Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2

Vergelijkbare documenten
Naar de kern. Thema 1: De kern van het ondernemen ...

arbeidswet sociale partners sociaal overleg collectieve (cao) sector voor alle werknemers en werkgevers in een sector (bv. banken)

7,9. Samenvatting door een scholier 1248 woorden 29 september keer beoordeeld. Economie Samenvatting; de arbeidsmarkt

Samenvatting Economie Module 4, hoofdstuk 9-12

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6

6,4. Praktische-opdracht door een scholier 2064 woorden 24 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt

5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt H1 t/m H4

7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

H1: Economie gaat over..

Opnamekosten Boeterente, indien je je geld eerder opneemt dan de afgesproken looptijd dan moet je een boete rente betalen.

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5, Arbeidsmarkt

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

1.1 t/m 1.4 Ondernemen het combineren van productiefactoren; arbeid kapitaal en natuur.

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

keer beoordeeld 12 februari 2015

2. Inkomen uit arbeid

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 46 VICIES BIS

Samenvatting Economie Module 2 Een kwestie van ondernemen

Sterk door overleg. Adviesfunctie

aanbod van arbeid: alle mensen tussen de 15 en de 65 die willen, kunnen en mogen werken. (werknemers, zelfstandigen en werklozen)

Een product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct.

Praktische opdracht Economie Prijsveranderingen door de Euro

Bij produceren gaat echt om alle activiteiten die gericht zijn op het maken van producten of het verrichten van diensten.

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1

6,7. Begrippenlijst door een scholier 1879 woorden 29 oktober keer beoordeeld

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 41 BIS

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 32/

Zitting van 18 december COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST TOT WIJZIGING EN UITVOERING VAN DE

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 17/

7,1. Samenvatting door een scholier 818 woorden 19 september keer beoordeeld. MODULE 1: HOOFDSTUK 1 Waarover gaat economie?

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie

Economie Pincode klas 3 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 5: Aan de slag! Exameneenheid: Arbeid en productie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2

Arbeidsmarkt: begrippenlijst

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

UIT loonruimte en AIQ v1.1

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 62 TER

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 5 QUATER

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 77 SEPTIES

Samenvatting door een scholier 496 woorden 2 april keer beoordeeld. Economie samenvatting hoofdstuk 8

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt

> betaald > formele sector: wit > informele sector: zwart > onbetaald > informele sector

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

Samenvatting Economie Levensloop Hst. 2/3/4

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt lesbrief

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST TOT VASTSTELLING, VOOR 2013 EN 2014,

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 39 VAN 13 DECEMBER 1983 BETREFFENDE DE VOORLICHTING EN HET OVERLEG INZAKE DE

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR

nationale arbeidsraad

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

Hoe groot is het marktaandeel van onderneming B? Vul een geheel getal in (zonder decimalen).

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

ECONOMIE. Begrippenlijst H3 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

4.1 Klaar met de opleiding

UIT de arbeidsmarkt

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 103 BIS

Deze examenopgaven bestaan uit 7 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 2, 3, 8

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 19/

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

Werken of vrije tijd?

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

Geen boeken meer. Je verlaat de school Werkloos of werken?

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 25 BIS

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 76 VAN 18 JULI 2000 TOT. UITVOERING VAN ARTIKEL 27, 4, 2de ALINEA VAN DE ARBEIDSWET VAN 16 MAART 1971

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt

4,8. Samenvatting door een scholier 1776 woorden 6 december keer beoordeeld

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 77 QUATER

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 32 SEXIES

Paragraaf 2 De hedendaagse arbeids samenleving 2.1 wat is een arbeids samenleving?

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN DEEL 1. SOCIAAL OVERLEG IN BELGIË 1

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr. 9 QUATER

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST Nr

Social-profitsector en vrije beroepen. Fonds sluiting ondernemingen

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR

4.1 De collectieve arbeidsovereenkomst

- Op het bord: een overzicht van de te kiezen rubrieken, voorgesteld in een mindmap (zie handboek p. 7)).

