J b. Rechtban!< van eerste aanleg LIMBURG, Afdeling Hasselt, sectie burgerlijk. Eindvonnis. .. n dö de kamer 2019/ 09/01/ /2272/A

Vergelijkbare documenten
Rechtbank van eerste aanleg LIMBURG, Afdeling Hasselt, sectie burgerlijk

KOPle TER KENMS GEBRACHT,,.. UllVOERING VAN ART. 792 G.W. . VRIJGESTELD AIFFIERECHt /..J:f. op ( ( LIMBURG,

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

Hof van Cassatie van België

Rechtbank v n eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, sectie burgerlijke rechtbank

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

Vonnis AFSCHRSFT. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, / kamer. c \ 2016 / $0$ 31/05/2016

Rechtbank van eerste aanleg Leuven correctionele zaken, Vonnis I I. Kamer 19. Afschrfff von esn mlnuuf ben. dor rechtbonk van eerste aar.

éo,,:. r' '. (/J,jt... ' I} 'HJI(, Ï,; (..,\,, }, ~ Uitgereikt aan IBlUirrgerr~üjke rrechtlbanl< van de 1Rec lhf!:ro a rn1~< varn eerrstte aanleg

Eindvonnis 5e kamer. Rechtbank van eerste aanleg LIMBURG, afdeling Tongeren, sectie burgerssjk. juol^ Uitgifte. Vonnisnummer 2014/ 0.

sectie burgerlijke rechtbank

Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout

ARREST. In aanwezigheid van het Openbaar Ministerie de zaak van : geboren te op, wonende te

, weduwe van de heer. wonende te Zele, te Zele, wettelijke erfgenaam van de. heer, wonende te ZeleJ

, r rj' Rechtbank van eerste aardeg Antwerpen, afdeling Turnhout. ,.,. t \ f.l :1 t.l "f-.t ' Rechtsmiddelen. itgifte.

Rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Turnhout

Oost-Vlaanderen, strafzaken. Vonnis

Hof van Cassatie van België

Rechtbank van e erste aanleg LIMBURG, Afdeling Hasselt, sectie burgerlijk

Leuven. Kamer 09. Burgerlijke rechtbank van de Rechtbank van eerste aanleg EINDVONNIS I OPTEGENSPRAAK HYPOTHEEKWET. Uitgifte.

Vrijgesteld van het griffierecht {art.2so, 2 W.ttl'\./ Atsdlrifi ter kennis gebracht in uitvoering ::rn_..,,an tiet Gerechleh\J\e Wetboek

ME.012/2014 ST-011 B IN OB Binsoag

Eindvonnis. Rechtbank van eerste aanleg LIMBURG,. Afdeling Hasselt, sectie burgersijk. 5eW kamer 2015/ 2015/ /277/A.

Hof van beroep Antwerpen

lllllllllllll lllll:l l lllllllllllll lll Il llhih _J

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel,

> c ;rur. vr \:1 L -.! :,, # _;-:t"': A i '. l,., s., ("'!'] Uitgifte Afgeleverd aan. Referentie bestelling CO nummer CDnummer. RD nummer ...

i.,... :...' \. 1..'...;,";.~.t :i (.r l tu... \J".,. :., L.vv, L.v v...1-v -I(:') t'~, pi ' ''!'\ " " V ' ' r,-.., 'j Uitgifte Afgeleverd aan

1.1 Ontstaan. Waarom? Flagrante wanpraktijken blijven bestaan Sommige eigenaar blijven onbewoonbare woningen verhuren

Hof van beroep. Antwerpen. Arrest

lll llllll l llllll lll l llllll Il Il Il lllll ll llllll lll

Winkelbediende Geboren te ) op Wonende te Antwerpen, Pakistaan

Î 1. rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen. Vonnis. KamerAC1. 25juni RA A Aangeboden op. Niet te registreren

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

Rechtbank van eerste aanleg LIMBURG, AfdeSIng Hassell, sectie burgerlijk

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

Rechtbank van eerste aanleg Leuven, strafzaken

Vonnis. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, I.) / kamer. Griffienummer.

