BLk Kalkoen 3 sterren - CONCEPT Versie 1,0, dd

Vergelijkbare documenten
KALKOENEN - 2 STER Versie 1.1, d.d

KALKOENEN - 2 STER Versie 1.01, d.d

KALKOENEN - 2 STER Versie 1.0, d.d

Versie: Norm Welzijnsaspect / voorziening Normen kenmerk met 2 sterren Opmerking Interpretatie Sanctie Algemeen BLKA01 BLKA01A

Welzijnsaspect / voorziening Normen kenmerk met 1 ster Opmerking Interpretatie Sanctie Norm Algemeen

KALKOENEN - 1 STER Versie 1.0, d.d

KALKOENEN - 1 STER Versie 1.01, d.d

KALKOENEN - 1 STER Versie 1.1, d.d

VLEESKUIKENS - 2 STERREN Versie 2.1, d.d

VLEESKUIKENS - 3 STERREN, NIET BIOLOGISCH Versie 2.1, dd

VLEESKUIKENS - 3 STERREN VERSIE 2.0 dd

VLEESKUIKENS - 2 STERREN Versie 2.0, d.d

VLEESKUIKENS 3 STERREN, NIET BIOLOGISCH Versie 2.01, dd

VLEESKUIKENS - 3 STERREN, NIET BIOLOGISCH Versie 2.01, dd

VLEESKUIKENS - 2 STERREN Versie 2.01, d.d

VLEESKUIKENS - 1 STER Versie 5.1, d.d

LEGHENNEN. Dierenwelzijnsnormen voor leghennen met 3 sterren: Rondeel. Versie:

Norm Welzijnsaspect / voorziening Normen kenmerk met 1 ster Opmerking Interpretatie Sanctie Algemeen. LB 1, IKB en KAT. IKB, KAT (geen uitzonderingen)

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

LEGHENNEN - 1 STER Versie 3.1, dd

BIJLAGE IIIb: VOORSCHRIFTEN LEGEINDBEDRIJVEN, KOOIHUISVESTING (BEHORENDE BIJ BIJLAGE 1 VOORSCHRIFTEN IKB EI)

VLEESKUIKENS - 1 STER Versie 5.10, d.d

Norm Welzijnsaspect / voorziening Normen kenmerk met 1 ster Opmerking Interpretatie Sanctie Algemeen. LB 1, IKB en KAT. IKB, KAT (geen uitzonderingen)

LEGHENNEN - 2 STERREN Versie 3.1, d.d

VLEESKUIKENS - 1 STER Versie 5.0, d.d

LEGHENNEN - 1 STER Versie 3.1, dd

Aanvullend op versie 5.1, dd en versie en 2.1, dd

LEGHENNEN - 2 STERREN Versie 3.1, d.d

LEGHENNEN - 2 STERREN Versie 3.1, d.d

Aanvullend op versie 3.1, dd en versie 2.1 dd

CONCEPT KETENREGISSEUR VERSIE 1.0 d.d

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

KETENREGISSEUR VERSIE 1.2 d.d

AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN LEGEINDBEDRIJVEN KOOI EN KOLONIEHUISVESTING (VOORSCHRIFT 5B)

Controleer aanwezigheid IKBkonijn of GGE konijn certificaat.

LEGHENNEN. Versie:

ALGEMEEN... 3 INRICHTING/DIERENWELZIJN...3

Onder een megastal wordt verstaan één bedrijfslocatie (niet één UBN of één dak) met leghennen of meer

Aanvullend op versie 3.1, dd en versie 2.1 dd

KONIJNEN. Versie: Normen kenmerk met 1 ster Opmerking Interpretatie Sanctie. Norm Welzijnsaspect / voorziening Algemeen

LEGHENNEN - 1 STER Versie 3.01, dd

LEGHENNEN - 3 STERREN, NIET BIOLOGISCH Versie 2.1, dd

LEGHENNEN - 1 STER Versie 3.0, d.d

LEGHENNEN - 1 STER VERSIE

LEGHENNEN - 3 STERREN, NIET BIOLOGISCH Versie 2.1, dd

De Dierenbescherming doet de beoordeling in de geest van de gestelde criteria. Management

LEGHENNEN - 2 STERREN Versie 3.01, d.d

AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN IKB EI VOOR LEGEINDBEDRIJVEN SCHARRELHUISVESTING (VOORSCHRIFT 5C)

waardig) onbedwelmd (onverdoofd) worden geslacht, worden niet onder geslacht op een locatie waar ook het Beter Leven keurmerk afgezet.

KALVERSLACHTERIJ / UITSNIJDERIJ / VERWERKER VERSIE

Algemeen. Kwaliteitshandboek

Eu richtlijnen 98/58/EG (algemeen) en 1999/74/EG (Europese richtlijn legkippen). Controleer of het stalmeting certificaat van de NCAE of IKB.

waardig) onbedwelmd (onverdoofd) worden geslacht, worden niet onder geslacht op een locatie waar ook het Beter Leven keurmerk afgezet.

De Nieuwe AH Kip AH criteria voor vleeskuikenhouders

Algemeen. Kwaliteitshandboek

VARKENSSLACHTERIJ / UITSNIJDERIJ / VERWERKER

Concept wijziging Besluit houders van dieren in verband met de overname van de welzijnsvoorschriften van het Productschap Pluimvee en Eieren

Protocol leghennen productieperiode

MDV melkschapenstal Aanvullende criteria melkschapen voor certificatieschema MDV melkgeitenstallen

Voorschriften IKB Ei Legeindbedrijven, vrije uitloop, versie 3.2

KALVERSLACHTERIJ VERSIE 1.1, dd

De Minister van Economische Zaken en de Minister voor Wonen en Rijksdienst;

KONIJNENSLACHTERIJ/ UITSNIJDERIJ / VERWERKER VERSIE

KONIJNEN - 1 STER Versie 2.1, dd

Normen voor foodservice hoofdkantoor Versie 1.0, d.d

Aanvullend op versie 2.1, dd

Algemeen. Kwaliteitshandboek

Controleer of het Nederlandse verzamelcentrum een procedure heeft voor de beoordeling van kalveren op genoemde aandoeningen en ook toepast.

