Themadag Leven wij in de eindtijd? 2. Van wie is het land?

Vergelijkbare documenten
Gods verbond met Abraham

Hoe oud was Ismaël toen Izak werd geboren? Ismaël was ongeveer 14 jaar toen Izak werd geboren. toen Hagar Ismaël bij Abram baarde. Ismaël.

Waar ging Mozes heen en wat was het verzoek?

Ga uit uw land, uit uw familie naar het land dat Ik u wijzen zal. Ik zal u tot een groot volk maken; en u zult tot een zegen zijn. Ik zal zegenen wie

Verenigd en verdeeld Israël

Het heilsplan van God

Het verbond van God met Abram.

Gods verbond met Israël

Vier beloften van de God van Jakob

VAJERA (En Ik verscheen) Sjemot 6:2-9:35

Welke opdracht gaf God aan Jozua?

Praktische opdracht Geschiedenis Het Midden-Oost conflict

Verbonden met Israël!? Verbonden met Israël!?

De brief aan de Hebreeën. Ingaan in Zijn rust

Waar was Mozes mee bezig, welke berg naderde hij en tot welk inzicht kwam Mozes?

Welke ervaring overkwam Abraham & Sara als Izak & Rebekka?

- 1 - Abraham: zijn roeping

Wie worden als getuigen genoemd om aan te tonen hoe triest het volk Juda bezig is?

Opstand, ballingschap en verstrooiing van Israël en Juda deel 2

- 1 - Abraham: zijn roeping. 30 Sarai nu was onvruchtbaar; zij had geen kinderen.

FEITEN EN STELLINGEN OVER HET LAND ISRAËL

Filippenzen 3: 20 NBG 20 Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten, Efeziërs

In welk Bijbelverhaal lezen wij over de geboorte van Izak? Waar kunnen wij in de Bijbel vinden dat Sara onvruchtbaar was?

Ontmoeting met God. Abram/Abraham

3. Jezus is een Jood Romeinen 15:7-13, Mattheüs 5: De verwachting van de Messias in het Oude Testament...

Welke wens had Jakob?

Gods Verbonden: Deel 5: Palestijnse of Moabitische verbond

LES 4 Ruziënde Broers

Wat was de reden dat het volk van God begon te klagen en wat riepen de mensen uit?

INHOUD - 1. Wat voor boek is de Bijbel? Hoe kun je de Bijbel lezen? Tips bij het gebruik van de Bijbel in Gewone Taal 17

De mens faalt (steeds weer)! Adam, Israël, Simson, Elia, David,

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

Hoe oud was David toen hij koning werd en hoe lang heeft David leiding mogen geven?

Geschreven door Administrator dinsdag, 01 september :41 - Laatst aangepast zondag, 12 september :20

Waar genade zijn juiste plaats krijgt daar zal genezing gaan stromen.

Een weg door de geestelijke stromingen vragenlijst voor het jodendom. Naam:

Hebreeën 11:1 Het geloof is een vaste grond van de dingen die men hoopt, en een bewijs van de zaken die men niet ziet.

Welk visioen ging in vervulling?

land, verlaat je familie, verlaat ook je naaste verwanten, en ga naar het land dat ik je zal wijzen.

Wat zag Mozes voor zijn ogen gebeuren? en hun dwangarbeid aanzag, en naar zijn broeders vertrok. Exodus 2:11, eerste deel

Les 10 voor 2 september 2017

1 Joh. 5 : 1 en 10 1Ieder die gelooft dat Jezus de christus is, is uit God geboren, en ieder die de Vader liefheeft, heeft ook lief wie uit hem

Genade. en onvolmaakt geloof

Waarom ging Abram naar Egypte en welk klein geloof toonde hij?

De profetische aspecten uit het boek Jozua. Wanneer speelt de geschiedenis, die beschreven wordt, in het boek Jozua zich af?

Hoeveel koningen besloten om Gibeon aan te vallen en wat was de reden hiervoor?

Abraham & Sara Gods beloften. God roept Abraham om te gaan naar een land dat hij niet kent, en belooft hem een groot nageslacht.

