PERIODIEKE RAPPORTAGE H1-2011 V1 21-09-11



Vergelijkbare documenten
PERIODIEKE RAPPORTAGE H Versie 1,

PERIODIEKE RAPPORTAGE H Versie 2,

PERIODIEKE RAPPORTAGE H Versie 1,

PERIODIEKE RAPPORTAGE H Versie 2,

PERIODIEKE RAPPORTAGE H Versie 1,

PERIODIEKE RAPPORTAGE H Versie 1,

Periodieke rapportage 1 e helft 2014

Periodieke rapportage 2014

Periodieke rapportage 2014

Periodieke rapportage 2 e helft maart 2015 versie definitief

PERIODIEKE RAPPORTAGE 2015

Periodieke rapportage 2015 H1 + H2

Periodieke rapportage 2 e helft September 2016

Periodieke rapportage - H1 2012

Periodieke rapportage 2016 H1

PERIODIEKE RAPPORTAGE H Versie 1,

Periodieke rapportage 1 e helft 2016

Periodieke Rapportage 2 e helft 2016

Periodieke rapportage 2 e helft 2016

Periodieke rapportage 2 de half jaar 2017

Periodieke rapportage 2016 September 2016

Periodieke rapportage 2 de half jaar 2016 Juni 2017

Periodieke rapportage 2016 H2

CO 2 -prestatieladder Periodieke rapportage 2013

Periodieke rapportage e helft. N.C. Zwart Verhuur BV

Periodieke rapportage 2015 H2. 20 januari 2016

Periodieke rapportage 2016 H1

Periodieke rapportage 2016 H2

Periodieke rapportage 2017 H1

1 van 13. Periode: 1 juli t/m 31 december 2013

Periodieke rapportage 1 ste half jaar 2017

Periodieke rapportage 2 e halfjaar Interne CO 2 -rapportage in het kader van de CO 2 -Prestatieladder

Periodieke rapportage 2017 H1. November 2017

PERIODIEKE RAPPORTAGE 1E HELFT 2015

Periodieke rapportage 2 de half jaar 2018

Periodieke rapportage e helft. N.C. Zwart Verhuur BV

VolkerRail Holding CO2 Voortgangsrapportage H1 2017

Periodieke rapportage 2012

Periodieke rapportage H1 2016

Periodieke rapportage H2 2014

Periodieke rapportage tot juli 2013 [3.A.1] HOOIJER Renkum B.V. HOOIJER Wegenbouw B.V. Versie d.d , Geactualiseerd d.d.

Periodieke rapportage 2015 H1. 30 september 2015

Periodieke rapportage: Periodiek verslag Periode: 1 januari t/m 31 december 2013

1 van 13. per label. Periode: 1 januari t/m 31 december 2012

Periodieke rapportage 1 ste halfjaar 2018

Periodieke CO₂ Rapportage januari juni 2015

1 van 14. Periode: 1 januari t/m 31 december 2012

Periodieke rapportage H1 2014

Periodieke rapportage 2016 H2. Juni 2017

PERIODIEKE RAPPORTAGE 1E HELFT 2016

Periodieke rapportage 2016 H1

Voortgangsrapportage 2015 H2 CO2-Prestatieladder

Periodieke CSR-milieu rapportage H1 2015

Voortgangsrapportage 2015 H1 CO2-Prestatieladder

Periodieke rapportage H2 2016

PERIODIEKE RAPPORTAGE 2011

Opgesteld. Controle. Controle/Vrijgave

PERIODIEKE RAPPORTAGE 1E HALF JAAR 2018

Periodieke rapportage eerste helft 2018

Periodieke rapportage t/m juni 2014 [3.A.1] HOOIJER Renkum B.V. HOOIJER Wegenbouw B.V. Versie d.d , Geactualiseerd d.d.

Periodieke rapportage [2016, eerste helft]

Periodieke rapportage tweede helft 2017

Periodieke rapportage t/m december 2013 [3.A.1] HOOIJER Renkum B.V. HOOIJER Wegenbouw B.V. Versie d.d , Geactualiseerd d.d.

Periodieke rapportage eerste helft 2017

Periodieke Voortgangsrapportage 2017

CO 2 prestatieladder. Periodieke voortgangsrapportage 2014

Klaver Bik(e)Motion b.v. CO2 voortgangsverslag en energie actieplan

CO 2 prestatieladder Voortgangsrapportage 2014

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 2013

02/06/2015. Lokhorst Bouw en Ontwikkeling B.V.

Periodieke rapportage: Verachtert Nederland

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2013

Scope 1, 2 & 3 01/10/2015. Klaver Bik(e)Motion b.v.

