EV aansluitingen in parkeergarages



Vergelijkbare documenten
Laad-infrastructuur standaard EVINFRA-2011

B&W 26 april 2011 Gemeenteblad BELEIDSREGEL OPLAADPUNTEN ELEKTRISCH VERVOER HELMOND 2011

EVSmart B.V. Slimme laadinfrastructuur op maat

Elektrisch rijden is de toekomst

BELEIDSREGEL OPENBARE OPLAADPALEN VOOR ELEKTRISCHE AUTO S

Antwoord van minister Kamp (Economische Zaken) (ontvangen 14 oktober 2013)

Elektrisch vervoer & Arnhem 16 december Programmamanager infrastructuur laadpunten elektrisch vervoer

Laad-infrastructuur standaard EVINFRA-2011

Is uw VvE toekomstbestendig?

Slim Laden voorkomt overbelasting energienetwerk

Beleidsregels voor laadpunten elektrisch auto s Spijkenisse

LAADZUIL ELEKTRISCHE MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met plug and play systeem

Elektropool Haaglanden

Raadsvoorstel agendapunt

Artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht (Awb) jo artikel 160, eerste lid van de Gemeentewet.

Plan van aanpak laadinfrastructuur elektrische auto s Den Haag

Een oplaadpunt voor elektrische auto s op het terrein van de Vereniging van Eigenaren Hoe werkt dat?

Laad-infrastructuur standaard EVINFRA-2011

Illllllllll. Beleidsregels Elektrische Laadpalen voor Elektrisch Vervoer Gemeente Koggenland

Knelpunt 1: Elektrisch rijden wordt fiscaal zwaarder belast dan rijden op fossiele brandstoffen

EV LADEN. voor thuis. veilig en gemakkelijk laden voor de deur of in de garage

TITEL Deelname regionale aanbesteding van oplaadpunten voor elektrische auto s.

Toolkit EV. Communicatiemateriaal voor gemeenten over elektrisch vervoer

Beleidsregels Oplaadinfrastructuur elektrische auto s

Gebruikershandleiding. ICU Compact Mini

DICLAADSYSTEMEN MONTAGE EN GEBRUIK BlackBoxx met Type-2 contactdoos 3,7/11kW

Gebruikershandleiding. ICU Compact

Tekst lezen en vragen stellen

Maak kennis met elektrisch varen. Overzicht subsidieregelingen

Handleiding Comfort Mat

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,

Visuele Inspectie van elektrische installaties

Beleid laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen. Gemeente Edam-Volendam

Bijlage: Ontwikkeling laadinfrastructuur voor het opladen van (semi) elektrische voertuigen in Eindhoven

LAADZUIL ELEKTRISCHE. MONTAGE EN GEBRUIK. Deze handleiding is van toepassing op een DIC laadzuil met passysteem LAADPAS LAADPAS

6.1 Afrondingsopdracht Goed en veilig werken van elektrische schakelingen

Independent Power Sources. IPS1000Li-1200 IPS1000Li-1200 Solar

Proces document realisatie elektrische oplaadobjecten

Beheersplan EMC. Rapportage om te definieren hoe naar de EMC-overeenstemming van de Burton wordt toegewerkt. Onderwijsinstelling: Hogeschool Rotterdam

Onderzoek elektratechnische installaties bij ondernemers

Scootmobielen. Tips voor een brandveilig gebruik

De do s en don ts bij het inrichten van laadinfrastructuur in de parkeergarage van de toekomst

VERORDENING Beleidsregels openbare oplaadpalen voor elektrische voertuigen Beleidsregels openbare oplaadpalen voor elektrische voertuigenintern

Utrecht laadt zich op voor de toekomst

Opgeladen op weg. Kant-en-klare laadoplossingen voor u en uw klanten

Altijd en overal data en elektra met de Gyproc Cable Stud wand

Bijgevoegde bijlage(n): De notitie is opgesteld door de Adviesgroep Duurzaamheid

Gebruikershandleiding. ICU EVe

DIC WANDMODEL HANDLEIDING MONTAGE EN GEBRUIK Deze handleiding is van toepassing op een DIC wandmodel met plug and play systeem

ELEKTRISCH RIJDEN EN UW AUTOREGELING

privé parkeerplaats gedeelde parkeerplaats leaserijders thuis laden

Beleidsregels Oplaadinfrastructuur Maassluis 2014

4.2 Het instapprobleem Een roodgloeiende metaaldraad onderdompelen in water

Veilige infrastructuur met OBO ondervloersystemen Effectieve afschottingssystemen beveiligen brandzones Vuur en rook worden met de brandwerende

Handleiding voor elektrisch laden

Laden elektrische voertuigen op het Numansgors

Nuon Laadoplossingen. Overal uw elektrische auto eenvoudig opladen.