Wat we al weten. De Droom van Jakob

Gods verbondsbeloften aan Abraham deel 1

Israël-avond Lezing door: Jeep van der Schoot

Abraham en het verbond

Wie belegerde de stad Jabes en wat stelden de inwoners van Jabes aan de aanvallers voor?

LEVEN MET LEF Bijbelstudie 4: Het leven van Hagar: God ziet naar mij om. Bijbelstudie: Leven met Lef. Bijbelstudie 4 Leven met lef

duisternis moet wijken voor het licht: God is groter dan uw nood of probleem

Welke vraag werd er gesteld en welk antwoord gaf Jesaja?

Jezus, de Leidsman van ons geloof

Wie gaf het bevel om Kanaän te verkennen en hoeveel mensen moesten dat gaan doen en wat viel bij de samenstelling op?

Waarom kwamen de stammen naar Sichem?

Na welk voorval en van wie kreeg Jozua bevel om de Jordaan over te steken?

dag 1 dag 2 dag 4 dag 3 thema thema symbool symbool persoon persoon lezen lezen dagtekst dagtekst thema thema symbool symbool persoon persoon lezen

Gods heerlijkheid buiten de legerplaats

Waarom is het laatste hoofdstuk van het boek van Amos zo belangrijk voor de eindtijd?

God, laat ons uw liefde zien en maak ons gelukkig.

Hoe reageerden de inwoners van Gibeon op de overwinning van Israël dankzij de Hulp van God?

11 Zo moet het ook voor u vaststaan, dat gij wel dood zijt voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus.

Wat was er aan de hand met Sarai, de echtgenote van Abram?

Hoe zagen de omringende volken David, en waar was de tabernakel op dat moment?

Welk volk bond de strijd aan met Israël en wat was het resultaat na de strijd?

Door welke gebeurtenis waren de vijanden van Israël bang geworden voor Gods volk?

Land voor de Arabieren

Voor Israël en voor de palestijnen!

GODS BELOFTE AAN ABRAHAM

Welke instelling heeft God bepaald en waarom mag er niet gegeten worden wat gezuurd is?

GODS BELOFTE AAN ABRAHAM

Hoe oud was Josia toen zijn vader koning Amon overleed en hoe was zijn verhouding met God?

ALTERNATIEVEN 4. OBSTAKELS OP WEG NAAR VREDE 5. HOUDING VAN VS EN EUROPA 6. CONCLUSIE

Jezus, de Leidsman van ons geloof

Israel. a) profetie en Israel: wat zegt de bijbel? b) Israel: zegen of vloek c) Jezus komt: tekenen van de tijd

Christus Hoop van Israël en de volken

20 januari 2019 Rotterdam

Welk Bijbelboek gaat over dit hoofdstuk? Waarheen trok Abraham en zijn gevolg?

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

Welk danklied wordt beschreven in Jesaja 12?

Welke les moesten de Egyptenaren leren?

Bijbel voor Kinderen presenteert JAKOB DE BEDRIEGER

God houdt zijn belofte Genesis 21:1-6. De berg op Genesis 22:1-8. God heeft me heel gelukkig gemaakt! Ze noemden hun zoon Izak. Dat betekent: lachen.

Protestants Kralingen. De reis van je leven. Protestantse Gemeente Kralingen Hoflaankerk, 12 juli de zondag van de zomer

Is het Bijbels om bang voor mensen te zijn?

Gezongen vespers 11 maart Thema: Loven en Bidden

een profeet! Waar in de Bijbel wordt Abraham genoemd als profeet?

Was het verstandig om tijdens de belegering van Jeruzalem een akker te kopen en wie gaf aan Jeremia opdracht om een akker te kopen?

Jozua en het beloofde land

Welkom in de Menorah. Naam v/d zondag: 3 e zondag van de zomer Kleur v/d zondag : Groen

Mozes, openbaart De Engel des Heren (Jezus?) openbaarde zich (2) Ongerechtigheid..(7,9). onbekwaam geen spraakvaardigheid Kende God dan Mozes niet?

10 redenen voor de komst van de Heere Jezus

Wie is de Heilige Geest?