Periodiek rapportage: Beheersmaatschappij B. Steenhuis B.V. CO2 prestatieladder 1 januari 31 december 2015

VOORTGANGSRAPPORTAGE Q3 EN Q VAN BOEKEL ZEELAND B.V. Versie 2:

01/10/2015. Klaver Bik(e)Motion b.v.

PERIODIEKE RAPPORTAGE H MA Periodieke rapportage H v1 Versie: oktober Periodieke rapportage H1-2015

Periodieke rapportage H CO 2 -prestatieladder

VOORTGANGSRAPPORTAGE Q1 EN Q VAN BOEKEL ZEELAND B.V. Versie 1: 3 september 2015

01/06/2015. Lokhorst Bouw en Ontwikkeling B.V.

22/07/2015. Lomans Beheer B.V.

Periodiek rapportage: Beheersmaatschappij B. Steenhuis B.V. CO2 prestatieladder 1 januari 31 december 2014

Voortgangsrapport jan-okt 2015

VOORTGANGSRAPPORTAGE Q1 EN Q VAN BOEKEL ZEELAND B.V. Versie 1: 15 september 2014

25/09/2015. Lokhorst Bouw en Ontwikkeling B.V.

1 van 10. Periode: 1 januari t/m 30 juni 2014

Klaver Bik(e)Motion b.v. CO2 voortgangsverslag en energie actieplan eerste helft 2018

1 van 13. Periode: 1 januari t/m 31 december 2013

Periodieke voortgangsrapportage 2015

3.C.1. Periodieke voortgangsrapportage 2013

Periodieke Voortgangsrapportage 2016

Voortgangsrapportage CO 2 reductie 1 e helft 2014

EMISSIE INVENTARIS 2018

VOORTGANGSRAPPORTAGE Q3 EN Q VAN BOEKEL ZEELAND B.V. Versie 1: 9 maart 2016

VOORTGANGSRAPPORT MILIEUZORG EERSTE HELFT 2016

Periodieke rapportage t/m juni 2015 [3.A.1] HOOIJER Renkum B.V. HOOIJER Wegenbouw B.V. Versie d.d , Geactualiseerd d.d.

Scope 1,2 & 3 13/09/2015. Klaver Bik(e)Motion b.v.

Periodieke rapportage t/m december 2014 [3.A.1] HOOIJER Renkum B.V. HOOIJER Wegenbouw B.V. Versie d.d , Geactualiseerd d.d.

PERIODIEKE RAPPORTAGE H CO 2 prestatieladder

Transcriptie:

PERIODIEKE RAPPORTAGE H1-2011 V1 21-09-11

Inhoudopgave Inleiding...3 1 Basisgegevens...4 1.1 Beschrijving van de organisatie...4 1.2 Verantwoordelijkheden...4 1.3 Basisjaar...5 1.4 Rapportageperiode...6 1.5 Verificatie...6 2 Afbakening...6 2.1 Organisatorische grenzen...6 2.2 Operationele grenzen...6 3 Berekeningsmethodiek...8 3.1 Actuele berekeningsmethodiek & conversiefactoren...8 3.2 Wijzigingen berekeningsmethodiek & conversiefactoren...8 3.3 Herberekening basisjaar & historische gegevens...8 3.4 Uitsluitingen...8 3.5 Opname van CO 2...8 3.6 Biomassa...8 4 Directe en indirecte emissies...9 4.1 Herberekening basisjaar & historische gegevens...9 4.2 Directe & Indirecte emissies H1-2011...9 4.3 Trends... 10 4.4 Voortgang reductiedoelstellingen... 11 4.5 Onzekerheden... 12 4.6 Medewerker bijdrage... 12 4.7 Conclusie... 12 2 van 12

Inleiding Algemene inleiding Doel van dit document: Wijzigingen in de berekeningsmethodiek Voortgang op reductiedoelstellingen door analyse van trends Het opstellen van de periodieke rapportage is onderdeel van de stuurcyclus binnen het energiemanagementsysteem dat in het kader van de CO₂-prestatieladder is ingevoerd. Deze stuurcyclus staat beschreven in het kwaliteitsmanagementplan. Deze periodieke rapportage is opgesteld door de energiemanager en het hoofd KAM en beschrijft alle zaken zoals beschreven in 7.3 uit de ISO 14064. Een koppelingstabel is bijgevoegd onderaan deze pagina. 7.3 SO 14064 Periodieke rapportage A 1.1 B 1.2 C 1.4 D 2.1 E 4.2 F 3.6 G 3.5 H 3.4 I 4.2 J 1.3 + 21 K 3.3 + 41 L 3.1 M 3.2 N 3.1 O 4.5 P Inleiding Q 1.5 Tabel 1: Koppelingstabel periodieke rapportage en 7.3 uit de ISO 14064 3 van 12