6tt161. 4fi HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL. zetelend in burgerlijke zaken, na beraad, wijst volgend arrest

Vonnis. rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel Kamer 130. di ----==-- 14H /280.

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Dendermonde

Hof van Cassatie van België

Hof van beroep Antwerpen

KOPl 0PSCH0R TING. Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, sectie correctionele rechtbank. Vonnis. zestiende kamer (B16)

l llhllllllm111. Hof van beroep. Antwerpen. Arrest. burgerlijke zaken. 2018/6t=t' 2018/AR/1199. VAK3 - vakantiekamer

Burgerlijke rechtbank van de Rechtbank van eerste aanleg Leuven

VLAAMS GEWEST, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in. de persoon van de Minister-President, met kabinet gevestigd te

11/JJ, - rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen. Vonnis l D. Kamer ACl AFSCHRIFT. 6 mei A003130

Instelling. Onderwerp. Datum

enkol ten titel van inlichting vrij afgeteverd {art. 792 Ger.W., 280, 2 W.reg.) Afgeleverd aan Referentie bestelling CD nummer RD nummer

HOGER BEROEP. Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent strafzaken

Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent strafzal<en

Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent strafzaken

Kopie art. 792 Ger. W. Vrij van griffierecht - art. 280,2 W.Reg. Uitgereikt aan ( ( BUR. Hof van beroep Antwerpen. Arrest.

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

Uitgereikt aan.uitgereikt aan Uitgereikt aan. Niet aan te bieden aan de ontvanger NEDERLANDSTALIGE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL

23e kamer burgerlijke zaken

Rechtbank van eerste aanleg Leuven correctionele zaken, Vonnis. Kamer / / L mei Naam van de beklaagde 14RL22332

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

Kopie. art. 792 Ger. W. Vrij van griffierecht - art. 280,2 W.Reg. 1 op .1 BUR. Hof van beroep. Antwerpen. Arrest. kamer B4 burgerlijke zaken

Àfschrift van Pen m :i t ten. tende ter griffie. ,!1er rechtbdllh ;,an c. t.'.sh.: a1j11 cg te;: Lcu 1cn.

.."' 2019/./~56'8. eindvonnis- op tegenspraak NEDERLANDSTALIGE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG BRUSSEL. 4e kamer burgerlijke zaken

Rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling leper

rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk

.. Repertoriumnummer. D Rechtbank van eerste aanleg LiMBURG, afd. Tongeren, Tussenvonnis. sde kamer. U f:r IÉ RECHT VRIJGESTELD VAN GR.

Hof van Cassatie van België

Rechtbank van aanleg LIMBURG, Tongeren, Correctioneel.

Rechtbank van eerste aanleg Leuven strafzaken, VOOBIiS. Kamer 19. Vonnisnummer / Griffienummer 1956/2017. Repertoriumnummer / Europees 2017/2513

j Griffienummer Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, Vonnis ) 'i / kamer )v G 4 .. r.

vonnis Redhtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdesing Brugge, sectie burgerlijke rechtbank vierde kamer Uitgifte

Hof van beroep Antwerpen

vonn1s 17/ 17/ 16/78/A Kamer AFl rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen sectie familie- en jeugdrechtbank 16 oktober 2017

Vonnis RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG OOST- VLAANDEREN, AFDELING DENDERMONDE BESLAG. , AAOr-j. .001/2012 m ST-059 B IN op vrljdag /

Vonnis. 5 b. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, sectie correctioneel, 1 rechter. ll de kamer. p:: l AFSCHRIFT.

