Bijlage 3 Negen voorstellen ter vermindering van de administratieve lasten van uitvoering van de Wzd

Vergelijkbare documenten
Voorstellen om de administratieve lasten te verminderen en de uitvoerbaarheid van de Wet zorg en dwang te verbeteren

Bijlage 1 Zeven voorstellen ter verbetering van de Wet zorg en dwang

VIJFDE NOTA VAN WIJZIGING. Ontvangen. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

VWS Directoraat Generaal Langdurige Zorg T.a.v. de heer drs. Th.W.H.M. van Uum Directeur langdurige zorg Postbus EJ 'S-GRAVENHAGE

KENNISMAKING Een paar vragen ter introductie (JURIDISCHE) INTRODUCTIE: WET BOPZ EN WET ZORG EN DWANG. Programma

Tweede Kamer der Staten-Generaal

GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET. Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Addendum Bopz, een klachtenregeling Bopz

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Bijgewerkt t/m nr. 33 (5 e NvW d.d. 26 juni 2012)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

a. Bopz-klacht : klacht over een beslissing zoals bedoeld in artikel 41 Bopz

Wet zorg en dwang. Handreiking voor zorgaanbieders

JURIDISCHE INTRODUCTIE: WET BOPZ EN WET ZORG EN DWANG. Kennismaking met je buurvrouw of buurman. Programma

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Wet Zorg en Dwang. 50 vragen en antwoorden

Wet Zorg en Dwang WZD-arts Hoofdlijnen kort maart 2018

JURIDISCHE INTRODUCTIE: WET BOPZ EN WET ZORG EN DWANG. Kennismaking met je buurvrouw of buurman. Programma

Bestandsnaam : Klachtenregeling SSJ. Deze klachtenregeling is samengesteld op basis van de Modelklachtenregeling Wkkgz ActiZ / LOC oktober 2016

WZD-arts - hoofdlijnen kort maart 2018

Datum Januari 2017 Versie 2.0 Pagina s 10 (inclusief voorpagina) Klachtenregeling

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Veilige zorg voor mensen met dementie

Van Wet Bopz naar Wet Zorg en Dwang

MENTORSCHAP TEN BEHOEVE VAN MEERDERJARIGEN ARTIKELEN

H Wettelijke vertegenwoordiging/ contactpersonen

Eten wat de pot schaft

Wet Zorg en Dwang. Tekst van de wet

Vertegenwoordigingsaanvraag

Gedwongen opname met een rechterlijke machtiging (RM)

Klachtenregeling voor cliënten en verwanten

De Wet zorg en dwang en wils(on)bekwaamheid. Adger Hondius, psychiater/geneesheer-directeur & Manon Demmers-te Vruchte, jurist

Zorgovereenkomst Zorg zonder Verblijf

BOPZ Klachtenregeling patiënten OLVG definitieve versie 15 juni 2017

De regels zijn gelijk. Toch is iedereen anders. Opname of verblijf. Over de Wet Bopz

KLACHTENREGELING. de cliënt een vertegenwoordiger van een cliënt nabestaande(n) van een overleden cliënt. b Klacht een klacht kan zijn:

Klachtenreglement FortaGroep

Mantelzorgers. Mantelzorgen?... Nee hoor, gewoon Liefde!

Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) / 31

Ketenconferentie Wet verplichte GGZ. 14 maart Zorgmachtiging

Pagina 1 van 5 Versie

Klachtenregeling. Inhoudsopgave

Klachtenregeling Humane Zorg

Wet Zorg & Dwang FACTSHEET. April 2014

Klachtenreglement Arja Thuiszorg Inhoudsopgave. 1. Inleiding 2. Definities 3. Procedure voor behandeling 4. Geschilleninstantie 5. Algemene bepalingen

Stappenplan voor artsen en gedragskundigen ter beoordeling van wils(on)bekwaamheid van cliënten IdB, versie 2.0

Gedwongen opgenomen met een rechterlijke machtiging. Informatie voor cliënten

Wijzigingen Algemene Voorwaarden Wet Langdurige Zorg (WLZ)

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 2 2 WAT SCHRIJFT DE WET VOOR 3 3 DEFINITIES 4 4 PROCEDURE VOOR BEHANDELING 5 5 GESCHILLENINSTANTIE 6

Wilsonbekwaamheid of BOPZ. Jacqueline Koster oktober 2014

Wkkgz Wet Kwaliteit Klachten Geschillen Zorg

Klachtenregeling Cliënten

Overzicht van de activiteiten behorende bij Van Bopz naar Wzd; plan van aanpak implementatie Wet zorg en dwang

Klachtenregeling Zorggroep Charim

Klachtenregeling Wlz en Wmo

Klachtenreglement.