1 Basisgegevens 1.1 Beschrijving van de organisatie Al sinds de jaren '40 van de vorige eeuw is Van den Herik actief in de waterbouw. Gestart als oeverwerkers zijn we inmiddels gegroeid tot een veelzijdige organisatie met een brede kijk op zowel natte als droge infrastructuur. Werken met de natuur, zorgen voor veiligheid en bijdragen aan economische vooruitgang vormen de uitgangspunten van onze activiteiten. Hoewel waterbouw nog steeds de kern vormt, omvatten de activiteiten inmiddels ook andere disciplines. Naast de waterbouw heeft Van den Herik zich gericht op Peil- en meetwerkzaamheden, natuurontwikkeling, onderhoud van waterbouwkundige werken en vormt ook het opsporen van conventionele explosieven een belangrijk onderdeel van de activiteiten. In aanvulling op de diverse disciplines die binnen de organisatie zijn verenigd, heeft Van den Herik samenwerkingsverbanden met specialisten op specifieke deelterreinen. Van idee tot realisatie, betrokken bij iedere stap, werken wij dagelijks aan tientallen projecten. Onze know-how, ervaring en breed scala aan activiteiten maken ons tot een geschikte partner. In een continu veranderende markt zijn wij in staat risico's te benoemen, oplossingen voor vraagstukken aan te dragen en met u te werken aan een betere infrastructuur. Het kantoor, scheepswerf en haven zijn in Sliedrecht en Van den Herik beschikt met name over zeer divers varend + drijvend materieel (zowel binnenvaart als zeevaart) en een aantal al dan niet in het kader van de OCE activiteiten beveiligde grondverzetmachines. Op het terrein vindt met name laswerk + metaalbewerking plaats, alsmede scheepsonderhoud en verbouw, op- en overslag, en de productie van materieeltoebehoren, aangepaste machines en projectspecifieke hulpmiddelen. 1.2 Verantwoordelijkheden De belangrijkste functies in het managementsysteem zijn: Eindverantwoordelijke (directievertegenwoordiger): directeur interne zaken (taken gedelegeerd aan het hoofd Bedrijfsbureau) Verantwoordelijke stuurcyclus, documenten, communicatie en besparingsmaatregelen: hoofd KAM Contactpersoon emissie-inventaris (energiemanager): medewerker vergunningen Voor een nadere beschrijving van verantwoordelijken per ladderdocument wordt verwezen naar het kwaliteitsmanagementplan, paragraaf 2.2. 4 van 12

1.3 Basisjaar Om een goede vergelijkingsbasis tussen het gerapporteerde jaar en het basisjaar te kunnen blijven garanderen wordt bij een wijziging van de conversiefactoren het basisjaar herberekend. Als er een wijziging in conversiefactoren optreedt die invloed heeft op het basisjaar of andere historische gegevens dan wordt dit beschreven in 3.2. Het herberekende basisjaar wordt in dat geval beschreven in 4.1. 5 van 12

1.4 Rapportageperiode 1.5 Verificatie De emissie-inventaris is geverifieerd voor de rapportageperiodes 2009, H1 en H2 2010 en H1 2011 (met een beperkte mate van zekerheid) door medewerkers van Energie Consult. 2 Afbakening 2.1 Organisatorische grenzen Conform 3.3 van het kwaliteitsmanagementplan zijn de organisatorische grenzen vastgesteld voor H1 2011. Daarbij zijn geen veranderingen naar voren gekomen, die invloed hebben op de emissie inventaris. 2.2 Operationele grenzen Bij het bepalen van de operationele grenzen wordt onderscheid gemaakt tussen Scope 1, 2 & 3 categorieën. Deze indeling is oorspronkelijk afkomstig uit het GHG-protocol A Corporate Accounting and Reporting Standard. De SKAO rekent business air travel en personal cars for business travel tot Scope 2. Omdat deze Periodieke rapportage onderdeel is de invoering van de CO 2 - prestatieladder worden de Scope 1 & 2 categorieën volgens de SKAO aangehouden. 6 van 12