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel Kamer 130 Vonnis 201 9/ februari H001594

afschrift Vonnis Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, 13 kamer u U /2017 Grifflenummer

Antwerpen, afdeling Turnhout

- \ rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdeling Kortrijk. beschikking op eenzijdig verzoekschrift 2018/61J1. 19 november /1027/B. .

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaan deren,. afdeling Gent strafzaken

vonms rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdelmg Mechelen sectie burgerlijke rechtbank MB6-kamer A's*v** afymrml n liivoertrw -wan 79?

KOP. Rechtbank ta n eerste aanleg Vil/c;st.-Vf a1 1ti if'<e?r &tfi te b BrQJ tw o

Vonnis. Rechtba k \fan eerste aan eg Limburg, afdeiing Hasse tp sectie correctioneel, 13 kamer. l /_J 2018/,; ') '} 30 januari 2018 HA66.RW.

vonnis MB6-kamer rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Mechelen sectle burgerlijke rechtbank Niet aan te bieden aan de ontvanger

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Tongeren, sectie correctioneel

Hof van Cassatie van België

Rechtbank van eerste aanleg

Rechtbank van eerste aanleg Oost-VIaa nderen, afdeling Gent strafzaken

Rechtbank van eerste aanleg Oost-Vlaanderen, afdeling Gent strafzaken

Eindvonnis Se kamer. Rechtbank van eerste aanleg LIMBURG, afdeling Tongeren, sectie burgerlijk. Uitgifte. Vonnisnummer 2014/ (}._ '3 9..

Afgeleverd aan. Referentie bestelling. CD nummer RD nummer. RD nummer bedrag: EUR bedrag:. EUR datum: Rechtsmiddelen VERZET aangetekend op: AR-nr.

DE BURGERLIJKE RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG, ZITTING HOUDENDE TE HASSELT, ELFDE KAMER, HEEFT HET VOLGENDE VONNIS UITGESPROKEN:

).AS-1. Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt, sectie correctioneel, Vonnis. l0095j / kamer 2011 I.

Instelling. Onderwerp. Datum

rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt Sectie correctioneel

Hof van Cassatie van België

rechtbank van eerste aanleg Antwerpen, afdeling Antwerpen

Rechtbank eerste aanleg Leuven correctionele zaken

Rolnummer : 05-6-A van : 11/02/2008 Rep nr.

Transcriptie:

.. n dö 000703 Repertorlumnummer Uitgifte Uit.gereikt aan Uitgereikt oan Uitgereikt aan 2019/ J b. Datum van uitspraak 09/01/2019 op { op c op c Rolnummer 17/2272/A Pro deo nummer Vrijgesteld van het griffierecht. Afschrift ter kennis gebracht in uitvoeri-19 van art 792 van het Gerechtelijk Wetboek 0 Niet aan te bieden aan de ontvanger Rechtban!< van eerste aanleg LIMBURG, Afdeling Hasselt, sectie burgerlijk Aangeboden op Niet te registreren Eindvonnis 5de kamer

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt-17 /2272/A- p. 2 000704 INZAKE DE WOONINSPECTEUR VAN HET VLAAMS GEWEST, met burel n gevestigd te 1210 Brussel, Koning Albert Il Laan 19 bus 22. - eiseres- Ter zitting vertegenwoordigd door mr. G. Louwet loco mr. C. Lemache, advocaat te 3800 Sint-Truiden, Tongersesteenweg 60. TEGEN!.. geboren te 1 op. wonende te.!i geboren te 1 op. wonende te, geboren te! 1 op ' wonende te : - verweerders - Ter zitting vertegenwoordigd door mr. D. Torfs loco mr. J. Vanmuysen, advocaat te 3500 Hasselt, Koningin Astridlaan 79. VOLGT HET VONNIS Gelet op: - het exploot van dagvaarding van gerechtsdeurwaarder 1, met standplaats te 1 van 21.09.2017, overgeschreven op het tweede hypotheekkantoor te 1 op 04.10.2017, het exploot van dagvaarding van gerechtsdeurwaarder 1 standplaats te, overgeschreven op het tweede hypotheekkantoor te : op ; met 04.10.2017 en het exploot van dagvaarding van plaatsvervangend gerechtsdeurwaarder loco gerechtsdeurwaarder 1, met standplaats te: van 21.09.2017, overgeschreven op het tweede hypotheekkantoor te : op 25.09.2017 "