De elektrische aandrijving onderscheidt een elektrisch voertuig

Collegevoorstel Reg. nr : Afdeling : WM Datum :

EENVOUDIG OVERAL ELEKTRICITEIT

Gebruikershandleiding. ICU Twin

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen.

Power Cap 1,0 Farad STC-1000

Richtlijnen leidingen in breedplaatvloeren. 1. Introductie. 2. Definities

Sneller en goedkoper laden op 100% duurzame energie

Het interventievoertuig voor elektrische wagens. De VAB EV-Poly. Auto-Technisch Adviseur

Programma elektrisch rijden. Resultaten praktijkproef en hoe nu verder?

Elektrisch rijden in de praktijk

Installatievoorschriften

LAADPAKKET TESLA MODEL S. Snel en betrouwbaar opladen thuis, op het werk en onderweg

NOTA. nota voor burgemeester en wethouders. datum: 4 mei 2011 registratienummer: s/ R. Bakker-Mansvelder paraaf chef: kopie aan:

Stappenplan voor gemeenten: van aanvraag tot laadpaal

Duurzame stroom in het EcoNexis huis

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in gebouwen

DE VOLKSWAGEN E-GOLF. BRENGT U VERDER.

GEBRUIKERSHANDLEIDING ELEKTROMOBIEL

CO 2 - en energiereductiedoelstellingen Alfen B.V. Auteur: H. van der Vlugt Versie: 1.0 Datum: 20-feb-2013 Doc.

Duurzame elektriciteit in het EcoNexis huis

Plug-in Hybrid. juni 2013

Gebruikershandleiding. Inductie Lader

OMNIBUSENQUETE Deelrapport: elektrisch rijden. Mei Simon Arndt, Directie BV, afdeling FB/Onderzoek en Statistiek

BusVision. Is Nederland klaar voor elektrisch busvervoer? Nico van Egmond 15 april 2014

Discussienota mogelijkheden opladen elektrische auto s

1. Installatie van de e-thermostaat Installatie van de hub 8

Algemene omschrijving... blz 2. Blokschema... blz 2. Omschrijving van de produkten... blz 3, 4 en 5. Opbouw... blz 5

De impact van elektrisch vervoer op het elektriciteitsnet. Femke Hulsbergen

Bouwbedrijf de Vries en Verburg B.V. -- Postbus AB Stolwijk -- tel

Voortgang CO2 reductie

Toetsmatrijs examen 8064

Waarom? Wat willen we? En hoe? Position paper Vereniging Elektrische Rijders

PS-2. Volautomatisch portable satellietsysteem met Twin Auto Skew. Gebruikshandleiding

De bewoners van «Straatnaam» «Huisnummer» «Huisletter» «Toevoeging» «Postcode» «Woonplaats»

ELEKTRISCH RIJDEN EN UW AUTOREGELING

STAP 1. Legschema STAP 2

Werkomschrijving referentie: ZZ-14000

HUURPRIJS vanaf 185,00 per m² per jaar

Garage naast een woning: brandveiligheid

Ronde installatiebuis

Een multi functioneel bedrijvenpark. Leyensehof Kantoor. Leyensehof Bedrijfsruimte. Leyensehof Flex. Leyensehof is dubbelgroen

WATERWERKBLAD. AANLEG VAN LEIDINGWATERINSTALLATIES Leidingen in gebouwen

Transcriptie:

EV aansluitingen in parkeergarages 1

2

Inhoudsopgave 1 Elektrisch vervoer 4 1.1 Inleiding 4 1.2 Handleiding EV-Ready 6 2 Opladen in parkeergarages 8 2.1 Inleiding 8 2.2 Lang of kort parkeren 8 2.3 Locatie van de oplaadpunten 10 2.4 Brandveiligheid 11 3 Technische uitwerking 12 3.1 Uitgangspunten 12 3.2 Uitwerking 15 3.3 Benodigde voorzieningen 15 3.3.1 Voorzieningen nodig bij een inbouwinstallatie 15 3.3.2 Voorzieningen nodig bij een opbouwinstallatie 16 3.4 Kosten voor de aanleg oplaadpunten 16 4 Conclusies en aanbevelingen 17 4.1 Opladen in parkeergarages 17 4.2 Ruimtereserveringen 17 4.3 Bestaande garages 18 4.4 Voeding 18 Bijlage 1 Aanlegkosten kabels en voorinvestering 19 Bijlage 2 Invoegblad voor bestekken 22 3

