Brussel, 21 oktober 2009 (22.10) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14552/1/09 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2009/0101 (CNS)

Vergelijkbare documenten
EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

OTA het voorzitterschap de delegaties Routekaart voor een betere bescherming van verdachten en beklaagden in strafprocedures

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 januari 2010 (25.01) (OR. en) 5673/10. Interinstitutioneel dossier: 2010/0801 (COD) DROIPEN 8 COPEN 25 CODEC 47

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 15 juli 2009 (24.07) (OR. en) ST 12116/09 DROIPE 66 COPE 139

Gemeenschappelijke EU-standaarden voor het garanderen van procedurele rechten in strafzaken

15490/14 cle/gar/as 1 DG D 2B

13538/14 cle/rts/sv 1 DG D 2B

9116/19 JVB/jvc/srl JAI.2

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4

6603/15 dep/van/hw 1 DG D 2B

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 21 oktober 2011 (24.10) (OR. en) 15812/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0154 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

A8-0165/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T RICHTLIJ VA HET EUROPEES PARLEME T E DE RAAD BETREFFE DE HET RECHT OP I FORMATIE I STRAFPROCEDURES

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

9114/19 JVB/jvc/srl JAI.2

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

12494/1/07 REV 1 yen/il/lv 1 DG H 2B

EUROPEES PARLEMENT. Commissie juridische zaken. aan de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Brussel, 11 december 2013 (OR. nl) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 17633/13 ADD 2. Interinstitutioneel dossier: 2013/0408 (COD)

Fiche 2: Richtlijn inzake het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN KADERBESLUIT VAN DE RAAD over de accreditatie van activiteiten van gerechtelijke laboratoria

A8-0165/46. Amendement 46 Claude Moraes namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Datum van inontvangstneming : 23/02/2015

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 16 juni 2009 (24.06) (OR. en) 10964/09 JAI 391 E FOPOL 170

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 september 2006 (12.09) (OR. en) 8082/1/06 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0104 (COD)

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. betreffende het recht op informatie in strafprocedures

1. Het Coreper heeft het ontwerp-besluit van de Raad op 1 december 2004 besproken aan de hand van document 15281/04 + COR 1.

9317/17 pro/gra/sl 1 D 2A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 januari 2010 (25.01) (OR. en) 5676/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0801 (COD) DROIPEN 10 COPEN 27 CODEC 49

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

7566/17 eer/gys/sl 1 DGG 3B

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 juni 2004 (23.06) (OR. en) 10665/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0270 (C S) LIMITE COPE 74

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2016 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 maart 2003 (OR. en) 6505/03 CRIMORG 11

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

15837/14 mak/gar/fb 1 DG D 2B

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 oktober 2004 (28.10) (OR. en) 13824/04 Interinstitutioneel dossier: 2003/0198 (COD)

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

De Europese uitdaging van toenadering van procedurele rechten Een lang verhaal

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Voorstel: Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures.

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 maart 2018 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 december 2009 (21.12) (OR. en) 17691/09 COPEN 249 JAI 935

PUBLIC 11642/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0109 (CNS)

14969/1/03 REV 1 huy/yen/rl 1 DG H I

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000),

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 juli 1999 (07.09) (OR. en) 10456/99 LIMITE DROIPEN 5

9666/19 pro/mak/ev 1 JAI.2

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 oktober 2004 (07.10) 12561/04 LIMITE EUROJUST 78

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

GSC.TFUK. Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) XT 21106/18. Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (NLE) BXT 125

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 juni 2009 (08.06) (OR. en) 10523/2/09 REV 2

Brussel, 27 februari 2014 (28.02) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6490/1/14 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2013/0255 (APP)

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

7079/17 gys/van/sv 1 DG D 1C

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 november 2003 (OR. en) 13915/03 ENFOPOL 92 COMIX 642

Hof van Cassatie van België

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

8658/15 dui/pw/mt 1 DG D 2B

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 september 2014 (OR. en)

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B

ONTWERP-INTERIMVERSLAG

14956/15 ADD 1 mou/gra/mt 1 DG D 2A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

Publicatieblad van de Europese Unie. (Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

9337/16 rts/pau/as 1 DG D 2A

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 september 2008 (10.09) (OR. en) 12600/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0030 (COD) LIMITE

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 april 2016 (OR. en)

Datum van inontvangstneming : 28/12/2017

1. Punt 43: Samenwerking in het kader van een gezamenlijk team waarbij functionarissen van Europol betrokken zijn

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij de. richtlijn van het Europees Parlement en de Raad

Transcriptie:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 oktober 2009 (22.10) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2009/0101 (CNS) 14552/1/09 REV 1 DROIPEN 125 COPEN 197 NOTA - HERZIENING van: het voorzitterschap aan: de Raad nr. vorig doc.: 14289/09 DROIPEN 122 COPEN 193 Betreft: Zitting van de Raad (Justitie en Binnenlandse Zaken) op 23 oktober 2009 1. Ontwerp-resolutie van de Raad over een routekaart ter versterking van de procedurele rechten van verdachten en beklaagden in strafprocedures 2. Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad betreffende het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures 3. Voorstel voor een resolutie van de Raad en van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, ter bevordering van de toepassing door de lidstaten van het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures - Algemene oriëntatie Het voorzitterschap heeft op 1 juli 2009 een "Routekaart voor een betere bescherming van verdachten en beklaagden in strafprocedures" 1 gepresenteerd. Vervolgens is besloten het instrument de vorm van een resolutie te geven en de titel te wijzigen in (ontwerp-) "resolutie van de Raad over een routekaart ter versterking van de procedurele rechten van verdachten en beklaagden in strafprocedures". 1 Doc. 11457/09 DROIPEN 53 COPEN 120. 14552/1/09 REV 1 gys/yen/sd 1 DG H 2B NL

