tekst van het oude artikel 553.1 van het strafwetboek zoals afgeschaft door artikel 4 van de wet van 17 juni 2004 (B.S. 23 juli 2004). Het koninklijk besluit van 23 september 1958 houdende het algemeen reglement betreffende het fabriceren, opslaan, onder zich houden, verkopen, vervoeren en gebruiken van springstoffen (B.S. 22 december 1958) voorziet dat feestvuurwerk vrij mag verkocht worden aan personen boven de 16 jaar, weliswaar beperkt qua hoeveelheid. Voor ontploffend vuurwerk is steeds een voorafgaande vergunning van de burgemeester vereist. De vergunning kan de maatregelen bevatten om het ontsteken van vuurwerk op een veilige en gecontroleerde manier te laten verlopen. Stoffen die rook ontwikkelen (rookbommen) vallen krachtens het Ministerieel besluit van 3 februari 2000 (B.S. 19 februari 2000) tot vaststelling van de bijzondere veiligheidsvoorschriften inzake feestvuurwerk bestemd voor particulieren, onder niet ontploffend vuurwerk. 27 Voor de inbeslagname: zie voetnoot bij Afdeling I, Hoofdstuk II.

Hoofdstuk IV Gebruik van alcoholische dranken Artikel 1.4.1. 1. Het is verboden om tussen 22.00 uur en 07.00 uur alcoholhoudende dranken (gedistilleerde of gegiste dranken al dan niet in gemixte vorm) te gebruiken op de openbare weg of het openbaar domein, buiten de terrassen en andere toegelaten plaatsen speciaal bestemd voor dit doel. Het bezit van geopende recipiënten die alcoholhoudende dranken bevatten wordt gelijkgesteld met het gebruik bedoeld in onderhavig artikel 28. 2. 1. Een uitzondering op artikel 1.4.1. 1. kan door de burgemeester toegestaan worden aan de organisatoren van activiteiten waarbij de inname van een afgebakende zone van de openbare weg of openbaar domein voorafgaand werd toegestaan door het college van burgemeester en schepenen. De uitzondering heeft enkel uitwerking binnen de toegestane afbakening van de openbare weg of openbaar domein. 2. De voorwaarden welke eventueel werden opgelegd door de burgemeester, dienen te worden nageleefd. Artikel 1.4.2. Sancties Inbreuken op artikelen 1.4.1. 1. of 1.4.1. 2.2. worden bestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete van maximum 350 Euro. 28 Het gebruik van alcoholhoudende dranken op de openbare weg of het openbaar domein bijvoorbeeld in de buurt van nachtwinkels vormt hoe langer hoe meer een belangrijk overlastprobleem. De verkoop van alcohol aan minderjarigen wordt beteugeld door artikelen 6, 6 en 11 van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers (ondermeer gewijzigd door de wet van 10 december 2009 (B.S. 31 december 2009)). Voormeld artikel 6 voorziet dat het verboden is om alcohol te verkopen, te schenken of aan te bieden aan min-zestienjarigen. Dit artikel 6 voorziet tevens dat het verboden is om sterke drank (zoals bedoeld in artikel 16 van de wet van 7 januari 1998 betreffende de structuur en de accijnstarieven op alcohol en alcoholhoudende dranken) te verkopen, te schenken of aan te bieden aan min-achttienjarigen.

Hoofdstuk V Uitwerpselen van dieren Artikel 1.5.1. Honden 1. De eigenaar en/of begeleider van een hond is verplicht te beletten dat openbare wegen en gebouwen en hun aanhorigheden, voetpaden, bermen tussen het voetpad en/of fietspad en de rijbaan, gemeentelijke parken, speelpleinen, speelweiden, sportterreinen, wandelstraten en andere voor het publiek toegankelijke plaatsen, alsmede fiets- en wandelwegen, bevuild worden door hun hond 29. 2. De begeleider van een hond is verplicht een zakje voor het verwijderen van de uitwerpselen van de hond in het bezit te hebben. Het zakje dient op het eerste verzoek van de politie te worden getoond. 3. Indien toch uitwerpselen terechtkomen op voornoemde plaatsen, is de eigenaar en/of de begeleider van de betrokken hond verplicht deze onmiddellijk te verwijderen. Artikel 1.5.2. Een persoon met een handicap of ziekte, die gebruik maakt van een assistentiehond 30, valt niet onder toepassing van artikel 1. Artikel 1.5.3. Paarden ingezet bij plechtigheden e.d. Ingeval een paard wordt ingezet (voor het aanbrengen en afhalen van personen of het figureren) bij huwelijken en jubilea, begrafenissen, stoeten, feesten, plechtigheden e.d., is de eigenaar en/of begeleider/berijder van een paard verplicht: ofwel de nodige voorzieningen te treffen teneinde te beletten dat de openbare weg of het openbaar domein - al naargelang het geval - binnen een straal van 100m van de betrokken kerk, het betrokken gemeentehuis, e.d., bevuild worden door het paard; ofwel de eventuele uitwerpselen die binnen voormelde perimeter terechtkomen op de openbare weg of het openbaar domein, onmiddellijk te verwijderen. Artikel 1.5.4. Bij het niet naleven van artikelen 1.5.1. 3 of 1.5.3. zal ambtshalve tot de reiniging worden overgegaan en kunnen de kosten verhaald worden op de eigenaar en/of begeleider van het betrokken dier. Artikel 1.5.5. Sancties Inbreuken op de artikelen 1.5.1. of 1.5.3. worden bestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete maximum 350 Euro. 29 Conform artikel 7.3 van de wegcode is het verboden het verkeer te hinderen of onveilig te maken door voorwerpen, zwerfvuil of stoffen op de openbare weg te werpen, te plaatsen, achter te laten of te laten vallen, hetzij door er rook of stoom te verspreiden, hetzij door er enige belemmering aan te brengen. 30 Decreet van 20 maart 2009 (B.S. 08 mei 2009) houdende de toegankelijkheid van publieke plaatsen voor personen met een assistentiehond.