KLACHTENREGELING STICHTING KLACHTENCOMMISSIE GEZONDHEIDSZORG

De voorwaardelijke machtiging

b. raad van bestuur : de raad van bestuur van de zorgaanbieder; c. klachtencommissie : de commissie zoals bedoeld in artikel 5 van deze regeling;

Toekomstige wetgeving; gevolgen voor Korsakov patiënt?

Klachtenregeling cliënten De Hoven

bij wijzigingen in de samenstelling. bij wettelijke wijzigingen.

BOPZ addendum. Bijlage bij Klachtenregeling Tergooi. Voorwoord

Uw rechten en behandeling

Mr. Kees Blankman

Tweede Kamer der Staten-Generaal

het behartigen van belangen van de cliënt

--- Algemene bepalingen --- a. de wet : de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz);

Informatiefolder Wet BOPZ

Van Bopz naar Wet verplichte GGZ

Klachtenreglement 2015

Klachtenregeling Stichting De Rozelaar

Klachtenregeling. Wijkzorg Nederland. Bestandsnaam klachtenregeling wijkzorg nederland.docx Pagina 1 van 9 Datum Januari 2018 Versie 1

Wet BOPZ (Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen)

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: Hoofdstuk 1 komt te luiden: HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALING EN ALGEMENE BEPALINGEN

Versie Klachtenregeling Zeeuwse Gronden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Regeling Klachten Cliënten Thuiszorg West-Brabant

Klachtenprocedure versie Klachtenprocedure

Klachtenregeling Wkkgz

Inleiding Wet Bopz en Wet Zorg en Dwang. 15 april Michiel Vermaak AVG en (toezichthoudend) Bopz-arts

Klachtenregeling. Melius Zorg Terwestenpad BD, Den Haag

1. Inleiding 1 2. Definities 2 3. Procedure voor behandeling 3 4. Geschilleninstantie 5 5. Algemene bepalingen 5

Klachtenreglement MediSofa

Consultatiereactie van ActiZ en de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN) op het concept Besluit zorg en dwang (Bzd)

1. Aan artikel 29, vierde lid wordt toegevoegd: De incassokosten worden berekend conform het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke

De regels zijn gelijk. Toch is iedereen anders. Opname of verblijf. Over de Wet Bopz

1. De klachtencommissie heeft tenminste drie leden, waaronder de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter.

Gedwongen opname. informatie voor cliënten

Soort document Reglement waarin beschreven staat hoe Attenza B.V. omgaat met de afhandeling van klachten.

Klachtenreglement cliënten zorgboerderijen

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Klachtenregeling KLACHTENBEHANDELING DOOR DE KLACHTENFUCNTIONARIS VAN ALICE THUISZORG. Inleiding Pag. 2. Klachtenbehandeling Pag.

Klachtenreglement deelnemers Natuurwerkplek Zandstuvebos. Versie februari 2018

Heeft u een klacht, dan kunt u daarover op verschillende manieren contact met ons opnemen:

Klachtenregeling Maxima Zorg

Klachtenregeling KwadrantGroep. Ingangsdatum: 1 januari 2019

Klachtenreglement deelnemers zorgboerderij BoeteGeweun

Transcriptie:

Bijlage 3 Negen voorstellen ter vermindering van de administratieve lasten van uitvoering van de Wzd 1. Vereenvoudig de regeling van beoordeling van wilsbekwaamheid Art. 3, lid 2 Wzd bepaalt dat een daartoe deskundige, niet zijnde de bij de zorg betrokken arts moet beoordelen of de cliënt in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen. Hij moet dit bespreken met de vertegenwoordiger van de cliënt. Leidt dit overleg niet tot overeenstemming, dan trekt de deskundige zich terug en moet de bij de zorg betrokken arts de wilsbekwaamheid van de cliënt beoordelen. Deze is niet verplicht hierover overleg te voeren met de vertegenwoordiger. Wij vinden deze regeling onnodig ingewikkeld. Wij wijzen erop dat de beoordeling van de wilsbekwaamheid in de Wet langdurige zorg (artikel 8.1.3, lid 3 Wlz) aanmerkelijk eenvoudiger is geregeld. Hier wordt volstaan met de bepaling dat de zorgaanbieder de wilsbekwaamheid van de cliënt beoordeelt, deze heeft hierdoor de ruimte om hetzij een arts, hetzij een andere zorgverlener, zoals een gedragskundige, hiermee te belasten. Wij verzoeken u de minister te vragen artikel 3, lid 2 Wzd te wijzigen en, net als in artikel 8.1.3, lid 3 Wlz het geval is, het beoordelen van de wilsbekwaamheid over te laten aan de zorgaanbieder, zodat deze de ruimte heeft om te bepalen welke zorgverlener(s) hij het beste met deze taak kan belasten. 2. Eén geneeskundige verklaring is voldoende bij aanvraag rechterlijke machtiging van cliënt die al in een accommodatie verblijft Artikel 26 bepaalt welke documenten het CIZ moet overleggen bij het verzoek aan de rechter tot het verlenen van een rechterlijke machtiging. Het betreft onder meer een verklaring van een ter zake kundige arts, die niet bij diens behandeling is betrokken. Indien het een cliënt betreft die al is opgenomen, kan deze verklaring niet worden verstrekt door een arts die werkzaam is bij de zorgaanbieder. Uit de verklaring moet blijken dat het gedrag van de cliënt leidt tot ernstig nadeel, dat voortzetting van het verblijf noodzakelijk is om dit ernstig nadeel te voorkomen, dat voortzetting van het verblijf daartoe geschikt is en dat er geen minder ingrijpende maatregelen zijn om ernstig nadeel af te wenden. Gaat het om een cliënt die al in een accommodatie verblijft, dan bepaalt artikel 26, lid 6 dat bovendien een verklaring van de zorgaanbieder moet zijn bijgevoegd. Hierin moet hetzelfde verklaard worden dat ook al in de verklaring van externe arts is verklaard.

Het is ons niet duidelijk waarom twee verklaringen met dezelfde inhoud vereist zijn. Wij verzoeken u daarom de minister te vragen om artikel 26 zo te wijzigen dat ten aanzien van cliënten die al in een accommodatie verblijven met een verklaring van de zorgaanbieder volstaan kan worden. Wij stellen tevens voor om artikel 26, lid 7 te schrappen, zodat een arts die werkzaam is bij de zorgaanbieder bij wie de cliënt verblijft de verklaring kan afgeven (mits hij niet bij de behandeling is betrokken). Wij wijzen erop dat ook bij de verlenging van een inbewaringstelling met één geneeskundige verklaring volstaan kan worden (artikel 30 Wzd). Wij wijzen er tevens op dat ook in de Bopz ten aanzien van cliënten die al zijn opgenomen volstaan kan worden met één verklaring. Deze kan worden afgegeven door een arts die bij de zorgaanbieder werkzaam is, mits hij niet bij de behandeling is betrokken. 3. Schrap de rechterlijke machtiging bij verzet tegen zorg Artikel 21, lid 3 Wzd bepaalt dat, indien een cliënt, die vrijwillig of op basis van een besluit tot opname en verblijf van het CIZ is opgenomen in een accommodatie, zich zodanig verzet tegen de zorgverlening dat het leveren van cliëntgerichte zorg feitelijk niet mogelijk is, een rechterlijke machtiging moet worden aangevraagd. Deze bepaling wordt herhaald in artikel 24, lid 4 Wzd. Het is ons niet duidelijk wat in dit geval de meerwaarde van een rechterlijke machtiging zou kunnen zijn. De rechterlijke machtiging heeft immers betrekking op de opname of de voortzetting van het verblijf, niet op de tijdens het verblijf te verlenen zorg. Dus ongeacht wat de rechter beslist, het heeft geen gevolgen voor het feitelijke gedrag van de cliënt, noch voor de vraag of onvrijwillige zorg verleend kan worden, noch voor de vraag of het verblijf voortgezet kan worden (daartegen verzet de cliënt zich immers niet). Wij verzoeken u daarom de minister te vragen zowel artikel 21, lid 3 Wzd als artikel 24, lid 4 Wzd te schrappen. 4. Maak vertegenwoordiging door aanverwanten mogelijk Artikel 1, lid 1 onderdeel e Wzd definieert als mogelijke vertegenwoordigers uit de familiekring: de echtgenoot, partner of andere levensgezel, een ouder, kind, broer, zus of grootouder of kleinkind van de cliënt. Gaat het om het aanvragen van een besluit tot opname en verblijf of van een rechterlijke machtiging, dan wordt de kring mogelijke vertegenwoordigers uit de familiekring uitgebreid met de meerderjarige aanverwanten tot en met de tweede graad. Nu deze aanverwanten niet onder de definitie van vertegenwoordiger van de cliënt vallen, zal, indien een cliënt op initiatief van een aanverwant familielid wordt opgenomen, deze tot mentor moeten worden benoemd om ook na opname als vertegenwoordiger van de cliënt te kunnen optreden. Wij verzoeken u de minister te vragen aanverwanten die een besluit tot opname en verblijf kunnen aanvragen toe te voegen aan de opsomming