Rechtbank van eerste aanlee Limburg, afdeling Hasselt-17/2272/A- p. 3 000705 - de beschikking van 10.10.2017 tot regeling van termijnen en bepaling van rechtsdag in toepassing van art.747 1 Ger. W.; - de conclusies en de stukken van partijen. Voorgaanden en vorderingen: Op 19.04.2016 werd door de woon inspecteur van het agentschap Inspectie RWO een procesverbaal opgesteld lastens 1 :, met betrekking tot de wçming - een verbouwde stacaravan - gelegen te. Luidens de vaststellingen omtrent de staat van de woning, die ter beschikking werd gesteld aan 1 en. werd besloten dat er sprake was van een inbreuk op artikel 5 van de Vlaamse Wooncode. Volgens het proces-verbaal werd de woning ter beschikking gesteld door 1 : in hoedanigheid van verhuurder, die het vruchtgebruik had op deze woning, en door - 1 en : die ieder voor de helft blote eigenaar waren van het onroerend goed. Blijkens het technisch verslag dat werd opgesteld werden er 15 punten aangerekend voor het gebouw en 91 punten voor de woning, derhalve dat navolgend een advies tot onbewoonbaarheid werd geformuleerd. Op 20.06.2016 besloot de burgemeester tot de ongeschikt- en onbewoonbaarverklaring van de betrokken woning. Op 23.06.2016 werd door de wooninspecteur een herstelvordering genomen. Op 25.01.2017 liet de Procureur des Konings weten dat het opsporingsonderzoek in het kader van voormelde vaststellingen werd geseponeerd. In september 2017 ging eiser dan over tot dagvaarding voor de burgerlijke rechtbank. Hij vordert, zoals geformuleerd in laatste conclusies, verweerders te veroordelen tot uitvoering van het herstel op grond van artikel 20 bis van de Vlaamse Wooncode, inhoudende: - In hoofdorde: aangezien het pand, gelegen te : 1 1 gekadastreerd,., : niet in aanmerking komt voor renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerken, aan verweerders het bevel te geven tot hetzij de herbestemming van het pand, volgens de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, hetzij het pand te slopen, tenzij de sloop verboden is; - In ondergeschikte orde: voor zover de rechtbank van oordeel zou zijn dat de stedenbouwkundige inbreuk onvoldoende bewezen zou zijn, aan verweerders het bevel te geven tot herstel van alle gebreken, aan voormeld pand, gelegen te. - -