1 Elektrisch vervoer 1.1 Inleiding Als daadkrachtige en innovatieve wereldhavenstad neemt Rotterdam samen met bewoners, bedrijven en instellingen haar verantwoordelijkheid voor een duurzame toekomst. Door het bevorderen van duurzame mobiliteit en transport wordt de stad groener, gezonder, schoner en economisch sterker. De aanpak van Rotterdam op het gebied van duurzame mobiliteit richt zich op drie pijlers: 1. kilometerreductie en gedragsbeïnvloeding ( Clean use ); 2. toepassen van efficiëntere verbrandingsmotoren of andere technieken ( Clean vehicles ); 3. vervanging van fossiele brandstof door schone(re) brandstoffen ( Clean fuels ). Rotterdam werkt vanuit Rotterdam Climate Initiative (RCI) samen met diverse partijen aan een groene, schone en gezonde stad. Een ambitieus klimaatprogramma en een unieke samenwerking met als doelstelling de CO2-uitstoot in 2025 te halveren ten opzichte van 1990. Elektrisch vervoer past - samen met andere vormen van duurzame mobiliteit - uitstekend in deze aanpak. Elektrische voertuigen zijn schoon, stil én zuinig. Dat betekent: geen uitstoot van vervuilende uitlaatgassen, geen herrie en een laag energieverbruik. Elektrisch vervoer levert een aanzienlijke bijdrage aan de Rotterdamse RCI-doelstelling. 4

Programma Rotterdam elektrisch Het programma Rotterdam elektrisch is een krachtig en ambitieus programma om de introductie van elektrische voertuigen in het Rotterdamse straatbeeld te versnellen. Hiermee geeft gemeente Rotterdam elektrisch rijden een stevige impuls. De ambitie is dat er in 2014 minstens duizend elektrische voertuigen in Rotterdam rondrijden. In 2025 moeten dat er al 200.000 zijn. Een manier om de aanschaf en het gebruik van elektrische voertuigen te stimuleren is het beschikbaar maken van voldoende oplaadpunten voor elektrische auto s en elektrische scooters. Om deze reden worden tot 2014 1.000 oplaadpunten in Rotterdam gerealiseerd. Hiervan wordt ook een aantal aangelegd in parkeergarages. Deze handleiding wil bijdragen aan het in een zo vroeg mogelijk stadium geschikt maken van parkeergarages voor het opladen van elektrische voertuigen. 5

1.2 Handleiding EV-Ready Een van de plaatsen waar oplaadinfrastructuur gewenst is, is in parkeergarages. Door hier oplaadpunten te realiseren wil Rotterdam het gebruik van elektrische voertuigen stimuleren. Op dit moment wordt een aantal parkeergarages gerealiseerd in de gemeente Rotterdam. In de toekomst kunnen deze garages voorzien worden van laadpunten voor elektrische voertuigen. Door al tijdens de bouw van de garage voorzieningen te treffen voor de toekomstige installatie, kan deze in de toekomst gemakkelijker en goedkoper gerealiseerd worden. Deze voorbereidingen zijn ook toepasbaar wanneer in de toekomst gebruik gemaakt wordt van draadloos laden, ook wel inductieladen genoemd. Ook in bestaande gemeentelijke parkeergarages realiseert de gemeente al oplaadpunten. Verder plaatst Rotterdam ook oplaadpunten op andere plekken in de openbare ruimte en is het voor particulieren mogelijk gebruik te maken van een subsidieregeling. Zo kunnen inwoners en bedrijven van Rotterdam ook op eigen terrein een oplaadpunt plaatsen. VOOR WIE? De gemeente werkt graag samen met haar inwoners en private partijen om duurzaam vervoer in de stad te stimuleren. Deze handleiding is bedoeld voor iedereen die bezig is of geïnteresseerd is in het aanleggen van oplaadpunten in (publieke) parkeergarages. Het is een praktische handleiding, met name geschikt om in de planvorming te gebruiken, die omschrijft wat er nodig is om oplaadpunten voor elektrische voertuigen te realiseren in bestaande en nieuwe parkeergarages. 6

