Masterproef: Wat als de rollen omgedraaid zijn? Zorgen voor je ouder(s) met een alcoholprobleem



Vergelijkbare documenten
Masterproef: Wat als de rollen omgedraaid zijn? Zorgen voor je ouder(s) met een alcoholprobleem

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

Richtlijn JGZ-richtlijn Kindermishandeling

Inleiding. Familiale kwetsbaarheid en geslacht. Samenvatting

Gezond genieten. Stellingen 55-plussers en alcohol: WAAR OF NIET WAAR?

Vroegsignalering alcoholgebruik op de Spoedeisende hulp

Informatie en advies voor ouders

stoppen zware drinkers minder vaak met het drinken van alcoholhoudende drank dan vrouwen met een lager alcoholgebruik.

Ouderschap strategieën van vaders en moeders met een psychische ziekte.

Ondanks dat het in Nederland niet is toegestaan om alcohol te verkopen aan jongeren onder de 16 jaar, drinkt een groot deel van deze jongeren

Factsheet Risicofactoren voor kindermishandeling

Geweld in huis raakt kinderen. Informatie en advies voor ouders. huiselijkgeweldwb.nl cent per minuut

Je eigen gevoelens. Schaamte


MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDER MISHANDELING BEELDENBOX BEELDEND JEUGDHULP VERLENEN

Leerlijnen per drug : ALCOHOL Onderwijsvorm: KLEUTER EN LAGER

Informatie en advies voor ouders

Families onder druk. Huiselijk geweld binnen Marokkaanse en Turkse gezinnen. Drs. Ibrahim Yerden. Probleemstelling

Disclosure belangen Janneke Valk, bedrijfsarts

1 Wat is er met me aan de hand? 11

Je vader en/of moeder verslaafd? Transgenerationele overdracht van verslaving

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

Tips voor Ouders van niet-drinkende pubers

Is een klas een veilige omgeving?

De ouder-kindrelatie en jeugdtrauma s. Nr. 2018/11, Den Haag, 22 mei Samenvatting

Alcoholgebruik bij Belgische ouderen: een nuchtere kijk op de cijfers Sarah Hoeck (PhD) Universiteit Antwerpen

Onderlegger Licht Diagnostisch Instrument tbv bepaling van het gezinsprofiel. 1. Psychische en/of psychiatrische problemen van de ouder(s)

Inleiding. Bron: Nationale Drugsmonitor Jaarbericht Uitgave van Trimbosinstituut

Ouderenmishandeling. Maartje Willems Verpleegkundig consulent geriatrie

TABAK ALCOHOL GAMEN. algemene sociale vaardigheden

Cognitieve gedragstherapie bij problematisch alcoholgebruik

Wat moeten adop1eouders meer hebben dan goed genoeg ouderschap? Een aantal belangrijke factoren voor goed verlopende adoptie

Handleiding voor docenten en opleiders bij de film Verslaafd in het Hoofd

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen)

Kinderen van ouders met een afhankelijkheidsprobleem KOAP. Gezondheidsconferentie 2016

DE TIPI Onderzoek naar de leefsituatie en huidige kwaliteit van leven van ouders en kinderen die het Tipi-programma hebben doorlopen

Definitie levenskwaliteit Diverse definities! Epilepsie en levenskwaliteit Mevr L. Coudenys, provinciaal medewerker West-Vlaanderen

Angst Stemming Psychose Persoonlijkheid Gebruik middelen Rest

VAN ZORG NAAR PREVENTIE

Voorkómen van huiselijk geweld

Kindspoor Fier Fryslân

Face it, Work it. Overzicht

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Het probleem is dat pesten soms wordt afgedaan als plagerij of als een onschuldig spelletje.

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Bespreekbaar maken van kanker (en intimiteit) 03/02/2019

Marrit-10-H :05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

7.2. Boekverslag door J woorden 13 juni keer beoordeeld. Filosofie. Inhoudstafel Inleiding Rapport Interview Enqûete Bronnen

Overmatig alcoholgebruik aanpakken RODER. met hulp in uw eigen huisartsenpraktijk. Januari 2014 ONDERDEEL VAN DE NOVADIC-KENTRON GROEP

Verslaving. Deze folder is voor doven en slechthorenden die meer willen weten over verslaving. Als iemand niet meer zonder... kan

Alcohol en hersenontwikkeling bij jongeren. Nr. 2018/23, Den Haag, 17 december Samenvatting

DE OUDER-KIND RELATIE EEN KWALITATIEVE ANALYSE VAN GESPREKKEN MET AWEL

Presentatie Huiselijk Geweld

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Veiligheid en bescherming bij geweld in relaties

matige alcohol consumptie gezondheid

Inge Glazemakers. Overzicht. Hoop en verwachting. Ouderschap en opvoeding

Alcohol. Hoeveel is te veel?

Webinar. Thema: conflictscheiding

Als het misgaat.. bel ik jou Steun voor kinderen van 0-18 jaar die getuige zijn geweest van huiselijk geweld. JSO Marjanne van Esveld

Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie. Welkom. iri Kruit Voorlichting en training

Kindermishandeling; Wel of geen diagnose? Drs. A van Dijke Drs. M. Reijns

Tweede Kamer der Staten-Generaal

v e rslaafd? Wat als je niet meer zonder kan

Ouderen en alcohol. Nanda den Hollander dd 18 april 2016

Terrorisme en dan verder

EEN NIEUWE RICHTLIJN VOOR ALCOHOLGEBRUIK

Familiewerking CAT Gent

Alcohol en de eerste lijn: blijkbaar een problematische relatie...

