Evaluatie. van de Vlaamse Startersdag SAMENVATTING

Vergelijkbare documenten
Evaluatie van Open Bedrijvendag

Evaluatie van de Dag van de Klant

Inleiding

Inleiding

Evaluatie. van het DREAM-project SAMENVATTING

Inleiding

Het Dream-project wordt sinds 2002 op ad-hoc basis gesubsidieerd.

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus Brussel

Vlaamse overheid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35, bus Brussel

VR DOC.0161/1

Evaluatie De wereld aan je voeten! Kiezen voor wetenschap, technologie en ondernemen in a global world.

Zelfevaluatie op te stellen door Innovatiecentra en. dit in het kader van de eindevaluatie van de Innovatiecentra

Rise- Innovatieve start-ups

nr. 508 van GRETE REMEN datum: 13 april 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Project Maak werk van je zaak - Stand van zaken

Kredietverlening aan zelfstandigen en ondernemingen - Stand van zaken

Evaluatie Stichting Onderwijs & Ondernemen

Evaluatie van de Vlaamse wetenschappelijke Olympiades Ontwerp Plan van aanpak

MAATWERKAFDELING - AANVRAAG VAN EEN CONTINGENT AAN WERKONDERSTEUNENDE MAATREGELEN

Evaluatie Odysseusinitiatief. Volledige naam

Evaluatie Actieplan Ondernemerschap plan van aanpak

Transitiereglement voor de subsidiëring van culturele projecten met een regionale uitstraling

Evaluatie DREAM-project. Studiedienst en Prospectief Beleid Departement Economie, Wetenschap en Innovatie

Steun aan jonge innovatieve ondernemingen

SUBSIDIE VAN DE PROVINCIE ANTWERPEN VOOR EEN CULTUURPROJECT EN CULTUURWERKING: Intergemeentelijke culturele samenwerking

Oproep en aanvraagformulier tot erkenning en subsidiëring als mobiel aanbod aan taal- en ontwikkelingsstimulering in de voor- en vroegschoolse periode

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Evaluatie National Contact Point (NCP) werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma (VCP)

1. Aanleiding voor de evaluatie

Ontwerp Plan van aanpak Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Afdeling Onderzoek

TRANSITIEREGLEMENT VOOR CULTURELE PROJECTEN MET EEN BOVENLOKALE UITSTRALING

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de cofinanciering van onderzoek en ontwikkeling in het kader van overheidsopdrachten

Subsidieoproep voor groepsgericht aanbod opvoedingsondersteuning door vrijwilligers, gericht op gezinnen met kinderen of jongeren met specifieke

VR DOC.0290/1BIS

Evaluatie Volkssterrenwachten Ontwerp Plan van aanpak

KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK FACULTATIEVE OPDRACHT PRIORITEITENBELEID. Resultaten

Projectoproep Overkop Huizen voor Jongeren Infosessie 17/1/2017

WKK-barometer najaar. Zwartzustersstraat 16, bus Leuven

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1230/1TER

Evaluatie Vlaamse Jonge Ondernemingen vzw

Rapport evaluatie speeddaten met uitzendbureaus op de vestigingen van het WERKbedrijf

DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE en SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Bijzondere projectsubsidies socio-culturele projecten

Sectorconvenant tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de naam sector (PC sector)

ERKENDE, NIET-GESUBSIDIEERDE SPORTFEDERATIES

Resultaten van de maturiteitsscan procesoptimalisatie in de publieke sector

Graag wens ik een actuele stand van zaken te verkrijgen met betrekking tot het aanbod van voorzieningen voor ouderen in woonzorgcentra.

VR DOC.0658/1

WKK-barometer december. Zwartzustersstraat 16, bus Leuven

Evaluatie van de steunverlening voor bedrijventerreinmanagement. Netwerkbijeenkomst

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

PIJLER 4: Evaluatie en monitoring (Fiche 23)

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

FAQ. Decreet bovenlokale cultuurwerking Subsidie voor bovenlokale cultuurprojecten

Het Participatiefonds Vlaanderen biedt vanaf 1 juli 2014 volgende kredietformules aan:

Evaluatie Orpheusinstituut Ontwerp Plan van aanpak Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Afdeling Onderzoek

Artikel 2 De subsidies worden toegekend per werkjaar. Een werkjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december.