De handleiding is als volgt onderverdeeld: In hoofdstuk 2 wordt algemeen ingegaan op het opladen van voertuigen in parkeergarages, in hoofdstuk 3 wordt nader ingegaan op de technische specificaties voor de benodigde elektrische installatie en welke voorzieningen je al kunt treffen tijdens de bouw. Ten slotte wordt nog ingegaan op de kosten van het aanleggen van de elektrische installatie voor oplaadpunten. Bijlage 2 is een samenvatting dat als invoegblad bij bestekken kan dienen. Versie 1.0: deze handleiding wordt indien nodig aangevuld en is in ontwikkeling. Tijdens de bouw al voorzieningen treffen levert gemak en kostenbesparingen op 7

2 Opladen in parkeergarages 2.1 Inleiding Zowel in bestaande als in nieuwe parkeergarages kunnen voorzieningen worden getroffen voor het opladen van elektrische voertuigen. Bij bestaande parkeergarages is veel afhankelijk van de al aanwezige elektrische installaties. Bij de bouw van nieuwe parkeergarages is er de kans om direct rekening te houden met de (toekomstige) realisatie van oplaadpunten. Belangrijk is dan dat van te voren duidelijk is welke eisen aan een dergelijke installatie worden gesteld. 2.2 Lang of kort parkeren De elektrische voertuigen en de bijhorende accu s en oplaadtechnologie zijn voortdurend in ontwikkeling. De huidige bekende systemen zijn gewoon laden en (semi-) snelladen. Voor sneller laden zijn veel hogere vermogens en daardoor ook dikkere kabels nodig. Vooraf moet er dan ook een keuze gemaakt te worden of de te realiseren oplaadpunten bestemd zijn voor lang of kort parkeren. Bij lang parkeren, denk aan bewonersparkeerplaatsen, voldoet een gewone oplaadinstallatie (volledig opgeladen in 8 uur). Bij bezoekersplaatsen is een semisnellaadstation meer voor de hand liggend (volledig opgeladen in 1 à 2 uur) maar langzaam laden is ook mogelijk (een vorm van bijtanken ). 8

Snellaadstations (opladen in enkele minuten) zijn (nog) niet geschikt en ook niet bedoeld voor gebruik in parkeergarages. Parkeren Doel Station Duur Lang parkeren Bewonersparkeerplaatsen Gewone oplaadinstallatie 8 uur Kort parkeren Bezoekersparkeerplaatsen Semisnellaadstation 1 tot 2 uur of langzaam laden Tussenstop Langs (snel) wegen Snellaadstation Enkele minuten 9

2.3 Locatie van de oplaadpunten De locatie van de oplaadpunten wordt zo dicht mogelijk bij de voeding van de parkeergarage gekozen. Hoe groter de afstand tussen voeding en oplaadpunten, hoe dikker de kabels die nodig zijn. De kosten van aanleg nemen bij grotere afstanden heel snel toe. In onderstaande grafiek wordt dit geïllustreerd voor de aanleg van 6 of 12 semi-snellaadpunten op verschillende afstanden van de voeding van de parkeergarage. 60.000 50.000 50 meter 100 meter 150 meter 40.000 30.000 20.000 10.000 0 Kosten Kosten 66 stuks stuks Kosten Kosten 12 12 stuks stuks Figuur 2.1 Aanlegkosten kabels semi-snellaadpunten voor verschillende afstanden tussen oplaadpunten en voeding. 10

2.4 Brandveiligheid De brandveiligheid voor wat betreft oplaadpunten in parkeergarages moet worden afgestemd met de regionale brandweer. Belangrijk is in elk geval om bij brand de oplaadpunten uit te schakelen. Dit heeft twee redenen: bij een brandmelding gaat na enige tijd het ventilatiesysteem van een parkeergarage op volle kracht werken, dit verbruikt veel energie. Tegelijkertijd de oplaadpunten ingeschakeld houden kan zorgen voor overbelasting en hierdoor kan de voeding uitvallen; in de bestaande parkeergarages wordt de elektrische voeding niet uitgebreid. Het voor de elektrische voedingen beschikbare vermogen is gelijk aan het vermogen voor de brandventilatie. In de toekomst moet voor meer laadpunten de voeding van de parkeergarage uitgebreid worden; het opladen zelf kan de oorzaak zijn van de brand, bijvoorbeeld door kortsluiting in het voertuig. De meeste parkeergarages zijn voorzien van brandmelders en/of van sprinklers. Vanuit deze systemen is het mogelijk om de oplaadpunten automatisch uit te laten schakelen bij brand. In het PvE is opgenomen dat de voorkeur uitgaat naar niet brandbare laadstations. Voor de bekabeling wordt opgelegd dat deze moeilijk brandbaar en halogeenvrij moet zijn. 11