Ouderen en verslaving Dick van Etten Verpleegkundig Specialist GGZ Centrum Maliebaan

Hoor je mij wel? Kinderen van ouders met een ziekte, verslaving of beperking

InFoP 2. Inhoud. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Psychose begrijpen Kwetsbaarheid-Stress model

Ouder zijn en blijven na een moeilijke echtscheiding

Kwaliteit van leven bij hartfalen: over leven of overleven. Eva Troe, MANP Verpleegkundig Specialist Catharina ziekenhuis

Signaleringslijst Erger Voorkomen - Toelichting

Deel 1: Positieve psychologie

5 Samenvatting en conclusies

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

WORK EXPERIENCE PROFILE

Geweld in huis raakt kinderen. Informatie en advies voor ouders

RUZIE MET VRIENDEN, LIEFDESVERDRIET EN DE RELATIE TOT DE OUDERS AAN DE LIJN OF OP HET SCHERM BIJ AWEL.

Vluchten als identificatieproces: hoe kunnen we dit vanuit de hulpverlening overstijgen?

Informatie voor gezinnen over Jeugdbescherming

Bert Vinken. Vincent van Gogh Voor geestelijke gezondheidszorg. Presentatie alcohol en opvoeding Trimbos-instituut

SAMEN LEVEN MET PSYCHOSE

Inhoud. Inleiding 7. Deel 1

Lectoraat GGZ-Verpleegkunde. LVG en Verslaving. s Heerenloo 30 juni 2010

Waarom stigma rondom AD(H)D bestaat

Wacht maar tot ik groot ben!

Kinderen van Ouders met Psychiatrische Problemen en/of Verslavingsproblematiek

Suïcide bij jongeren Studiedag Depressiepreventie bij adolescenten, Oss, 27/11/2015. G. Portzky

Academie voor Integratieve en Humanistische Psychologie en Psychotherapie vzw. Zelfdoding: Signalen, mythen en aanpak

Geweld in huis raakt kinderen. Informatie en advies voor ouders

Kindermishandeling: Prevalentie. Psychopathologie

Resultaatgericht werken in het sociaal domein

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Overzicht tabellen en figuren 19. Overzicht gebruikte afkortingen 19

Ziekte van Huntington

Stress, depressie en cognitie gedurende de levensloop

Transcriptie:

Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Tweede Master Pedagogische Wetenschappen, Orthopedagogiek Academiejaar: 2011-2012 Masterproef: Wat als de rollen omgedraaid zijn? Zorgen voor je ouder(s) met een alcoholprobleem Stefanie Serroen Geassocieerde Masterproef samen met Sarah Vandebuerie Promotor: Prof. Dr. Eric Broekaert Begeleidster: Kathy Colpaert Masterproef ingediend tot het behalen van de graad van Master in de Pedagogische wetenschappen, afstudeerrichting orthopedagogiek

Permission Ondergetekenden verklaren dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of gereproduceerd worden, mits bronvermelding. Stefanie Serroen, Gent, 22-05-2012 Sarah Vandebuerie, Gent, 22-05-2012

Abstract Vijf procent van de Belgen hebben een alcoholprobleem. Heel wat van deze mensen hebben één of meerdere kinderen. Deze kinderen worden geconfronteerd met problemen die veroorzaakt worden door het alcoholmisbruik in hun gezinssysteem. Enerzijds spreekt men over risicofactoren en negatieve gevolgen. Anderzijds spreekt men over protectieve factoren en veerkracht. Hoewel deze aspecten besproken worden in verschillende studies, vergeet men vaak een stem te geven aan het kind zelf. De hulpverlening die zich focust op kinderen van ouders met een alcoholprobleem staat nog in zijn kinderenschoenen. In dit onderzoek worden de beleving en de noden van deze kinderen nagegaan. Dit gebeurt aan de hand van twee semi-gestructureerde interviews per respondent. Uit de resultaten blijkt dat de beleving van het kind sterk afhankelijk is van de aanwezige risico- en protectieve factoren. De combinatie van deze en andere factoren zorgt ervoor dat de kinderen een specifieke en individuele copingstrategie ontwikkelen om met de situatie om te gaan. Verder blijkt dat deze kinderen een verborgen groep vormen voor de hulpverlening. Ze zijn moeilijk te bereiken en/of vaak niet (volledig) op de hoogte van het huidige hulpverleningsaanbod. Wanneer ze wel kennis hebben van de verschillende mogelijkheden, vinden ze de drempel te hoog om zelf de stap te zetten naar de hulpverlening. Het onderzoek leidde tot verschillende bevindingen en inzichten omtrent de problematiek. Kinderen van ouders met een alcoholprobleem worden dikwijls niet opgemerkt binnen de hulpverlening. Er dient meer aandacht te zijn voor mogelijke signalen, van nood aan hulp, van het kind. De specifieke noden van kinderen moeten duidelijker in kaart gebracht worden zodat de hulpverlening hier op in kan spelen.

Voorwoord Met deze masterproef hopen we onze studiecarrière op een mooie manier af te sluiten. Bij het schrijven van deze masterproef hebben we een hele weg afgelegd, maar hierbij kregen we ondersteuning en hulp van verschillende mensen. Via deze weg willen we hen bedanken. We willen de participanten van ons onderzoek bedanken want zonder hen konden we deze studie niet voltooien. De zoektocht was niet gemakkelijk, maar de personen die we vonden, werkten op een goede en aangename manier mee. We willen onze ouders bedanken die ons de mogelijkheid gaven om te studeren en ons masterdiploma te behalen. Ook tijdens het schrijven van de masterproef waren zij een bron van hulp en steun. We willen Kathy Colpaert bedanken voor de goede begeleiding tijdens dit proces. Eric Broekaert, onze promotor, willen we bedanken voor het mogelijk maken van ons onderzoek en het schrijven van deze masterproef. We willen ook Jan Devos bedanken voor het nalezen van onze thesis. Hij haalde de fouten eruit en zorgde ervoor dat de zinsconstructies op punt staan. Alateen en Nadine Vernaeve bedanken we voor de hulp bij de zoektocht naar participanten.