Aspecten Criterium Omschrijving controle Sanctie Algemeen Interpretatie

VERWERKER Versie 2.0 dd

Protocol pluimveetransport bij hoge / lage omgevingstemperaturen Vastgesteld door het bestuur van Stichting AVINED op 15 mei 2018.

Protocol pluimveetransport bij hoge / lage omgevingstemperaturen Vastgesteld door het bestuur van Stichting AVINED op 16 mei 2017.

PRI 2509 Bescherming en welzijn van legkippen - Dierenwelzijn [2509] v3

OVERZICHT TARIEVEN VWA

Scharrelvarken Producert ( * ) (deelnemer dient gecertificeerd te zijn voor IKB NV )

Aanvullend op versie 2.1, dd

TOELICHTING HANDELSNORMEN LEGEINDPLUIMVEEHOUDERIJ

PLUIMVEESLACHTERIJ/ UITSNIJDERIJ / VERWERKER

Koninklijk besluit van 17 oktober 2005 tot vaststelling van de minimumnormen voor de bescherming van legkippen. HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.

Deze criteria zijn, inclusief de wijzigingen na raadpleging, definitief vastgesteld. De definitieve criteria treden per 1 september 2016 in werking.

Konijnenvlees met 1 ster

CHECKLIST WELZIJN VARKENS

Koninklijk besluit van 13 juni 2010 tot vaststelling van de minimumvoorschriften voor de bescherming van vleeskuikens

CODIPLAN PLUS Rund

Dieren per m 2 staloppervlak

PRI 2102 Bescherming en welzijn van varkens in veehouderijen [2102] v4

DPA 2098 BESCHERMING EN WELZIJN VAN KALVEREN IN KALVERHOUDERIJEN [2098] v5

PRI 2542 Houden/fokken van lagomorfen [2542] v1

omschrijving afwijking / overtreding (antinorm) % of hoogte afwijking / interventiegrens Het houden van vleeskuiken waarbij niet

Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr: Adres : C NC Punten NA 1. BETROKKEN DIEREN.

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres :

PRI 3078 Houden van kalveren (vetmesten) - Dierenwelzijn [3078] v2

PRI 2183 BESCHERMING EN WELZIJN VAN SLACHTDIEREN EN LOOPVOGELS TIJDENS HET VERVOER [2183] v3

Plofkipvrij betekent. Een lekkernij is. 3. De titel van de tekst betekent

PRI 2542 Houden/fokken van lagomorfen - Dierenwelzijn [2542] v2

Protocol leghennen opfokperiode

VRAGENLIJST BIOVEILIGHEID OP PLUIMVEEBEDRIJVEN

KLN Welzijnsleidraad voor het houden en fokken van Rashoenders en Rasdwerghoendes

Kip van Morgen / goed nest kip (Plukon food group) Deelnemers NL - GR. De nieuwe standaard kip (2sistersstrortenboom)

Communicatie met filialen

Transcriptie:

Norm Welzijnsaspect Norm Interpretatie Meetmethode Sanctie Aan deze criteria kunnen geen rechten worden ontleend. Onjuistheden en aanpassingen voorbehouden. Definitie 'datum nieuw-/verbouw': is de datum waarop de aanvraag voor een omgevingsvergunning is ingediend bij de gemeente, dit moet schriftelijk worden aangetoond op basis van een ontvangstbevestiging van de gemeente. Definitie verbouwing : is een bouwkundige wijziging van een bestaand gebouw of een uitbreiding of een gewijzigde indeling (bijv. plaatsen van plateau's, wijzigen hokindeling en/of diercategorie, etc.). Criteria voor nieuw en verbouw mogen beperkt blijven tot het vernieuwde of verbouwde onderdeel van het scriteria UIT01 Andere activiteiten Er worden geen andere activiteiten op het bedrijf ontplooid die niet passen in het beleid van de Dierenbescherming. Activiteiten die niet passen in het beleid van de Dierenbescherming zijn o.a., maar niet beperkt tot: - houden van pelsdieren voor productiedoeleinden, - houden van leghennen in verrijkte kooien (tot 2021 toegestaan in Nederland) en koloniehuisvesting (opvolger van de verrijkte kooi en vanaf 2021 in Nederland de enige toegestane vorm van de 'legbatterij'). De op het ei gestempelde identificatiecode begint met het cijfer 3, - het houden van wilde dieren voor productiedoeleinden, - het houden van ganzen of eenden voor de productie van ganzen- of eendenlever, - het kweken van bedreigde diersoorten, zoals paling, - het houden van vleesrunderen van een dikbil ras met een hoge incidentie van keizersneden, zoals bijvoorbeeld Belgisch Blauwen en Verbeterd roodbont, - andere activiteiten welke in strijd (kunnen) zijn met het beleid van de Dierenbescherming. Controleer of het bedrijf geen andere activiteiten ontplooit die niet passen in het beleid van de Dierenbescherming. UIT03 Genetisch gemanipuleerde dieren Er zijn geen genetisch gemanipuleerde dieren op het bedrijf aanwezig. Een genetisch gemanipuleerd dier is met gentechnologie aangepast. Genetische technologie of gentechnologie is een vorm van biotechnologie waarbij het DNA van een organisme direct wordt aangepast door extra genen met de gewenste eigenschappen bij een dier in te brengen. De klassieke methodes waarbij DNA van een organisme indirect wordt aangepast, door bijvoorbeeld het kruisen, selecteren, fokken van bepaalde rassen zijn wel toegestaan. Controleer of er geen genetisch gemanipuleerde dieren op het bedrijf aanwezig zijn. Stallen met meerdere bouwlagen/verdiepingen/etages zijn uitgesloten voor deelname aan het Beter Leven Keurmerk. UIT06 UIT07 UIT08 A01A A05 A06 A07A A07B Etage stal Ketenregisseur Medewerking Welzijnsregelgeving Ketenkwaliteitssysteem Keten De dieren worden gehouden in een stal met maximaal één bouwlaag/verdieping/etage. Het veehouderijbedrijf is aangesloten bij een door de Stichting Beter Leven keurmerk goedgekeurde ketenregisseur. De deelnemer is verplicht BLk controleurs die namens de Certificerende Instantie of namens de Stichting Beter Leven keurmerk controles uitvoeren toe te laten op het bedrijf en alle medewerking te verlenen. Het bedrijf voldoet aan het Besluit Houders van Dieren van de Wet Dieren en/of de Algemene Welzijnsrichtlijn: Richtlijn 98/58/EG inzake de bescherming van voor landbouwdoeleinden gehouden dieren. Het bedrijf heeft een geldig certificaat van een ketenkwaliteitssysteem. Dit criterium wordt per 1-9-2016 van kracht. Nieuwe bedrijven met een etagestal die zich, na deze datum, aanmelden voor het Beter Leven keurmerk komen niet in aanmerking voor het Beter Leven keurmerk. NVT bij bestaande stallen die voor 1-9-2016 al deelnemer waren aan het Beter Leven keurmerk. Maar deze stallen mogen na 1-9-2016 bij nieuwbouw geen nieuwe etagestallen meer (bij)bouwen. Een ketenregisseur is bijvoorbeeld een slachterij of een intermediair die binnen de keten de verschillende schakels aan elkaar koppelt van primair bedrijf tot verkoper en alle schakels die daar tussenin kunnen zitten. Indien de controleurs toegang tot het bedrijf wordt geweigerd of er wordt geen medewerking verleend wordt het bedrijf uitgesloten van deelname, tenzij het bedrijf een beroep kan doen op overmacht. Buitenlandse bedrijven dienen te voldoen aan de Algemene Welzijnsrichtlijn: Richtlijn 98/58/EG inzake de bescherming van voor landbouwdoeleinden gehouden dieren Bijvoorbeeld QS kalkoen, Label Rouge of Loué. Het bedrijf laat zich op de voorschriften van het kwaliteitssysteem en BLk controleren en heeft geen afwijkingen op de welzijnsnormen in het schema. Op het bedrijf zijn alleen dieren aanwezig die voldoen aan de criteria van het Beter Leven keurmerk. Indien er gebruik wordt gemaakt van mechanische ventilatie: is er een werkende alarminstallatie voor het geval de Voor natuurlijk geventileerde stallen is dit niet verplicht. ventilatie uitvalt. Indien er gebruik wordt gemaakt van mechanische ventilatie wordt het alarm systeem minimaal elke 2 maanden getest. Algemeen De 2 maandelijkse testen van het alarm dienen geregistreerd te worden. Voor natuurlijk geventileerde stallen is dit niet verplicht. Controleer of het bedrijf de geen etagestal heeft, bij etagestal controleer of het bedrijf als voor 01-09-2016 deelnam aan het Beter Leven keurmerk en of er geen nieuw-/verbouw heeft plaatsgevonden na deze datum. Controleer of het bedrijf is aangesloten bij een door de Stichting Beter Leven keurmerk goedgekeurde ketenregisseur. Noteer de ketenregisseur. Controleer of het bedrijf voldoet aan het Besluit Houders van Dieren van de Wet Dieren en/of de Algemene Europese Welzijnsrichtlijn: Richtlijn 98/58/EG inzake de bescherming van voor landbouwdoeleinden gehouden dieren. Controleer aanwezigheid van een geldig certificaat van een door de Dierenbescherming erkend ketenkwaliteitssysteem Controleer of er op het bedrijf geen dieren uit andere systemen aanwezig zijn. Controleer of een alarm aanwezig is en of dit minimaal elke 2 maanden wordt getest. NVT bij natuurlijk geventileerde stallen. Noteer laatste 3 data van testen. NVT bij natuurlijk geventileerde stallen. = administratief herstel, = herinspectie, schorsing: binnen 3 maanden verbetering aantonen d.m.v., tot die tijd niet produceren met BLk kenmerk, uitsluiting= minimaal 1 jaar uitsluiting van BLk 1