Samenvatting Economie Nationale Rekeningen

Transcriptie:

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Samenvatting door een scholier 175 woorden 20 november 2004 6,3 2 keer beoordeeld Vak Economie 1 De kern van het ondernemen. 1.1 Welke activiteiten vinden in de onderneming plaats? Goederen zijn dingen die je kunt aanraken. Diensten zijn handelingen die iemand verricht voor iemand anders. Goederen en diensten worden samen kortweg producten genoemd. Onder productie verstaan we het verrichten van handelingen die een goed geschikt of geschikter maken voor de bevrediging van de behoeften. Arbeid, kapitaal, (natuur en management of kennis) worden productiefactoren of productiemiddelen genoemd. Het eindproduct is meer waard dan de grondstoffen die erin verwerkt zijn. Produceren is het scheppen van toegevoegde waarde. De toegevoegde waarde wordt berekend door de waarde van de geproduceerde en verkochte goederen en diensten te verminderen met de waarde van de aangekochte grondstoffen, goederen en diensten bij andere bedrijven. Een onderneming is een organisatie waar productiefactoren aangekochte goederen en diensten omzetten tot goederen en diensten met een hogere waarde om die vervolgens te verkopen. Of een onderneming is een organisatie waar productiefactoren samen een toegevoegde waarde voortbrengen. Ondernemingen produceren goederen en diensten met behulp van productiefactoren kapitaal en arbeid. Ze creëren toegevoegde waarde. De som van de toegevoegde waarden van alle bedrijven in een land in één jaar tijd noemt men het binnenlands product. Dit getal is een maatstaf voor de welvaart van een land, d.i de mate waarin de behoeften aan goederen en diensten worden vervuld. Door een grotere productie komen er meer goederen en diensten beschikbaar om in de behoeften van de gezinnen te voorzien. Door meer te produceren kunnen de bedrijven bijdragen tot het vergroten van de welvaart in een land. Meer productie betekent niet allen beschikken over meer goederen, en dus meer welvaart. Productie gaat ook vaak ten koste van het milieu. De weg die een product aflegt tot bij de eindverbruiker noemt men een bedrijfskolom. Een bedrijfskolom geeft een overzicht van welke bedrijven vanaf het begin tot het einde meewerken aan het maken van een Pagina 1 van 5

product. De waarde van de geproduceerde goederen of diensten in een bepaalde sector is gelijk aan de som van de toegevoegde waarden door de verschillende schakels in de bedrijfskolom. 1.2 Wat produceert een onderneming? Koopgedrag De vraag is in vele gevallen afhankelijk van de prijs van het goed. De vraag geeft de hoeveelheden weer die de consument zal aankopen bij verschillende prijzen. De vraagcurve laat grafisch zien welke hoeveelheden een consument bij uiteenlopende prijzen van plan is te kopen. (hoeveelheid op de horizontale as, de verkoopprijs op de verticale as. Bedrijven proberen onze keuze te beïnvloeden door reclame. (= promotiebeleid). Ondernemingen denken er goed over na waar ze hun producten aanbieden (= distributiebeleid). De totale vraag geeft weer welke hoeveelheden alle consumenten samen bereid zijn aan te kopen bij diverse prijzen. Het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) houdt enquêtes en verwerkt die statisch in opdracht van de overheid, in het belang van de ondernemingen en het wetenschappelijk onderzoek. De prijs p50-53 Marktprijs p66-6 1.3 Welke motieven zetten mensen ertoe aan te ondernemen? Winst is het verschil tussen opbrengsten en kosten. Redenen om een eigen zaak te starten (motieven): vooruitzichten op een goed inkomen, geloof in een product, onafhankelijk te zijn, niet werkloos zijn, een familiezaak voortzetten, jezelf kunnen ontplooien, uit verveling, beter zelfbeeld, creatief zijn, iets persoonlijks opbouwen, je eigen baas zijn, zaken op je eigen manier aanpakken, werk verschaffen en zo bijdragen tot de welvaart in onze maatschappij,... Ondernemen is niet zonder risico s. Sommige bedrijven hebben helemaal geen commerciële doelstelling (school, bejaardenhuis) Hun doelstelling is: ouderen verzorgen, onderwijs verstrekken het zijn niet-commerciële bedrijven, socialprofitondernemingen of non-profitorganisatie. Sommige social-profitondernemingen ontvangen hun financiële middelen van de overheid (scholen), anderen moeten hun diensten verkopen (ziekenhuizen) maar ontvangen toch een beperkte toelage van de overheid. Of er zijn waar giften de voornaamste bron van inkomsten zijn (liefdadigheidsinstellingen). Meestal voldoen de giften en de toelagen niet en moet men activiteiten organiseren(verkopen van Pagina 2 van 5