De Commissie heeft op 8 juli 2009 een voorstel voor een kaderbesluit van de Raad betreffende het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures 1 ingediend. Het voorzitterschap heeft gemeend dat aan de lidstaten richtsnoeren moeten worden verstrekt teneinde te bevorderen dat zij de in het voorstel opgenomen rechten daadwerkelijk toepassen, en heeft daartoe het kaderbesluit aangevuld met een ontwerp-resolutie 2. De vrienden van het voorzitterschap, de Groep materieel strafrecht, de JBZ-raden, het Comité van artikel 36 en het Comité van permanente vertegenwoordigers (2e deel) hebben de teksten in diverse vergaderingen besproken. De stand van zaken is als volgt: ROUTEKAART FR, IE, NL en UK maken een voorbehoud voor parlementaire behandeling. LV maakt een taalvoorbehoud. Wijzigingen / Onopgeloste vraagstukken: Verwezen wordt naar de tekst in bijlage 1. Er zijn geen onopgeloste vraagstukken meer. 1 2 Doc. 11917/09 DROIPEN 60 COPEN 133 + ADD 1 + ADD 2. Doc. 12116/09 DROIPEN 66 COPEN 139. 14552/1/09 REV 1 gys/yen/sd 2 DG H 2B NL

KADERBESLUIT CZ, DK, FR, IE, LT, MT, NL, SI en UK maken een voorbehoud voor parlementaire behandeling. LV maakt een taalvoorbehoud. Wijzigingen / Onopgeloste vraagstukken: Verwezen wordt naar de tekst in bijlage 2. Er zijn geen onopgeloste vraagstukken meer Opmerking: SI stelde voor om de uit de besprekingen in de Raadsinstanties resulterende tekst toe te sturen aan het secretariaat van de Raad van Europa, zodat kan worden nagegaan of de tekst strookt met het EVRM, zoals uitgelegd door het Europees Hof voor de rechten van de mens ("Straatsburgproof"). Het voorzitterschap merkt op dat het secretariaat van de Raad van Europa over alle drie ontwerpinstrumenten informeel is geraadpleegd (zie doc. 12394/09 en doc. 12926/09), een standpunt over de initiatieven heeft ingenomen en er positieve adviezen over heeft uitgebracht. De commentaren van het secretariaat van de Raad van Europa zijn tijdens de hele procedure de leidraad geweest voor de onderhandelingen van het voorzitterschap. RESOLUTIE DK, FR, IE, LT, MT, NL, SI en UK maken een voorbehoud voor parlementaire behandeling. LV maakt een taalvoorbehoud. Wijzigingen / Onopgeloste vraagstukken: Verwezen wordt naar de tekst in bijlage 3. Er zijn geen onopgeloste vraagstukken meer. 14552/1/09 REV 1 gys/yen/sd 3 DG H 2B NL

BIJLAGE 1 Ontwerp- Resolutie van de Raad over een routekaart ter versterking van de procedurele rechten van verdachten en beklaagden in strafprocedures De Raad van de Europese Unie, Overwegende hetgeen volgt: (1) In de Europese Unie vormt het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (het "EVRM") de gemeenschappelijke grondslag voor de bescherming van de rechten van verdachten en beklaagden in strafprocedures, hetgeen in de context van deze resolutie het strafproces en de fase ervoor omvat. (2) Bovendien is het EVRM, zoals uitgelegd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, voor de lidstaten een belangrijke grondslag voor het vertrouwen dat zij stellen in elkaars strafrechtstelsels en voor het vergroten van dat vertrouwen. Tegelijk is er ruimte voor verdere maatregelen van de Europese Unie om ervoor te zorgen dat de normen van het EVRM Verdrag volledig worden geïmplementeerd en geëerbiedigd, en om, waar passend, de normen met meer samenhang toe te passen en bestaande normen aan te scherpen. (3) De Europese Unie heeft met succes een ruimte van vrij verkeer en vrije vestiging ingesteld, waar de burgers baat bij hebben, doordat zij in toenemende mate reizen, studeren en werken in andere landen dan hun woonland. Een onvermijdelijk gevolg van het verdwijnen van de binnengrenzen en het feit dat er meer gebruik wordt gemaakt van de rechten van vrij verkeer en vrije vestiging, is echter dat steeds meer mensen verwikkeld zijn in strafprocedures in een lidstaat die niet hun woonland is. In die omstandigheden worden de procedurele rechten van verdachten en beklaagden zeer belangrijk met het oog op het garanderen van het recht op een eerlijk proces. 14552/1/09 REV 1 gys/yen/sd 4 BIJLAGE 1 DG H 2B NL