A07C Indien er gebruik wordt gemaakt van mechanische ventilatie is een werkende noodstroom aggregaat aanwezig waarmee de ventilatie operationeel kan worden gehouden tijdens periodes met stroomuitval of de ventilatiekleppen vallen automatisch open bij het uitvallen van de stroom. Voor natuurlijk geventileerde stallen is dit niet verplicht. Controleer of er een werkende noodstroom aggregaat aanwezig is (aggregaat testen), of de kleppen bij stroomuitval automatisch openvallen, indien de stallen niet natuurlijk geventileerd worden. A07D Indien er gebruik wordt gemaakt van een noodstroom aggregaat dient de correcte werking van dit noodstroom aggregaat elke 2 maanden te worden gecontroleerd. De 2 maandelijkse testen van het noodstroom aggregaat dienen geregistreerd te worden. Voor natuurlijk geventileerde stallen is dit niet verplicht. Noteer laatste 3 data van testen. NVT bij natuurlijk geventileerde stallen. A08 Slachtleeftijd De minimale slachtleeftijd is voor hanen minimaal 140 dagen en voor hennen minimaal 112 dagen. A09 Ras Er wordt een langzamer groeiend ras gebruikt. A10 A11 Verbod op stroomdraden Transporttijd eendagskuikens A12 Ingrepen Alle ingrepen zijn verboden. M03 M04 Brandveiligheid Uitloopkalender administratie H01 Bezetting kg/m 2 Stroomdraden in de voor de dieren bereikbare ruimten in de stal zijn niet toegestaan. Transporttijd van eendagskuikens is uiterlijk 2 jaar na van kracht worden van deze criteria maximaal 6 uur of 375 km binnen 2 jaar, tot die tijd is de trasporttijd maximaal 8 uur of 500 km Langzamer groeiend ras zoals de Kelly BBB, Caringa Cartier, Wycombe White, Ayrshire Auburn en Cheshire Bronze of een ander door de Dierenbescherming goedgekeurd ras, met een maximale gemiddelde groeisnelheid van hanen en hennen van 110 gram per dag, met speciale aandacht voor de kenmerken: - langzamer groeiend dan de huidige BIG 6, BIG 7, XL of Converter (max. 110 gram/dag (hanen), - uitval + oorzaak uitval, - gaitscore, - voetzoolaandoeningen, - tibiale dyschondroplasie, - welzijn ouderdieren. M.u.v. stroomdraden die boven voer en waterlijnen zijn aangebracht ter voorkoming dat de dieren erop gaan zitten. Maximaal 6 uur of 8 uur op transport vanaf moment van afhalen bij de broederij tot bedrijf waar de kalkoenen gehouden gaan worden. Controleer aan de hand van de afleverbonnen op welke leeftijd de dieren het bedrijf hebben verlaten. Noteer van de laatste 3 ronden de opzetdatum en leeftijd en de slachtdatum en leeftijd. Controleer aan de hand van de afleverbonnen of langzamer groeiende rassen opgezet zijn. Noteer Controleer of er geen stroomdraden aanwezig zijn Controleer aan de hand van adresgegevens leverancier of dieren niet langer dan 6 uur of 375 km op transport zijn geweest, 2 jaar na het definitief worden van deze criteria, of 8 uur of 500 km binnen 2 jaar van het definitief worden van deze criteria. Controleer of geen verboden ingrepen zijn toegepast (snavel behandelen, sporen/tenen knippen, kammen dubben etc.). Met het oog op de brandveiligheid vindt minimaal eens in de De eerste keuring moet plaatsgevonden hebben voor 1-1-2022. Voor een lijst van bedrijven Controleer of er een certificaat is van de laatste keuring en vijf jaar een Agro Elektra Inspectie plaats conform NEN1010 die de keuring kunnen verrichten zie de website van uw verzekeraar. noteer de datum. of (HD) IEC 60364 Low voltage electrical installations. In de uitloopkalender wordt dagelijks voor ieder verblijf apart bijgehouden wat de toegangstijden waren i.v.m. weersomstandigheden. Management Huisvesting stal Op het grondoppervlak dat de kalkoenen ter beschikking staat (na het scheiden van de hanen en de hennen na Bij opzet mogen maximaal 5 dieren per m2 worden opgezet. Vanaf een leeftijd van 49 uiterlijk 49 dagen), is de bezettingsdichtheid ten hoogste 1 dagen mag er maximaal 1 dier per m2 staloppervlak zijn, met een totaal levend gewicht dier per m2 met een totaal levend gewicht van niet meer dan van maximaal 21 kg per m2. zijn. 21 kg per m2. Controleer gegevens over toegang dagverblijf en vrije uitloop. Bereken de bezettingsgraad aan de hand van het staloppervlak en het aantal opgezette kalkoenen noteer het aantal dieren per m2. Voer dezelfde berekening uit voor het aantal dieren dat na een leeftijd van 49 dagen zich in de stal bevindt. Noteer de aantallen dieren per m2. Vergelijk het teruggekoppelde aantal geslachte dieren van de slachterij met het aantal aangevoerde BL dieren met opzetgegevens (minus uitvalgegevens) van de pluimveehouder zelf. Waarschuwing voor de zittende ronde Waarschuwing H02 Strooisel in stal Het voor de kalkoenen beschikbare grondoppervlak in de stal is geheel bedekt met strooiselmateriaal van voldoende kwaliteit. Strooiselmateriaal is losse, blanke houtsnippers, houtkrullen, los stro, los gehakseld stro of ander materiaal. Het strooisel valt makkelijk tussen de vingers door, er zijn geen schimmelplekken en/of aangekoekte delen (m.u.v. beperkte delen grenzend aan de uitloopopeningen of de buitenkant van de stal) in het strooisel. Als er gebruik wordt gemaakt van lang strooisel, hoeft dit niet makkelijk door de vingers te vallen. Het lange strooisel moet wel vrij zijn van schimmelplekken en aangekoekte delen. Constateer op een drietal plaatsen in de stal of de vloeren niet te zien zijn en of geen schimmelplekken en aangekoekte delen in het strooisel zitten. Bepaal op een aantal plaatsen, verdeeld over de stal de strooiselkwaliteit. Noteer de = administratief herstel, = herinspectie, schorsing: binnen 3 maanden verbetering aantonen d.m.v., tot die tijd niet produceren met BLk kenmerk, uitsluiting= minimaal 1 jaar uitsluiting van BLk 2