Krijtlijnen communicatiestrategie betreffende evaluaties/evaluatierapporten Afdeling Strategie en Coördinatie

Evaluatie Stichting Onderwijs & Ondernemen en Vlaamse Jonge Ondernemingen vzw

nr. 709 van MARTINE TAELMAN datum: 13 september 2016 aan PHILIPPE MUYTERS Dienstenchequeondernemingen - Opleidingsfonds

EWI Dag van de Klant. Zelfstandige ondernemers. Roland Van Gompel & Sandra Jansen Research Managers (Indigov) Wouter Samyn Research Director (Indigov)

1. Graag had ik volgende gegevens ontvangen betreffende de arbeidsmigratie in de social profit:

Situering Wat biedt het Meetinstrument Centrumbeheer (MICB)? Concrete toepassing van het meetinstrument Uitvoering: rol gemeente en rol RESOC MWVL

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.1268/2

HET BRUSSELS GEWEST ONDERTEKENT DE EERSTE INSCHAKELINGSCONTRACTEN!

Algemene informatie. tegemoetkoming reis-, verblijf- transportkosten. Kunstendecreet. over de. in de. en in het kader van het.

nr. 285 van LORIN PARYS datum: 25 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Justitiehuizen - Werklastmeting

a) Hoeveel aanvraagdossiers werden in de periode jaarlijks ingediend voor de Innovatiemezzanine? Over hoeveel ondernemingen gaat het?

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de cofinanciering van onderzoek en ontwikkeling in het kader van overheidsopdrachten

DE VLAAMSE SOCIALE ECONOMIE IN 2016

Hoofdstuk 2. Voorwaarden voor de specifieke dienstverlening

nr. 556 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 4 mei 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Overdrachten familiebedrijf - Stand van zaken

Reglement Innovatieve partnerprojecten

Verloop beoordeling opmaak overeenkomst

Bevraging Management. De Vlaamse overheid. Resultaten

KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK FACULTATIEVE OPDRACHT PRIORITEITENBELEID. Resultaten

VLAAMS MINISTERIE VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN

AFSPRAKENNOTA tussen OCMW-RAAD en MANAGEMENTTEAM

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

Aanvraag van subsidies voor projecten toegankelijkheid sport en jeugdwerk voor kinderen in armoede

ADVIES ONTWERPBESLUIT AANPASSINGSPREMIE VOOR WONINGEN

Richtlijn in kader van controle Loontoelage TWE (versie 26/09/2018)

Reguleringsimpactanalyse voor Pendelfonds: ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering

Nota Veegplannen 2014 gemeente Valkenswaard

Beleidsnota s Infosessies 24 en 26 mei 2016

Polsslag Ondernemend Limburg januari 2016

RAPPORT. Is er werk na Ford? De Limburgse arbeidsmarkt eind OKTOBER VKW Limburg & UNIZO-Limburg 1

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0085/1

Subsidieregeling evenementen en culturele activiteiten gemeente Schiedam 2017

Experimenteel reglement: Innovatieve partnerprojecten

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Wat houdt een cofinanciering door het Europees Sociaal Fonds in?

Algemene informatie Tegemoetkoming reis-, verblijf- transportkos- ten in het kader van het kunstendecreet

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Transcriptie:

Evaluatie van de Vlaamse Startersdag SAMENVATTING Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel 26 november 2009