EEN PRINS WORDT EEN HERDER

Formulier om de christelijke doop te bedienen aan de kinderen van de gelovigen (1)

Stand van zaken mbt het erfdeel

Welke voorbereidingen trof Jozua; wat valt daarbij op en is het goed om alles grondig uit te zoeken?

Transcriptie:

Themadag Leven wij in de eindtijd? 2. Van wie is het land? Welk land? Velen kennen het als Israël, sommigen noemen het Palestina. Israël is genoemd naar de aartsvader van het volk dat er nu woont, Jakob, wiens naam door God veranderd werd in Israël. En Palestina is een naam die afgeleid is van Filistea. De Filistijnen waren een volk in een deel van de kuststrook dat nu bekend is als de Gazastreek. Toen de Romeinen de Joden volledig verdreven hadden, hebben zij de naam van de door hen verwoeste stad Jeruzalem veranderd in Aelia Capitolina, en het land in een provincie Syrië-Palestina ondergebracht. Die naam Palestina is blijven hangen, want de Romeinen wilden volledig af van de Joden en alle problemen die ze veroorzaakten. Ooit was het land overigens bekend als Kanaän, naar de toenmalige bevolking de Kanaänieten. De vraag blijft, van wie dat land is. Nu kun je op die vraag twee soorten antwoorden geven: een antwoord vanuit de politiek, en een antwoord vanuit de Bijbel. En ik wil me eerst op dat laatste concentreren. Een Bijbels antwoord Abraham, die door alle volken in die omgeving als aartsvader gezien wordt, kreeg van God de opdracht te vertrekken uit de stad Ur, in het huidige Irak, en zich te vestigen in het land dat God hem wijzen zou: Gaat u uit uw land, uit uw familiekring en uit het huis van uw vader, naar het land dat Ik u wijzen zal. Ik zal u tot een groot volk maken, u zegenen en uw naam groot maken; en u zult tot een zegen zijn (Gen 12:1,2). Hij kwam uiteindelijk aan in het land Kanaän, in een gebied dat wij tegenwoordig de westelijke Jordaanoever of de Westbank noemen. Daar ontving hij een aantal beloften, waaronder die van land: Sla toch uw ogen op en kijk vanaf de plaats waar u bent, naar het noorden, het zuiden, het oosten en het westen. Want al het land dat u ziet, zal Ik voor eeuwig aan u en uw nageslacht geven. En Ik zal uw nageslacht maken als het stof van de aarde Sta op, ga het land door in zijn lengte en in zijn breedte, want Ik zal het u geven (Gen 13:14-17). Abraham stond op dat moment tussen Betel en Ai, ten noordoosten van Jeruzalem. Het probleem was echter dat zowel Abraham als zijn vrouw Sara vrij oud waren, en geen kinderen hadden. Op voorstel van zijn vrouw kreeg Abraham een zoon bij een slavin, Hagar, en gaf dat kind de naam Ismaël. Een aanzienlijk deel van de Arabische volken stamt van Ismaël af, waarmee Gods belofte vervuld werd dat afstammelingen van Ismaël ontelbaar zouden zijn. Arabische volken zien zichzelf als de ware nakomeling van Abraham, omdat Ismaël zijn eerstgeborene was. In de Bijbel lezen we echter dat God Zijn belofte van een zoon specificeerde: Hij zei: U moet uw vrouw Sarai niet meer Sarai noemen, maar haar naam zal Sara zijn. Want Ik zal haar zegenen, en u ook uit háár een zoon geven; ja, Ik zal haar zo zegenen dat zij tot volken zal worden; er zullen koningen van volken uit haar voortkomen... Uw vrouw Sara zal u een zoon baren en u moet hem de naam Izak geven. Ik zal Mijn verbond met hem maken, tot een eeuwig verbond voor zijn nageslacht na hem. Wat Ismaël betreft, heb Ik u verhoord. Zie, Ik heb hem gezegend en zal hem vruchtbaar maken en hem uitermate talrijk maken (Gen 17:15-20). 1

