Vier emoties roetsjbaan 3

Vergelijkbare documenten
Soms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.

Doel. Wat heb je nodig? Spelregels.

Wat gebeurt er als iemand zich in de mindere positie voelt? Meer over het instinct voor zelfbehoud

Help, mijn papa en mama gaan scheiden!

Wij samen. méér dan gewoon! Kleuterschool

Werkboek Het is mijn leven

4 Denken. in het park een keer gebeten door een hond. Als Kim een hond ziet wil ze hem graag aaien. Als

Een informatieve bundel en vragenlijst voor kinderen die gepest worden.

Tuin van Heden.nu 1 Mag ik zijn wie ik ben? Van In 5

Zijn mijn boterhammen op, toon ik mijn brooddoos aan de juf/meester en vraag toestemming om de zaal te verlaten.

SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN

Ik ga een grote uitdaging niet uit de weg. Taken die moeilijk zijn, vind ik veel leuker dan eenvoudige taken.

Wetboek van Schatjesland

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

Hoe gaat het in groep 1/2 b

HET. ik ik ik. en...ik BOEK

Lesbrief. Introductie

Wat is kindermishandeling? Hoe kan kindermishandeling stoppen? Wie kan je hierbij helpen?

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

hoe we onszelf zien, hoe we dingen doen, hoe we tegen de toekomst aankijken. Mijn vader en moeder luisteren nooit naar wat ik te zeggen heb

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Lou en Lena: NEE tegen geweld!

Wij samen. méér dan gewoon!

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

TITEL ACTIVITEIT + beschrijving: filosofisch gesprek over geloven.

Als je ouders uit elkaar gaan, zit je met heel wat vragen.

Als je ouders uit elkaar gaan, zit je met heel wat vragen.

Bijlage 1 Thema 1. De helppagina van een tijdschrift

WERKBLADEN Seksuele intimidatie

Pasen met peuters en kleuters. Jojo is weg

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Het kinderprotocol. Inhoud: 1. Inleiding; het kinderprotocol 2. Goed gedrag kun je leren 3. De schoolregels 4. Pesten/ gepest worden 5.

Het is woensdagmiddag. Hij heeft alle tijd. Wat zal hij

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten.

Niet eerlijk. Kyara Blaak

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

Assertiviteit. BOL 1 e jaars AG studenten

Reflectiegesprekken met kinderen

Schrijfpalet. Denk goed na! 12. Olifant met gsm?

De leerlingen leren dat gedachten invloed hebben op gevoelens

9 Vader. Vaders kijken anders. Wat doe ik hier vandaag? P Ik leer mijn Vader beter kennen. P Ik weet dat Hij mij geadopteerd

Aan de tafel! Ga je mee om de wonderlijke wereld van de tafels te ontdekken? Bedacht en ontwikkeld door Linda van de Weerd.

Ben je slachtoffer? Folder voor jongeren

Lekker ding. Maar Anita kijkt boos. Hersendoden zijn het!, zegt ze. Die Jeroen is de ergste. Ik kijk weer om en zie hem meteen zitten.

Infoboekje mpi Kompas

a. Een zin lees je van links naar rechts. Waarom eigenlijk? Wat denk jij?

Doel. Wat heb je nodig? Spelregels.

Je hebt je huiswerk niet gemaakt, maar durft dat niet te zeggen. Je krijgt een beurt en zo merkt de meester het toch. Oeps

Inleiding. Veel plezier!

Brood, tafel, maaltijd houden

Weer naar school. De directeur stapt het toneel op. Goedemorgen allemaal, zegt hij. * In België heet een mentor klastitularis.

ze terug in de la. Dan haalt ze de pannen van het fornuis en zet ze op de onderzetters. Thomas vouwt zijn handen en doet zijn ogen dicht.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Goedendag! Ik, ik ben. Ben jij? En jij? Jij bent! nee. één. twee. drie. vier. vijf. zes. zeven. acht. negen. tien. Gaat het? Het gaat goed.