(4) Hoewel er op het niveau van de Europese Unie verscheidene maatregelen zijn genomen om voor de burger een hoog niveau van veiligheid te garanderen, is het immers nodig dat specifieke problemen die kunnen rijzen wanneer iemand verdachte of beklaagde is in een strafprocedure, worden opgelost. (5) Met het oog op een eerlijk verloop van strafprocedures moeten er dan ook specifieke maatregelen worden genomen die betrekking hebben op de procedurele rechten. Door dergelijke maatregelen, die naast wetgeving ook andere maatregelen kunnen omvatten, zal de burger er meer vertrouwen in krijgen dat de Europese Unie en haar lidstaten zijn rechten zullen beschermen en waarborgen. (6) De Europese Raad van Tampere concludeerde in 1999 dat er, bij de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning, ook een begin dient te worden gemaakt met werkzaamheden betreffende de aspecten van het procesrecht waarvoor gemeenschappelijke minimumnormen noodzakelijk worden geacht teneinde de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning te vergemakkelijken, een en ander met inachtneming van de fundamentele rechtsbeginselen van de lidstaten (punt 37). (7) Het Haags Programma van 2004 verklaart dat verdere verwezenlijking van wederzijdse erkenning als de hoeksteen van justitiële samenwerking impliceert dat gelijkwaardige normen betreffende procedurele rechten in strafzaken worden ontwikkeld op basis van studies naar het bestaande niveau van rechtswaarborgen in de lidstaten en met gepaste aandacht voor hun rechtstradities (punt 3.3.1.). (8) Wederzijdse erkenning veronderstelt dat de bevoegde autoriteiten van de lidstaten vertrouwen hebben in elkaars strafrechtstelsel. Om het wederzijdse vertrouwen binnen de Europese Unie te versterken, is het zaak dat de Europese Unie, behalve het EVRM, over normen beschikt voor de bescherming van de procedurele rechten die in de lidstaten op correcte wijze worden uitgevoerd en toegepast. 14552/1/09 REV 1 gys/yen/sd 5 BIJLAGE 1 DG H 2B NL

(9) Recente studies hebben aangetoond dat er onder deskundigen brede steun bestaat voor actie van de Europese Unie betreffende de procedurele rechten, via wetgeving en andere maatregelen, en dat het wederzijdse vertrouwen tussen de justitiële autoriteiten van de lidstaten moet worden versterkt 1. Het Europees Parlement is dezelfde mening toegedaan 2. In haar mededeling voor het programma van Stockholm 3 merkt de Europese Commissie op dat versterking van de rechten van de verdediging noodzakelijk is om het onderlinge vertrouwen tussen lidstaten en het vertrouwen van de burgers in de Europese Unie in stand te houden. (10) De besprekingen over procedurele rechten die de afgelopen jaren binnen de Europese Unie zijn gevoerd, hebben geen concrete resultaten opgeleverd. Op het gebied van de justitiële en politiële samenwerking is echter wel veel vooruitgang geboekt met maatregelen die de vervolging vergemakkelijken. Nu moet er actie worden ondernomen om het evenwicht tussen deze maatregelen en de bescherming van de procedurele rechten van het individu te verbeteren. Gestreefd moet worden naar een versterking van de procedurele rechtswaarborgen en naar eerbiediging van de rechtsstatelijkheid in strafzaken, ongeacht waar de burgers in de Europese Unie reizen, studeren, werken of wonen. (11) Gezien het belang en de complexiteit van deze aangelegenheden lijkt het opportuun hier een stapsgewijze aanpak te volgen, en tegelijk de coherentie van het geheel te bewaken. Door toekomstige acties per gebied aan de orde te stellen, kan gerichte aandacht worden besteed aan elke afzonderlijke maatregel, zodat problemen kunnen worden opgespoord en zodanig aangepakt dat elke maatregel een meerwaarde krijgt. (12) Aangezien de catalogus van maatregelen in de bijlage niet uitputtend is, dient de Raad tevens te bezien of nog andere dan de in de catalogus opgenomen procedurele rechten zouden moeten wordt beschermd. 1 2 3 Zie onder meer "Analysis of the future of mutual recognition in criminal matters in the European Union" (analyse van de toekomst van wederzijdse erkenning in strafzaken in de Europese Unie), rapport van de Université Libre de Bruxelles van 20 november 2008. Zie bijvoorbeeld de "Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad van 7 mei 2009 betreffende de ontwikkeling van een EU-ruimte voor strafrechtspleging", 2009/2012 (INI), punt 1 bis). "Een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht ten dienste van de burger", COM(2009) 262/4 (punt 4.2.2.). 14552/1/09 REV 1 gys/yen/sd 6 BIJLAGE 1 DG H 2B NL

(13) Alle nieuwe wetgevingsbesluiten van de EU moeten stroken met de minimumnormen die zijn opgenomen in het EVRM, zoals uitgelegd door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, Neemt de volgende resolutie aan: 1. De Europese Unie moet actie ondernemen voor een betere bescherming van de rechten van verdachten en beklaagden in strafprocedures. Die actie kan naast wetgeving ook andere maatregelen omvatten. 2. De Raad onderschrijft de "Routekaart ter versterking van de procedurele rechten van verdachten en beklaagden in strafprocedures" in de bijlage bij deze resolutie als basis voor verdere actie. De in de routekaart opgenomen rechten, die kunnen worden aangevuld met andere rechten, worden beschouwd als fundamentele procedurele rechten die in dit stadium voorrang zouden moeten genieten. 3. De Commissie wordt verzocht met voorstellen te komen voor de in de routekaart vervatte maatregelen, en te overwegen het in punt F bedoelde groenboek in te dienen. 4. De Raad zal alle voorstellen die in verband met de routekaart worden ingediend, bespreken, en zegt toe deze met voorrang te zullen behandelen. 5. De Raad zal daarbij volledig samenwerken met het Europees Parlement, overeenkomstig de toepasselijke voorschriften, en naar behoren samenwerken met de Raad van Europa. 14552/1/09 REV 1 gys/yen/sd 7 BIJLAGE 1 DG H 2B NL