van mogelijke vertegenwoordigers in artikel 1, lid 1, onderdeel e, zodat een procedure bij de rechter om hen tot mentor te benoemen voorkomen wordt. 5. Beperk de verplichting mentorschap aan te vragen tot cliënten voor wie onvrijwillige zorg nodig is In de oorspronkelijke versie van de Wzd waren zorgaanbieders alleen verplicht om benoeming van een mentor te bewerkstelligen als het een cliënt betrof voor wie onvrijwillige zorg werd overwogen. In de vierde nota van wijziging Wzd vervalt de koppeling van deze verplichting aan opname van onvrijwillige zorg in het zorgplan. Ter toelichting wordt volstaan met: Een cliënt die geen vertegenwoordiger heeft, maar er wel een nodig heeft, moet altijd een mentor toegewezen krijgen (31 996, nr. 29, p. 16). Wij constateren dat op dit moment al een tekort aan mentoren bestaat. Bovendien zijn verschillende functionarissen beschikbaar die de cliënt kunnen adviseren en bijstaan. Wij verzoeken u daarom de minister te vragen artikel 3, lid 9 Wzd wederom te beperken tot cliënten aan wie onvrijwillige zorg wordt verleend. 6. Schrap de verplichting om een schriftelijke verklaring van de vertegenwoordiger te vragen De tweede nota van wijziging Wvggz heeft aan artikel 3 Wzd een zesde lid toegevoegd dat als volgt luidt: Degene die als vertegenwoordiger optreedt verklaart schriftelijk daartoe bereid te zijn. Ter toelichting wordt slechts vermeld dat het een minimale eis betreft die aan vertegenwoordigers wordt gesteld en dat deze eis ook gesteld wordt in de Wvggz (32 399, nr. 25, p. 209). In de Wvggz geldt deze eis echter slechts voor één categorie vertegenwoordigers, namelijk degenen die door de cliënt schriftelijk gemachtigd zijn om namens hem op te treden (art. 1:3, lid 5 Wvggz). In de Wzd geldt de bepaling voor iedere vertegenwoordiger, dus ook bijvoorbeeld voor de mentor, de echtgenoot en andere vertegenwoordigers uit de familiekring. Het is ons niet duidelijk welk probleem met deze bepaling wordt opgelost. Uit het feit dat iemand feitelijk optreedt als vertegenwoordiger kan worden afgeleid dat hij daartoe bereid is. De bepaling levert wel onnodige administratieve lasten op, de verklaring moet immers gevraagd worden en in het dossier worden opgenomen. Wij verzoeken u dan ook de minister ter vragen deze bepaling te schrappen. 7. Verduidelijk de taakverdeling cliëntenvertrouwenspersoon / klachtenfunctionaris Het Besluit zorg en dwang sluit uit dat de cliëntenvertrouwenspersoon tevens werkzaam is als klachtenfunctionaris die op basis van de Wkkgz. Dit maakt een heldere taakverdeling tussen cliëntenvertrouwenspersoon en klachtenfunctionaris noodzakelijk. Het moet