WAAROM DIT BOEKJE? RESPECT

Schrijver: KAT Coverontwerp: MTH ISBN: <Katelyne>

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

Adam en Eva eten van de boom

Beertje Bruin zegt dan: Ik heb van moeder Beer gehoord dat je erg verdrietig

Voor kinderen die meer willen weten over echtscheidingen. uitgave 2005

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

Als je ergens heel erg bang voor bent, dan heb je angst. Je hebt bijvoorbeeld angst voor de tandarts.

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Inhoud. Aan jou de keuze 7. Niet alleen maar een boek 187. Auteurs 191. Dankwoord 197

6555 BW Wat kun je doen als je te snel boos bent.indd 12

Wat je voelt is wat je denkt! De theorie van het rationeel denken

Ons adres is: CKG Koningin Fabiola Glorieuxlaan Ronse Tel. 055/

Jaarthema-activiteit Door dik en dun Het grote geluksonderzoek

PREVIEW. Probeer nu 1 dag DAVID DE JONGE JAREN VAN VIJF DAGEN: GOD, SPORT & JEZELF MET PRAKTISCHE, SPORT- EN PERSOONLIJKE VOORBEELDEN

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Info. Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde

Hoe maak ik... Naam: Groep:

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

6.2.1 Dealen met afleiding onderweg

!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!! Uitgave van Stichting Be Aware Januari 2015 WIL JE MINDER GAMEN?

Activiteit 01: Je gedachten en gevoelens 7. Activiteit 02: De scheiding van je ouders overleven 11. Activiteit 03: Acting out 16

Lesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Hey Russel! Een bijzondere vriendschap

Aangenaam kennismaken!

Lesbrief. Blauw water Simone van der Vlugt

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Pannenkoeken met stroop

Kids. &Go. Informatieblad speciaal voor kinderen

Eerste druk, Arinka Linders AVI E5 M6 Illustraties: Michiel Linders

Stel: je wordt op een ochtend wakker en je merkt dat je onzichtbaar bent geworden. Wat ga je doen? Hoe voel je je? Schrijf er een verhaaltje over.

Wanneer vertel je het de kinderen? Kies een moment uit waarop je zelf en de kinderen niet gestoord kunnen worden.

Woorden en Beelden voor Kinderen

Wat doe je op een dag? Tijd Tijd Tijd Tijd Tijd Tijd Tijd Tijd Tijd Tijd Tijd Tijd Tij

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Transcriptie:

Vier emoties boos boos boos bang bang bang eenzaam eenzaam eenzaam verdrietig verdrietig verdrietig WERKBLAD 3.1

Ik voelde me WERKBLAD 3.2

Gradaties in emoties laag midden sterk zeer sterk boos geërgerd kwaad woedend razend bang verlegen bang angstig geschokt eenzaam op mezelf alleen verlaten geïsoleerd verdrietig bezorgd bedroefd radeloos in rouw WERKBLAD 3.3

Wrevels en knuffels Knuffels Wrevels Spinsels Ik vond het prettig dat ik een stukje van je chocolade mocht. Je wou zo snel je fiets nemen uit het fietsenrek dat ik bijna viel. De laatste tijd speel je niet veel met mij, ik vraag me af of er iets gebeurd is wat ik niet weet. Ik vond het fijn dat je nog even bij mij bleef tot de bus kwam. Je hebt me geen goeiedag gezegd toen ik je zaterdag ben tegengekomen. Klopt het dat je aan de leraar hebt gezegd dat ik mijn spullen niet bij heb? Toen ik tijdens de wandeltocht pijn had aan mijn been bleef je bij mij zodat ik niet alleen achteraan de groep moest stappen. Toen we de ploegen verdeelden tijdens het voetbal zei je: Je moet hem niet kiezen, die kan toch niet voetballen. Toen we daarnet een dansje oefenden, heb je niet naar mijn idee gevraagd. Ik vroeg me af hoe dat komt? Ik vond het fijn dat je tijdens de speeltijd vroeg wat we zouden spelen, zo kwam ik ook eens aan de beurt. Ik vind het jammer dat je je klastaak niet hebt uitgevoerd zoals afgesproken. Ik merk dat je tijdens de sportles mij nooit kiest als speler in je team. Ik denk dat je me liever niet in de ploeg hebt, klopt dat? Je hebt mijn nieuwe jas terug aan de kapstok gehangen, dank je wel daarvoor. Ik vind het niet leuk dat je deze morgen meteen aan de leerkracht zei dat ik mijn huiswerk ben vergeten. Je was een sms je aan het intikken en je hield je hand ervoor. Ik dacht dat dit sms je over mij ging, niet? Tijdens de speeltijd zorgde jij voor de kleuter die maar niet op het fietsje raakte. Toen we op de computer een opdracht kregen, wilde jij alles doen en ik niets. Dat vond ik niet fijn. Op de schoolbus had ik speciaal een plaats vrijgehouden voor jou. Je liep voorbij en je ging alleen op een zetel zitten. Ik vraag me af hoe dat komt. Ik vind het leuk dat je vaak van die onverwachte grapjes maakt. De leerkracht vroeg verschillende keren om rustig te zijn en je bleef doorgaan, zo kon ik niet doorwerken. Je hebt vorige week een boek geleend en me nog steeds niet teruggeven. Ik heb het je al drie keer gevraagd, ik vraag me af of je dit met opzet doet of niet. WERKBLAD 3.4