Samenvatting Sinds 2003 organiseert Unizo jaarlijks een Vlaamse Startersdag. Het initiatief richt zich tot kandidaat-starters met vage tot heel concrete plannen, starters die een zaak wensen over te nemen, pas gestarte ondernemers, laatstejaarsstudenten en schoolverlaters met ideeën rond een mogelijke opstart, werkzoekenden die een eigen zaak willen opstarten en werknemers of kaderleden die zich wensen te heroriënteren. De Vlaamse Startersdag is het geheel van evenementen in iedere Vlaamse provincie bestaande uit een startersmarkt waar de kandidaatstarters aanbieders van diensten kunnen treffen voor advies of een persoonlijk gesprek, infosessies en netwerkcafés, een bijhorende communicatiecampagne en de uitgave van een Startersatlas. Sinds 2004 wordt de Vlaamse Startersdag op ad-hoc basis gesubsidieerd door de Vlaamse minister van Economie, Ondernemen, Wetenschap, Innovatie en Buitenlandse Handel en dit in het kader van de stimulering van ondernemerschap en ondernemerszin bij brede lagen van de bevolking. In 2003 werd er ook een subsidie verleend, maar dan door de Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme. De aanleiding voor deze evaluatie is een combinatie van verschillende elementen, enerzijds het Actieplan Ondernemerschap 2008 1 en anderzijds de vraag van de minister 2 om alle ad-hoc dossiers die de stimulering van het ondernemerschap als voorwerp hebben te evalueren. In het Actieplan Ondernemerschap 2008 wordt de noodzaak van grondige evaluaties van individuele acties uit het actieplan vermeld en dit vooral om t.o.v. die acties meer gefundeerde en structurele beslissingen te kunnen nemen betreffende het al dan niet financieren aldus moet een effectiever en efficiënter beleid tot stand komen. De evaluatie van de Vlaamse Startersdag past in dit kader. Daarnaast had de minister in mei 2007 per brief aan het Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (Departement EWI) gevraagd om alle ad-hoc subsidiedossiers die de bevordering van ondernemerschap als voorwerp hebben te evalueren. De veelheid aan initiatieven die op een ad-hoc basis in dit kader worden gefinancierd in combinatie met de korte termijn waarop deze evaluatie werd gevraagd, heeft tot gevolg dat de afdeling Strategie en Coördinatie een korte analyse heeft gemaakt van de verschillende initiatieven en aanbevelingen heeft geformuleerd voor een betere inpassing er van, eerder dan een doorgedreven evaluatie uit te voeren. Deze analyse en aanbevelingen werden onder de vorm van een rapport getiteld Evaluatie van ad-hoc initiatieven Ondernemerschap (d.d. 05.10.2007) aan de minister overgemaakt. N.a.v. dit rapport werd de evaluatie van (een aantal van) deze ad-hoc dossiers opgestart of in het vooruitzicht gesteld. Zo werd in 2008 o.m. het DREAM-project 3 al geëvalueerd. Voor 2009 is o.m. voorzien in de evaluatie van de Vlaamse Startersdag. De resultaten van de evaluatie van de Vlaamse Startersdag kunnen een basis vormen voor de beslissing over het al dan niet verder zetten van de financiële ondersteuning van dit initiatief door de minister van Ondernemen én inzichten geven in de manier waarop dit bij voorkeur dient te gebeuren. 1 http://ewi-vlaanderen.be/ewi/index.php?id=487 2 Nota van 08.05.2007 (nr. 17AA-I-07-0948) 3 Zie ook www.ewi.vlaanderen.be/beleidsevaluatie