Hoofdstuk VI Sluikstorten Artikel 1.6.1. Onverminderd de toepassing van andere wettelijke bepalingen is het verboden om het even welke afvalstof te sluikstorten. Onder sluikstorten wordt verstaan: het achterlaten, opslaan of storten van om het even welke afvalstof 31 op openbare en private wegen, plaatsen en terreinen op een wijze of op tijdstippen die niet overeenstemmen met de gemeentelijke politieverordening betreffende het beheer van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare afvalstoffen 32 of andere toepasselijke regelgeving. Afvalstoffen die louter voor overlast zorgen, hetzij door hun beperkte omvang, hetzij doordat zij slechts een beperkt gevaar opleveren voor de volksgezondheid of voor het milieu, vallen uitsluitend onder deze reglementering. 33 Artikel 1.6.2. Sanctie Inbreuken op artikel 1.6.1. worden gestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete van maximum 350 Euro. Artikel 1.6.3. 1. Ingeval van een inbreuk op artikel 1.6.1., wordt de overtreder - en indien geen overtreder kan aangeduid worden, de eigenaar van het perceel waarop de afvalstof werd achtergelaten - per aangetekend schrijven in gebreke gesteld de afvalstof op te ruimen binnen een termijn van maximum 7 kalenderdagen te rekenen vanaf de dag na de dag van aangetekende zending (poststempel). Indien geen (tijdig) gevolg wordt gegeven aan voormelde ingebrekestelling, is de burgemeester gemachtigd ambtshalve de opruiming te laten uitvoeren en op kosten en risico van de overtreder. 2. Ingeval de concrete omstandigheden dit noodzaken, is de burgemeester gemachtigd onmiddellijk - zonder voorafgaandelijke ingebrekestelling - ambtshalve de opruiming te laten uitvoeren en op kosten en risico van de overtreder. 3. Naar aanleiding van een ambtshalve opruiming, kan de burgemeester gemeentelijke ambtenaren de opdracht geven het afval grondig te onderzoeken teneinde de identiteit van de overtreder te achterhalen. Artikel 1.6.4. Artikelen 133, lid 2 en 135, 2 van de nieuwe gemeentewet blijven onverminderd van toepassing. 31 Een afvalvalstof betreft elke stof of elk voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zicht te ontdoen of zich moet ontdoen (artikel 2 decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen; Richtlijn 2006/12/EG van 5 april 2006, PB. L. 2006, nr.114). 32 O.a. de politieverordening betreffende het beheer van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen, goedgekeurd door de gemeenteraad van Merksplas op 28 februari 2006 en haar latere wijzigingen. 33 Alle huisvuil valt onder het afvalstoffendecreet en wordt dus in beginsel gestraft als een wanbedrijf. Dit lijkt niet opportuun te zijn voor de lichtere overtredingen die louter en alleen voor overlast zorgen maar geen gevaar opleveren voor de volksgezondheid noch voor het milieu, zoals het achterlaten van uitwerpselen van huisdieren, het achterlaten van drank- en etensresten alsook hun verpakking, het wegwerpen van sigarettenpeuken en kauwgom, het achterlaten van klein bedrijfsafval. Krachtens artikel 56 van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen juncto artikelen 16.6.2, 2 en 16.6.3, 2 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, kunnen de gemeenten voor kleine vormen van openbare overlast, gemeentelijke sancties bepalen overeenkomstig artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet.