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt -17/2272/A- p. 4 000706., gekadastreerd ' woning integraal voldoet aan de Vlaamse Wooncode; - zodat voormelde minimale woonkwaliteitsnormen van artikel 5 van de te bevelen dat het herstel dient te worden uitgevoerd binnen een termijn van 10 maanden, die begint te lopen vanaf de betekening van het vonnis; te bevelen dat bij niet-uitvoering van de bevolen herstelmaatregel binnen de opgelegde termijn, aan verweerders een dwangsom van 150 euro per dag vertraging wordt opgelegd, volgend op het verstrijken van hoger vermelde hersteltermijn; te zeggen voor recht dat er geen aanleiding bestaat tot het opleggen van een dwangsomtermijn in de zin van artikel 1385 bis lid 4 Ger. W.; bij gebreke aan uitvoering door verweerders zelf, aan eiser en het college van burgemeester en schepenen machtiging te verlenen om ambtshalve in de uitvoering van het opgelegde herstel te voorzien, met kosten ten laste van verwerende partijen op grond van artikel 20 bis 7 en 8 van de Vlaamse Wooncode, m.i.v. de kosten van herhuisvesting bedoeld in artikel 15 1, lid 6 van de Vlaamse Wooncode; het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Beoordeling: 1. Partijen verklaren ter zitting niet de wering te vragen van conclusies die in afwijking van de conclusietermijnen zoals bepaald in de beschikking geveld in toepassing van artikel 747 1 Ger. W., ter griffie werden neergelegd. 2. Verwerende partijen besluiten vooreerst tot de onontvankelijkheid van de vordering. De door verweerders aangehaalde argumentatie heeft te dezen evenwel betrekking op een beoordeling ten gronde, doch niet op het belang van eiser om de vordering in te stellen. De vraag of er te dezen sprake is van een inbreuk op artikel 5 juncto artikel 20 1 van de Vlaamse Wooncode raakt immers de grond van de zaak. Er is te dezen geen reden om ambtshalve een exceptie van onontvankelijkheid op te werpen zodat de vordering van eiser ontvankelijk kan worden verklaard. 3. Verwerende partijen besluiten vervolgens met betrekking tot de beweerde inbreuken op de Vlaamse Wooncode dat er geen sprake is van een inbreuk op artikel 5 juncto artikel 20 1 van de Vlaamse Wooncode.

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt-17/2272/A- p. 5 000707 3.1. In toepassing van artikel 5 van de Vlaamse Woonc de moet elke woning op een welbepaald aantal vlakken, die worden opgesomd, voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheidsen woonkwaliteltsvereisten, die door de Vlaamse Regering nader bepaald worden. Als een woning als vermeld in artikel 5, 3, eerste lid van de Vlaamse Wooncode, niet voldoet aan de vereisten en normen, vastgesteld met toepassing van artikel 5, rechtstreeks of via tussenpersoon wordt verhuurd, te huur gesteld of ter beschikking gesteld met het oog op bewoning, wordt ingevolge artikel 20 1 van de Vlaamse Wooncode de verhuurder, de eventuele onderverhuurder of diegene die de woning ter beschikking stelt, gestraft met een gevangenisstraf van zes maanden tot drie jaar en een geldboete van 500 tot 25.000 euro of met een van die straffen alleen. 3.1.1. Het onroerend goed betreft, blijkens de voorliggende stukken en inlichtingen, een onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande. De materiële feitelijke vaststellingen aangaande de bewoning en de tekortkomingen aan het pand op 19.04.2016, zoals vermeld in het proces-verbaal van vaststelling, staan als zodanig niet ter discussie. Deze materiële vaststellingen tonen genoegzaam aan dat er sprake is van een woning die permanent bewoond werd, die niet voldeed aan de minimale woonkwaliteitsvereisten, zoals bepaald In artikel 5 van de Vlaamse Wooncode. 3.1.2. Blijkens de voorliggende stukken en toelichting van eisers zijn tweede en derde verwerende partij, blote eigenaar van het onroerend goed, terwijl eerste verweerder de vruchtgebruiker is, en dit luidens een niet-ondertekende kopie ingevolge een akte van schenking verleden voor notaris 1 1 van 24.06.2013. Uit de voorliggende stukken blijkt voorts dat 1 werd aangetroffen, sedert april 2013 de woning huurde. die op 19.04.2016 in de woning Volgens verwerende partijen is er in hun hoofde geen sprake van een verhuring aan derden, nu een huurcontract zou zijn aangegaan met 1 1 (via tussenkomst van een derde), voormalige eigenaar van het pand die op 24.06.2013 die het onroerend goed schonk aan haar ex-schoonzoon eerste verweerder en haar kleinkinderen. Nu verwerende partijen sedert 24.06.2013 zakelijke rechten hadden op de woning, met uitsluiting van 1 1, weze het als vruchtgebruiker dan wel als blote eigenaar van de woning, blijkt genoegzaam dat aldus de woning door hen wel degelijk ter beschikking werd gesteld voor bewoning in de zin van voormeld artikel 20 van de Vlaamse Wooncode.