De beloften werden herhaald. Abraham had twee zonen, Ismaël en Izak. Tegen Izak zei God: Aan u en uw nageslacht zal Ik al deze landen geven (Gen 26:3). Izak kreeg ook twee zonen: Ezau de oudste en Jakob de jongste. De nakomelingen van Ezau werden ook weer Arabische volken. En ook aan Jakob werd de belofte herhaald dat zijn nageslacht in dat land zou wonen: Ik ben de Heere, de God van uw vader Abraham en de God van Izak; dit land waarop u ligt te slapen, zal Ik u en uw nageslacht geven (Gen 28:13). Het land werd dus weer aan Jakob beloofd. De nakomelingen van Jakob, of Israël, vormen het volk Israël, waarvan Juda, waar de naam Joden van afgeleid is, maar één van de 12 stammen is. Als wij echter over Joden spreken, worden meestal mensen uit alle twaalf stammen bedoeld. Abraham, Izak en Jakob hebben dus deze beloften van God gekregen. Maar zijn ze eigenlijk wel vervuld? Sommige beloften zijn zeker vervuld, zoals een groot nageslacht door zowel Ismaël als Izak. Van Abraham wordt soms gedacht dat hij altijd nomade is geweest, maar hij kwam oorspronkelijk uit de stad. Hij is, omdat God dat vroeg, nomade geworden, met zijn kudde, in een land dat hij nooit in bezit heeft gehad. Hij zegt, bij de begrafenis van zijn vrouw: Ik ben slechts een vreemdeling en bijwoner bij u (Gen 23:4). Zo kon Stefanus later zeggen: Maar Hij [God] gaf hem [Abraham] daarin geen erfdeel, zelfs geen voetstap; en Hij beloofde hem, toen hij nog geen kind had, dat Hij dat land aan hem en na hem aan zijn nageslacht in bezit geven zou (Hand 7:5). En de schrijver van de brief aan de Hebreeën schreef: Door het geloof is hij een inwoner geweest in het land van de belofte als in een vreemd land en heeft hij in tenten gewoond, met Izak en Jakob, die mede-erfgenamen waren van dezelfde belofte (Heb 11:9). Je zou dus kunnen redeneren dat de beloften gelden voor de toekomst, en nu nog niet. Zijn kleinzoon Jozef, met zijn hele gezin, trekt naar Egypte om daar een aantal generaties te blijven. En uiteindelijk krijgt Mozes opdracht om het volk uit Egypte te leiden. God zegt tot Mozes: Ik ben aan Abraham, Izak en Jakob verschenen als God de Almachtige Ook heb Ik Mijn verbond met hen gesloten om hun het land Kanaän te geven, het land van hun vreemdelingschap, waarin zij als vreemdeling verbleven. Zeg daarom tegen de Israëlieten: Ik ben de HEERE. Ik zal u uitleiden van onder de dwangarbeid van de Egyptenaren. Ik zal u redden uit hun slavernij en u verlossen door een uitgestrekte arm en door zware strafgerichten. Ik zal u tot Mijn volk aannemen en Ik zal u tot een God zijn. Dan zult u weten dat Ik de HEERE, uw God, ben, Die u uitleidt van onder de dwangarbeid van de Egyptenaren. Ik zal u brengen in het land waarvoor Ik Mijn hand opgeheven heb, dat Ik het aan Abraham, Izak en Jakob geven zou. Ik zal het u in erfelijk bezit geven, Ik, de HEERE (Ex 6:5-7). God gaat hen dus nu in dat land brengen, al weten we dat het veertig jaar duurde voordat zij daar werkelijk waren. Er wordt hen echter een belangrijke principe geleerd: het land is van God, en Hij beslist wie er in woont: Verder mag het land niet voor altijd verkocht worden, want het land behoort Mij toe. U bent immers vreemdelingen en bijwoners bij Mij (Lev 25:23). De uitdrukking vreemdeling en bijwoners zagen we ook bij hun aartsvader Abraham. Ook nu mag Israël in dat land wonen, maar het land is van God. Vreemdelingen en bijwoners in het land van hun aartsvaders. Tegelijkertijd lezen we: Wanneer u komt in het land Kanaän, dat Ik u tot bezit geef (Lev 14:34); Ik ben de HEERE, uw God, Die u uit het land Egypte geleid heeft om u het land Kanaän te geven om u tot een God te zijn (Lev 25:38). Het lijkt in tegenspraak: ze zijn vreemdelingen en bijwoners, en tegelijk bezitten ze het land. 2