H02A H02B Schoonhouden vloeren en vernieuwen strooisel Schoonhouden vloeren en vernieuwen strooisel Na iedere ronde wordt alle strooisel verwijderd en nieuw strooisel van voldoende kwaliteit aangebracht. Na iedere ronde wordt de vloer in de stal gereinigd en gedesinfecteerd H03A Daglichtsterkte In de gehele stal is minimaal 20 Lux daglicht beschikbaar. H03C H03F H03J Daglicht doorlatend oppervlak Daglicht Daglichtsterkte bij stal breder dan 12 meter Het daglicht in de stal wordt gerealiseerd via een daglicht doorlatend oppervlak van tenminste 5% van het grondoppervlak van de stal. Het daglicht doorlatend oppervlakte zorgt voor een gelijkmatige verdeling van het daglicht in de gehele stal. Bij stallen die breder zijn dan 12 meter (exclusief eventuele overdekte uitloop), en gebruik maken van daglicht doorlatend oppervlaktes in de zijwanden, zijn aan beide zijwanden van de stal daglicht doorlatende oppervlaktes aangebracht. Bijvoorbeeld: - Bij stallen met in 1 zijwand een daglicht doorlatend oppervlakte, is de daglichtsterkte bij de tegenoverliggende wand ook minimaal 20 Lux. - Bij stallen die breder zijn dan 12 meter (exclusief eventuele overdekte uitloop), is de daglichtsterkte in het midden van de stal ook minimaal 20 Lux. Het daglicht doorlatend oppervlakte bestaat bijvoorbeeld uit dakramen, zijvensters en/of lichtkokers. Totaal daglicht doorlatend oppervlak is exclusief eventuele overdekte uitloop. Bij daglichtkokers mag het daglicht doorlatend oppervlakte een vierde zijn, dus 1,25% van het vloeroppervlakte van de stal. Bij daglicht toetreding via het dak of de zijwand geldt de 5% regel. NVT bij gebruik van alleen daglicht doorlatend oppervlakte in het dak De berekening is gebaseerd op de voorgeschreven formule uit de Maatlat Duurzame Veehouderij. Controleer aan de hand van de aankoopbonnen van het strooisel of na iedere ronde nieuw strooisel wordt aangebracht. Controleer van de afgelopen 3 rondes of geregistreerd wordt wanneer de stal en de vrije uitloop worden gereinigd en gedesinfecteerd Controleer of voldoende daglicht in de stal beschikbaar is. Meet met de Luxmeter en het kunstlicht uitgeschakeld de lichtsterkte op minimaal 2 plekken in de stal en noteer of deze minimaal 20 Lux is op dierhoogte. Er moeten ook plekken zijn met hogere lichtsterkte, zodat de kalkoenen de keuze hebben om naar een lichtere plek te gaan. Noteer de Controleer of het oppervlak van de lichtopeningen tenminste 5% van de grondoppervlakte van de stal bedraagt. Of bij daglichtkokers 1,25% van het grondoppervlakte. Noteer type lichtopening en Controleer of het daglicht doorlatend oppervlakte gelijkmatig verspreid over de gehele stal zijn. Controleer bij stallen breder dan 12m, die gebruikmaken van daglicht doorlatende oppervlaktes in de zijwanden, dat er aan beide zijwanden van de stal een daglicht doorlatend oppervlakte is gerealiseerd. Noteer Daglicht doorlatend oppervlakte (m 2 ) x positie van het daglicht doorlatend oppervlak 1 x transmissiefactor 2 x kalibratiefacor (2,5) = oppervlak van daglichttoetreding H03K Daglicht nieuw- en verbouw Na nieuw- en verbouw wordt de transmissiefactor van het materiaal en de positie van het licht meegenomen in de berekening voor het oppervlak van daglichttoetreding. 1 Positie daglicht doorlatend oppervlak: Horizontaal of dak = 1 Verticaal of gevel = 0,5 2 Standaard transmissiefactoren: Matglas en wit glas (0,7) Troebel of wit kunststof (0,4) Windbreekgaas (1 (%windreductie/ 100)) Daglichtkoker (1,6) Controleer welk materiaal gebruikt is en welke transmissiefactor daar bij hoort. Bereken of het benodigde daglicht doorlatende oppervlak bereikt is. indien <5% grondoppervlak daglicht. indien geen daglicht in de stal komt. Deze transmissiewaarden gelden niet als de fabrikant andere waardes kan aantonen. De transmissiewaarde is in dit geval bepaalde door een onafhankelijke organisatie en is bepaald op basis van een meting met direct (loodrecht invallend) licht. H04A Lichtritme De dieren hebben per 24 uur een donkerperiode van minimaal 8 aaneengesloten uren. Een periode van 8 aaneengesloten uren kunstlicht mag niet worden toegepast tussen zonsondergang en -opgang. Noteer gehanteerde lichtritme. H04B Type kunstlicht Indien het kunstlicht afkomstig is van TL-verlichting, dan wordt alleen hoog frequente TL-verlichting gebruikt. Hoog frequente TL-verlichting is TL verlichting met een frequentie van minimaal 100 hertz, oftewel minimaal 100 knipperingen per seconde. Controleer of de TL-verlichting minimaal 100 hertz is. NVT bij geen TL-verlichting. H06 H20 Dieren per stal Minimale hoogte van alle verblijven De groepsgrootte (stal of stalcompartiment) is maximaal 2.500 dieren. Alle verblijven (stal, eventuele overdekte uitloop) zijn overal voor personen goed bereikbaar. De verblijven zijn waar mogelijk 2m hoog, aan de rand van de verblijven kan worden volstaan met 1,5 m hoog. Controleer of er per groep (stal of stalcompartiment) niet meer dan 2.500 dieren aanwezig zijn, op basis van de administratie waaruit blijkt hoe veel dieren zijn ingekocht. Noteer Meet de verblijven op. Noteer, verbouwing moet gebeuren bij opzetten volgende ronde = administratief herstel, = herinspectie, schorsing: binnen 3 maanden verbetering aantonen d.m.v., tot die tijd niet produceren met BLk kenmerk, uitsluiting= minimaal 1 jaar uitsluiting van BLk 3