Inhoudstabel Algemene inleiding... 1 Deel 1: Literatuurstudie... 4 1 Alcohol... 4 1.1 Wat is alcohol?... 4 1.2 Alcoholgebruik... 4 1.3 Alcoholmisbruik... 5 1.3.1 Prevalentie... 5 1.3.2 Stadia in de ontwikkeling van een alcoholprobleem... 6 1.3.3 Kenmerken van een alcoholprobleem... 7 1.3.4 Mens-Middel-Milieu... 8 1.3.5 Gevolgen van een alcoholprobleem... 9 2 Kind van een ouder met een alcoholprobleem... 12 2.1 Erfelijkheid... 12 2.2 Invloed op het kind... 13 2.2.1 Risicofactoren en gevolgen voor het kind... 13 2.2.2 Strategieën van het gezin... 15 2.2.3 Coping en protectieve factoren... 17 3 Hulpverlening... 21 3.1 Hulpverlening voor personen met een alcoholprobleem... 21 3.1.1 Hulpverleningsaanbod in Vlaanderen... 22 3.1.2 Nazorg... 23 3.2 Hulpverlening voor kinderen van ouders met een alcoholprobleem... 24 3.2.1 Hulpverleningsaanbod in Vlaanderen... 24 3.2.2 Bereikbaarheid... 25

3.2.3 Wat biedt de hulpverlening?... 25 3.2.4 Waar hebben kinderen nood aan?... 27 Deel 2: Onderzoek... 29 1 Probleemstelling en onderzoeksvragen... 29 1.1 Probleemstelling... 29 1.2 Onderzoeksvragen... 30 2 Methodologie... 32 2.1 Keuze van het onderzoeksopzet... 32 2.2 Onderzoeksgroep... 32 2.3 Onderzoeksprocedure... 33 2.3.1 Dataverzameling... 33 2.3.2 Data-analyse... 34 3 Methodologische kwaliteitscriteria... 36 3.1 Betrouwbaarheid... 36 3.1.1 Interne betrouwbaarheid... 36 3.1.2 Externe betrouwbaarheid... 36 3.2 Validiteit... 36 3.2.1 Interne validiteit... 37 3.2.2 Externe validiteit... 37 4 Ethische vragen en bedenkingen... 38 Deel 3: Onderzoeksresultaten... 39 1 Demografische variabelen... 39 2 Erfelijkheid... 40 3 Invloed op het kind... 41 3.1 Bewustzijn van de situatie... 41 3.2 Risicofactoren en gevolgen voor het kind... 41 3.2.1 Risicofactoren... 41 3.2.2 Gevolgen voor het kind... 44

3.3 Strategieën van het gezin... 50 3.3.1 Rollen in het gezin... 50 3.3.2 Regels in het gezin... 51 3.4 Protectieve factoren... 51 3.4.1 Sociale steun... 51 3.4.2 School... 53 3.4.3 Probleem wel bespreekbaar in het gezin... 53 3.4.4 Hobby s... 54 3.4.5 Hulpverlening... 54 3.5 Copingstrategieën... 54 3.5.1 Confronteren... 54 3.5.2 Afstand nemen... 55 3.5.3 Zoeken van sociale steun... 55 3.5.4 Accepteren van de verantwoordelijkheid... 56 3.5.5 Vluchten/vermijden... 57 3.5.6 Positieve herkadering van het probleem... 57 3.5.7 Opkroppen... 57 3.5.8 Steun zoeken bij een hulpverlener... 58 4 Hulpverlening... 59 4.1 Hulpverlening ouder... 59 4.1.1 Effectieve hulpverlening... 59 4.1.2 Nood aan hulpverlening... 59 4.1.3 De weg er naar toe... 59 4.1.4 Motivatie... 60 4.1.5 Nazorg en herval... 60 4.1.6 Kind iets ondernomen... 61 4.1.7 Kind betrokken bij de hulpverlening... 62 4.2 Hulpverlening kind... 62

4.2.1 Effectieve hulpverlening... 62 4.2.2 Bereikbaarheid... 63 4.2.3 Nood aan... 64 4.2.4 Inhoud... 65 5 Relatie met de persoon met een alcoholprobleem en gevormd beeld... 67 5.1 Relatie met de persoon met een alcoholprobleem... 67 5.2 Gevormd beeld van de persoon met een alcoholprobleem... 67 Deel 4: Discussie... 69 1 Kind van een ouder met een alcoholprobleem... 69 1.1 Erfelijkheid... 69 1.2 Invloed op het kind... 69 1.2.1 Bewustzijn van de situatie... 69 1.2.2 Risicofactoren en gevolgen voor het kind... 70 1.2.3 Strategieën van het gezin... 72 1.2.4 Protectieve factoren... 73 1.2.5 Copingstrategieën... 74 2 Hulpverlening... 76 2.1 Hulpverlening voor personen met een alcoholprobleem... 76 2.2 Hulpverlening voor kinderen van ouder(s) met een alcoholprobleem... 76 3 Relatie en gevormd beeld... 78 4 Voordelen en beperkingen van het onderzoek... 79 4.1 Voordelen van het onderzoek... 79 4.2 Beperkingen van het onderzoek... 79 5 Aanbevelingen voor beleid en praktijk... 81 6 Aanbevelingen voor verder onderzoek... 82 Referentielijst... 83 Bijlagen... 90

Lijst met afkortingen AA: Anonieme Alcoholisten CAGE: Cut down, Annoyed, Guilty, Eye-opener CAW: Centrum Algemeen Welzijnswerk CBJ: Comité voor Bijzondere Jeugdzorg CGG: Centrum voor Geestelijke Gezondheidszorg CLB: Centrum voor Leerlingenbegeleiding CVA: Cerebro Vasculair Accident DSM IV: The fourth edition of Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders GABA: Gamma-aminoboterzuur JAC: Jongeren Advies Centrum KOAP: Kinderen van Ouders met een Afhankelijkheidsprobleem KOPP: Kinderen van Ouders met Psychiatrische Problemen OCMW: Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn PAAZ: Psychiatrische Afdeling Algemeen Ziekenhuis VAD: Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen WHO: World Health Organization WIH: Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid

Algemene inleiding Alcoholgebruik is in de meeste landen sociaal aanvaard, vooral in de Westerse landen. In tegenstelling tot andere drugs heeft alcohol een legale status (Delargy, Manning, Rickard, & Shenker, 2010). Alcoholism is hidden because it s legal it s swept under the carpet (Delargy et al., 2010, p. 4). In België alleen al zijn er 500.000 mensen met een alcoholprobleem. Dit wil zeggen dat deze problematiek bij 5% van de Belgen aanwezig is (Matthys, 2000). Heel wat van deze mensen hebben één of meerdere kinderen. Deze kinderen worden geconfronteerd met de problematiek in hun gezinssysteem. In de literatuur staan enerzijds de risicofactoren, negatieve gevolgen en de genetische overdraagbaarheid beschreven (Coolen-Perednia, 1989; Jansma, 2010; Van der Stel & Van der Keuken, 1992). Anderzijds spreekt men ook over protectieve factoren en veerkracht. Jammer genoeg worden de studies in de meeste gevallen vanuit een negatief standpunt beschreven. Dit wil zeggen dat de focus vooral op de negatieve uitkomsten wordt gelegd. Er is ook weinig literatuur die een stem aan het kind zelf geeft. Verder beschrijft de literatuur de specifieke hulpverlening voor personen met een alcoholprobleem. Hierbij vermeldt men de verschillende vormen, motivatiefactoren, nazorg, herval, positieve en negatieve uitkomsten van bepaalde behandelingen,. Het valt ons op dat de studies omtrent dit onderwerp vooral in het Verenigd Koninkrijk plaatsvinden. De studies in Vlaanderen, over deze problematiek, zijn niet talrijk. Dit betreft zowel onderzoeken over kinderen van ouders met een alcoholprobleem als onderzoeken over de hulpverlening gericht op deze kinderen. Een andere bevinding betreft de hulpverlening voor kinderen van ouders met een alcoholprobleem, die in mindere mate besproken wordt. De bestaande literatuur omtrent dit aspect handelt vooral over wat de inhoud voor hulpverlening voor kinderen van ouders met een alcoholprobleem, zou moeten zijn. Er wordt minder aandacht besteed aan het beschrijven van de effectieve hulpverlening en de weg ernaartoe. Kroll (2004) geeft aan dat kinderen van ouders met een alcoholprobleem een vergeten of verborgen groep vormen voor de hulpverlening. Ook de ervaringen en belevingen van deze kinderen, met betrekking tot de hulpverlening, worden amper belicht. Op basis van bovenstaande bevindingen kozen we er voor om in onze masterproef te vertrekken vanuit de beleving van kinderen van ouders met een alcoholprobleem en hoe de bestaande hulpverlening in Vlaanderen inspeelt op de noden van deze kinderen. Aan de hand van een kwalitatief onderzoeksopzet willen we het kind een stem geven om zo de problematiek vanuit hun standpunt in beeld te brengen. In ons onderzoek spreken we herhaaldelijk over ouders met een alcoholprobleem. We hebben er voor gekozen om op een consequente manier deze bewoording te gebruiken om verwarring uit te 1

sluiten. We kiezen voor deze term om de kinderen en de ouder zo weinig mogelijk te stigmatiseren (De Donder, 2006; Van Broekhoven, 2001). Door het gebruik van de term alcoholprobleem hopen we dit te kunnen minimaliseren. We beseffen dat vele termen, gelinkt aan deze problematiek, een negatieve connotatie hebben. Voorbeelden hiervan zijn verslaafden en alcoholisme. Beide termen zijn multi-interpretabel (Casselman, Goethals, Hutsebaut, & Vervaeke, 2005; Taylor & Francis, 1986). Er is dus een zekere onduidelijkheid over de betekenis van deze termen. Ze worden echter wel regelmatig gebruikt. Wanneer we de ouder, die geen alcoholprobleem heeft, willen vermelden, gebruiken we systematisch de benaming de andere ouder. Ook hiermee willen we de duidelijkheid naar de lezer toe verhogen. Om dezelfde reden gebruiken we, wanneer zowel de mannelijke als de vrouwelijke vorm is, de mannelijke vorm. Deze masterproef is opgedeeld in vier grote delen, namelijk de literatuurstudie, de methodologie, de resultaten en de discussie. De literatuurstudie wordt in drie delen weergegeven en bevat wat wij uit de geraadpleegde studies omtrent de hierboven aangehaalde problematiek als de belangrijkste feiten en bevindingen beschouwen. In een eerste deel gaan we na wat de eigenschappen zijn van alcohol, geven we een aantal prevalentiegegevens weer, bespreken we de stadia in de ontwikkeling van een alcoholprobleem, sommen we de kenmerken van deze problematiek op, halen we het Mens- Middel-Milieumodel aan en bespreken we de gevolgen. In het tweede deel van de literatuurstudie richten we ons op het kind. Hier beschrijven we de erfelijkheidsfactoren en de invloed van het alcoholprobleem op het kind waaronder de risicofactoren, de gevolgen, strategieën van het gezin, coping en protectieve factoren. Het derde deel van de literatuurstudie handelt over de hulpverlening. Zowel de hulpverlening voor de kinderen als voor personen met een alcoholprobleem wordt aangehaald. We geven het hulpverleningsaanbod, in Vlaanderen, voor beiden weer. Ook de bereikbaarheid en de inhoud van de hulpverlening voor kinderen wordt besproken. In het tweede grote deel wordt de methodologie van ons onderzoek beschreven. Dit omvat probleemstelling en onderzoeksvragen, methodologie, methodologische kwaliteitscriteria en ethische vragen en bedenkingen. De onderzoeksresultaten van ons kwalitatief onderzoek worden besproken in het derde deel. In het laatste deel, de discussie, geven we onze belangrijkste bevindingen en bedenkingen weer. Vervolgens worden de voordelen en de beperkingen van het onderzoek weergegeven. Ook de aanbevelingen voor beleid en praktijk worden hierin vermeld. We besluiten met enkele voorstellen voor verder theoretisch en praktisch onderzoek. Aangezien het hier om een geassocieerde masterproef gaat, geven we hier de verdeling van de taken aan. In het eerste deel, de literatuurstudie, werden hoofdstuk één en twee door Sarah Vandebuerie verwerkt. Hoofdstuk drie en vier werden door Stefanie Serroen verwerkt. We zochten samen literatuur voor de volledige literatuurstudie. De artikels en boeken werden aan elkaar doorgegeven. 2