Het principe is helder. Het is Gods land, en zij mogen het bewonen, ze krijgen het in beheer, en mogen het als bezit beschouwen. Maar, als ze niet trouw zijn zal God hen weer uit dat land verwijderen. En zo zien we hoe God het volk Israël uitkiest om in Zijn land te wonen. Vooruitkijkend naar de verovering van dat land zegt Mozes: Wanneer de HEERE, uw God, hen van voor uw ogen verjaagd heeft, zeg dan niet in uw hart: Vanwege míjn gerechtigheid heeft de Heere mij in dit land gebracht om het in bezit te nemen. Want het is vanwege de goddeloosheid van deze volken dat de HEERE hen van voor uw ogen uit hun bezit verdrijft. Niet vanwege uw gerechtigheid of vanwege de oprechtheid van uw hart komt u hun land in om het in bezit te nemen, maar vanwege de goddeloosheid van deze volken verdrijft de HEERE, uw God, hen van voor uw ogen uit hun bezit, en om het woord gestand te doen dat de Heere, uw God, uw vaderen, Abraham, Izak en Jakob, gezworen heeft. Daarom moet u weten dat het niet vanwege uw gerechtigheid is dat de HEERE, uw God, u dit goede land geeft om het in bezit te nemen, want u bent een halsstarrig volk (Deut 9:4-6). Israël kon daarom de laatste afstammelingen van Cham in dat gebied verdrijven, waardoor het gebied Semitisch werd. Ook de naburige volken waren, als afstammelingen van Abraham, Semitisch. God heeft hen verkozen, door Zijn belofte: De HEERE, uw God, heeft ú uitgekozen uit alle volken op de aardbodem om voor Hem tot een volk te zijn dat Zijn persoonlijk eigendom is. Niet omdat u groter was dan al de andere volken heeft de HEERE liefde voor u opgevat en u uitgekozen, want u was het kleinste van al de volken. Maar vanwege de liefde van de HEERE voor u, en om de eed die Hij uw vaderen gezworen had, in acht te houden, heeft de HEERE u met sterke hand uitgeleid en heeft Hij u verlost uit het slavenhuis, uit de hand van de farao, de koning van Egypte (Deut 7:6-8). En de voornaamste reden is dus Gods eed aan hun voorouders, en die eed blijft van kracht. Maar daarmee is blijvend bezit niet gegarandeerd. Een aantal keer zien we in de wet de waarschuwing zodat het land u niet zal uitspuwen. Als ze niet naar Gods maatstaven leven zal, in de beeldtaal van de Schrift, het land hen uitspuwen. Dit zijn ook de waarschuwingen van Mozes, aan het eind van zijn leven, voor wat er gebeuren zal als zij God niet trouw blijven: De HEERE zal u verspreiden onder al de volken, van het ene einde van de aarde tot aan het andere einde van de aarde Daarbij zult u onder die volken niet tot rust komen en uw voetzool zal geen rustplaats hebben, want de HEERE zal u daar een bevend hart, kwijnende ogen en een treurende ziel geven (Deut 28:64,65). Mozes spreekt hen ernstige toe, kort voor ze dat beloofde land intrekken. Wat ze vooral niet moeten doen is de gebruiken van de huidige inwoners van dat land overnemen. Ze moeten naar God blijven luisteren. Zo niet, dan is de uiteindelijke uitkomst dat God ze verstrooien zal, en daarmee uit het land zal verwijderen. Uiteindelijk is dat ook onder de Romeinen gebeurd, waardoor het land bekend werd als Palestina. Toch blijft Gods eed van kracht, zoals ook de schrijvers in het Nieuwe Testament ons laten weten. En daarom is er ook steeds de belofte dat God hen terug zal brengen naar hun eigen land: Want zie, er komen dagen, spreekt de HEERE, dat Ik een omkeer zal brengen in de gevangenschap van Mijn volk, Israël en Juda, zegt de HEERE, en Ik hen zal terugbrengen naar het land dat Ik hun vaderen gegeven heb, en zij zullen het in bezit nemen (Jer 30:3); Zeg daarom tegen het huis van Israël: Zo zegt de Heere HEERE: Ik doe het niet om u, huis van Israël, maar om Mijn heilige Naam, die u ontheiligd hebt onder de heidenvolken waarheen u gegaan bent Ik zal u uit de heidenvolken halen en u uit alle landen bijeenbrengen. Dan zal Ik u naar uw land brengen (Ezech 36:22-24). 3