BIJLAGE BIJ BIJLAGE 1 Routekaart ter versterking van de procedurele rechten van verdachten en beklaagden in strafprocedures De volgorde van de in deze routekaart vervatte rechten is indicatief. De puntsgewijze korte uitleg hieronder bevat enkel een indicatie van de voorgestelde maatregelen en is niet bedoeld als exacte omschrijving vooraf van toepassingsgebied en inhoud van de maatregelen. Maatregel A: Vertaling en vertolking Korte uitleg: De verdachte of de beklaagde moet kunnen begrijpen wat er gebeurt en moet zich verstaanbaar kunnen maken. Een verdachte of een beklaagde die de proceduretaal niet spreekt of begrijpt, heeft een tolk nodig, en vertalingen van essentiële processtukken. Voorts moet bijzondere aandacht worden geschonken aan de behoeften van verdachten en beklaagden met gehoorstoornissen. Maatregel B: Informatie over de rechten en informatie over de beschuldiging Korte uitleg: Een persoon die van een misdrijf wordt verdacht of beschuldigd, moet mondeling, of, in voorkomend geval, schriftelijk, bijvoorbeeld middels een verklaring van rechten, worden geïnformeerd over zijn basisrechten. Verder moet de betrokkene snel informatie krijgen over de aard en de reden van de beschuldiging. Een persoon tegen wie vervolging is ingesteld, moet het recht hebben te gepasten tijde de informatie te ontvangen die nodig is voor de voorbereiding van zijn verweer, met dien verstande dat dit een correct verloop van de strafprocedure niet beïnvloedt. 14552/1/09 REV 1 gys/yen/sd 8 BIJLAGE BIJ BIJLAGE 1 DG H 2B NL

Maatregel C: Juridisch advies en rechtsbijstand Korte uitleg: Het recht op juridisch advies (via een raadsman) voor de verdachte of beklaagde in een strafprocedure in een zo vroeg mogelijk stadium van de procedure is van fundamenteel belang om het eerlijke verloop van de strafprocedure te waarborgen. Het recht op rechtsbijstand moet garanderen dat er effectief toegang tot bovengenoemd recht op juridisch advies wordt verschaft. Maatregel D: Communicatie met familie, werkgever en consulaire autoriteiten Korte uitleg: Een verdachte of beklaagde die is aangehouden, wordt onverwijld meegedeeld dat hij het recht heeft dat ten minste één door hem aangewezen persoon, zoals een familielid of zijn werkgever, wordt ingelicht over zijn aanhouding, met dien verstande dat zulks het correcte verloop van de strafprocedure onverlet laat. Bovendien wordt een verdachte of beklaagde die aangehouden wordt in een andere lidstaat, meegedeeld dat hij het recht heeft de bevoegde consulaire instanties op de hoogte te brengen van zijn aanhouding. Maatregel E: Bijzondere waarborgen voor kwetsbare verdachten of beklaagden Korte uitleg: Met het oog op een eerlijk verloop van de strafprocedure moet er speciale aandacht worden besteed aan verdachten of beklaagden die de inhoud of de betekenis van het proces niet kunnen begrijpen of volgen, bijvoorbeeld ten gevolge van leeftijd, of geestelijke of lichamelijke toestand. 14552/1/09 REV 1 gys/yen/sd 9 BIJLAGE BIJ BIJLAGE 1 DG H 2B NL

Maatregel F: Een groenboek over voorlopige hechtenis Korte uitleg: De tijd die een persoon in detentie kan doorbrengen voordat zijn zaak voorkomt en tijdens de strafprocedure, verschilt sterk van lidstaat tot lidstaat. Buitensporig lange perioden van voorlopige hechtenis zijn schadelijk voor het individu, kunnen de justitiële samenwerking tussen lidstaten schaden en sporen niet met de waarden waar de Europese Unie voor staat. In dit verband moeten in een groenboek passende maatregelen worden overwogen. 14552/1/09 REV 1 gys/yen/sd 10 BIJLAGE BIJ BIJLAGE 1 DG H 2B NL

BIJLAGE 2 KADERBESLUIT VAN DE RAAD betreffende het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, en met name op artikel 31, onder c), en artikel 34, lid 2, onder b), Gezien het voorstel van de Commissie, Gezien het advies van het Europees Parlement, Overwegende hetgeen volgt 1 : (1) De Europese Unie stelt zich ten doel een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid te handhaven en ontwikkelen. Volgens de conclusies van de Europese Raad van Tampere van 15 en 16 oktober 1999, en met name punt 33, zou het beginsel van wederzijdse erkenning de hoeksteen van de justitiële samenwerking in burgerlijke en in strafzaken binnen de Europese Unie moeten worden. (2) Op 29 november 2000 heeft de Raad, in overeenstemming met de conclusies van Tampere, een programma van maatregelen goedgekeurd om uitvoering te geven aan het beginsel van wederzijdse erkenning van strafrechtelijke beslissingen 2. In de inleiding van dit programma werd verklaard dat wederzijdse erkenning "de samenwerking tussen de lidstaten en de bescherming van de rechten van het individu [moet] versterken". 1 2 De overwegingen zijn nog niet allemaal besproken; de bespreking wordt voortgezet nadat de Raad een algemene oriëntatie heeft vastgesteld. De volgende overwegingen maken echter deel uit van het pakket dat ter goedkeuring aan de Raad wordt voorgelegd: 8, 10, 11, 12, 19. PB C 12 van 15.1.2001, blz. 10. 14552/1/09 REV 1 gys/yen/sd 11 BIJLAGE 2 DG H 2B NL