Hierbij werden de, voor ons relevante, gegevens reeds aangeduid. Na de verwerking van de literatuur werd de tekst in overleg bijgewerkt. Na deze aanpassingen kwamen we tot de uiteindelijke tekst. We voerden het praktijkonderzoek samen uit. De vragen van het interview werden samen opgesteld na het doornemen van de literatuur. De interviews werden samen afgenomen. Vervolgens typten we elk de helft van de interviews uit. De boomstructuur, voor de codering, werd eerst apart opgesteld. Door beide structuren samen te leggen, kwamen we tot de definitieve boomstructuur, die gehanteerd werd voor de verwerking van de resultaten. Alle interviews werden apart gecodeerd en door de ander ingevoerd ter controle. Het uittypen van de resultaten verliep ongeveer volgens dezelfde structuur als de literatuurstudie. Sarah typte de delen Demografische variabelen, Erfelijkheid en Invloed op het kind tot aan het deel copingsstrategieën uit. Stefanie typte de delen Copingstrategieën, Hulpverlening en Relatie met de persoon met een alcoholprobleem en gevormd beeld uit. Deze opdeling werd gemaakt om het overzicht te behouden, sommige items overlappen echter. De resultaten werden nog eens nagelezen door de andere onderzoeker. Indien nodig werden er na overleg correcties aangebracht. De discusie werd samen verwerkt en geschreven. Doorheen het proces kwamen we tot dezelfde hoofdbevindingen en inzichten. Hier en daar werd een persoonlijke aanvulling gemaakt. 3

Deel 1: Literatuurstudie 1 Alcohol In dit deel wordt alcohol in de eerste plaats beschreven als product. Op de tweede plaats wordt het gebruik van alcohol in de wereld, in Europa en in België in cijfers weergegeven. Op de derde plaats wordt een mogelijk ongunstig gevolg van overmatig alcoholgebruik aangehaald: alcoholmisbruik. De prevalentie, de ontwikkeling, de kenmerken en de gevolgen van een alcoholprobleem worden in kaart gebracht. Hierbij sluit ook het model van Mens-Middel-Milieu aan. 1.1 Wat is alcohol? Door de gisting van sommige suikers die voorkomen in vruchten of granen kan men alcohol bekomen (De Donder, 2006). De World Health Organization (WHO, 2011) onderscheidt drie soorten alcoholische dranken waarvan er in bier 4 à 5 % alcohol zit, wijn bevat 10 à 12% alcohol en sterke dranken bevatten meer dan 22% alcohol. Wanneer de verschillende soorten alcoholische dranken in aangepaste glazen geschonken worden, bevatten ze ongeveer een gelijke hoeveelheid alcohol. In België is de inhoud van een standaardglas voor een bepaalde drank ongeveer 10 gram pure alcohol (De Donder, 2006). De farmacologische wetenschap omschrijft alcohol als een slaapverwekkend of verdovend product omdat het een onderdrukkende werking heeft op het centrale zenuwstelsel (Kerssemaker, Van Meerten, Noorlander, & Vervaeke, 2008; Möbius, 2009). Alcohol heeft een invloed op elk hersengedeelte waaronder ook de fundamentele levensfuncties (bv. reageren op alles rond ons heen, ademen en wakker blijven). 1.2 Alcoholgebruik Uit een onderzoek in 2005 bleek dat de Europeanen de grootste alcoholgebruikers ter wereld zijn (Möbius, 2009). De Belgen dronken in 2009 gemiddeld 8,1 liter pure alcohol. Hoewel het verbruik per persoon in België met een liter gedaald was in vergelijking met het jaar daarvoor, staat België nog op de zevende plaats in de rij ten opzichte van de andere landen in Europa. Bier staat met 51% van het gebruik van alcoholische dranken nog altijd met grote voorsprong op de eerste plaats in België (WHO, 2011). Wijn staat op de tweede plaats met 37% en de sterke dranken nemen ook nog 6% van het verbruik voor hun rekening. Andere dranken zoals cider, fruitige wijnen, enzovoort nemen één procent van de consumptie van alcoholhoudende dranken in. 4

Alcohol heeft in onze hedendaagse maatschappij een vaste waarde en een grote mate van aanwezigheid (Möbius, 2009). Mensen drinken bij allerhande gelegenheden. Alcohol wordt geconsumeerd bij verjaardagen, geboortes, sterfgevallen of gewoon bij een babbel met vrienden. Allerlei situaties worden dus geassocieerd met het gebruik van alcoholische dranken. Hierbij kan je stellen dat alcohol ingebed is in onze cultuur. 1.3 Alcoholmisbruik 1.3.1 Prevalentie Alcoholgebruik is in de meeste landen sociaal aanvaard, vooral in de Westerse landen. In tegenstelling tot andere drugs heeft alcohol een legale status (Delargy, et al., 2010). Alcoholism is hidden because it s legal it s swept under the carpet (Delargy, et al., 2010, p. 4). Het misbruik van alcohol wordt als onschuldig beschouwd in onze maatschappij. Dit is wel contradictorisch met het feit dat alcoholmisbruik als één van de belangrijkste oorzaken van gezondheidsproblemen geduid wordt (Room, Babor, & Rehm, 2005; WHO, 2011). Het is dan ook geen verrassing dat het aantal mensen met een alcoholprobleem redelijk hoog ligt. In Europa zijn er ongeveer 23 miljoen mensen met een alcoholprobleem (WHO, 2011). Jaarlijks sterven wereldwijd 2,5 miljoen mensen door schadelijk alcoholgebruik. Mannen hebben meer met dit probleem te kampen dan vrouwen, respectievelijk in 5% en 1% van de gevallen. In de leeftijdsgroep 45-65-jarigen is er in vergelijking met andere leeftijdsgroepen het grootste aantal problematische alcoholgebruikers terug te vinden. Wat betreft risicofactoren voor lijden of ziekte staat alcoholmisbruik wereldwijd op drie. In Europa staat alcoholmisbruik zelfs op de tweede plaats (WHO, 2011). Jammer genoeg wordt de aanpak van het probleem minder prioritair behandeld dan andere gezondheidsrisico s die weliswaar minder voorkomen. In de toekomst wordt verwacht dat mensen (nog) meer alcohol zullen drinken en dat dus ook de hiermee gepaard gaande ziektelast nog zal toenemen (Rehm et al., 2003). In België heeft ruim 5% van de bevolking een alcoholgerelateerd probleem (Matthys, 2000). Dat zijn in totaal meer dan 500.000 Belgen. Huisartsen stellen gemiddeld bij 10% van hun patiënten dergelijke problemen vast, vaker bij mannen (19%) dan bij vrouwen (4%). Vrouwen drinken wel vaker thuis en hebben een regelmatiger drinkpatroon dan mannen. Het blijkt ook dat vrouwen alcohol gaan combineren met medicatie. Vrouwen met een alcoholprobleem zoeken minder snel hulp dan mannen met een alcoholprobleem. 5