wenskaarten, organiseren van een benefietconcert. Bij een social-profitonderneming komt de winst niet toe aan de eigenaar van de onderneming maar ze wordt in de onderneming gebruikt om haar doelstelling zo goed mogelijk te bereiken. Ook hier is ondernemingszin vereist om goed in te spelen op de sociale behoeften dus het zijn wel degelijk ondernemingen. Een faillissement is een onderneming die niet meer in staat is haar schulden te betalen en failliet verklaard wordt. Haar bezittingen worden verkocht en met de opbrengst uit die verkoop worden de schuldeisers zo goed en kwaad mogelijk vergoed. Voor een handelaar zou het ook kunnen betekenen dat zijn eigen woonhuis en zijn privé-bezittingen verkocht worden. 1.4 Aan wie is een onderneming verantwoording verschuldigd? Stakeholders: overheid, werknemers, leveranciers, klanten, vakbonden, mede-eigenaars, leefomgeving, actiegroepen en drukkingsgroepen. Een aandeel van een bedrijf is een certificaat dat bewijst dat je een mede-eigenaar bent van een bedrijf. Ondernemers hebben ook een sociale functie: zij zorgen voor producten waarmee de klanten hun behoeften bevredigen en de wensen van die klant komen op de eerste plaats. Zij zorgen voor werkgelegenheid: een betaalde baan biedt mensen een inkomen en zekerheid, maar ook mogelijkheid tot zelfontplooiing en sociaal contact. Tegelijkertijd groeit het besef dat het belangrijk is dat werknemers zich goed voelen in hun bedrijf. Werknemers vertegenwoordigen zich in vakbonden om hun belangen te verdedigen. De mensen die hun geld in de onderneming staken en dus mede-eigenaar zijn, ontvangen een deel van de winst. Ook leveranciers hebben er belang bij dat het goed gaat met de onderneming. Als onderdeel van de samenleving zijn de ondernemingen ook verantwoordelijk voor onze leefomgeving: het milieu maar ook de naaste omgeving, de buren van het bedrijf. De overheid zal via wetten en reglementen de bedrijven verplichten hun verantwoordelijkheid op te nemen. Actiecomités (vb.burencomités) en op internationaal vlak drukkingsgroepen (vb.greenpeace) proberen de consumenten bewust te maken van het feit dat ze samen druk kunnen uitoefenen op bedrijven. Bedrijven stellen ethische codes op. In ons land wordt een deel van die codes al opgenomen in de uitgebreide wetgeving en in het overleg tussen werkgevers en werknemers. Al die groepen en mensen die door de activiteiten van de onderneming beïnvloed worden of die zelf invloed hebben op de onderneming noemt men stakeholders. Een bedrijf dat een evenwicht zoekt tussen winst, de maatschappij en het milieu is bezig met ethisch ondernemen. Discussies over de ethiek van ondernemingen: te lage lonen, kinderarbeid, slechte arbeidsomstandigheden The Body Shop werkt met natuurlijke producten en in hervulbare flessen om rekening te houden met het milieu, werkgelegenheid en probeer daar rekening te houden met de mensenrechten, ze vragen een Pagina 3 van 5

eerlijke prijs, ze doen geen proeven op dieren. 2 Werken in de onderneming. 2.1 Waarom werken mensen? Volgens de aard van arbeid onderscheiden we arbeid in loondienst en arbeid als zelfstandige. Arbeid in loondienst wordt gepresteerd door mensen die werken voor rekening en onder het gezag van een werkgever. Wie in loondienst werkt, wordt werknemer of loontrekkende genoemd. Als we naar de aard van het werk van de werknemers kijken, kunnen we een onderscheid maken tussen arbeiders en bedienden. Arbeiders verrichten hoofdzakelijk handenarbeid, bedienden hoofdarbeid. Arbeiders krijgen als vergoeding voor hun werk een loon. Zelfstandigen werken voor eigen rekening. Hun vergoeding is de winst van de onderneming. Bedienden krijgen als vergoeding voor hun werk een wedde of salaris. Een ambtenaar is een bediende die werkt voor de overheid en zijn vergoeding is een wedde of salaris. Vrijwilligerswerk: wereldwinkel, artsen zonder grenzen, 11.11.11, brandweer Zelfstandigen: landbouwers en aanverwante beroepen (tuinbouwer), handelaars (kruidenier), vrije beroepen (dokter), industriëlen (autofabriek), ambachtslieden (bakker). 2.2 Wat bepaalt het loon? De arbeidsmarkt is het geheel van vraag en aanbod naar arbeid. Werkenden en werkzoekenden zijn aanbieder van arbeid en werkgevers zijn vragers van arbeid. De arbeidsmarkt bestaat uit verschillende deelmarkten. De prijs van arbeid noemt men het loon. De hoeveelheid arbeid die de werknemers willen aanbieden en de werkgevers willen vragen, hangt af van de loonhoogte. Bij een hoog loon wordt veel arbeid aangeboden en weinig arbeid gevraagd. Bij een laag loon wordt veel arbeid gevraagd en weinig arbeid aangeboden. Het loon is het resultaat van vraag en aanbod: er komt op de arbeidsmarkt een loon tot stand waarbij de gevraagde en de aangeboden hoeveelheid arbeid aan elkaar gelijk zijn. Bij het vaststellen van het loon laten de werknemers en de werkgevers zich leiden door het loon dat elders voor soortgelijke arbeid wordt betaald. In de praktijk zijn de arbeidslonen niet voor alle werknemers gelijk. Er bestaan loonverschillen. Factoren die de loonverschillen verklaren zijn o.a. verschillen in opleiding, verschillen in ervaring, de winst die in elke sector niet even groot is, de streek, het aantal werkuren, de verantwoordelijkheid, het verschil in geslacht. Het loon dat de werknemer uiteindelijk krijgt komt tot stand door de tegengestelde belangen (arbeiders willen zo hoog mogelijk loon en werknemers zo laag mogelijk loon) en de wederzijdse afhankelijkheid (arbeiders hebben machines, nodig om te produceren en de werkgever personeel om te werken) Factoren die een rol spelen bij de totstandkoming van de hoogte van het loon in een bepaald bedrijf: een loon dat elders betaald wordt, de toestand van het bedrijf, de winstgevendheid van de sector, de toestand van de economie, de toestand op de arbeidsmarkt (hoeveelheid mensen). 2.3 Hoe worden de afspraken tussen werkgever en werknemer vastgelegd? Pagina 4 van 5