Hoofdstuk VII Diverse vormen van overlast Artikel 1.7.1. Feitelijkheden en lichte gewelddaden Daders van feitelijkheden of lichte gewelddaden, mits zij niemand gewond of geslagen hebben en mits de feitelijkheden niet tot de klasse van de beledigingen behoren worden gestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete. Deze bepaling geldt in het bijzonder voor zij die opzettelijk, doch zonder het oogmerk om te beledigen, enig voorwerp op iemand werpen dat hem kan hinderen of bevuilen 34. Het betreft een gemengde inbreuk (zie artikel 563.3 van het strafwetboek). Artikel 1.7.2. Bestuurlijke aanhouding en vervoer naar huis Zij die bestuurlijk aangehouden en opgesloten 35 worden, op grond van artikel 31 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt of op grond van artikel 9ter van de drugwet van 24 februari 1921, worden gesanctioneerd met een gemeentelijke administratieve geldboete. Zij die feitelijke gedragingen stellen in de zin van artikel 31.2, 3 en 4 van de wet op het politieambt of in de zin van artikel 9ter van de drugwet van 24 februari 1921 met als gevolg dat de politie beslist om de persoon te begeleiden naar huis worden gesanctioneerd met een gemeentelijke administratieve geldboete. Artikel 1.7.3. Verbranden van stoffen Onverminderd de bepalingen van Vlarem, het bosdecreet en van het artikel 89.8 van het veldwetboek, is het verboden hetzij in open lucht hetzij in een kachel of andere verbrandingsinrichting, onbewerkte plantaardige stoffen te verbranden die een sterk prikkelende geur verspreiden 36. Artikel 1.7.4. Inbreuken op huishoudelijk reglement van (delen van) het openbaar domein of private plaatsen toegankelijk voor het publiek Bezoekers van (delen van) het openbaar domein of private plaatsen of inrichtingen, toegankelijk voor het publiek, dienen zich te gedragen naar de voorschriften van het huishoudelijk reglement van de gemeente, de uitbater of organisator, voor zover dit aan alle toegangen op een duidelijk zichtbare manier uitgehangen wordt en voor zover de inhoud ervan niet in strijd is met de geldende wetgeving. Onverminderd de burgerrechtelijke maatregelen tegen de bezoeker die deze voorschriften niet naleeft en onverminderd andere maatregelen van bestuurlijke politie, worden overtredingen tegen dit huishoudelijk reglement, die van aard zijn om de openbare orde te verstoren, bestraft met een gemeentelijke administratieve geldboete 37. 34 Dit is dezelfde tekst als het vroegere artikel 563.3 van het strafwetboek zoals opgeheven door artikel 4 van de wet van 17 juni 2004 (BS 23 juli 2004) met betrekking tot de gemeentelijke administratieve sancties en terug ingevoerd bij artikel 22 van de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen (BS 29/07/2005). Het betreft dus een gemengde inbreuk zoals bedoeld in artikel 119 bis 2 van de nieuwe gemeentewet en terug ingevoerd bij artikel 22 van de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen (BS 29/07/2005). 35 De opsluiting kan gebeuren in een politiecel, maar ook in een celwagen, een aangepaste ruimte in een ziekenhuis of een ander geschikt lokaal. Voorwaarde is wel dat de persoon bestuurlijk opgesloten wordt en ingeschreven in het register aangehouden personen zoals bedoeld in artikel 33 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt. 36 Krachtens artikel 4.4.1.1. Vlarem II (besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne) mogen bepaalde plantaardige afvalstoffen (onder meer indien afkomstig van het onderhoud van tuinen) nog in open lucht verbrand worden. Krachtens het veldwetboek mag dit niet dichter dan op 100m van huizen, bossen en dergelijke. Regelmatig komen er evenwel oproepen van overlast van verbranding van stoffen die een prikkelende geur verspreiden. Dit wordt dikwijls verbrand in kachels van woningen, bijgebouwen en dergelijke en zorgen voor overlast voor de omwonenden. De omzendbrief OOP 30bis (punt II.1.1) adviseert om dit op te nemen in de gemeentelijke politieverordening. De vaststellingen van de politieambtenaren zullen bepalend zijn om de prikkelende geur vast te stellen. 37 Overlastproblemen op gemeentelijke of private speelpleintjes, parken, sport- en recreatiedomeinen maar ook in bepaalde horeca-inrichtingen nemen alsmaar toe. Er is duidelijk behoefte aan een sanctie om dit te beteugelen. M.b.t. private plaatsen en inrichtingen gelden primair de burgerrechtelijke sancties wanneer het intern huishoudelijk reglement wordt overtreden. Dit is een zaak tussen de uitbater en de bezoeker waar de politie niet in tussen komt. Wanneer bepaalde gedragingen bovendien van aard zijn dat ze de openbare orde verstoren, moet er evenwel door de politie krachtdadig worden opgetreden. Deze