Volgens de Belgische gezondheidsenquête van 2008 uitgevoerd door het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid (WIV) kunnen in Vlaanderen 10% van de personen die alcohol drinken (waarvan 13% mannen en 6% vrouwen) beschouwd worden als problematische alcoholgebruikers, dit op basis van de zogeheten CAGE-criteria (Cut down, Annoyed, Guilty, Eye-opener) (De Donder, 2011; WIV, 2008). 1.3.2 Stadia in de ontwikkeling van een alcoholprobleem Alcoholproblemen ontwikkelen zich aan de hand van een geleidelijk proces (Van Nes, 2004). Vooraleer men kan spreken van een alcoholprobleem zijn er reeds andere fasen doorlopen. Hoe lang elke fase duurt, is afhankelijk van persoon tot persoon. Eén ding is zeker een alcoholprobleem heb je niet van de ene dag op de andere. Hieronder volgen de verschillende fasen die plaatsvinden in het proces van de ontwikkeling van een probleem zoals bijvoorbeeld alcoholafhankelijkheid. Experimenteren: Experimenteergedrag wordt veroorzaakt door nieuwsgierigheid (Van Nes, 2004). Men gaat experimenteren voor de kick. Dit komt vooral voor in de puberteit, hier is groepsdruk natuurlijk een belangrijke factor. Geïntegreerd gebruik: In de volgende fase duiken er nog steeds geen problemen op bij het gebruik (Van Nes, 2004). Het middel wordt gebruikt in het bijzijn van bepaalde mensen of op bepaalde gelegenheden. In deze fase is er geen directe schade en wanneer de gebruiker wil stoppen treden er geen ontwenningsverschijnselen op. Wanneer we hierbij naar alcohol kijken, zijn velen dus sociale of geïntegreerde gebruikers. Excessief gebruik: Wanneer het alcoholgebruik een gewoonte geworden is, spreekt men van excessief gebruik (Van Nes, 2004). Hierbij wordt alcohol steeds belangrijker in het leven van die persoon. Er worden ook steeds meer problemen gesignaleerd op verschillende domeinen (school of werk, justitie, thuis, relationeel, financieel, ). Stoppen of verminderen van het gebruik wordt in deze fase al moeilijk. Afhankelijkheid: Dit is de laatste fase (Van Nes, 2004). De persoon is niet meer in staat om te functioneren zonder alcohol. Zijn denken en doen worden volledig bepaald door alcohol, zelfs de belangrijke levensdomeinen zijn van minder belang. In deze fase kan men zowel geestelijk als lichamelijk afhankelijk zijn. Een alcoholprobleem is een chronische aandoening geassocieerd met een hoog risico op herval (Arbour, Hambley, & Ho, 2011). Studies hebben aangetoond dat herval meestal plaatsvindt in het eerste jaar na de behandeling. Sommige studies geven zelf weer dat herval meestal (60-80 %) gebeurt 3 à 4 maanden na de behandeling. Deze periode van kwetsbaarheid voor herval wordt 6

toegeschreven aan een gebrek aan aangepaste coping skills en een onderontwikkelde mogelijkheid om gezonde beslissingen te nemen eerder in het herstelproces. De meest voorkomende oorzaken van herval bij personen met een alcoholprobleem zijn hoge spanningsniveaus, gebrek aan zelfvertrouwen, een te kort aan copingstrategieën en ontbrekende sociale steun (Emmelkamp & Vedel, 2006). 1.3.3 Kenmerken van een alcoholprobleem In de The fourth edition of Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM IV) (zie bijlage 1) worden een aantal kenmerken omschreven aan de hand waarvan de diagnose alcoholmisbruik en alcoholafhankelijkheid kunnen gesteld worden. Alcoholmisbruik kan een grote impact hebben op een persoon (Brysbaert, 2006). Het kan ondermeer alle organen in het lichaam beschadigen. Alcoholmisbruik kan na verloop van jaren resulteren in alcoholafhankelijkheid. Zowel psychische als fysieke afhankelijkheid kan optreden bij alcoholafhankelijkheid (Van Broekhoven, 2001). Andere belangrijke kenmerken zijn controleverlies en tolerantie. Bij alcoholafhankelijkheid hunkert de persoon voortdurend naar alcohol (psychische afhankelijkheid). Dit kan zo ver leiden dat alcohol zijn volledige leven bepaalt: eerst de zoektocht naar alcohol, dan het drinken van alcohol en vervolgens de schade herstellen die de alcohol aangericht heeft. Dit kan zowel een roes uitslapen zijn als problemen oplossen die veroorzaakt werden onder invloed van alcohol. Bij fysieke afhankelijkheid reageert het lichaam door een verminderde of gestopte toevoer van alcohol, de persoon functioneert niet echt meer zonder alcohol. Het is wel vaak moeilijk om psychische en fysieke afhankelijkheid van elkaar te scheiden. Onder het kenmerk controleverlies kan men verstaan dat de persoon die alcoholafhankelijk is, niet meer in staat is om stop te zeggen tijdens het drinken. Het laatste grote kenmerk is tolerantie: omdat de persoon met een alcoholprobleem constant drinkt, treedt er gewenning op. Het lichaam wordt tolerant voor alcohol en heeft dus steeds meer alcohol nodig om hetzelfde effect te bekomen. Tegenwoordig is er ook een wijziging in de theoretische inzichten met betrekking tot de visie op afhankelijkheid (Van den Brink, 2005). Afhankelijkheid van een middel wordt via het paradigma van de recidiverende hersenziekte bekeken. Bij een alcoholprobleem spelen twee neurotransmittersystemen een belangrijke rol namelijk dopamine en Gamma-aminoboterzuur (GABA) (Enoch, 2006). Dopamine wordt gerelateerd aan het beloningseffect bij het gebruik van alcohol en GABA speelt een rol bij het verdovingseffect en het tolerantieaspect. Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat het niveau van inhibitie en het niveau van beloning verstoord is bij personen met een alcoholprobleem (Van den Brink, 2005). Vanuit deze beeldvorming gaat men zich bij de behandeling meer focussen op medicatie en gedragstherapie. 7