(3) De toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning van strafrechtelijke beslissingen veronderstelt wederzijds vertrouwen van de lidstaten in elkaars strafstelsels. De omvang van die wederzijdse erkenning hangt nauw samen met het bestaan en de inhoud van bepaalde parameters, waaronder "regelingen voor de bescherming van de rechten van [...] verdachten" 1 en gemeenschappelijke minimumnormen, die noodzakelijk zijn om de toepassing van het beginsel van wederzijdse erkenning te vergemakkelijken. (4) Wederzijdse erkenning kan alleen effectief functioneren in een geest van vertrouwen, waarbij niet alleen de gerechtelijke autoriteiten, maar alle bij de strafprocedure betrokken actoren beslissingen van de gerechtelijke autoriteiten van de andere lidstaten als gelijkwaardig aan hun eigen beslissingen beschouwen; daarbij gaat het "niet alleen om het vertrouwen dat de regels van de partners adequaat zijn, maar ook om het vertrouwen dat deze regels correct worden toegepast" 2. (5) Hoewel alle lidstaten partij zijn bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), heeft de ervaring geleerd dat dit gegeven op zichzelf niet altijd zorgt voor voldoende vertrouwen in de strafrechtstelsels van andere lidstaten. (6) Artikel 31, lid 1, van het Verdrag betreffende de Europese Unie voorziet in "het waarborgen van de verenigbaarheid van de in de lidstaten geldende voorschriften, voor zover nodig ter verbetering van [de justitiële samenwerking in strafzaken]". Gemeenschappelijke minimumnormen dienen het vertrouwen in de strafrechtstelsels van alle lidstaten te vergroten, wat vervolgens moet leiden tot efficiëntere justitiële samenwerking in een klimaat van wederzijds vertrouwen. (7) Deze gemeenschappelijke normen moeten gelden met betrekking tot het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures. Om het noodzakelijke vertrouwen tussen de lidstaten te vergroten, voorziet dit kaderbesluit in gemeenschappelijke basisnormen in verband met de bijstand door tolken en vertalers in strafprocedures in de Europese Unie, die de neerslag vormen van de tradities van de lidstaten bij de toepassing van de desbetreffende bepalingen van het EVRM. 1 2 PB C 12 van 15.1.2001, blz. 10. COM(2000) 495 van 26.7.2000, blz. 4. 14552/1/09 REV 1 gys/yen/sd 12 BIJLAGE 2 DG H 2B NL

(8) Het recht op tolk- en vertaaldiensten ten behoeve van personen die de proceduretaal niet verstaan, is vastgelegd in artikel 6 van het EVRM, zoals uitgelegd in de vaste rechtspraak van het Europees Hof voor de rechten van de mens. De bepalingen van dit kaderbesluit vergemakkelijken de toepassing van die rechten in de praktijk. Te dien einde strekt het kaderbesluit tot bescherming van het recht van een beklaagde of verdachte op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures, opdat zijn rechten op een eerlijk verloop van de procedure worden gewaarborgd. (9) ( ) (10) De rechten waarin in dit kaderbesluit is voorzien, moeten tevens gelden voor procedures voor de tenuitvoerlegging van een Europees aanhoudingsbevel binnen de bij dit kaderbesluit gestelde grenzen. De lidstaten van tenuitvoerlegging dienen vertolking en vertaling te verstrekken ten behoeve van de gezochte persoon die de proceduretaal niet verstaat of spreekt, en de kosten daarvoor te dragen. (11) De bepalingen van dit kaderbesluit moeten ervoor zorgen dat het recht van de verdachte of beklaagde die de proceduretaal niet spreekt of verstaat, om de tegen hem ingebrachte verdenkingen of beschuldigingen en het verloop van de procedure te begrijpen zodat hij zijn rechten kan uitoefenen, beschermd wordt door de kosteloze verlening van toereikende taalkundige bijstand. De verdachte of beklaagde moet onder meer in staat zijn om zijn raadsman of -vrouw zijn versie van de feiten te geven, te wijzen op verklaringen waar hij het mee oneens is, en zijn raadsman of -vrouw te attenderen op feiten die te zijner verdediging naar voren moeten worden gebracht. Gememoreerd zij in dit verband dat de regels van dit kaderbesluit minimumnormen zijn. De lidstaten kunnen de in dit kaderbesluit vervatte rechten uitbreiden om ook in situaties die niet uitdrukkelijk onder dit kaderbesluit vallen, een hoger beschermingsniveau te bieden. Het beschermingsniveau mag nooit lager zijn dan dat van de normen van het EVRM, zoals uitgelegd in de jurisprudentie van het Europees Hof voor de rechten van de mens. 14552/1/09 REV 1 gys/yen/sd 13 BIJLAGE 2 DG H 2B NL

(12) De lidstaten mogen niet worden verplicht vertolking te verstrekken van communicatie tussen de verdachte of beklaagde en zijn raadsman of -vrouw, wanneer zij doeltreffend in dezelfde taal kunnen communiceren. De lidstaten mogen ook niet worden verplicht vertolking van communicatie te verstrekken wanneer het recht op vertolking duidelijk gebruikt wordt voor andere doeleinden dan de uitoefening van het recht op een eerlijk proces in de betrokken zaak. (13) De constatering dat er geen vertolking of vertaling nodig is, moet kunnen worden getoetst overeenkomstig het nationale recht. Een dergelijke toetsing kan bijvoorbeeld plaatsvinden door middel van een specifieke klachtenprocedure of in het kader van een normale procedure van beroep tegen beslissingen ten principale. (14) Ook moet passende bijstand worden verleend aan verdachten of beklaagden met gehoor- of spraakstoornissen. (15) De zorgplicht ten aanzien van verdachten of beklaagden die mogelijk in een zwakke positie verkeren, met name vanwege lichamelijke handicaps waardoor hun vermogen tot communiceren effectief is aangepast, ligt ten grondslag aan een eerlijke rechtsbedeling. Het parket, de rechtshandhavingsautoriteiten en de gerechtelijke autoriteiten moeten daarom garanderen dat die personen de rechten waarin dit kaderbesluit voorziet, daadwerkelijk kunnen uitoefenen, bijvoorbeeld door aandacht te hebben voor elke mogelijke kwetsbaarheid waardoor zij de procedure niet goed kunnen volgen en zich niet goed verstaanbaar kunnen maken, en door passende maatregelen te nemen om die rechten te beschermen. (16) De waarborging van een eerlijk verloop van de procedure vereist dat essentiële processtukken, of ten minste belangrijke passages daaruit, ten behoeve van de verdachten of beklaagden vertaald moeten worden. Het is aan de autoriteiten van de lidstaten om, overeenkomstig het nationale recht, te bepalen welke processtukken vertaald moeten worden. Sommige stukken moeten altijd worden beschouwd als essentiële documenten die vertaald moeten worden, zoals het aanhoudingsbesluit, de tenlastelegging en eventueel vonnissen. 14552/1/09 REV 1 gys/yen/sd 14 BIJLAGE 2 DG H 2B NL