voor cliënten duidelijk zijn met welke vragen zij bij de cliëntenvertrouwenspersoon terecht kunnen en met welke vragen bij klachtenfunctionaris. Artikel 57, lid 1 geeft de cvp de taak om de cliënt of diens vertegenwoordiger advies en bijstand te verlenen in aangelegenheden die samenhangen met: a. het verlenen van onvrijwillige zorg ; b. met zijn opname en verblijf in een accommodatie, of c. met het doorlopen van de klachtenprocedure. Deze bepaling geeft de cliëntenvertrouwenspersoon een heldere taak. Cliënten kunnen op hem een beroep doen met vragen over het verlenen van onvrijwillige zorg en over onvrijwillige opname. Bij klachten over die onderwerpen kan de cliëntenvertrouwenspersoon hen bijstaan. Gaat het om andere onderwerpen dan is de klachtenfunctionaris degene die hen kan bijstaan. Deze duidelijkheid gaat echter weer verloren doordat het tweede lid van artikel 57 bepaalt dat cliënten die vrijwillig in een accommodatie verblijven eveneens een beroep kunnen doen op de cliëntenvertrouwenspersoon, ongeacht het onderwerp. Hierdoor ontstaat een volledige overlap met de taken van de klachtenfunctionaris. Uit oogpunt van doelmatigheid en duidelijkheid voor cliënten en hun verwanten is dit niet wenselijk. Wij verzoeken u daarom de minister te vragen het tweede lid van artikel 57 te schrappen, zodat een heldere taakverdeling ontstaat tussen cliëntenvertrouwenspersoon en klachtenfunctionaris. 8. Wijzig de bepaling over verstrekking van gegevens van de cliënt aan de cliëntenvertrouwenspersoon Artikel 5, lid 3 Wzd bepaalt dat de zorgaanbieder de gegevens van de cliënt en diens vertegenwoordiger, voor zover zij daar toestemming voor hebben gegeven, doorgeeft aan de cliëntenvertrouwenspersoon, zodat deze hen kan informeren over diens werkzaamheden. Wij vinden het onwenselijk dat de zorgaanbieder hier als doorgeefluik functioneert. Wij verwachten bovendien dat cliënten deze werkwijze als een drempel ervaren. Wij verzoeken u de minister te vragen om artikel 5, lid 3 Wzd te vervangen door een bepaling die de zorgaanbieder verplicht om de cliënt en diens vertegenwoordiger te informeren over de mogelijkheden om advies en bijstand te verkrijgen van een cliëntenvertrouwenspersoon. Zij kunnen vervolgens rechtstreeks, dus zonder tussenkomst van de zorgaanbieder, contact opnemen met de cliëntenvertrouwenspersoon.

9. Stel geen overbodig register in Artikel 20 Wzd voorziet in een openbaar register van zorgaanbieders die onvrijwillige zorg aanbieden. Hierin moeten alle locaties van de zorgaanbieder worden opgenomen, daarbij moet worden aangegeven of de locatie een accommodatie in de zin van de Wzd is. Wij wijzen erop dat alle gebouwen (vestigingen in de terminologie van de Handelsregisterwet) van zorgaanbieders al geregistreerd zijn in het Handelsregister. Als het Handelsregister zou worden gewijzigd, zodat daarin kan worden aangegeven of de zorgaanbieder onvrijwillige zorg verleent en per vestiging kan worden aangegeven of deze geheel of gedeeltelijk als accommodatie in de zin van de Wzd wordt gebruikt, is het openbare register waarin artikel 20 Wzd voorziet overbodig. Wij wijzen erop dat het Handelsregister juist bedoeld is om de overheid (in dit geval de IGJ) in staat te stellen daar alle benodigde informatie te vinden, zodat voorkomen wordt dat aparte registers moeten worden bijgehouden en geraadpleegd. Wij verzoeken u dan ook de minister te vragen geen nieuw register in te stellen, maar gebruik te maken van het Handelsregister.