De evaluatie bestaat uit twee grote luiken, met name een kwalitatief luik en een kwantitatief luik. Voor de uitvoering van beide luiken werden verschillende methoden gebruikt: Deskstudie (gebaseerd op alle beschikbare documenten). Er werd hierbij o.m. gebruik gemaakt van de resultaten van de jaarlijkse bevragingen die door Unizo steeds zijn georganiseerd. Bevraging van de doelgroep om de tevredenheid, het effect en de impact van het initiatief te kunnen bepalen (en dit i.s.m. Unizo zie ook hoger). Deze extra bevraging werd opgenomen in de bevraging georganiseerd door Unizo één week na de Vlaamse Startersdag. Interviews met de organisatoren van het initiatief en de dossierbehandelaars. Een plaatsbezoek tijdens het evenement. Onderhavig rapport is het resultaat van de evaluatie. De belangrijkste conclusies en aanbevelingen met betrekking tot het project worden hieronder weergegeven. Deze conclusies en aanbevelingen worden uitgebreider toegelicht in het rapport en specifiek in onderdeel 7. De Vlaamse Startersdag is als evenement gedurende de verschillende edities steeds uitgebreid en heeft nog potentieel om te groeien Het concept van de Vlaamse Startersdag is over de jaren heen weinig fundamenteel gewijzigd, alhoewel er wel een continue evolutie merkbaar is. Zo zijn er over de edities wel aanpassingen -en dan voornamelijk uitbreidingen- van het initiatief geweest. Het gaat hier om -al dan niet beperkte- uitbreidingen in de aangeboden formules, aantal behandelde thema s, doelstellingen en aanpassingen aan de locaties en de communicatiemethoden, enz. De meeste aanpassingen zijn gebaseerd op ervaringen uit het verleden. Er dient bij het doorvoeren van aanpassingen wel voldoende aandacht besteed te worden aan de consequentie hiervan. Het uitbreiden van de doelstellingen naar het brede publiek, is momenteel niet consequent met de doelgroepomschrijving van de organisatoren. Het is opmerkelijk dat er toch vooral elementen bijkomen en er erg weinig bestaande elementen afgeschaft of vervangen werden. Het is aan te raden om bij pogingen om het evenement te verbeteren steeds kritisch te blijven staan ten opzichte van het gehele evenement. Dit wil zeggen dat men ook open dient te staan om bepaalde elementen af te schaffen en niet enkel naar uitbreidingen zoekt. De continue uitbreiding van het evenement hangt natuurlijk ook samen met het deelnemersaantal. Het totale jaarlijkse deelnemersaantal van de Vlaamse Startersdag kent een stijgende tendens over de edities heen. Enkel in 2009 is er een kleine daling merkbaar. Van 2003 naar 2009 is er meer dan een verdubbeling van de deelnemers merkbaar. Er zijn verschillende elementen die aangeven dat er echter nog potentieel is om te groeien wat betreft het deelnemersaantal. De (subsidie aan de) Vlaamse Startersdag is over de jaren heen duidelijk een routinedossier geworden Naast de jaarlijkse veranderingen is er toch ook een zekere routine merkbaar betreffende de Vlaamse Startersdag en dit zowel bij de organisatoren als bij de subsidiërende overheid.