En na 2000 jaar rondzwerven, waarbij de Joden door wat hen overkwam de betrouwbaarheid van Gods woord hebben aangetoond, zijn er inderdaad een flink aantal in Israël gaan wonen, en is in 1948 de staat Israël opgericht. Maar daarvan weten we ook dat God bepaald heeft dat dit het middelpunt van de wereldbelangstelling zou blijven, en steeds opnieuw het nieuws zou halen waar andere probleemgebieden snel weer wegzakken in de publieke belangstelling. God heeft gezegd er een, voor mensen onoplosbaar, probleem van te maken. En dat zien we ook. Maar op zich is dat niet nieuw: 3000 jaar geleden werd al gezegd: Kom, zeiden zij, laten wij hen uitroeien, zodat zij geen volk meer zijn en aan de naam van Israël niet meer gedacht wordt (Ps 83:5). Dat is geen profetie van de Psalmist, dat was in die tijd zo, 3000 jaar geleden, en dat zien we nog steeds. Een politiek antwoord Tot zover een Bijbels antwoord op onze vraag van wie het land is. Maar laten we nu naar de politiek kijken. Een kleine strook land, ingeklemd tussen de zee en de woestijn aan de oostkust van de Middellandse Zee, is wellicht het meest betwiste stukje grond op aarde. In de jaren na de Romeinen is het onderdeel geweest van zeven grote rijken en dan tel ik alle tijdelijke machtswisselingen, zoals onder de kruisvaarders, niet mee. Het laatste hiervan was het Ottomaanse rijk, Turkije, een rijk dat het land 500 jaar heeft geregeerd. Tot 150 jaar geleden was het een vrij verlaten gebied. Het noorden was veelal moeras, met ziekten als malaria. Dit kwam mede door ontbossing van het Hermon gebergte. In het zuiden rukte de woestijn steeds verder op. Geiten vraten de vegetatie weg, waardoor het land steeds minder aantrekkelijk werd. Een citaat van een professor in Semitische talen: Wanneer men de nauwkeurige kaarten van Palestina, gelijk in de negentiende eeuw door Britse militaire cartografen vervaardigd, aandachtig beschouwt, wordt men getroffen door het groot aantal plaatsnamen, dat voorafgegaan wordt door het Arabische woord Khirbet (ruïne van een voormalig dorp, waar steenbrokken en muurresten nog boven de grond zichtbaar zijn). In de Byzantijnse en Vroegarabische tijd waren dit nog centra van landbouwbedrijf; nu lagen ze in mijn jonge jaren dikwijls in het midden van wat praktisch woestenij was. Men heeft berekend dat de verhouding tussen Khirbets en bewoonde oorden in 1900 ongeveer 4 op 1 was (Prof. Dr. A. van Selms). Dat betekent dat er in dat land ongeveer viermaal zoveel ruïnes van dorpen waren dan dorpen waar mensen woonden. Het was een vrij verlaten gebied. En dit was een land dat eens vloeide van melk en honing. Er nu was er nauwelijks bevolking. Een andere reiziger schreef: De volledige vernietiging van de bossen en de verwaarlozing van de terrassen die eens steun voor de grond aan de hellingen bood, veroorzaakte erosie en liet kale rotsen achter waar eens wijngaarden en graanakkers bloeiden. Ik beklom een berg vlak bij het Meer van Galilea. Het leek alsof de Verderfengel hier was gekomen. Zelfs met de hulp van een verrekijker kon ik geen stad, geen dorp, zelfs geen huis zien. Een treurig en verlaten stilte heerste overal. Maar dan begint er iets te veranderen. Iets meer dan een eeuw geleden namen de Russen de Kaukasus in, in een oorlog tegen de Circassiërs, en allen die de Russisch nationaliteit niet wilden hebben, werden verplaatst naar dit gebied: Syrië, Palestina, Jordanië. Ook Bedoeïen stammen gingen hier wonen. Tegelijk kwam er ook een immigratie van Joden op gang, mede door vervolgingen in oost Europa, het zogenoemde Zionisme. 4