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt - l 7 /2272/ A- p. 6 000708 De argumentatie van verwerende partijen dat zij - terwijl zij nochtans in 2013 de schenking van het vruchtgebruik en de blote eigendom van het onroerend goed aanvaardden - gedurende al die jaren niet op de hoogte zouden zijn geweest van de feitelijke bestemming ervan, met name bewoning door derden, komt geheel ongeloofwaardig voor. Het feit dat in de notariële akte zou zijn vermeld geweest dat de schenkers verklaren dat de goederen niet verhuurd zijn, is niet van aard om afbreuk te doen aan deze vaststelling. Vooreerst ligt, zoals voormeld, een regelmatige grosse van deze akte zelf niet voor zodat thans niet genoegzaam blijkt of dergelijke zinsnede wel opgenomen is in de akte die daadwerkelijk werd verleden. Het is daarenboven geenszins aannemelijk dat verwerende partijen de schenking van een vruchtgebruik en de blote eigendom aanvaardden, met al de bijhorende rechten en verbintenissen, - en dit luidens de voorliggende kopie van de schenkingsakte duidelijk dadelijk - om zich vervolgens gedurende jaren onafgebroken niet te hebben geïnformeerd omtrent de staat van het onroerend goed. De omstandigheid dat de huurgelden, die kennelijk via het OCMW, werden betaald aan de verhuurder, zoals eerste verwerende partij stelt pas enkele maanden voorafgaand aan de datum van zijn verhoor door hem zouden ontvangen zijn geworden, is niet van aard om afbreuk te doen aan voormelde vaststelling. Afgezien nog van de omstandigheid dat aldus luidens de eigen verklaring van eerste verweerder hij op het moment van de vaststellingen in april 2016 wel degelijk huurgelden ontving, volstaat overigens voor een inbreuk op artikel 20 van de Vlaamse Wooncode reeds dat een pand, dat niet aan de woonkwaliteitsvereisten voldoet, aan derden ter beschikking wordt gesteld met het oog op bewoning. 3.1.3. Gezien de aard van de gebreken die werden vastgesteld, waaruit het manifeste karakter ervan blijkt, kan dan ook besloten worden dat in hoofde van verwerende partijen, het vereiste gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid bestaat, nu zij duidelijk heb ben nagelaten als verantwoordelijken na te gaan of tijdens de terbeschikkingstelling aan derden, de woning wel aan de woningkwaliteitsnormen voldeed. De constitutieve bestanddelen van een inbreuk op artikel 20 1 van de Vlaamse Wooncode, zijn derhalve in hoofde van verwerende partij voorhanden. 4. In toepassine van artikel 20 bis van de Vlaamse Wooncode kan de rechtbank de overtreder bevelen om werken uit te voeren om de woning, het pand dat het gebouw met de aanwezige wooncntiteiten omvat, of de specifieke woonvorm als vermeld in artikel 5, 3, eerste lid, te laten voldoen aan de vereisten en normen, vastgesteld met toepassing van artikel 5. Als de rechtbank vaststelt dat de woning niet in aanmerking komt voor werkzaamheden, of dat het gaat om een goed als vermeld in artikel 20, 1, tweede lid, beveelt ze de overtreder om er een andere bestemming aan te geven overeenkomstig de bepalingen van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 of om de woning of het goed te slopen, tenzij de sloop ervan verboden is op grond van wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen. Dat