spelbord WERKBLAD 3.5 = blauw [vrije tijd] = geel [school] = oranje [thuis] = groen [actiekaart]

spelregels WERKBLAD 3.6 Dit spel wil jou laten nadenken over hoe jij in bepaalde situaties zou reageren. Het speelbord ziet er uit als een mannetje. Jij moet proberen zo veel mogelijk lichaamsdelen van dit mannetje te veroveren. Hoe doe je dat? Alle losse lichaamsdelen zijn in vier verschillende kleuren aanwezig. Je kiest eerst wie met welke kleur speelt en je verdeelt aan de hand daarvan de lichaamsdelen. De jongste speler mag beginnen. Wanneer het jouw beurt is, kies je een lichaamsdeel op het spelbord uit dat je graag wil veroveren. Slaag je in je opdracht, dan mag je het lichaamsdeel in jouw kleur op het spelbord leggen. Je kiest: p Een lichaamsdeel dat nog vrij is. p Een lichaamsdeel waar al een lichaamsdeel van een andere speler op ligt: ligt jouw kleur op het einde van het spel bovenaan, dan krijg je meer punten voor dit lichaamsdeel dan de andere spelers die onder jou liggen. p Een lichaamsdeel waar je al op ligt, maar waar je niet meer vanboven ligt een speler die na jou aan de beurt was dit lichaamsdeel eveneens veroverde. Kan je dit lichaamsdeel (opnieuw) veroveren, dan mag je jouw kleur weer bovenaan leggen. (Je haalt dit uit de stapel). Op het spelbord zie je dat er op elk lichaamsdeel verschillende figuurtjes staan. p De druiven staan voor een situatie uit de vrije tijd, de banaantjes staan voor een situatie op school en de appelsienen voor een situatie thuis. Als je één van deze kaartjes trekt moet je de vragen Wat denk ik, Wat voel ik en Wat doe ik beantwoorden. p Er zijn ook kaarten met een appel op. Dit zijn de actiekaarten. Deze kaarten kunnen goed zijn voor jou (soms mag je bijvoorbeeld een lichaamsdeel van een andere speler wegnemen), maar ook minder goed (bijvoorbeeld wanneer je een beurt moet overslaan). Je kiest een figuurtje van het lichaamsdeel dat je wil veroveren en neemt een kaart van de bijbehorende stapel. p Je nam een situatie (druiven, banaan of appelsien): lees het kaartje voor en antwoord op de vragen Wat denk ik, Wat voel ik en Wat doe ik binnen de tijd. De tijd (te meten met een zandloper of een stopwatch) begint te lopen van zodra je start met lezen. Spreek vooraf af hoeveel tijd iedereen krijgt om deze vragen te beantwoorden. Als je de vragen binnen de tijd kan beantwoorden, mag je jouw lichaamsdeel op het speelbord leggen. Lag er al een lichaamsdeel van een andere speler op deze plaats? Leg het jouwe er dan bovenop. p Je nam een actiekaart: lees het kaartje voor en voer de actie uit. Het is nu de beurt aan de volgende speler. Wie wint? Het doel van het spel is om zoveel mogelijk punten te verzamelen. Je krijgt punten voor elk lichaamsdeel dat je veroverd hebt. Ligt jouw kleur bovenaan een lichaamsdeel, dan krijg je twee punten. Ligt jouw lichaamsdeel op het bord, maar niet bovenaan? Dan krijg je één punt. Aan het einde van het spel tel je al je punten op om te weten wie gewonnen heeft.