Tijdens de Eerste Wereldoorlog bevond het Verenigd Koninkrijk zich in een bijna uitzichtloze loopgravenoorlog met Duitsland. Tegelijk vochten zij ook tegen dat Ottomaanse rijk, dat zich met Duitsland verbonden had. Engeland verloor de nodige slagen met de Turken. Dus boden zij de Arabisch bevolking een zekere mate van zelfbestuur aan, als ze in opstand zouden komen tegen de overheersende Turken. Dat is ook gelukt, waarmee Engeland de Turken uit dat gebied kon verdrijven. Vrijwel tegelijkertijd besloot het Verenigd Koninkrijk dat dit land ook een thuisland moest worden voor Joden. Dat was de Balfour Verklaring uit 1917. Daarin werd gezegd dat de Britse overheid het plan voor een Joods nationaal tehuis in Palestina steunde, maar niets mocht worden gedaan dat aan de rechten van de niet-joodse bewoners afbreuk zou doen. De Arabische bevolking was zelfbestuur aangeboden en tegelijkertijd moest dit een thuisland worden voor Joden. Er zijn verschillende redenen waarom deze verklaring afgegeven werd, onder meer om steun van rijke Joodse bankiers te krijgen voor het financieren van de oorlog. Even later nam het Britse leger Jeruzalem in, en werden de Ottomanen verjaagd uit het hele gebied. Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog, met de vrede van Versailles, is besloten dat het hele vroegere Ottomaanse rijk onder Brits en Frans bestuur moest komen, een mandaat, totdat deze volken zelfstandig genoeg zouden zijn om op eigen benen te staan. Daarom gaf in 1922 de Volkerenbond het Verenigd Koninkrijk het mandaat over Palestina, dat het gebied omvatte dat nu Israël en Jordanië is. Frankrijk kreeg het bestuur over Libanon en Syrië. Met de Arabische bevolking konden de Britten geen overeenstemming bereiken over wat zelfstandigheid betekende, waardoor het volledig onder Brits gezag kwam. Engeland en Frankrijk hebben daarop samen de grenzen van de staten in dit gebied bepaald. Zij zijn degenen geweest die de lijnen op de landkaart hebben getrokken, om de grenzen van landen in het Midden Oosten te bepalen. Daarbij is minder rekening gehouden met bevolkingsgroepen. In de jaren vlak voor de Tweede Wereldoorlog kwam het Arabische deel van de bevolking in opstand tegen de Britten, mede vanwege het toenemende aantal Joden die zich daar vestigden uit angst voor Nazi Duitsland en in het gebied land kochten. Intussen probeerden de Britten wel te voorkomen dat nog meer Joden naar Palestina trokken, om nog meer problemen met de Arabische bevolking te vermijden. Er kwamen steeds meer aanslagen. Op een gegeven moment begon ook het Joodse deel zich af te zetten tegen de overheersers en aanslagen plegen, zodat de Britten steeds meer onder vuur kwamen te liggen. Het was een zeer onrustige periode, met aanslagen door alle partijen. De situatie werd onhoudbaar, deels omdat ook Engeland herstellende was van alles in de Tweede Wereldoorlog, en in 1947 besloot het Verenigd Koninkrijk dat zij het mandaat op wilden geven. Zij wilden niet langer de verantwoordelijkheid voor dat gebied hebben. In november 1947 stelde de VN een plan op voor de verdeling van het gebied: een Joods deel, een Arabisch deel, en een speciaal gebied met internationaal toezicht waar ondermeer Jeruzalem en Betlehem onder vielen. De Joden waren bereid deze verdeling te accepteren, maar het was voor de omringende Arabische landen onbespreekbaar. De Joden moesten weg, en internationaal toezicht in Jeruzalem was niet aanvaardbaar. In mei 1948 werd de Joodse staat opgericht, en ook erkend door vele volken. Tegelijk trokken de legers van Egypte, Jordanië en Syrië, gesteund door Irak, het land binnen. De Arabische bewoners werden opgeroepen opzij te gaan tot Israël vernietigd was, en 700.000 van hen gaven hieraan gehoor, deels aangemoedigd door Joden die aanvallen deden. En zo ontstonden de Palestijnen. 5