Werkgevers en werknemers moeten het eens worden over de arbeidsvoorwaarden. De belangrijkste rechten en plichten van werkgever en werknemer worden vastgelegd in de individuele arbeidsovereenkomst. Die is van toepassing op de contracterende partijen, werkgever en werknemer, en bevat bepalingen zoals de aanvangsdatum van de overeenkomst, de duur van de overeenkomst, de aard van het werk, de arbeidstijd en de vergoeding. Afspraken die gelden voor alle werknemers of voor een groep werknemers (alleen de arbeiders of bedienden) worden opgenomen in het arbeidsreglement: de werkregeling, wanneer er vakantie kan genomen worden, de plaats waar de persoon te bereiken is voor het verlenen van eerste hulp en waar zich de verbandkist bevindt Elke werknemer moet elk ogenblik het arbeidsreglement kunnen raadplegen op een goed zichtbare en toegankelijke plaats. De werkgever moet ook een exemplaar van het arbeidsreglement bezorgen aan zijn werknemers. Een CAO (collectieve arbeidsovereenkomst) is een overeenkomst tussen één of meer werknemersorganisaties en één of meer werkgeversorganisaties of één of meer werkgever(s) waarbij de betrekking tussen werkgever(s) en werknemer(s) worden geregeld. In een CAO kunnen o.a. de arbeidsduur en duur van de jaarlijkse vakantie worden vastgelegd. Een CAO kan worden afgesloten op verschillende niveaus: binnen de nationale arbeidsraad die van toepassing is op alle ondernemingen van het land, binnen een paritair comité is hij alleen van toepassing op de betrokken sector en binnen een ondernemingsraad geldt hij alleen voor de betrokken onderneming. Een vakbond is een vereniging of een organisatie die tot doel heeft de belangen van de aaneengesloten werknemers te behartigen. Er zijn drie belangrijke werkgeversorganisaties of vakbonden in België: het Algemeen Christelijk Vakverbond (ACV), Algemeen Belgisch Vakverbond (ABVV) en de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België (ACLVB). Ze werden opgericht om tegenover de werkgevers een sterkere positie in te nemen en de belangen van de aangesloten leden te behartigen en ze proberen de arbeidsvoorwaarden van hun leden te verbeteren. Ook werkgevers organiseerden zich om de belangen van de ondernemingen te behartigen en sterker te staan bij de onderhandelingen met de vakbonden. Zo ontstonden er werkgeversorganisaties: Verbond Belgische ondernemingen (VBO), Unie der zelfstandige ondernemers (UNIZO), Boerenbond, Vlaams Economisch Verbond (VEV). De sociale partners zijn de vakbonden en de werkgeversorganisatie, zij behartigen de belangen van de aangesloten leden, werknemers en werkgevers en houden zich bezig met sociaal overleg. Ze onderhandelen met elkaar om tot afspraken te komen i.v.m de arbeidsvoorwaarden, die worden vastgelegd in een CAO. Ze geven raad aan de overheid als die sociale of economische maatregelen neemt, waardoor zij invloed hebben op het sociaal en economisch beleid in ons land. Lonen worden vooral bepaald door onderhandelingen van de vakbonden en werkgeversorganisaties. WB p154: verloop van curven. + taken en toetsen. Pagina 5 van 5