(17) Afwijkingen van het recht op schriftelijke vertaling van processtukken, moeten dat ondubbelzinnig zijn gesteld en met minimumwaarborgen omgeven zijn, en mogen niet indruisen tegen zwaarwegend openbaar belang. (18) Dit kaderbesluit eerbiedigt de grondrechten en neemt de in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie erkende beginselen in acht. Dit kaderbesluit beoogt met name het recht op vrijheid, het recht op een eerlijk proces en de rechten van de verdediging te beschermen. (19) De lidstaten dienen erop toe te zien dat de bepalingen van de artikelen 2 tot en met 5 van dit kaderbesluit, voor zover zij met door het EVRM gewaarborgde rechten overeenkomen, worden toegepast conform de bepalingen van het EVRM, zoals die zijn uitgewerkt in de desbetreffende jurisprudentie van het Europees Hof voor de rechten van de mens. (20) Daar de doelstelling om gemeenschappelijke minimumnormen tot stand te brengen niet op afdoende wijze kan worden verwezenlijkt door een eenzijdig optreden van de lidstaten en enkel op het niveau van de Unie kan worden verwezenlijkt, kan de Raad overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap neergelegde subsidiariteitsbeginsel, waarnaar in artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie wordt verwezen, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in eerstgenoemd artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat dit kaderbesluit niet verder dan wat nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken, HEEFT HET VOLGENDE KADERBESLUIT VASTGESTELD: 14552/1/09 REV 1 gys/yen/sd 15 BIJLAGE 2 DG H 2B NL

Artikel 1 Werkingssfeer 1. Dit kaderbesluit legt voorschriften vast met betrekking tot het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures en procedures voor de tenuitvoerlegging van een Europees aanhoudingsbevel. 2. Deze rechten gelden voor eenieder, vanaf het ogenblik waarop de bevoegde autoriteiten van een lidstaat hem ervan in kennis stellen dat hij ervan wordt verdacht of beschuldigd een strafbaar feit te hebben gepleegd tot de beëindiging van de procedure, dat wil zeggen, tot uiteindelijke vaststelling dat de verdachte of beklaagde al dan niet het strafbare feit heeft gepleegd. 3. Dit kaderbesluit is niet van toepassing op procedures die kunnen leiden tot het opleggen van straffen door andere autoriteiten dan strafrechtbanken, voor zover die procedures niet aanhangig zijn bij een gerecht met bevoegdheid in strafzaken. Artikel 2 Recht op vertolking 1. De lidstaten zorgen ervoor dat een verdachte of beschuldigde die de taal van de strafprocedure niet verstaat of spreekt, door een tolk in zijn moedertaal of een andere taal die hij begrijpt, wordt bijgestaan, om zijn rechten op een eerlijke procedure te waarborgen. Het recht op bijstand door een tolk, mede bij de communicatie tussen de verdachte of beklaagde en zijn raadsman of -vrouw, geldt tijdens de strafprocedure voor onderzoeks- en gerechtelijke autoriteiten, onder meer tijdens politieverhoren, tijdens alle zittingen van het gerecht en tijdens alle noodzakelijke tussenzittingen, en kan ook in andere situaties gelden. Deze bepaling laat nationale rechtsregels betreffende de aanwezigheid van een raadsman of -vrouw tijdens eender welke fase van de strafprocedure onverlet. 14552/1/09 REV 1 gys/yen/sd 16 BIJLAGE 2 DG H 2B NL

2. De lidstaten zorgen ervoor dat personen met een gehoorstoornis worden bijgestaan door een tolk, indien zulks passend is voor die persoon. 3. De lidstaten zorgen ervoor dat op passende wijze, mede door raadpleging van de verdachte of beklaagde, wordt nagegaan of hij de taal van de strafprocedure verstaat en spreekt en of hij de bijstand van een tolk nodig heeft. 4. De lidstaten zorgen ervoor dat in een bepaalde fase van de procedure, overeenkomstig het nationale recht, een vaststelling dat er geen vertolking nodig is, kan worden herzien. Een dergelijke herziening brengt voor de lidstaten niet de verplichting met zich mee te voorzien in een afzonderlijke regeling waarbij de enige grond voor herziening de betwisting van een dergelijke vaststelling is. 5. In een procedure voor de tenuitvoerlegging van een Europees aanhoudingsbevel zorgt de lidstaat van tenuitvoerlegging ervoor dat door zijn bevoegde autoriteiten aan eenieder tegen wie die procedure wordt gevoerd en die de proceduretaal niet verstaat of spreekt, tijdens die procedure de bijstand van een tolk wordt verleend overeenkomstig dit artikel. Artikel 3 Recht op vertaling van essentiële processtukken 1. De lidstaten zorgen ervoor dat een verdachte of beschuldigde die de taal van de procedure niet verstaat of spreekt, een vertaling, in zijn moedertaal of een andere taal die hij begrijpt, ontvangt van alle processtukken die essentieel zijn voor de waarborging van zijn rechten op een eerlijk verloop van de procedure, of ten minste van de belangrijke passages uit die stukken, mits die persoon recht op toegang tot de betrokken processtukken heeft krachtens het nationale recht. 14552/1/09 REV 1 gys/yen/sd 17 BIJLAGE 2 DG H 2B NL

