Nr. Naam: Leerkracht: de heer Jacobus Klas: 2a VERBETERING CONTROLE. /. / 20.. B.Z.L.-Taak Aardrijkskunde: sdichtheid en synthese. 1. Onderzoek van Vadsø, in Finnmark internet 71 N 28 E Naam land: Noorwegen Atlas p54 Noordwest-Europa x Tussen 0 en 10 inwoners/km² O Tussen 10 en 100inwoners/km² O Meer dan 100 inwoners/km² x Lage sdichtheid (dun bevolkt) O Matige sdichtheid (matig bevolkt) O Hoge sdicheid (dicht bevolkt) x Vlaktes in het laagland: tussen 0 en 200m tussen 200 en 2000m O Heuvels en bergen in het hoogland: meer 2000m. O Koelgematigd klimaat met zachte winter x Koud klimaat met of zonder dooiseizoen O Koelgematigd met koude winter O Gebergteklimaat x Improductief of ten hoogste bossen O Akkerbouw (granen & suikerbieten) O Akkerbouw en veeteelt samen de sdichtheid D. Je bekomt nu een vierhoek die in een bepaalde richting wijst. Dit geeft aan welke factor(en) er het belangrijkst zijn voor deze streek. x Geen industrie O Groot industriegebied BZL-opdracht aardrijkskunde sdichtheid J. Jacobus Verbetering 1
2. Onderzoek van Duisburg, nabij Rijn en Ruhr. internet 51 N 7 E Naam land: Duitsland Atlas p46 Duitsland O Tussen 0 en 10 inwoners/km² O Tussen 10 en 100inwoners/km² x Meer dan 100 inwoners/km² O Lage sdichtheid (dun bevolkt) O Matige sdichtheid (matig bevolkt) x Hoge sdicheid (dicht bevolkt) x Vlaktes in het laagland: tussen 0 en 200m tussen 200 en 2000m O Heuvels en bergen in het hoogland: meer 2000m. x Koelgematigd klimaat met zachte winter O Koud klimaat met of zonder dooiseizoen O Koelgematigd met koude winter O Gebergteklimaat O Improductief of ten hoogste bossen O Akkerbouw (granen & suikerbieten) x Akkerbouw en veeteelt samen de sdichtheid D. Je bekomt nu een vierhoek die in een bepaalde richting wijst. Dit geeft aan welke factor(en) er het belangrijkst zijn voor deze streek. O Geen industrie x Groot industriegebied BZL-opdracht aardrijkskunde sdichtheid J. Jacobus Verbetering 2
3. Onderzoek van Monte Rosa nabij de Zwitserse grens. internet 46 N 8 E Naam land: Zwitserland Atlas p56 Zwitserland en Oostenrijk X Tussen 0 en 10 inwoners/km² O Tussen 10 en 100inwoners/km² O Meer dan 100 inwoners/km² X Lage sdichtheid (dun bevolkt) O Matige sdichtheid (matig bevolkt) O Hoge sdicheid (dicht bevolkt) O Vlaktes in het laagland: tussen 0 en 200m tussen 200 en 2000m X Heuvels en bergen in het hoogland: meer 2000m. O Koelgematigd klimaat met zachte winter O Koud klimaat met of zonder dooiseizoen O Koelgematigd met koude winter X Gebergteklimaat X Improductief of ten hoogste bossen O Akkerbouw (granen & suikerbieten) O Akkerbouw en veeteelt samen de sdichtheid D. Je bekomt nu een vierhoek die in een bepaalde richting wijst. Dit geeft aan welke factor(en) er het belangrijkst zijn voor deze streek. X Geen industrie O Groot industriegebied BZL-opdracht aardrijkskunde sdichtheid J. Jacobus Verbetering 3
4. Onderzoek van Rzysciv ten zuidoosten van Kiev. internet 50 N 31 E Naam land: Oekraïne Atlas p55 Oost- en Centraal- Europa O Tussen 0 en 10 inwoners/km² x Tussen 10 en 100inwoners/km² O Meer dan 100 inwoners/km² O Lage sdichtheid (dun bevolkt) x Matige sdichtheid (matig bevolkt) O Hoge sdicheid (dicht bevolkt) x Vlaktes in het laagland: tussen 0 en 200m tussen 200 en 2000m O Heuvels en bergen in het hoogland: meer 2000m. O Koelgematigd klimaat met zachte winter O Koud klimaat met of zonder dooiseizoen x Koelgematigd met koude winter O Gebergteklimaat O Improductief of ten hoogste bossen x Akkerbouw (granen & suikerbieten) O Akkerbouw en veeteelt samen de sdichtheid D. Je bekomt nu een vierhoek die in een bepaalde richting wijst. Dit geeft aan welke factor(en) er het belangrijkst zijn voor deze streek. O Geen industrie O Groot industriegebied BZL-opdracht aardrijkskunde sdichtheid J. Jacobus Verbetering 4
Noord-Europa is meestal: x dun bevolkt O matig bevolkt O dicht bevolkt x het klimaat x het reliëf O de industrie:. O de landbouw: x Te koud O Ideaal O Vlaktes en plateaus zijn ideaal voor wonen. x Gebergtes en heuvels werken tegen. Er is industrie aanwezig dus werkgelegenheid de grond wordt gebruikt voor de landbouw dus weinig plaats om te wonen. West-Europa is meestal: O dun bevolkt O matig bevolkt x dicht bevolkt x het klimaat x het reliëf x de industrie:. O de landbouw: O Te koud x Ideaal x Vlaktes en plateaus zijn ideaal voor wonen. O Gebergtes en heuvels werken tegen. Er is industrie aanwezig dus werkgelegenheid de grond wordt gebruikt voor de landbouw dus weinig plaats om te wonen. Berggebieden zijn meestal: x dun bevolkt O matig bevolkt O dicht bevolkt x het klimaat x het reliëf O de industrie:. O de landbouw: x Te koud O Ideaal O Vlaktes en plateaus zijn ideaal voor wonen. x Gebergtes en heuvels werken tegen. Er is industrie aanwezig dus werkgelegenheid de grond wordt gebruikt voor de landbouw dus weinig plaats om te wonen. Oost-Europa is meestal: O dun bevolkt x matig bevolkt O dicht bevolkt O het klimaat O Te koud O Ideaal O het reliëf O Vlaktes en plateaus zijn ideaal voor wonen. O Gebergtes en heuvels werken tegen. O de industrie:. Er is industrie aanwezig dus werkgelegenheid x de landbouw: de grond wordt gebruikt voor de landbouw dus weinig plaats om te wonen. BZL-opdracht aardrijkskunde sdichtheid J. Jacobus Verbetering 5
rood oranje geel >100inw/km² 10-100 inw/km² <10inw/km² Grote steden in Europa Lo Londen Pa Parijs Bx Brussel Be Berlijn Mu Munchen Mi Milaan Rm Roma Do Donjetsk Ro Rostov Mo Moskou BZL-opdracht aardrijkskunde sdichtheid J. Jacobus Verbetering 6