3 Technische uitwerking 3.1 Uitgangspunten Om een technische uitwerking te kunnen maken is het nodig om eerst de uitgangspunten voor de aan te leggen installatie vast te stellen. 1. 2. De voeding De bestaande voeding van de garage wordt gebruikt als voedingsbron voor de oplaadpunten, dus geen eigen voeding, en geen uitbreiding van de bestaande voeding. De aanwezige voeding in een parkeergarage wordt maar zelden volledig gebruikt, zodat capaciteit over is om te gebruiken voor de oplaadpunten 1. De voeding moet bij het brandalarm worden afgeschakeld. Type laadpunten Voor bewoners laadplaatsen wordt uitgegaan van gewone laders (laadduur 6 tot 8 uur), voor bezoekersplaatsen van semi-snelladers (laadduur 1 tot 2 uur, aansluitpunt = 15 kw). Bij gewoon laden wordt uitgegaan van een één fase aansluiting. In parkeergarages worden altijd drie fasen ter beschikking gesteld. Het hangt dan af van de keuze voor het type laadpunt of er van één of drie fasen afgenomen wordt. Bij semi-snelladen wordt uitgegaan van een drie fasen aansluiting. Een gewoon laden installatie is goedkoper dan een semi-snellaadinstallatie. 1 De Kruispleingarage in Rotterdam heeft 763 parkeerplaatsen. Het beschikbare vermogen voor de laadpunten is ca 150 kw. In dit geval is er dus voldoende vermogen beschikbaar voor 10 semisnellaadpunten bij een 100% gelijktijdigheid en voor ca 14 laadpunten bij 75% gelijktijdigheid. De inbouwinstallatie in de parkeergarage wordt al voorbereid voor 48 semi-snellaadpunten om toekomstige groei op te vangen. 12

3. Energieverbruik De benodigde energie is bij een lege accu circa 30 kwh. Het is onwaarschijnlijk dat alle oplaadpunten gelijktijdig de maximale hoeveelheid stroom afnemen. Hier kan bij het dimensioneren van het ontwerp rekening mee worden gehouden. Uitgegaan wordt dat de voeding voor maximaal 75 % wordt belast. Als de belasting hoger wordt dan worden oplaadpunten tijdelijk afgeschakeld. De mogelijkheid om de afname per aansluitpunt te kunnen regelen wordt meegenomen in het ontwerp. Het voordeel daarvan is, dat er met minder beschikbaar vermogen in de parkeergarage meer laadpunten gerealiseerd kunnen worden dan wanneer uitgegaan wordt van een belasting van 100 %. Een hoger of lager percentage kan per parkeergarage afgewogen worden. De keuze voor een lager percentage leidt tot meer aansluitingen maar kan ook leiden tot het niet genoeg laden van het voertuig bij veel aangesloten voertuigen. Een hoger percentage leidt tot 100% beschikbaarheid van de aansluiting. Dit houdt in dat de voertuigen altijd direct geladen kunnen worden. 13

4. 5. Uitbreidbaarheid Elektrisch rijden is een groeimarkt. Om hierop in te spelen is het verstandig er voor te zorgen dat de installatie uitbreidbaar is. In eerste instantie wordt van een beperkt aantal laadpunten uitgegaan. Als er in de toekomst meer laadpunten worden gecreëerd is het daarom noodzakelijk om bij het ontwerp van bijvoorbeeld de verdeelinrichting uitbreidingsmogelijkheden meer groepen op te nemen. Opbouw of inbouw Voor de reservering van ruimte is het belangrijk dat bekend is op welke manier de toekomstige installatie aangebracht gaat worden. Er zijn twee manieren: opbouw of inbouw. Bij nog te bouwen parkeergarages is de mogelijkheid om te kiezen voor inbouw omdat de leidingen in de muren en vloeren zijn op te nemen. Bij bestaande parkeergarages is inbouw vrijwel niet mogelijk omdat er niet kan worden gefreesd in muren met een constructieve functie. Het voordeel van inbouw is dat er geen zichtbare kabelgoten en dergelijke aanwezig zijn en het de inrichting en uitstraling van de garage ten goede komt. Voordeel van opbouw is dat leidingen gemakkelijker te plaatsen zijn en dat je bij storingen gemakkelijk de kabels kunt bereiken. Voor inbouw zijn leidingen met grotere diameters nodig in verband met het trekken van de kabels door de leidingen. 14