Als onderdeel van het energiemanagementsysteem wordt een Energie Audit verslag actueel gehouden dat de energiegebruikers binnen de organisatie beschrijft en een overzicht geeft van de emissiebronnen. Als er binnen de organisatie door veranderde organisatiegrenzen of de aankoop van nieuwe kapitale goederen sprake is van nieuwe emissiestromen dan worden het Energie Audit verslag en de emissie-inventaris aangepast. De wijzigingen binnen de emissiestromen in de afgelopen periode zijn: Aangekocht materieel: 2x I.H.I. 55VX Midigraafmachine. Nieuwe energiestromen door wijzigen organisatorische grenzen: Geen. De actuele emissiestromen binnen de operationele grenzen zijn: Scope 1: Business car travel (lease, eigen wagens, huur) Schepen, machines etc. Verwarming Scope 2: Elektriciteit Zakelijke vliegtuigreizen Personal cars business travel (zakelijke kilometers) 7 van 12

3 Berekeningsmethodiek Het opstellen van de Periodieke rapportage is onderdeel van het Energiemanagementsysteem dat in het kader van de CO 2 -prestatieladder is ingevoerd. Om deze reden is het meest recente Handboek CO 2 - prestatieladder zoals uitgegeven door de Stichting Klimaatneutraal Aanbesteden & Ondernemen (SKAO) leidend binnen de berekeningsmethodiek. Dit hoofdstuk beschrijft de keuzes die hierbinnen gemaakt zijn in detail. 3.1 Actuele berekeningsmethodiek & conversiefactoren Het meest recente Handboek CO 2 -prestatieladder zoals uitgegeven door de SKAO vormt de basis voor de berekeningen binnen elke Periodieke Rapportage. De conversiefactoren zoals daar genoemd worden aangehouden. Voor een lijst met gebruikte conversiefactoren binnen deze Periodieke rapportage zie het Handboek 23-06-2011. 3.2 Wijzigingen berekeningsmethodiek & conversiefactoren Voor de initiële berekening van het basisjaar 2009 en de rapportages over 2010 is het CO 2 - prestatieladder Handboek 1.2 gebruikt. In het nieuwe Handboek 23-06-2011 zijn een aantal conversiefactoren aangepast. Voor Van den Herik Beheer B.V. heeft dit de volgende consequenties: Conversiefactoren voor grijze stroom zijn aangepast (bouwketen etc.). Conversiefactoren voor vliegreizen zijn naar beneden bijgesteld. (Conversiefactor voor groene stroom van 300 gr/kwh komt te vervallen per 1 juli 2011). 3.3 Herberekening basisjaar & historische gegevens Het basisjaar en andere historische gegevens zijn allen herberekend op basis van de nieuw geldende conversiefactoren zoals vermeld in 3.2. Hierdoor wordt gewaarborgd dat de trendbeschrijving daadwerkelijk de ontwikkeling binnen de CO 2 -uitstoot weergeeft en niet wijzigingen binnen CO 2 - conversiefactoren. De invloed van deze herberekening op de hoogte van de CO 2 -emissies in het basisjaar & andere historische gegevens staat beschreven in 4.1. 3.4 Uitsluitingen GHG emissies voortkomend uit airconditioning worden niet meegenomen binnen de CO 2 - rapportage. CO₂-uitstoot benzine m.b.t. fuel used, betaald met een tankpas, komen terug in business car travel. 3.5 Opname van CO 2 Er heeft in de afgelopen periode geen opname van CO 2 plaatsgevonden binnen de bedrijfsactiviteiten. 3.6 Biomassa Er is in de afgelopen periode geen gebruik gemaakt van biomassaverbranding. 8 van 12

4 Directe en indirecte emissies 4.1 Herberekening basisjaar & historische gegevens Per 1 januari 2011 zijn de volgende CO₂-inventarisatie wijzigingen doorgevoerd, te weten; - met terugwerkende kracht (2009) worden brandstoffen meegnomen, indien de brandstof voor het eigen materieel is en/of het materieel door eigen personeel daadwerkelijk wordt bediend; - met terugwerkende kracht (H2-2010) is de verbruikpost diesel bij het onderdeel schepen, machines etc. toegevoegd; - elektriciteit op locatie industrie 24 (hoofdkantoor) is onderverdeeld in kantoor, haven en terrein; - gassen (lassen / branden) zijn niet relevant en worden niet meer meegenomen; - op projecten waar Van den Herik geen penvoerder is, wordt de CO₂-uitstoot berekend aan de hand van de omzetcijfers; - binnen zakelijk verkeer privéauto s (gedeclareerde kilometers) worden de woon-werk kilometers niet meer gescheiden van de zakelijk kilometers. Een beschrijving van de herberekende emissies in het basisjaar 2009 en de daaropvolgende halfjaar cijfers is te vinden in paragraaf 4.3. 4.2 Directe & Indirecte emissies H1-2011 Scope 1 Business car travel Schepen, machines etc. Verwarming Scope 2 Elektriciteit Zakelijke vliegtuigreizen Personal cars business travel 9 van 12