Deze routine is duidelijk merkbaar in het aanvraagdossier, de aanvraag van advies aan Inspectie van Financiën, enz. Naast een aantal ervaringsvoordelen brengt dit ook een aantal gevaren met zich mee. Zo zijn er kleine onzorgvuldigheden en dit zowel van de kant van de overheid als van de organisatoren, zoals verkeerde jaartallen in het aanvraagdossier. Daarnaast zijn er ook fundamentelere elementen die minder kritisch dan bij een nieuw dossier bekeken worden en men eerder als een vanzelfsprekendheid beschouwt. Zo gaan de organisatoren er steeds van uit dat de gevraagde subsidie wordt toegekend. De erg late toezegging van de overheid, weliswaar mede veroorzaakt door de late indiendatum van de aanvraag, maakt deze redenering dan weer noodzakelijk. Daarnaast worden ook de subsidiegrootte of de doelstellingen die de overheid met de subsidiering nastreeft, niet meer in vraag gesteld. Zo zijn de beleidsdoelstellingen vrij algemeen aangegeven in de Ministeriële Besluiten. Het is aangewezen om deze te verfijnen in meer operationele doelstellingen en het evenement, indien passend, hierin onder te brengen. Dit is al ten dele gebeurd in de Actieplannen Ondernemerschap sinds 2008, maar kan nog geoptimaliseerd worden. De koppeling van operationele doelstellingen aan specifieke indicatoren is hier een mogelijkheid. De aldus uitgewerkte doelstellingen en indicatoren dienen ook zo in het Ministerieel Besluit worden opgenomen. Dit zou de verwachtingen van het beleid specifieker en duidelijker maken. Ook voor de monitoring en (jaarlijkse) evaluatie zou dit een meerwaarde zijn. Ook de doelstellingen van de organisatoren voor de Vlaamse Startersdag kunnen herbekeken worden. Deze zijn meervoudig en reeds jaren quasi ongewijzigd. Het is opvallend dat deze doelstellingen erg dicht bij elkaar liggen en elkaar vaak zelfs grotendeels overlappen. Het beperken van het aantal doelstellingen in combinatie met een verduidelijking zou een verbetering zijn. De dataverzameling door de organisatoren voor de Vlaamse Startersdag moet beter kunnen Hoewel er heel wat gegevens beschikbaar waren in de dossiers van de Vlaamse Startersdag voor deze evaluatie en deze een grote meerwaarde betekenden voor de evaluatie, moet de dataverzameling verbeterd worden. Ondanks de grote consistentie in het evenement is dit immers niet steeds het geval in de dataverzameling. Zo zijn er gegevens verloren gegaan, zijn de gegevens die men per editie verzamelt verschillend, worden er afhankelijk van het rapporteringsdocument (licht) verschillende cijfers vermeld voor hetzelfde, enz. Ook de consequentie in de bevragingen is momenteel niet ideaal. In de eerste plaats zijn er verschillen van editie tot editie in de vraagstelling. Hoewel het vaak niet om grote wijzigingen gaat, is er hierdoor toch een gevaar op een licht andere interpretatie van de vraagstelling, wat mogelijk de antwoorden beïnvloedt. Daarnaast worden ook de antwoordcategorieën niet consequent gebruikt wat het vergelijken bemoeilijkt. In de tweede plaats zijn er verschillen in de verwerking tussen de verschillende edities. Vooral in de bevraging na 6 maanden is dit het geval. De weergegeven cijfers van deze bevraging zijn afhankelijk van de editie op een andere basis gebaseerd. De achterliggende redenen voor al deze wijzigingen zijn vaak niet gemotiveerd en vandaag niet meer te achterhalen. Ten derde is ook het goed bewaren van de gegevens een probleem. Sommige data zijn verloren gegaan omwille van technische redenen met name omschakeling naar een ander verwerkingsprogramma.

Het zou de betrouwbaarheid van de gegevens ten goede komen indien bovenstaande knelpunten in de toekomst aangepakt worden. Daarnaast wordt er voorgesteld om de betrouwbaarheid van de bevragingen te verhogen (of te controleren) door het invoeren van een profiel bij de bevragingen. Het kennen van het exacte profiel van de bezoekers en van de respondenten is een absolute noodzaak voor de controle van de betrouwbaarheid van de data. Het correct verzamelen van het profiel van enerzijds de bezoekers en anderzijds de respondenten is een eerste stap om de betrouwbaarheid en representativiteit van de data te controleren. Momenteel kan dit niet nagegaan worden. Tot slot zal er in de toekomst ook een extra inspanning nodig zijn voor het behoud van een voldoende grote groep respondenten. De responsgraad daalt immers jaarlijks. Naast deze suggesties tot verbetering dient eveneens gemeld dat het uitvoeren van twee bevragingen met een vaste timing een mooie bron van informatie biedt. Na het verhogen (of vastleggen) van de betrouwbaarheid dient de subsidiërende overheid te bekijken hoe deze verkregen informatie optimaal gebruikt kan worden. Tot slot wordt er voorgesteld om de bijkomende kwantitatieve data met name omtrent de overlevingsgraad na 5 jaar, jaarlijks op te nemen. Weliswaar rekening houdend met een aantal elementen zoals de grootte van de basis zodat de betrouwbaarheid van de gegevens in de mate van het mogelijke gegarandeerd is. De overgrote meerderheid van de respondenten van de bevragingen 4 omtrent de Vlaamse Startersdag is tevreden tot zeer tevreden over zijn bezoek aan de Vlaamse Startersdag Over de verschillende edities heen was er steeds een grote meerderheid van de respondenten, (85% tot 92%), die aangaf dat de Vlaamse Startersdag helemaal of voldoende voldeed aan zijn verwachtingen. Ook wat betreft het aanbod -zowel op de startersmarkt, als betreffende de infosessies en het persoonlijk advies- is de grote meerderheid van de respondenten (heel) tevreden. Naast het aanbod zijn er ook tevredenheidsscores over de kwaliteit er van. De kwaliteit van zowel de startersmarkt als de infosessies en het persoonlijk advies wordt steeds door 77% tot meer dan 90% als (zeer) goed bevonden. Sinds 2008 wordt er ook gevraagd een globale tevredenheidsscore te geven. In 2008 gaf iets minder dan 80% van de respondenten de Vlaamse Startersdag een globale tevredenheidsscore van 80% tot 100%, voor 2009 is dit aandeel gedaald naar 69%. De globale tevredenheidsscores liggen dus in lijn met de voorgaande scores omtrent tevredenheid. Het dient weliswaar opgemerkt dat de scores op de verschillende onderdelen vaak iets minder gunstig liggen voor het laatste jaar, 2009. Dit is een aandachtspunt voor de toekomst. Wat betreft de tevredenheid over aanbod van de onderwerpen en de kwaliteit van het advies dient opgemerkt dat de respondenten iets meer tevreden zijn over het aanbod dan over de kwaliteit. 4 De hieronder weergegeven cijfers zijn herwerkte cijfers waar er geen rekening gehouden is met de antwoordcategorie geen antwoord. Gezien de grote verschillende in deze categorie was het noodzakelijk voor de vergelijkbaarheid de cijfers te herbereken.