Rechtbank van eerste aanleg Limburg. afdeling Hasselt-17/2272/A-p. 7 000709 gebeurt ambtshalve of op vordering van de woon inspecteur of het college van burgemeester en schepenen van de gemeente waar de woning, het pand of het goed ligt. Eiser stelt voorop dat de woning niet in aanmerking komt voor renovatie-, verbeterings- of aanpassingswerken, nu de woning stedenbouwkundig met een (niet-regulariseerbare) inbreuk behept is, zodat - in toepassing van artikel 20 bis 1 van het Vlaamse Woondecreetin hoofdorde hetzij het slopen dan wel de herbestemming ervan wordt gevraagd. Ondergeschikt wordt verzocht om de gebruikelijke herstelmaatregel tot het uitvoeren van aanpassingswerken op te leggen. Verwerende partijen betwisten dat.. de woning niet stedenbouwkundig vergund is, onder verwijzing naar een inschrijving in het vergunningenregister op grond van een beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 05.03.2018. Voorts besluiten zij dat de herstelvordering niet meer actueel zou zijn en zonder voorwerp zou zijn geworden. 4.1. De omstandigheid dat de woning vergund zou zijn, zoals verwerende partijen vooropstellen onder verwijzing naar o.m. de opname ervan in het vergunningenregister, is niet van aard om te besluiten dat de herstelvordering niet meer actueel zou zijn en zonder voorwerp zou zijn geworden. Immers blijkt op generlei wijze dat werd tegemoet gekomen aan de technische gebreken die het voorwerp uitmaakten van het proces-verbaal van vaststelling van 19.04.2016, op grond waarvan later tot de onbewoonbaarheid- en ongeschiktheid van de woning werd besloten door de burgemeester. De herstelvordering is als zodanig aldus geenszins zonder voorwerp geworden. 4.2. De principiële herstelmaatregel is het herstel van alle gebreken. Als uit de voorliggende stukken blijkt dat integraal herstel thans onmogelijk is, dient verplicht de alternatieve herstelmaatregel van herbestemming of sloop opgelegd te worden. Het onroerend goed is blijkens voorliggende gegevens volgens het gewestplan gelegen in agrarische zone, niet ruimtelijk kwetsbaar gebied. Uit de voorliggende elementen blijkt dat er geen stedenbouwkundige vergunning werd afgeleverd voor de woning en dat namens de gewestelijk inspecteur op 15.03.2016 een proces-verbaal zou zijn opgesteld voor het permanent bewonen van een illegaal geplaatste en uitgebreide stacaravan. Verwerende partij stelt echter dat de woning geacht wordt vergund te zijn, in toepassing van art. 4.2.14 VCRO, gezien de aanwezigheid ervan voordat het gewestplan in voege trad.

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt-17/2272/A- p. 8 000710 Bij beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 05.03.2018 werd inmiddels het onroerend goed opgenomen in het vergunningenregister. Uit de voorliggende stukken blijkt dat de oorspronkelijke constructie, de stacaravan, reeds op de kavel stond in 1977 en derhalve in die zin vermoed wordt vergund te zijn. Uit de voorliggende stukken blijkt thans dan ook niet dat de oorspronkelijke constructie, de stacaravan, die als woning dient, zelf behept is met een stedenbouwkundige inbreuk. Nu de ernstige gebreken zoals blijkt uit het proces-verbaal van vaststelling, de schets en de foto's van het onroerend goed, die daadwerkelijk een aantasting van de woon kwaliteitsnormen inhouden, zich situeren in de constructie van 8 meter op 12 meter, die de woonfunctie omvat, kan niet besloten worden dat integraal herstel in de zin van aanpassings-en herstellingswerkzaamheden teneinde aan de bepalingen van artikel S van de Vlaamse Wooncode te voldoen, hier onmogelijk is zonder bestendiging van een stedenbouwkundige inbreuk. In voorkomend geval kan aldus niet gesteld worden dat integraal herstel door het opleggen van een herstelmaatregel tot herstelling / aanpassing van de woonkwaliteitsgebreken, onmogelijk is. Bijgevolg komt de herstelvordering strekkende tot herbestemming dan wel sloop van het pand, aldus ongegrond voor. De herstelvordering tot het herstel van de gebreken is zowel intern als extern wettig en beoogt, op gepaste, aangepaste doch noodzakelijke wijze het herstel van de gevolgen van de vastgestelde inbreuk. Deze herstelvordering is gemotiveerd vanuit het oogpunt van elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten en is derhalve niet kennelijk onredelijk. De vordering in die zin is dan ook gegrond. 4.3. Gezien de omvang van de aanpassingswerken wordt de termijn voor het uitvoeren van de werken op 12 maanden bepaald, vanaf de betekening van onderhavig vonnis, teneinde verwerende partijen de gelegenheid te geven zich aan de hen opgelegde verplichtingen te conformeren. Het komt gepast voor om een dwangsom op te leggen waarvan het bedrag bepaald wordt op 125 euro per dag vertraging, indien niet vrijwillig wordt overgegaan tot het uitvoeren van de werken zoals boven aangegeven, en dit binnen de opgelegde hersteltermijn met dien verstande dat die dwangsom zal verbeuren vanaf de eerste dag na de hoger vermelde hersteltermijn in zoverre het huidig arrest vooraf werd betekend.