Mede door de impact van reclame door de alcoholindustrie wordt het aantal mensen, die lijden door alcohol, almaar groter (Casswell, 2011). Hierbij gaat het om personen die zelf een alcoholprobleem hebben of mensen die ermee samen leven. De achteruitgang van gunstige patronen van alcoholgebruik bij jonge mensen in Europa werd onder andere ook gerelateerd aan agressieve marketing ten opzichte van de jongeren in onze maatschappij (Rehm et al., 2003). De rolmodellen en situaties die in de publiciteit aan bod komen, promoten zeker geen laag tot gematigd drinkgedrag. Integendeel, drinken wordt gepromoot als een levensstijl die geassocieerd wordt met recreatie, plezier, feesten en andere avondactiviteiten. Natuurlijk is het niet enkel reclame die invloed heeft op het alcoholgebruik. Er zijn verschillende determinanten die bepalen of iemand al dan niet en in welke mate alcohol drinkt (Pos & Hekkink, 2004). Er zijn drie soorten factoren die een invloed kunnen uitoefenen op het ontwikkelen van een alcoholprobleem: sociaal-demografische (bijvoorbeeld: leeftijd en geslacht), individuele (bijvoorbeeld: opvoedingsfactoren en persoonlijkheid) en sociale factoren (bijvoorbeeld: sociale normen en sociale druk). 1.3.4 Mens-Middel-Milieu Figuur 1: De Maeseneire & Vandenberghe, 2003: MMM-schema. Een alcoholprobleem wordt gezien als een ziekte met verschillende oorzaken (zie figuur 1). Een samenspel van aangeboren elementen, aangeleerde zaken en invloeden van het milieu liggen aan de basis van de ontwikkeling van een alcoholprobleem (Goldman & Roehrichn, 1995). Het onstaan en het ontwikkelen wordt dus bepaald door drie elementen: Mens, Middel en Milieu (Broekaert & Vanhove, 2005). Het model voor de ontwikkeling van een alcoholprobleem is multifactorieel 8

(Goldman & Roehrichn, 1995). De factor Mens houdt in dat individuele kenmerken en genetische overdraagbaarheid een invloed kunnen hebben op het al dan niet ontwikkelen van afhankelijkheid (Broekaert & Vanhove, 2005). Bij de tweede factor namelijk Middel beschrijft men dat de potentiële kans op afhankelijkheid sterk afhankelijk is van het soort middel dat gebruikt wordt. Bij het ene middel is er echter vlugger kans op het creëren van afhankelijkheid dan bij de andere substantie. Milieu vormt het derde aspect binnen dit model. Hierbij verwijst men naar het feit dat het gezin van herkomst en de ruimere omgeving een grote invloed kunnen hebben op het ontwikkelen van afhankelijkheid van een middel zoals alcohol. Zowel een positieve als een negatieve impact kan uitgeoefend worden op de persoon in kwestie. De genetische heterogeniteit en de omgevingsinvloeden worden gecombineerd op een ongekende manier (Johnson & Leff, 1999). Kinderen van ouders met een alcoholprobleem lopen door deze genetische factor dus meer risico op het ontwikkelen van een alcoholprobleem. We komen nog terug op het mens-middel-milieu model in het onderdeel kind van een ouder met een alcoholprobleem, meer specifiek in het tweede hoofdstuk onder de titel 2.1 Erfelijkheid. 1.3.5 Gevolgen van een alcoholprobleem 1.3.5.1 Gezondheid: ziektes en aandoeningen Problematisch alcoholgebruik heeft een invloed op het functioneren van het lichaam en dit in vele verschillende delen en functies van ons lichaam (Möbius, 2009; Van de Stel & Van der Keuken, 1992; William, Miller, & Munõz, 2008). De risico s voor de gezondheid zijn groot en bijgevolg bestaat er een oorzakelijk verband tussen alcohol en ongeveer zestig ziektes en aandoeningen. Hieronder geven we een korte uitleg bij de meest voorkomende ziektes of aandoeningen. De lever heeft een belangrijke functie bij de afbraak van alcohol. Dat de lever dan ook veel te lijden heeft bij overmatig alcoholgebruik is dus een logisch gevolg (Butterworth, 2004). Verder zijn er verschillende effecten van alcohol op het hart- en vaatstelsel. Hierbij kan alcoholmisbruik drie verschillende problemen veroorzaken: problemen met de bloeddruk, Cerebro Vasculair Accident of beroerte en een ontwikkeling van coronaire hartziekten. Een ontsteking van het maagslijmvlies (gastritis) is ook een gevolg van overmatig gebruik van alcohol (Möbius, 2009). Een ontsteking van de alvleesklier (pancreatitis) vindt men terug bij chronische gebruikers van alcohol. Doordat personen met een alcoholprobleem vaak alcohol nuttigen, in plaats van het innemen van een voedzame maaltijd, treden er voedingstekorten op (Towsend, 1998). Na een tijd worden verschillende symptomen zichtbaar en het lichaam verzwakt. Het gebruik van grote hoeveelheden alcohol op regelmatige, chronische basis wordt gekoppeld aan een verhoogd risico op kanker (Möbius, 2009). Polyneuropathie wordt vooral veroorzaakt door langdurig alcoholgebruik (Kerssemakers, Van Meerten, Noorlander, & Vervaeke, 2008). Door een dagelijks gebruik van ongeveer acht glazen en 9