De effecten van de Vlaamse Startersdag situeren zich vooral op het gebied van informatie-inwinning. Hoewel er effecten zijn bij een grote meerderheid van de deelnemers, is er ook nog ruimte voor verbetering op dit vlak. De effecten van de Vlaamse Startersdag situeren zich voornamelijk op het gebied van informatie-inwinning. 72% van de respondenten van de bevraging in 2009 geeft aan zich na het bezoek (veel) beter voorbereid te voelen om hun eigen zaak te starten. Daarnaast heeft 77% van de respondenten een antwoord op al of minstens op de meeste vragen gekregen. Aanvullend hierop is er 78% van de respondenten die aangeeft na het bezoek (veel) beter te weten waar men heen moet met zijn vragen. Hoewel de overgrote meerderheid dus een heel stuk geholpen is, is er nog ongeveer steeds 20% van de respondenten die zich niet beter voorbereid voelt, geen antwoord heeft gekregen op de meeste vragen en niet beter weet waar hij heen kan met vragen. Er is dus duidelijk nog ruimte voor verbetering op deze verschillende vlakken. Wat betreft overtuiging of motivatie geeft slechts een kleine helft van de respondenten aan na zijn bezoek (veel) meer overtuigd en/of gemotiveerd te zijn. In de aangegeven redenen blijkt duidelijk dat een groot deel van de respondenten reeds overtuigd zijn wanneer zij naar de Vlaamse Startersdag komen. Zij wensen voornamelijk informatie in te winnen. Bij een beperkt deel is er echter wel sprake van een boost. Ook wat betreft de tijdsbesparing scoort de Vlaamse Startersdag niet zo goed. Slechts 32% van de respondenten geeft aan de Vlaamse Startersdag een grote tijdsbesparing is. Het is nuttig dat de organisatoren de doelstellingen ook in dit licht eens kritisch bekijken. Het budget verdient extra aandacht Betreffende het budget van de Vlaamse Startersdag zijn er verschillende verbeterpunten. In eerste instantie wordt er aangeraden de totale kost te berekenen, inclusief de medewerkerskost van Unizo. Tot op heden werd dit nooit gedaan. Enkel zo kan men een correct en volledig beeld krijgen. Ten tweede moeten er betere en duidelijke definities gehanteerd worden voor de verschillende categorieën die men gebruikt onder de inkomsten met name verkoop, ruilovereenkomsten en sponsors. Ondanks de vrees van de organisatoren voor commercialisering is het vergroten van verkoop en/of sponsoring volgens de evaluatoren wel een reële optie. Dit kan mits goede afspraken met potentiële sponsors omtrent het niet-commerciële karakter een volwaardig alternatief zijn. Ook bij de uitgaven geldt deze richtlijn om consequenter met de onderverdelingen om te springen.