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hasselt-17/2272/A- p. 9 000711 4.4. In toepassing van artikel 1017 Ger.W. verwijst ieder eindvonnis, zelfs ambtshalve, de in het ongelijk gestelde partij in de kosten. Nu verwerende partijen in het ongelijk gestelde partijen zijn, dienen zij veroordeeld te worden tot de kosten, die evenwel in hoofde van eisende partij te dezen niet werden begroot. *** Ç>e voorschriften van de wet van 15 juni 1935 op het taalgebruik in gerechtszaken werden nageleefd. OM DEZE REDENEN De rechtbank, recht doende op tegenspraak. Verklaart de vordering ontvankelijk en in hierna vermelde mate gegrond. Beveelt verweerders over te gaan tot herstel van alle gebreken, aan het pand, gelegen te : 1 gekadastreerd, zodat voormelde woning integraal voldoet aan de minimale woonkwaliteitsnormen van artikel 5 van de Vlaamse Wooncode. Beveelt dat het herstel dient te worden uitgevoerd binnen een termijn van 12 maanden, vanaf de betekening van onderhavig vonnis. Veroordeelt verwerende partijen tot betaling van een dwangsom van 125 euro per dag vertraging, indien niet vrijwillig wordt overgegaan tot het uitvoeren van de werken zoals voormeld aangegeven, en dit binnen de opgelegde hersteltermijn met dien vers.tande dat die dwangsom. zal verbeuren vanaf de eerste dag na de hoger vermelde hersteltermijn. Zegt voor recht dat er geen aanleiding bestaat tot het opleggen van een dwangsomtermijn in de zin van art. 1385 bis, lid 4 Ger. W.. Machtigt, bij gebreke aan uitvoering door verwerende partijen zelf, eiser, de woon inspecteur van het Vlaamse Gewest, en het College van burgemeester en schepenen om ambtshalve in de uitvoering van het opgelegde herstel te voorzien, met kosten ten laste van verwerende partijen, op grond van art. 20bis 7 en 8 van de Vlaamse Wooncode, met inbegrip van de kosten van herhuisvestiging bedoeld in art. 15 1 lid 6 van de Vlaamse Wooncode. Veroordeelt verwerende partijen tot de aan de zijde van eiser gevallen kosten van het geding, thans niet begroot zijnde.

Rechtbank van eerste aanleg Limburg, afdeling Hassell - l 7 /2272/ A - p. 10 000712 Aldus gevonnist en uitgesproken in openbare terechtzitting van de vijfde kamer, op 09 lanuari 2019, alwaar aanwezig waren: Mevrouw A. POELMANS, rechter, De Heer R. JUVYNS, griffier. 1" :! '>-. R. Jt vvis