H21 H22 Hoogte uitloopopeningen Openingen naar uitloop Uitloopopeningen dienen minimaal 0,65 m hoog te zijn zodat de dieren geen belemmering ondervinden bij het rechtop inen uitlopen. De openingen naar de uitloop zijn minimaal 4 m per 100 m2 beschikbare grondoppervlak in de stal. Meet de uitloopopening op. Noteer Noteer H23 Breedte uitloopopeningen De uitloopopeningen zijn minimaal 1.5 meter breed. Meet de openingen en noteer H24 VV02A Uitloopopeningen Springtafels De uitloopopeningen dienen zo veel mogelijk evenredig verdeeld te zijn over de hele lengte van de stal. Om hoogteverschillen in de stal te creëren wordt vanaf een leeftijd van 14 dagen 5 m2 springtafels per 1.000 kalkoenen aangeboden. VV02B Springtafels De springtafels worden gelijkmatig over de ruimte verdeeld. Voor de dieren vanuit elke positie in de stal goed bereikbaar. VV02 Maagkiezel Vanaf een leeftijd van 28 dagen wordt elke maand 1 gram maagkiezel per 100 dieren in aparte bakken verdeeld over de stal aangeboden. VV02A Maagkiezel De maagkiezel is van voldoende korrelgrootte De korrelgrootte is 4 tot 6,5 mm. VV06A VV06B B01 Afleidingsmateriaal Afleidingsmateriaal Beschutting bij permanente buitenhuisvesting Per 1000 kalkoenen wordt minimaal 1 stro/hooi/luzernebalen van gemiddeld 15-20 kilo in de stal aangeboden. Stro-/luzerne/hooibalen worden vervangen zodra het niveau gelijk is aan het vloerniveau of zodra het net leeg is. Huisvesting in een stal is niet verplicht. Tijdens volledige buitenhuisvesting beschikken de kalkoenen over voldoende waterdichte beschutting tegen regenval, winterweer of hitte, met voldoende omvang zodat alle aanwezige dieren hier tegelijkertijd beschutting kunnen zoeken. Verrijking stal Stro-, hooi-, of luzernebalen worden aangeboden inclusief bindtouwen, zonder plastic omhulsel. Volledige balen mogen opgehangen worden in een net, vanaf de stalvloer op ooghoogte van de kalkoenen. Balen aangeboden in een stroruif voldoen niet aan dit criterium. Permanente buitenhuisvesting N.v.t. als de dieren ten alle tijden toegang hebben tot een stal. Controleer of de uitloopopeningen aan het criterium voldoet. Noteer Controleer de aanwezigheid van springtafels in stal. Noteer Controleer of de springtafels gelijkmatig zijn verdeeld over de stal. Noteer indien te weinig verstrekt, uitsluiting indien geen tafels zijn verstrekt. Bereken: aantal kalkoenen x 1 gram per maand. Controleer aan indien te weinig de hand van de aankoopbonnen in de administratie of er verstrekt. maandelijks voldoende maagkiezel wordt gestrooid. controleer indien geen de hoeveelheid maagkiezel nog aanwezig in het nachtverblijf en maagkiezel is verstrekt. uitloop. Noteer Controleer de korrelgrootte van de maagkiezel. Noteer Controleer of voldoende afleidingsmateriaal aanwezig is en of deze goed geplaatst is. Noteer Controleer of er stro-/hooi/luzernebalen in netten aanwezig zijn in de stal en of er geen lege netten in de stal hangen. Noteer Controleer of er genoeg schaduw en waterdichte beschutting is om alle kalkoenen tegelijk te laten schuilen tegen ongunstige weersomstandigheden. Noteer B02 Gedeelte van het jaar permanente buitenhuisvesting Indien dieren een deel van het jaar volledig buiten worden gehouden en een deel van het jaar toegang tot een stal hebben, dan: - dient de uitloop te voldoen aan alle voorwaarden voor de vrije uitloop en permanente buitenhuisvesting en - dient de stal te voldoen aan alle voorwaarden die gelden bij toegang tot stal. Controleer bij gedeeltelijke permante buitenhuisvesting of zowel de permanente buitenhuisvesting als de stal en bijbehorende uitloop voldoen aan de BLk kalkoen 3 sterren cirteria VU01A Vanaf uiterlijk de 50ste levensdag krijgen de dieren toegang tot de vrije uitloop. Controleer of de dieren vanaf de 50ste levensdag toegang indien twijfel krijgen tot de vrije uitloop. Noteer of de uitloop er gebruikt uitziet over gebruik uitloop VU01C VO01D VU02 Af te leggen afstand tot de vrije uitloop De kalkoenen hebben vanaf 10:00 uur 's morgens toegang tot de vrije uitloop in de open lucht De kalkoenen hebben minimaal 8 uur per dag toegang tot de vrije uitloop in de open lucht Over de hele lengte van de stal is een vrije uitloop Indien niet over de hele lengte (bijvoorbeeld door aanwezigheid van silo's) een vrije uitloop aanwezig kan zijn dan moet vanuit elk punt in de stal de maximale afstand tot de dichtbij zijnde uitloopopening 100m zijn. Controleer of de kalkoenen vanaf uiterlijk 10.00 uur toegang hebben tot de vrije uitloop. Noteer Controleer of de kalkoenen minimaal 8 uur per dag toegang hebben tot de vrije uitloop. Noteer Noteer of over de hele lengte van de stal een vrije uitloop is. Noteer N.v.t. als er geen stal aanwezig is = administratief herstel, = herinspectie, schorsing: binnen 3 maanden verbetering aantonen d.m.v., tot die tijd niet produceren met BLk kenmerk, uitsluiting= minimaal 1 jaar uitsluiting van BLk 4