Ik voel, ik denk, ik doe WERKBLAD 3.7 Situaties vrije tijd (te kopiëren op blauw papier) Je gaat naar de muziek school, de dansles en de tekenschool. Je mag van je ouders maar twee hobby s hebben en je moet dus met een hobby stoppen. Je mag voor de eerste keer meedoen aan een wedstrijd, maar je moet dat weekend net naar familie. Je moet op een danswedstrijd helemaal vooraan staan. Je voetbalt al vijf jaar samen met je beste vriend. De trainer vertelt dat jij een groep hoger mag spelen. Je vriend mag dit niet. Je gaat naar de tekenschool en doet dit supergraag. Plots beslist de directeur om de tekenschool te sluiten. Het lukt je echt niet om je eigen record in het lopen te verbreken. Je probeerde al tien keer te scoren in het basket, maar het lukt je nog steeds niet. Jouw paard waar je steeds op rijdt, wordt verkocht. Je brak vorige week je been en je kan daardoor niet deelnemen aan de zwemwedstrijd. Tijdens het maken van een salto in de turnclub val je. Je hebt nog veel huiswerk waardoor je niet mee kan gaan vissen met je papa. Je hebt een slechte dag tijdens een tenniswedstrijd en je krijgt de bal op je neus. Je wil een taart bakken, maar je mama is vergeten om de ingrediënten te halen. Je beste vriend mag van de trainer nooit meespelen in een wedstrijd basketbal. Tijdens de muziekles in de muziekschool kom jij steeds als laatste aan de beurt om te tonen wat je geleerd hebt.

Ik voel, ik denk, ik doe WERKBLAD 3.7 De juf beschuldigt je van spieken, terwijl je dit niet hebt gedaan. De juf duidt je niet aan in de klas, terwijl je al heel de les je vinger in de lucht steekt om te antwoorden. Je buur in de klas praat tegen jou en jij krijgt de opmerking van de meester. Je valt van je stoel en iedereen lacht je uit. Het is aan jou om je spreekbeurt voor te dragen, maar je durft echt niet naar voor te gaan. Je maakt een schilderwerk en je buur stoot per ongeluk het potje water om op je kunstwerk. Je bent erg trots op je nieuwe trui, maar je klasgenoten vinden hem niet zo mooi. De juf zegt dat je slordig geschreven hebt, terwijl je heel erg je best hebt gedaan. Je kreeg een opdracht van de meester om iets voor te bereiden. Je bent dit vergeten en net nu moet jij het voor de klas uitleggen. Je komt aan op school en merkt dat je je schooltas vergeten bent. Je vriendin vraagt je gom. Na enkele dagen merk je dat ze die nog niet terug gegeven heeft. Zij zegt dat ze dit wel gedaan heeft. Mama komt je altijd halen om 16 uur aan de schoolpoort. Je staat er al een kwartier te wachten, maar ze is er nog steeds niet. Je moet van je ouders op school eten, maar meestal lust je niet wat je op je bord krijgt. Op de speelplaats spelen je vrienden voetbal. Je wilt graag meespelen maar ze zeggen steeds dat hun team vol zit. De juf vraagt steeds aan jou om de klas te vegen, maar je vindt dit niet zo leuk. Situaties school (te kopiëren op geel papier)