Maar Israël hield onverwachts stand. Egypte wist wel het gebied dat we kennen als de Gazastrook te behouden. Jordanië had het beste leger, onder leiding van Britse officieren. Zij veroverden de Westelijke Jordaanoever, inclusief Jeruzalem, en stopten daar omdat ze hun doelstelling hadden behaald. In die gebieden, maar ook in Libanon en Jordanië zelf werden Palestijnse vluchtelingenkampen opgezet. Alleen Jordanië zorgde ervoor dat de vluchtelingen opgenomen werden in de bevolking. De andere landen wilden politiek gewin halen uit het creëren van vluchtelingenkampen. Tot die tijd hadden Joden redelijk vreedzaam kunnen leven in Arabische landen aan de Middellandse Zee. Maar direct na deze oorlog werden ook ongeveer 600.000 Joden uitgewezen uit Arabische landen, die zich vestigden in Israël. En zo ontstond de huidige onhoudbare situatie. Door zeer hoge geboortecijfers wonen er nu ruim 5 miljoen mensen in Gaza en de Westelijke Jordaanoever. Tegelijk wonen er een kleine 9 miljoen mensen in Israël, waarvan bijna 2 miljoen niet-joods. Van deze bevolkingsgroei is immigratie de grootste oorzaak. Ook Israël is verdeeld, en het orthodoxe deel van de bevolking ziet Samaria (de Westelijke Jordaanoever) als gebied dat aan hun aartsvaders is toegezegd immers dat was waar Abraham stond toen hem het land beloofd werd, en dat deel bouwt daar dus ook nederzettingen waardoor de verhoudingen steeds moeilijker worden. En zo ontstond een brandhaard die door de politiek veroorzaakt is, en tegelijk politiek onoplosbaar is gebleken. Intussen zijn de omliggende regeringen niet echt partij meer in het conflict, op Iran na. Maar de bewoners van Islamitische landen hebben wel een mening zoals we ook zien aan Moslim jongeren in Europa. Arabische volken zijn formeel van mening dat Israël weg moet. Waarheen? Dat moet het westen maar uitzoeken, zij hebben het probleem geschapen. Maar het zijn enkel bewegingen zoals Hamas en Hezbollah die dat ook echt nastreven. Tegelijk wordt ook van alle kanten geprobeerd de publieke opinie te beïnvloeden. Maar dit alles komt precies overeen met wat God eeuwen geleden gezegd had dat er zou gebeuren, en met name met Jeruzalem: Op die dag zal het gebeuren dat Ik Jeruzalem zal maken tot een steen die moeilijk te tillen is voor al de volken. Allen die hem optillen, zullen zichzelf zeker diepe sneden toebrengen, en al de volken van de aarde zullen zich tegen haar verzamelen (Zach 12:3). Dus, tot slot: Van wie is het land? We kunnen die vraag vanuit de politiek proberen te beantwoorden, en bijdragen aan een zeer divers geluid van uiteenlopende meningen waarbij niemand er uit komt, maar de tegenstellingen wel oplopen. Of we kunnen de vraag vanuit de Bijbel proberen te beantwoorden, en beseffen dat alles van God is, dat ook dit Zijn land is, en dat Hij beslist wie er woont. En Hij heeft ervoor gekozen om dit gebied het toneel te maken van Zijn optreden in de eindtijd. Dat zien we nu gebeuren. Vanaf een eeuw geleden zien we een zeer snelle ontwikkeling van gebeurtenissen en de aandacht van alle volken. Daarvóór leidde dit gebied vele eeuwen een slapend bestaan, zonder dat er iets gebeurde en zonder enige aandacht van de wereld. Want blijkbaar is het nu de tijd dat God gaat ingrijpen. 6