VU03 VU09 VU06A VV03 Begroeiing vrije uitloop Beschutting vrije uitloop Bezetting vrije uitloop Voer De vrije uitloop is zo begroeid/ingericht dat rekening wordt gehouden met het gedrag en de behoeften van de kalkoenen. Begroeiing/inrichting is zo ontworpen dat rekening wordt gehouden met het gedrag en de behoeften van de kalkoenen. Begroeiing/inrichting wordt zo neergezet dat de kalkoenen open stukken kunnen overbruggen. Vanaf elke plek in de uitloop is op maximaal 20 meter een soort beschutting te bereiken. Een uitloop hoeft niet volledig beplant/ingericht te worden, er kunnen ook stroken zijn gecreëerd, waarlangs de kalkoenen kunnen lopen. Begroeiing/inrichting kan bestaan uit bomen, struiken, maïs, houtwal, gerooide bomen, rioolbuizen, et cetera. De begroeiing/inrichting functioneert ook in de winter als beschutting. Per hectare is minimaal 500 m 2 beschutting aanwezig in de De beschutting mag voor maximaal 50% uit schuiltafels bestaan. vorm van bomen, struiken en/of schuiltafels, gelijkmatig over Ter controle van de beschutting heeft de veehouder een plattegrond met daarop de uitloop verdeeld. aangegeven waar de beschutting staat en hoeveel m2 beschutting aanwezig is. Er worden niet meer dan 1000 kalkoenen per hectare vrije uitloop gehouden. Er wordt alleen voeder verstrekt afkomstig van een GMP+ gecertificeerde voederleverancier. VV03B Voersamenstelling Het voer bevat geen dierlijke producten. VV04 H05 G01A G01B G01C Toegang tot drinkwater Gebruik ringen Ziekenboeg Euthanaseren van onbehandelbare dieren Euthanaseren van wrak geworden dieren in noodsituaties Kalkoenen hebben permanente beschikking over drinkwater en toegang tot de waterinstallatie. Ringen om de dieren naar voer en water te leiden mogen tot maximaal een leeftijd van 4 dagen gebruikt worden. Zieke en gewonde dieren worden afgezonderd en behandeld. Indien onbehandelbaar, moeten de dieren op een door de dierenarts voorgeschreven humane wijze worden geëuthanaseerd. Er zijn afspraken met de dierenarts gemaakt vastgelegd t.a.v. het, indien nodig, langskomen van de dierenarts bij noodsituaties om wrak geworden dieren te euthanaseren. Dit is gelijk aan 1 kalkoen per 10 m2 vrije uitloop. Voer en water Buitenlandse bedrijven kunnen ook voeder verstrekken afkomstig van een leverancier die door een minimaal gelijkwaardig kwaliteitssysteem voor diervoeder is gecertificeerd. Uitgezonderd zijn: - melk-/zuivelproducten. Melk-/Zuivelproducten mogen wel aan het voer worden toegevoegd. Gezondheid Goedgekeurde humane dodingsmethode leiden in één keer tot de dood zonder aanvullend lijden, ongemak of stress bij het dier. Er wordt door de dierenarts beschreven (bijv. in het bedrijfsgezondheidsplan) op welke wijzen dieren die wrak geworden zijn op het bedrijf zo snel mogelijk op een humane wijze kunnen worden geëuthanaseerd. Deze afspraken worden vastgelegd in de overeenkomst met de dierenarts. In Nederland is het unieke bedrijfsnummer het KIP (Koppel Informatiesysteem Pluimvee) nummer. Controleer of de uitloop begroeid/ingericht is. Noteer Controleer of de plattegrond overeenkomt met de situatie op het bedrijf. Bereken en noteer m 2 beschutting ten opzichte van aantal ha. Controleer of de beschutting gelijkmatig over de uitloop is verdeeld. Controleer of niet meer dan 50% van de beschutting uit schuiltafels bestaat. Noteer Meet de oppervlakte van de vrije uitloop en bereken op basis van het aantal toegestane kalkoenen of het maximum van 1000 kalkoenen per ha niet wordt overschreden. Noteer de berekening. Controleer aan de hand van de voederbonnen of het voer GMP+ is. Noteer tevens naam en plaats GMP+ voederleverancier. Controleer of het diervoeder geen dierlijke producten bevat. Indien het wel dierlijke producten bevat, noteer de dierlijke bijproducten, en of dit melk-/zuivelproducten zijn. Controleer in de stal en de vrije uitloop of de dieren toegang hebben tot drinkinstallatie en of deze permanent in werking is. Noteer Controleer via interview of ringen niet langer dan 4 dagen zijn gebruikt. Controleer of er een afzonderlijke ziekenboeg is. Beschrijf bedrijfssituatie. Noteer op welke wijze zieke dieren worden gedood. Controleer of er in de overeenkomst met de dierenarts afspraken zijn vastgelegd over het, indien nodig (bijvoorbeeld bij noodsituaties), langskomen om wrak geworden dieren te euthanaseren. Noteer <50 % van de vrije uitloop zonder beschutting >50% van de vrije uitloop zonder beschutting indien geen GMP+ leverancier is ingeschakeld. onaangekondigd bij twijfel over permanent waterverstrekking. voor de zittende ronde G04 Gezondheid De gezondheidskundige begeleiding van het pluimvee wordt uitgevoerd door een geregistreerde geborgde pluimvee dierenarts waarmee de pluimveehouder per uniek bedrijfsnummer een één-op-één overeenkomst heeft afgesloten. De dierenarts kan andere specialisten/dierenartsen inschakelen om een volledige dekking te realiseren, bijvoorbeeld als vervanging bij ziekte of vakantie. Registratie vindt plaats op het register van de stichting geborgde dierenarts, zie www.geborgdedierenarts.nl Binnen de Regeling van de Geborgde Pluimvee Dierenarts is een voorbeeld één-op-één overeenkomst opgenomen, deze dient gehanteerd te worden. Controleer of de dierenarts GPD gecertificeerd is en of er een overeenkomst met deze dierenarts afgesloten is. Noteer Voor buitenlandse deelnemers geldt dat er een overeenkomst afgesloten moet zijn met een dierenarts, deze dierenarts hoeft niet geregistreerd te zijn als geborgde pluimvee dierenarts. Maar kan bijvoorbeeld een Loué dierenarts zijn. = administratief herstel, = herinspectie, schorsing: binnen 3 maanden verbetering aantonen d.m.v., tot die tijd niet produceren met BLk kenmerk, uitsluiting= minimaal 1 jaar uitsluiting van BLk 5