3.2 Uitwerking Op basis van de uitgangspunten in paragraaf 3.1 is een berekening gemaakt om te bepalen welke kabels nodig zijn tussen de laadstations en de voeding. De uitwerking daarvan is weergegeven in de tabel in bijlage 1. Uit de berekeningen kunnen we twee belangrijke conclusies trekken: de laadpunten dienen zo dicht mogelijk bij de voeding van de parkeergarage te zijn. Dit voorkomt dat onnodig dikke kabels gebruikt moeten worden die de aanleg van de installatie duur maken; bij inbouw-installaties moet rekening gehouden worden met buizen van 110 mm, bij opbouwinstallaties met doorvoeringen van 70 mm. 3.3 Benodigde voorzieningen Aan de hand van de berekening van kabeldiktes kan worden vastgesteld welke voorzieningen opgenomen moeten worden tijdens de bouw van een parkeergarage om in de toekomst op eenvoudige wijze oplaadpunten te kunnen realiseren. 3.3.1 Voorzieningen nodig bij een inbouwinstallatie Om in de toekomst een inbouwinstallatie te kunnen aanleggen is het nodig om tijdens de bouw buizen in de muren en vloer op te nemen. De aan te bevelen buis is een PE-buis met een binnendiameter van 110 mm. Deze buis is voldoende om 12 semi-snellaadplaatsen te voeden bij een maximale belasting van 75%. 15

3.3.2 Voorzieningen nodig bij een opbouwinstallatie Om in de toekomst een opbouwinstallatie te kunnen aanleggen is het nodig om tijdens de bouw doorvoeringen op te nemen. Deze doorvoeringen komen in de muren, vloeren en plafonds. De op te nemen ruimte reservering, per 6 semi-snellaadplaatsen, is een PE-buis met een binnendiameter van 70mm. Eén buis is voldoende om 6 semi-snellaadplaatsen te voeden bij en maximale belasting van 75%. Als 12 semi-snellaadplaatsen gewenst zijn dan moet ruimte worden gereserveerd voor twee buizen. Een 70 mm buis is gemakkelijker in te vlechten in het beton dan de buis van 110 mm die geadviseerd wordt voor een inbouwinstallatie. 3.4 Kosten voor de aanleg oplaadpunten In tabel in de bijlage 1 wordt een overzicht gegeven van de benodigde kosten voor het aanleggen van oplaadpunten in een parkeergarage. Hierbij is ervan uitgegaan dat bij de bouw al rekening gehouden is met de aanleg van een op- of inbouwinstallatie. Tevens wordt een overzicht gegeven van de benodigde voorinvesteringen voor een opbouw- of inbouwinstallatie In bestaande garages is waarschijnlijk sprake van hogere kosten, aangezien dan ook rekening gehouden moet worden met boren door beton. De kosten zijn afhankelijk van het type oplaadpunten (gewoon laden is goedkoper dan semi-snelladen), het aantal oplaadpunten en de afstand tot de voeding. 16

4 Conclusies en aanbevelingen 4.1 Opladen in parkeergarages Door een geringe voorinvestering tijdens de bouw van parkeergarages kan de aanleg van oplaadpunten in een later stadium worden vereenvoudigd. Daarvoor is het wel nodig om al voorafgaand aan de bouw een beslissing te nemen over welke oplaadinstallatie in de toekomst mogelijk aangelegd gaat worden en wat de beoogde locatie van deze installatie is. De locatie van de oplaadpunten kan het best zo dicht mogelijk bij de voeding van de parkeergarage worden gekozen. De dikte van de benodigde kabels neemt bij een grotere afstand snel toe, en dus ook de kosten van zowel de voorinvestering als de aanleg van de kabels zelf. 4.2 Ruimtereserveringen Bij de bouw van parkeergarages moet rekening gehouden worden met de kabels die gelegd moeten worden vanaf de voeding van de parkeergarages tot de locatie van de oplaadpunten. Voor een opbouwinstallatie kan rekening gehouden worden met een buis van rond 70 mm, voor een inbouwinstallatie kan een buis van rond 110 mm ingestort worden in het beton. De buis van 70 mm is ruim voldoende voor het voorzien van 6 semi-snellaadplaatsen van stroom, de buis van 110 mm is ruim voldoende voor het voorzien van 12 semi-snellaadplaatsen van stroom. 17