2. De bevoegde autoriteiten bepalen wat de uit hoofde van lid 1 te vertalen essentiële processtukken zijn. De essentiële processtukken die in hun geheel of waarvan de belangrijke passages vertaald moeten worden, omvatten ten minste aanhoudingsbevelen of gelijkwaardige besluiten tot vrijheidsbevorming, de tenlastelegging en eventuele vonnissen. 3. De verdachte of beschuldigde of zijn raadsman kan een met redenen omkleed verzoek indienen tot vertaling van andere stukken die noodzakelijk zijn voor de daadwerkelijke uitoefening van het recht van verdediging. 4. De lidstaten zorgen ervoor dat in een bepaalde fase van de procedure, overeenkomstig het nationale recht, de mogelijkheid tot herziening bestaat indien niet wordt voorzien in de vertaling van een processtuk als bedoeld in de leden 2 en 3. Een dergelijke herziening brengt voor de lidstaten niet de verplichting met zich mee te voorzien in een afzonderlijke regeling waarbij de enige grond voor herziening de betwisting van een ontbreken van een vertaling is. 5. In een procedure voor de tenuitvoerlegging van een Europees aanhoudingsbevel zorgt de lidstaat van tenuitvoerlegging ervoor dat zijn bevoegde autoriteiten aan eenieder tegen wie die procedure wordt gevoerd en die de taal niet verstaat waarin het Europees aanhoudingsbevel is gesteld of waarin het door de uitvaardigende lidstaat is vertaald, een vertaling van dat stuk verstrekken. 6. Mits dat het eerlijke verloop van de procedure onverlet laat, kan, in voorkomend geval, in plaats van een schriftelijke vertaling een mondelinge vertaling of een mondelinge samenvatting van de in dit artikel bedoelde processtukken worden verstrekt. 7. Een persoon die uit hoofde van dit artikel een recht op vertaling van processtukken heeft, kan te allen tijde afzien van dat recht. 14552/1/09 REV 1 gys/yen/sd 18 BIJLAGE 2 DG H 2B NL

Artikel 4 Kosten van de tolk- en vertaaldiensten De lidstaten nemen de kosten van de tolk- en vertaaldiensten die uit de toepassing van de artikelen 2 en 3 voortvloeien, voor hun rekening, ongeacht de uitkomst van de procedure. Artikel 5 Kwaliteit van de tolk- en vertaaldiensten De lidstaten nemen concrete maatregelen om ervoor te zorgen dat de verstrekte tolk- en vertaaldiensten van adequate kwaliteit zijn, zodat de verdachte of beklaagde alsmede de persoon tegen wie een Europees aanhoudingsbevel ten uitvoer wordt gelegd, zijn rechten onverkort kan uitoefenen. Artikel 6 Non-regressieclausule Geen enkele bepaling in dit kaderbesluit mag worden opgevat als een beperking of afwijking van de rechten en procedurele waarborgen die voortvloeien uit het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, uit andere relevante bepalingen van het internationale recht of uit de wetten van de lidstaten die een hoger beschermingsniveau bieden. 14552/1/09 REV 1 gys/yen/sd 19 BIJLAGE 2 DG H 2B NL

Artikel 7 Uitvoering De lidstaten nemen de nodige maatregelen om uiterlijk op 1 aan dit kaderbesluit te voldoen. De lidstaten delen de Raad en de Commissie uiterlijk op dezelfde datum de tekst mee van de voorschriften waarmee zij hun verplichtingen uit hoofde van dit kaderbesluit in nationaal recht omzetten. Artikel 8 Verslag De Commissie dient uiterlijk op 2 een verslag in bij het Europees Parlement en de Raad, waarin wordt beoordeeld in hoeverre de lidstaten de nodige maatregelen hebben genomen om aan dit kaderbesluit te voldoen, indien nodig vergezeld van wetgevingsvoorstellen. Artikel 9 Inwerkingtreding Dit kaderbesluit treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van zijn bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Gedaan te Brussel, op [.] Voor de Raad De Voorzitter 1 2 30 maanden na de bekendmaking van dit kaderbesluit in het Publicatieblad. 42 maanden na de bekendmaking van dit kaderbesluit in het Publicatieblad. 14552/1/09 REV 1 gys/yen/sd 20 BIJLAGE 2 DG H 2B NL

BIJLAGE 3 Ontwerp- Resolutie van de Raad en van de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, ter bevordering van de toepassing door de lidstaten van het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE EN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN, IN HET KADER VAN DE RAAD BIJEEN, Overwegende hetgeen volgt: In Kaderbesluit 2009/XXX/JBZ betreffende het recht op vertolking en vertaling in strafrechtprocedures worden bepaalde eisen gesteld met betrekking tot het recht van personen om door een tolk te worden bijgestaan en van essentiële processtukken vertalingen te ontvangen, indien zij worden verdacht of beschuldigd van het plegen van een strafbaar feit of tegen een procedure voor de tenuitvoerlegging van een Europees aanhoudingsbevel wordt gevoerd en zij de taal van de procedure niet verstaan of spreken,. Met volledige inachtneming van de nationale begrotingsprocedures, zouden aan de lidstaten richtsnoeren ter bevordering van de daadwerkelijke toepassing van deze rechten moeten worden verstrekt, HEBBEN DE VOLGENDE RESOLUTIE AANGENOMEN: 14552/1/09 REV 1 gys/yen/sd 21 BIJLAGE 3 DG H 2B NL