4.3 Trends 10 van 12

Uit de staafdiagrammen volgt: Brandstof schepen/machines varieert; invloeden hierop zijn ondermeer hoeveelheid werk, soort werk, in- of verhuur en locatie t.o.v. Sliedrecht; Business car travel is laag in 2010 (verklaring onbekend) en weer wat hoger in 2011 (dan 3 auto s erbij); Zakelijke kilometers (personal car business travel) zijn relatief hoog in eerste deel 2011; een aantal mensen moest vaak naar buitenlandse projecten rijden; Invloed vliegreizen is minder geworden, ondermeer door aanpassing conversiefactoren; Elektriciteit schommelt. Er zou een structureel verschil kunnen zijn tussen H1 en H2, maar het is nog te vroeg om daar iets over te kunnen zeggen. Vanaf H2 2010 is er een verlaging i.v.m. de invloed van groene stroom; Aandeel verwarming is klein in H1 2011. Mogelijk komt dat door de andere herkomst van de brongegevens (eigen meterstanden t.o.v. afleiding vanuit factuur energiebedrijf) en/of seizoensinvloeden. 4.4 Voortgang reductiedoelstellingen Zaken die opvallen in verband met bepaling van de voortgang op reductiedoelstellingen: Besparingen op gasolie materieel zijn nog niet terug te vinden; Besparing door groene stroom is wel duidelijk; Mogelijke verschuiving in lease wagen park moet apart worden berekend; Trend elektra is beter te analyseren door te kijken naar de maandelijkse meterstanden kantoor, haven en terrein. 11 van 12

4.5 Onzekerheden De belangrijkste onzekerheden binnen de inventarisatie directe en indirecte emissies worden gegenereerd door: Facturen met brandstof, waarvan niet duidelijk is of het voor Herik materieel was; Verzamelfactuur zonder duidelijke uitsplitsing; Keet met tarief zonder opgave van verbruik elektra en verwarming; Vliegreis niet geboekt via Logistiek of directie secretaresse; Mogelijke fouten in kilometer registratie. De verwachting is dat bovenstaande niet leidt tot een grote verstoring van het totaalbeeld. Naast de genoemde onzekerheden zijn er menselijke fouten op de administratie mogelijk als het niet invoeren van de hoeveelheid brandstof op het juiste boekhoudnummer of onduidelijkheden bij kleine combinatiewerken; door bij de informatieverzameling zowel administratie als projectbewaking te raadplegen wordt deze kans sterk verminderd. Type fouten in de inventaris zelf worden zoveel mogelijk gecorrigeerd d.m.v. trendvergelijking en interne audit. De manier van werken is zodanig dat het onterecht niet meenemen van emissies vrijwel is uitgesloten. Overschattingen die we nog wel verwachten zijn: Meerekenen brandstof van een combinant of ingehuurd schip omdat de factuur onduidelijk is; Energie keet bij penvoerder project wordt geheel meegenomen; Geen correctie woon-werk verkeer op lease en zakelijke kilometers (formeel is woon-werk verkeer scope 3). 4.6 Medewerker bijdrage Medewerkers van Van den Herik wordt regelmatig gevraagd om een bijdrage te leveren in de uitvoering van reductiedoelstellingen en het aanbrengen van nieuwe ideeën. Daarnaast is natuurlijk de technische expertise van het hoofd TD onmisbaar. Vanaf de start van het energiemanagementsysteem zijn er per mail een aantal suggesties gedaan die veelal in het verlengde lagen van wat al in gang was gezet of eerder benoemd. Nieuwe opties die naar voren zijn gekomen zijn: - Diesel leveranties combineren met andere bedrijven - Transporten naar projecten zoveel mogelijk combineren - Schepen onderweg zoveel mogelijk op walstroom leggen - Valenergie grijper Karma omzetten in elektriciteit - Tunen van scheepsschroeven - Vaarsnelheid en verbruik meenemen in vaststelling baggercyclus - Kleine ronde windmolen op bouwkeet - Beslisschema vaste aansluiting versus generator voor tijdelijk onderkomen - Aparte generator voor spudpalen Prins 4 i.v.m. de capaciteitsverdeling 4.7 Conclusie Een eenvoudige conclusie op basis van de getallen en trends uit de footprint is niet mogelijk. De ontwikkelingen binnen het bedrijf en de omzetcijfers moeten in de analyse worden meegenomen. Daarom zullen alle beschreven ontwikkelingen worden geëvalueerd en geanalyseerd op het managementreview. 12 van 12