4.3 Bestaande garages Ook bij bestaande garages kunnen alsnog oplaadplaatsen worden gerealiseerd. Ook hier is het aan te bevelen om de plaatsen zo dicht mogelijk bij de bestaande voeding van de garage te plaatsen. Verder is dan belangrijk dat de locatie zo gekozen wordt dat leidingen zo weinig mogelijk vloeren en muren moeten passeren zodat boren door beton zo veel mogelijk wordt vermeden. 4.4 Voeding De bestaande voeding van de parkeergarage heeft meestal voldoende capaciteit om oplaadpunten van stroom te kunnen voorzien 2. Alleen wanneer de elektrische installatie voluit wordt gebruikt (bijvoorbeeld wanneer er extra geventileerd moet worden i.v.m. een brand) is de voeding dan onvoldoende en dient de groep voor de oplaadpunten automatisch te worden uitgeschakeld. 2 Per semi-snellaadpunt is 15 kw aansluitvermogen benodigd. 18

Bijlage 1 Kabels en voorinvestering Uitleg bij de tabel: In onderstaande tabel zijn de aanlegkosten voor de elektrische installatie en bekabeling van laadpunten opgenomen. Variabelen hierbij zijn: de afstand tot de voeding: hoe groter de afstand, hoe langer de kabels, en hoe dikker de kabels moeten zijn; het aantal laadpunten; of er sprake is van gewoon laden of semi-snel laden; 75 of 100% belasting van de voeding: Bij het uitgangspunt dat de voeding 100% belast moet kunnen worden, zijn de aanlegkosten hoger dan wanneer er van een maximale belasting van 75% wordt uitgegaan. Niet alle punten hoeven gelijktijdig gevoed te worden en het is ook niet aannemelijk dat alle laadstations tegelijkertijd allemaal lege voertuigen moeten voeden. Het is aannemelijker dat de voertuigen die gevoed moeten worden niet geheel leeg zijn en dus niet de volle lading nodig hebben. Deze variabelen hebben consequenties voor het bepalen van de voeding en de doorsnede van de voedingskabel naar de laadpunten. Daarmee hebben deze variabelen invloed op de kosten. Uitgangspunt bij de kostenraming is dat bij de bouw van de parkeergarage al rekening gehouden is met de aanleg van oplaadpunten. De kosten hiervan zijn niet in de raming opgenomen. 19

De kostenraming is inclusief: tekenwerk stroomkringschema s, leidingschema s, aansluitschema s etc., er van uitgaande dat bestaande tekeningen in CAD ter beschikking worden gesteld; het aansluiten en leggen van de voedingskabel van de voeding naar een klemmenkast bij de laadstations. De kostenraming is exclusief: de laadstations; het aansluiten van de laadstations; de nog te ontwikkelen schakelkast tegen overbelasting; contacten en aansluitingen met de brandmeldcentrale; elektriciteitskosten; voorzieningen telecommunicatie. Kostprijsberekening* van de voorinvestering Kosten nog te bouwen parkeergarage Kosten bestaande parkeergarage Aanbrengen van de inbouwvoorzieningen Buis 110mm 30 / meter niet mogelijk Aanbrengen van de opbouwvoorzieningen Buis 70 mm 20 / doorvoer 90 / doorvoer *onzekerheidsmarge 15%, prijspeil 2011 20

Kostprijsberekening* van de aanleg van de elektrische installatie bij een belasting van 100% kabeldiameter afstand tot voeding (m) raming kosten (Euro) Laadpunten stroom vermogen 50 100 150 50 100 150 Gewoon laden Semisnelladen A kw 6 st 36,23 25,07 5x10 5x16 5x25 3.294 6.910 13.505 12 st 72,46 50,14 5x16 5x35 5x50 3.522 9.901 21.615 6 st 144,51 100,00 5x50 5x70 5x95 7.332 16.286 27.785 12 st 289,02 200,00 2x 5x50 2x 5x70 2x 5x95 14.663 32.572 55.570 bij een belasting van 75% kabeldiameter afstand tot voeding (m) raming kosten (Euro) Laadpunten stroom vermogen 50 100 150 50 100 150 Gewoon laden Semisnelladen A kw 6 st 27,17 18,80 5x6 5x10 5x16 3.294 6.454 10.298 12 st 54,35 37,61 5x10 5x25 5x35 3.294 9.055 14.762 6 st 108,38 75,00 5x35 5x50 5x95 5.039 14.473 27.785 12 st 216,76 150,00 5x95 5x95 5x120 9.418 18.601 30.685 *onzekerheidsmarge 15%, prijspeil 2011 21