Werkingssfeer en doelstellingen (1) Deze resolutie strekt ertoe de in Kaderbesluit 2009/XXX/JBZ vervatte rechten betreffende het recht op tolk- en vertaaldiensten in strafprocedures te bevorderen. (2) In het verlengde van de beginselen die zijn neergelegd in het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, wordt de lidstaten verzocht bij de uitvoering van Kaderbesluit 2009/XXX/JBZ actief te bevorderen dat onderstaande maatregelen worden genomen. (3) De genomen maatregelen zouden ertoe moeten strekken in de lidstaten een geschikte en effectieve tolk- en vertaalpraktijk in strafprocedures te ontwikkelen. De onderstaande maatregelen gelden ook voor tolk- en vertaaldiensten die in procedures voor de tenuitvoerlegging van een Europees aanhoudingsbevel door de lidstaat van tenuitvoerlegging worden verricht. Maatregelen Vertegenwoordiging van beroepsbeoefenaars (4) Vertegenwoordigers van de beroepsgroep van tolken en vertalers moeten worden uitgenodigd om in voorkomend geval betrokken te worden bij de praktische uitvoering van onderstaande maatregelen en bij de verwezenlijking van de doelstellingen van deze resolutie. Kwalificatie (5) De lidstaten moeten streven naar een hoog kwalificatieniveau voor tolken en vertalers die in strafprocedures worden ingezet, teneinde een adequate norm voor vertolking en vertaling te kunnen hanteren en zodoende een eerlijk verloop van de procedure te waarborgen. Behalve over algemene taalvaardigheden dienen die vertalers en tolken over specialistische kennis van juridische terminologie te beschikken. (6) Tolken en vertalers moeten worden aangemoedigd om hun beroepsvaardigheden te ontwikkelen via voortdurende bijscholing en beroepsontwikkeling. 14552/1/09 REV 1 gys/yen/sd 22 BIJLAGE 3 DG H 2B NL

(7) De kwalificatie van tolken en vertalers die in strafprocedures worden ingezet, zou moeten worden getoetst door middel van een formele graad of een gelijkwaardige proeve van beheersing van de betrokken taal, bijvoorbeeld door accreditatie of certificering. (8) De lidstaten moeten streven naar een hoog kwalificatieniveau voor tolken die verdachten of beklaagden met een gehoorstoornis bijstaan. (9) Er moet worden getoetst of de tolken en vertalers die bij strafprocedures worden ingezet, integere personen zijn. Opleiding (10) Onverminderd de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht of verschillen in rechterlijke organisatie in de Europese Unie, zouden de lidstaten degenen die verantwoordelijk zijn voor de opleiding van rechters, officieren van justitie en justitiële personeelsleden die betrokken zijn bij strafprocedures, moeten aansporen om bijzondere aandacht te besteden aan de bijzondere kenmerken van communicatie met behulp van een tolk, teneinde voor doelmatige en effectieve communicatie te zorgen. Registratie (11) De lidstaten moeten ervoor zorgen dat er een of meer nationale registers bestaan van gekwalificeerde tolken en vertalers op wie bij strafprocedures een beroep kan worden gedaan. (12) Het (de) register(s) moet(en) worden bijgehouden en zodoende onder meer de status van de kwalificaties van de tolken of vertalers vermelden, onverminderd de toepassing van de voorschriften betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens. (13) De lidstaten wordt verzocht hun nationale registers toegankelijk te maken voor de bevoegde autoriteiten van andere lidstaten. 14552/1/09 REV 1 gys/yen/sd 23 BIJLAGE 3 DG H 2B NL

(14) In dat verband kan bijzondere aandacht worden besteed aan de beoogde bevordering van de onderlinge koppeling van databanken voor gerechtsvertalers en -tolken, zoals gepland in het Actieplan Europese e-justitie van 27 november 2008. Aanwerving van geregistreerde tolken en vertalers (15) De lidstaten moeten er zoveel mogelijk voor zorgen dat alleen geregistreerde tolken en vertalers in strafprocedures worden ingezet. Van de diensten van een niet-geregistreerde tolk of vertaler mag alleen gebruik worden gemaakt indien het redelijkerwijs onmogelijk is een geregistreerde tolk of vertaler in te zetten. In dergelijke gevallen zouden de bevoegde autoriteiten bijzondere aandacht moeten besteden aan de kwaliteit van de vertolking of vertaling. Toegang tot vertolking op afstand (16) In situaties waarin zulks gepast is, zou vertolking op afstand kunnen worden verstrekt, door bijvoorbeeld gebruik te maken van telefonische audioconferenties of van videoconferenties. Gedragscodes en richtsnoeren inzake beste praktijken (17) De aanneming van gedragscodes en richtsnoeren inzake beste praktijken voor tolken en vertalers moeten worden gestimuleerd. Die zouden voorschriften over onder meer beroepsintegriteit en beroepsgeheim moeten bevatten. (18) Om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de in strafprocedures door tolken en vertalers verrichte diensten blijft verbeteren, moeten de lidstaten regelmatig informatie over de ervaringen en praktijken op dit gebied uitwisselen. De Commissie wordt verzocht regelmatig overleg tussen de lidstaten en vertegenwoordigers van de beroepsorganisaties voor tolken en vertalers te beleggen, teneinde de hierboven geschetste uitwisseling van ervaringen te bevorderen. 14552/1/09 REV 1 gys/yen/sd 24 BIJLAGE 3 DG H 2B NL