dit over een lange tijd, worden vooral de lange zenuwen aangetast. Pijnlijk, branderig gevoel in voeten en handen, uitvalverschijnselen bij vingers en tenen en verlammingen, vooral in de onderbenen, zijn gevolgen van polyneuropathie. Alcohol kan ook een direct effect hebben op de hersenen en op het zenuwstelsel (Möbius, 2009). De hersenen kunnen onder andere krimpen, de hoeveelheid witte stof kan afnemen en ook neuronen kunnen verloren gaan. Concentratie- en geheugenstoornissen komen voor en het korte termijngeheugen kan zware schade oplopen. Het Korsakow syndroom en hepatische encephalopathie zijn twee voorbeelden van ziektebeelden die het gevolg zijn van het excessief gebruik van alcohol (Emmelkamp & Vedel, 2006). De effecten die alcoholgebruik heeft op vrouwen met betrekking tot de zwangerschap kunnen ingedeeld worden in drie luiken: voor de zwangerschap, tijdens de zwangerschap en na de zwangerschap door het geven van borstvoeding (Möbius, 2009). 1.3.5.2 Sociale gevolgen 1.3.5.2.1 Voor de persoon met een alcoholprobleem De persoon met een alcoholprobleem kan door het alcoholmisbruik op vlak van werk, financiën, justitie, relaties, het sociaal functioneren en beheersen van agressie problemen ervaren (Geirnaert & Lambrechts, 2004). Deze mogelijke probleemgebieden komen hieronder verder aan bod. Meerdere aspecten vloeien voort uit het overmatige alcoholgebruik van een werknemer (Anderson & Baumberg, 2006; Bennett & Lehman, 1998; Jex, 2002). Stress en frustratie voor zijn collega s, ziekteverzuim, negatieve invloed op de kwantiteit en de kwaliteit van het werk, een verhoogde kans op een werkongeval en een verhoogd risico op werkloosheid zijn voorbeelden van mogelijke gevolgen van alcoholmisbruik met betrekking tot de werkvloer. Een alcoholprobleem kan ook een invloed hebben op de financiële toestand. Dit kan veroorzaakt worden door leningen en schulden, behandelingskosten en inkomensverlies (Copello, Templeton, & Powell, 2010; Turning Point, 2011). De justitiële gevolgen kunnen hieraan gekoppeld worden: ook de kosten van politie, rechtspraak, rechtshulp, gevangenis, diefstal en de kosten van vernielingen en de schade die personen met een alcoholprobleem in het verkeer kunnen aanrichten, zijn voor sommigen een financiële aderlating (Geirnaert & Lambrechts, 2004). Als de partner de persoon met een alcoholprobleem confronteert met zijn overmatig alcoholgebruik, kunnen er conflicten en discussies ontstaan binnen de relatie (Matthys, 2000). De kans bestaat dat de partner de persoon verlaat, al dan niet met de kinderen. Emmelkamp en Vedel (2002) stellen dat middelenmisbruik gerelateerd is met huwelijksproblemen. Eén van de voornaamste redenen voor echtscheidingen in veel landen is het overmatig gebruik van alcohol. 10

Uit studies is gebleken dat alcoholgebruik recht evenredig in verband gebracht wordt met agressiegevallen (De Donder, 2006). Hierbij moet de opmerking gemaakt worden dat er grote individuele verschillen zijn. Er zijn personen waarbij alcohol net slaperigheid of joviaal gedrag naar boven brengt. Voorgaande kan ook gevolgen hebben voor het gezin van de persoon met een alcoholprobleem, hieronder geven we de gevolgen voor het gezinssysteem uitgebreider weer. 1.3.5.2.2 Voor het gezin Als de persoon met een alcoholprobleem een partner en/of kinderen heeft, kunnen voorgaande gevolgen een rechtstreekse of onrechtstreekse invloed hebben op hen. Een alcoholprobleem ontstaat niet plots, maar sluipt traag en stil binnen in een gezin (Bowles, 1968). Op het moment dat het probleem gezien wordt in het gezin zijn er meestal reeds grote littekens aanwezig bij ieder gezinslid. Elke persoon met een alcoholprobleem heeft minstens op nog twee andere personen effect (Templeton & Velleman, 2007). Een ouder die drinkt is bijvoorbeeld even schadelijk voor een kind als een ouder die drugs neemt (Delargy et al., 2010). Bij het gebruik van alcohol heeft de locatie, waar gedronken wordt, een verschuiving gemaakt namelijk van het publiek domein naar de huiselijke omgeving. Ten gevolge hiervan worden kinderen meer geconfronteerd met het alcoholmisbruik van de ouder. Het alcoholgebruik van de ouder(s) kan de kinderen in een biologisch, psychologisch- en omgevingsrisico plaatsen (Johnson & Leff, 1999). Vele studies ondersteunen het geloof dat deze kinderen kwetsbaar zijn voor een reeks van problemen. Dit kunnen gedragsproblemen, psychologische problemen, cognitieve tekorten of neuropsychologische tekorten zijn. Een ouder met een alcoholprobleem heeft niet enkel een invloed op het kind, maar op het hele gezinssysteem. In het volgende literatuurgedeelte leggen we echter de focus op de invloeden en de gevolgen voor de kinderen van ouders met een alcoholprobleem. 11