Bijlage 2 Invoegblad voor bestekken Korte handleiding voor het EV (Elektrische Voertuigen) gereedmaken van nieuwe parkeergarages. Inleiding Uit het programma Rotterdam elektrisch is naar voren gekomen dat er behoefte is aan een korte handleiding welke voorzieningen nodig zijn in parkeergarages om in te toekomst op een simpele manier oplaadpunten te kunnen realiseren. Hieronder worden de belangrijkste aandachtspunten genoemd. Vanzelfsprekend zal voor ieder individueel project nagegaan moeten worden welke aandachtspunten relevant zijn. Belangrijke uitgangspunten: laadpunten zo dicht mogelijk bij de elektrische voeding van de parkeergarage (korte kabels betekent lagere kosten); op voorhand beslissen bij welke parkeerplaatsen in de toekomst mogelijk oplaadpunten gerealiseerd worden. Deze parkeerplaatsen moeten bij elkaar in de buurt liggen; ruimte voor een schakelkast moet op voorhand gereserveerd worden zo dicht mogelijk bij de beoogde oplaadpunten. De te reserveren ruimte moet voldoende zijn voor een kast van 800x800x2000 mm 3 (bxdxh); van te voren beslissen of de toekomstige installatie een opbouw- of inbouwinstallatie gaat worden. Voorzieningen inbouw installatie voor EV Bij een inbouwinstallatie worden de kabels en aansluitpunten zoveel mogelijk weggewerkt. Om de kabels bij de oplaadpunten te krijgen worden lange (> 20m) ingestorte mantelbuizen in de vloer gebruikt. 22

Mee te nemen in het ontwerp voor een inbouwinstallatie: Er dient gebruik te worden gemaakt van PE buizen met gladde binnenzijde zonder trekputten. De aan te bevelen buis is een PE-buis met een binnendiameter van Ø (rond) 110 mm. De buigradius moet minimaal twee meter zijn en in de buis mogen maximaal 3 bochten worden opgenomen. De buis wordt gelegd van het voedingspunt in een keer naar de beoogde locatie van de laadpunten. Bij langere lengten dan 100 meter is het nodig om in een technische ruimte een doorvoerpunt te maken. Deze buis is voldoende om 12 semi-snellaadplaatsen te voeden bij een maximale belasting van 75%. Wanneer meer semi-snellaadpunten gerealiseerd worden, dan moet naar elke groep van 12 laadpunten een buis worden gelegd. Voorzieningen opbouw installatie voor EV: Bij een opbouwinstallatie worden de kabels en aansluitpunten respectievelijk in kabelgoten en op muren geplaatst. Om de kabel in de kabelgoot te krijgen zijn doorvoeringen nodig. Deze doorvoeringen dienen waar nodig in elke muur, vloer, plafond opgenomen te worden zodat er niet meer geboord hoeft te worden. Mee te nemen in het ontwerp voor een opbouwinstallatie: Er dient gebruik te worden gemaakt van PE buizen. De aan te bevelen buis is een PE-buis met een binnendiameter van Ø (rond) 70. De buizen worden in de toekomstige kabelloop opgenomen. De doorvoeringen moeten gemerkt worden zodat duidelijk is dat deze zijn gereserveerd voor de elektrotechnische installatie van de EV. Eén buis is voldoende om 6 semi- snellaadplaatsen te voeden bij en maximale belasting van 75%. Naar elke groep van 6 laadpunten moet dus een buis. Het is niet nodig om de kabelgoten ook direct te plaatsen, dat kan gebeuren wanneer de aansluitpunten daadwerkelijk gerealiseerd gaan worden. 23

Colofon Bron: Project: Auteur: Contact: EV aansluitingen in parkeergarages, versie 1.0, februari 2012 Rotterdam Elektrisch, www.rotterdamelektrisch.nl Stadsontwikkeling / Gemeentewerken Rotterdam, Ingenieursbureau info@rotterdamelektrisch.nl Vormgeving: Jacqueline Meijer / Robedrijf diensten 24