Ik voel, ik denk, ik doe WERKBLAD 3.7 Je ligt in bed en je hoort dat je ouders ruzie maken. Als vieruurtje zijn er pannenkoeken. Jij krijgt maar twee pannenkoeken, terwijl je broer en zus er al drie kregen. Je zus trekt zonder reden aan je haar. Jij geeft een schop terug en je mama is boos op jou. Op het familiefeest zitten jouw lievelingsneven aan de volwassenentafel. Jij zit als oudste nog steeds aan de kindertafel. Je oom en tante komen op bezoek. Ze hebben een cadeautje mee voor je kleinere broer. Jij krijgt niets. Je hebt iets stouts gedaan. Jouw papa is zo boos dat hij jou een tik op je vingers geeft. Je wacht al de hele voormiddag tot jij op de computer mag. Je zus blijft maar bezig. Ze wil de computer niet aan jou afstaan. Jij hebt de ontbijttafel al opgeruimd. Je papa vraagt of jij de tafel nu opnieuw wil opruimen, terwijl je broer nog niet heeft geholpen. Je mama is boos op jou je al je spullen beneden op de tafel in de woonkamer hebt laten liggen (zoals dikwijls het geval is). Jij moet altijd je vader helpen om de auto te wassen en je zus nooit. Je vindt dit niet eerlijk! Je mama is boos op jou het al middag is en je nog steeds je pyjama aan hebt. Voor zijn goede punten op school kreeg je broer een voetbal. Jij had ook goede punten, maar je kreeg niets. Je wilt buitenspelen, maar je zus wil niet meespelen. Als je thuis komt moet je eerst van je mama je huiswerk maken, maar je hebt echt geen zin. Per ongeluk heb je een glas op de grond laten vallen? Papa is boos! Situaties thuis (te kopiëren op oranje papier)

Ik voel, ik denk, ik doe WERKBLAD 3.7 Je mag een lichaamsdeel plaatsen op het spelbord, maar niet op de plaats die je nu wil spelen. Je mag een lichaamsdeel weer leeg maken. Je slaat een beurt over, je kan in deze beurt helaas niets doen. Je mag nog een extra lichaamsdeel plaatsen, naast het lichaamsdeel dat je bij deze kaart wil leggen. Indien je nog een voet hebt liggen, mag je die ook neerleggen. Je mag bij twee lichaams delen de volgorde van kleuren veranderen, een andere kleur komt bovenop te liggen. Je mag twee lichaamsdelen teruggeven aan andere spelers (één per speler). Je mag nog een arm leggen, als je die nog in je voorraad hebt. Je moet een van je bovenste lichaamsdelen onderaan leggen (als dit kan). De andere spelers mogen willekeurig een lichaamsdeel plaatsen. Je mag een lichaamsdeel van een andere speler vervangen door je eigen kleur. De speler links van je mag straks een lichaamsdeel extra leggen.. Je mag één lichaamsdeel van je kleur wegnemen en vervangen door twee andere lichaamsdelen. Dat is alles wat je in deze beurt kan doen. Je moet een beurt overslaan of een lichaamsdeel wegnemen van jezelf. De vorige actie (van de vorige speler) wordt ongedaan gemaakt. Actiekaarten (te kopiëren op groen papier)

De box van Boris WERKBLAD 3.8 Op de speelplaats landt een ruimteschip en aliens nemen een klasgenoot mee. Er staan mensen rond iemand die net gevallen is. Na een tijdje komt de ziekenwagen, de ambulanciers leggen de persoon op de brancard. Je merkt dat het iemand is uit jouw school. Je hebt net nieuwe kleren gekregen. Je bent aan het spelen, je hapert aan iets scherps, je hebt een scheur in je nieuwe broek. Je hebt je nieuwe gsm mee naar school. Na de speeltijd zit je terug in de klas, de les is net begonnen. Plots bedenk je dat je je gsm op de speelplaats onder een boom op de bank hebt laten liggen. Jij bent uitgenodigd op een verjaardagsfeest, maar je beste vriend of vriendin niet. Je weet dat je vriend of vriendin graag was mee geweest, en dat wou jij zelf ook wel. Bij het naar buitengaan uit de school, zie je hoe de mama van een medeleerling een kleine botsing heeft met een geparkeerde auto. Je ziet ook dat ze doorrijdt in plaats van te stoppen. Je krijgt een toets spelling terug en je hebt negen op tien. Je ziet dat de leraar een dt fout niet heeft gezien. Je weet dat een dt fout je twee punten kost. Je doet samen met je beste vriend mee aan een talentenwedstrijd. Bij de audities word jij geselecteerd en zij niet.