G05 G06 T01 T02 T03 T04 A00 Bedrijfsgezondheidsplan Antibioticabeleid Transport Reisduur kalkoenen naar het slachthuis Vangen Vangen-licht Bedrijfscapaciteit Het bedrijfsgezondheidsplan (BGP) is een door kalkoenhouder in samenwerking met De kalkoenhouder heeft een actueel dierenarts en eventuele adviseurs opgesteld plan dat bestaat uit een analyse van de bedrijfsgezondheidsplan (BGP) opgesteld met de dierenarts hygiëne- en diergezondheidsstatus en van de inzet van diergeneesmiddelen op uw bedrijf waarmee de kalkoenhouder een overeenkomst heeft, waarin over minimaal het afgelopen jaar en een vastlegging van de afspraken ter verbetering van wordt beschreven welke maatregelen worden genomen om de hygiëne- en diergezondheidsstatus op uw bedrijf voor het komende jaar. de gezondheid van de dieren te controleren en te verbeteren. Als leidraad kan het model BGP van IKB Kip worden gevolgd. Het beleid in het bedrijfsgezondheidsplan ten aanzien van het reduceren van de hoeveelheid gebruikte antibiotica moet jaarlijks beoordeeld en, indien nodig, herzien worden samen met de bedrijfseigen dierenarts Transport De dieren worden in containers met grote openingen geladen. Het transport van kalkoenen van de kalkoenenhouderij naar de slachterij mag maximaal 3 uur rijden oftewel maximaal De transportduur wordt gemeten vanaf het moment dat de vrachtwagen het bedrijf verlaat. 185 km zijn. Het vangen van de dieren gebeurt door QS erkende vangploegen. Het vangen van de dieren gebeurt in dimlicht of groen / blauw licht. Tijdens de jaarlijkse controle worden per diercategorie het aantal BLk dierplaatsen en het aantal aanwezige dieren vastgelegd. A00A Aantal BLk opfokplaatsen Het aantal BLk opfokplaatsen (tot 42 dagen oud) is: A00A1 Aantal aanwezige Het aantal aanwezige BLk opfokkalkoenen (tot 42 dagen opfokdieren oud) is: A00B Aantal BLk hanen plaatsen Het aantal BLk kalkoen hanen plaatsen (42 dagen of ouder) is: A00B1 Aantal aanwezige BLk Het aantal aanwezige BLk kalkoen hanen (42 dagen of hanen ouder) is: A00C Aantal BLk hennen Het aantal BLk kalkoen hennen plaatsen (42 dagen of plaatsen ouder) is: A00C1 Aantal aanwezige BLk Het aantal aanwezige BLk kalkoen hennen (42 dagen of hennen ouder) is: Buitenlandse bedrijven hoeven geen QS erkende vangploeg te gebruiken maar moeten op een andere wijze kunnen aantonen dat ze gebruik maken van vangploegen met getrainde, ervaren mensen waarbij er iemand verantwoordelijk is voor het houden van toezicht op dierenwelzijn tijdens het vangen en laden. Aanvullend Hiervoor wordt bij de ingangscontrole, en bij nieuw-/verbouw, de verschillende typen stallen/afdelingen van het bedrijf door de BLk controleur opgemeten. Op basis van deze oppervlakte per type stal/afdeling bepaalt de BLk controleur het totale oppervlakte per diercategorie op het bedrijf. Op basis van de benodigde oppervlakte per diercategorie, zoals vastgelegd in de BLk criteria, bepaalt de controleur vervolgens het totale aantal BLk dierplaatsen per diercategorie voor het bedrijf. De opfokplaatsen kunnen, indien niet gebruikt voor opfok of na 42 dagen opfok, ook worden aangewend voor afmesten van hennen of hanen. Controleer of er een bedrijfsgezondheidsplan aanwezig is waarin minimaal een analyse van de hygiëne- en diergezondheidsstatus en van de inzet van diergeneesmiddelen over minimaal het afgelopen jaar en een vastlegging van de afspraken ter verbetering van de hygiëne- en diergezondheidsstatus van het bedrijf voor het komende jaar staat. Noteer Controleer of het beleid jaarlijks met de dierenarts wordt beoordeeld en, indien nodig, herzien. Noteer Controleer via interview. Noteer Bereken via de website Routenet de reisafstand tussen de vleeskuikenlocatie en de slachterij. Controleer transport documentatie. Noteer De vangploeg dient QS erkend te zijn, controleer op de lijst van erkende bedrijven of de vangploeg erkend is. Bij buitenlandse bedrijven moet op een andere wijze aangetoond worden dat er gebruik wordt gemaakt van vangploegen met getrainde, ervaren mensen waarbij er iemand verantwoordelijk is voor het houden van toezicht op dierenwelzijn tijdens het vangen en laden. Noteer naam en datum inschakelen laatste vangploeg. Controleer via interview bij welk licht de kalkoenen worden gevangen. Noteer aantal BLk dierplaatsen en het aantal aanwezige dieren. Op basis van metingen van de verschillende hokken/afdelingen en de BLk oppervlakte criteria per diercategorie. Noteer aantal BLk opfokplaatsen Noteer aantal aanwezige BLk opfokdieren Noteer aantal BLk hanen plaatsen Noteer aantal aanwezige BLk hanen Noteer aantal BLk hennen plaatsen Noteer aantal aanwezige BLk hennen = administratief herstel, = herinspectie, schorsing: binnen 3 maanden verbetering aantonen d.m.v., tot die tijd niet produceren met BLk kenmerk, uitsluiting= minimaal 1 jaar uitsluiting van BLk 6