Een meer overwogen bijdrage van de Vlaamse overheid aan het project gebaseerd op objectieve indicatoren is nodig De financiële bijdrage die vanuit de Vlaamse overheid aan het project wordt gegeven, lijkt niet gebaseerd op welbepaalde argumenten of een bepaald (financierings)model. De financiële bijdrage dient weloverwogen te zijn en bij voorkeur verbonden te worden aan welbepaalde (en te bepalen) objectieve indicatoren. De huidige vereisten worden reeds jaren gebruikt en zijn aan herziening toe. Zo wordt de enige kwantitatieve indicator met name omtrent het totale deelnemersaantal jaarlijks ruimschoots gehaald. Hoewel hier een stijging in zit, is deze onvoldoende ambitieus opgesteld. Ook de consequentie wanneer dit streefcijfer niet behaald zou worden is op basis van de beschikbare documenten niet af te leiden. Daarnaast is het aanbevelenswaardig om een aantal bijkomende indicatoren op te nemen. Dergelijke indicatoren zouden kunnen zijn: specifieke doelstellingen over het deelnemersaantal op de sessies en bij de persoonlijke adviesgesprekken, maar ook bepaalde streefcijfers die meer zeggen over de kwaliteit. Betreffende de kwaliteit zijn mogelijke indicatoren: de algemene tevredenheid van de bezoekers, de tevredenheid over het aanbod en/of de kwaliteit van de verschillende formules, enz. Ook specifiek effectgerichte indicatoren kunnen opgenomen worden: streefcijfers omtrent het aandeel bezoekers dat aangeeft meer overtuigd te zijn, beter voorbereid te zijn of een antwoord op zijn vragen gevonden heeft, e.d. Ook Unizo geeft een aantal indicatoren weer die zij als wenselijk beschouwt. Hoewel deze een goede aanzet geven, zijn deze nog onvoldoende om zowel de kwaliteit als kwantiteit te garanderen. Ook de tweede en derde modaliteit moeten herbekeken. Zo kan men best een aantal kwaliteitseisen aan de organisatie van een enquête koppelen. Daarnaast is de opmaak van het eindrapport tot nu toe vooral een verplichting die op zich weinig nut heeft voor de organisator. Het kritisch bekijken van waaruit het eindrapport dient te bestaan, kan ertoe leiden dat dit ook voor de subsidiërende overheid meer meerwaarde biedt. Naast de vereisten dient ook de grootte en manier van uitbetalen van de subsidie herbekeken. De grootte van de subsidie is reeds lange tijd ongewijzigd, dit ongeacht het gegroeide deelnemersaantal en het gegroeide totaalbudget. De subsidie is relatief gezien over de jaren heen steeds kleiner geworden, zowel per deelnemer als in verhouding tot het begrote en effectief totaalbudget. 2009 is hier mogelijk een kentering maar dit is nog niet duidelijk. Zoals hierboven reeds aangegeven, is een koppeling van de grootte van de subsidie met deze elementen aangewezen. Een verhouding tussen de 25 en 30% subsidie van de Vlaamse overheid is hier realistisch. Het meest aangewezen is het invoeren van een vast en variabel deel. Ook de organisator is hiertoe bereid. Daarnaast is het jaarlijks op ad-hoc basis toewijzen van de subsidie niet ideaal. Dit is niet bevorderlijk voor het werken op lange termijn. Een driejaarlijkse subsidie (met vast en variabel deel) verbonden aan strikte indicatoren is het meest aangewezen. Tot slot dient ook de uitbetaling in twee schijven herbekeken en dit in functie van de nieuwe subsidievorm. Een opsplitsing in meerdere delen bv. drie schijven lijkt aangewezen in combinatie met een specifieke én realistische timing waarop deze schijven ten laatste kunnen gevraagd worden.