Arterie Vene Fistel HEMODIALYSE VAATACCES: A.V. FISTEL
INHOUD WELKOM 3 Plaatsing van de fistel Leefregels en controle bij een fistel Zelfcontrole Mogelijke complicaties bij een fistel Aansluiteprocedure en plaktechniek 4 5 7 8 9 10 TOT SLOT 12 2
WELKOM IN HET JESSA ZIEKENHUIS TE HASSELT U lijdt aan een chronische nierziekte. Mogelijk is op termijn dialysebehandeling nodig om uw bloed van afvalstoffen te zuiveren met behulp van een kunstnier. Eventueel zal er via dialyse ook vocht aan de bloedbaan onttrokken moeten worden. Om voldoende bloed naar de kunstnier te leiden is een goede toegang tot de bloedbaan noodzakelijk. Deze toegangsweg kan een arterio-veneuze fistel of een katheter in een groot bloedvat zijn. Via een katheter kunnen echter bacteriën de bloedbaan binnendringen. Op termijn wordt daarom de voorkeur gegeven aan een fistel. Deze brochure zal u, uw familie en/of zorgverleners meer informatie geven over de fistel en de specifieke aandachtspunten hieromtrent. Mocht u na het doornemen van deze brochure nog vragen hebben, aarzel dan niet u te richten tot de artsen en verpleegkundigen van onze afdeling. 3
Wanneer de nefroloog het nodig acht om in de (nabije) toekomst te starten met hemodialyse, wordt er gekeken welke toegangsweg voor u de beste is. De voorkeur gaat uit naar een fistel omwille van het grotere infectiegevaar bij de katheter. De fistel is een operatieve inwendige verbinding van een slagader (arterie) met een ader (vene). Arterie Vene Fistel De fistel wordt aangeprikt met naalden om toegang tot de bloeds- omloop te krijgen. 4
PLAATSING VAN Aan de plaatsing van een fistel gaan een echo-doppler of een duplex-doppler en een raadpleging bij de vaatchirurg vooraf. Met behulp van de echo kunnen de conditie van de vaatwand en de stroomsnelheid van het bloed in de vaten onderzocht worden. Dit onderzoek is pijnloos en duurt ongeveer 30 minuten. De vaatchirurg zal tijdens deze raadpleging kijken waar hij een fistel kan plaatsen. Bij voorkeur gebeurt dit in de niet-dominante arm. Meestal kiest de chirurg een plaats net boven de pols, op de voorarm of ter hoogte van de elleboog. Eenmaal de plaatsbepaling vaststaat, is het belangrijk om deze arm te sparen: - het nemen van de bloeddruk - een bloedafname - of het prikken van een infuus dient vanaf dan steeds aan de andere arm te gebeuren. Hiermee wordt voorkomen dat de bloedvaten van de fistelarm beschadigd of belast worden. Een fistel wordt onderhuids aangelegd tijdens een operatieve ingreep onder plaatselijke of algemene verdoving. Een lichte zwelling ter hoogte van de ingreep is normaal en zal langzaam wegtrekken. Na 2 weken worden de draadjes verwijderd. Door de grotere bloedstroom en de hogere druk in de fistel, zal de ader en dus de fistel uitzetten. Na de operatie heeft de fistel een 6-tal weken nodig om te rijpen, dit wil zeggen groeien en steviger worden. Pas na 6 weken kan deze fistel gebruikt worden voor dialyse. 5
Soms is het nodig dat de verbinding tussen ader en slagader gemaakt wordt met behulp van een stuk kunstader in Gore-tex materiaal. Dit noemen we een kunstgreffe. Veneuze aansluiting van de kunstgreffe Arteriële aansluiting van de kunstgreffe De plaatsing hiervan gebeurt eveneens operatief en onder algemene verdoving. De eerste dagen na de operatie is uw arm gevoelig en gezwollen. Na een paar weken is de greffe voldoende vastgegroeid in het omgevende weefsel en kan de fistel gebruikt worden voor dialyse. Wanneer de dagen of weken na de ingreep het verband los, bebloed, nat of vuil is, moet het om hygiënische redenen vervangen worden. Dit dient door een (thuis)verpleegkundige op steriele wijze te gebeuren. U kan hiervoor ook steeds op de dialyseafdeling terecht. 6
LEEFREGELS EN CONTROLES BIJ EEN FISTEL Het is belangrijk om goed met uw fistel om te gaan en de fistel regelmatig te controleren zodat deze zo lang mogelijk gebruikt kan worden voor het dialyseren. Na de dialyse worden de prikgaatjes van de fistel afgeduwd met steriele deppertjes tot het bloeden gestopt is en nadien bedekt met een verband. Dit verband mag 4u na de dialyse verwijderd worden. Verder moeten volgende leefregels steeds nageleefd worden: - Lig niet op de fistelarm, de fistel mag niet afgekneld worden. - Draag geen knellende kledij of juwelen aan de fistelarm. - Draag tijdens de dialyse steeds een trui of hemd waarvan de mouw vlot naar boven geschoven kan worden. Wanneer de arm te fel afgeklemd wordt, gaan we u vragen een operatiehemdje aan te doen. - Draag geen zware tassen of andere zware belasting met de fistelarm. - Wring niet met de pols, doe er geen zwaar werk mee. - Vermijd extreme warmte en koude. - Krab niet aan eventuele korstjes op de fistelarm. - Laat de fistelarm nooit gebruiken om de bloeddruk te meten, een bloedafname te doen of om een infuus of inspuiting te plaatsen. 7
ZELFCONTROLE VAN De fistel kan u heel goed zelf controleren: horen, zien en voelen. Het is aan te raden om dit dagelijks te doen, bv. s morgens bij het wassen van de fistelarm met neutrale zeep. Door uw arm naar uw oor te brengen kan u de fistel beluisteren. Het fistelgeluid is een ruisend geluid. Na verloop van tijd leert u uw eigen fistelgeluid herkennen. Wanneer u de fistel betast, zal u een eigenaardige trilling opmerken, vergelijkbaar met het spinnen van een poes. Door dagelijks de fistel te observeren, kan u veranderingen direct opmerken. Veranderingen in uw fistel kunnen zijn: - Geen trilling of geruis meer kunnen waarnemen. - Verkleuring van de huid. - Slechte wondheling van prikgaatjes en andere wondjes op de fistelarm. - Zwelling. - Pijnlijke of harde fistel. - Gevoelloze, koude of blauwe vingers. 8
MOGELIJKE COMPLICATIES BIJ EEN FISTEL Nabloeding Nabloeding is het opnieuw beginnen bloeden van de fistel na het afduwen en aanbrengen van het verband. Dit kan gebeuren als u nog op de afdeling bent, maar uitzonderlijk ook als u onderweg naar huis of al thuis bent. Druk met behulp van een proper kompres of een propere zakdoek, met lichte druk gedurende 10 minuten op de prikplaats. Als het bloeden daarna nog niet gestopt is, herhaalt u dit nog een keer. Indien dan het bloeden nog niet gestopt is, komt u best naar het ziekenhuis. Wanneer u een verandering van de fistel opmerkt (zie pagina 8), neemt u best contact op met de dialyseafdeling of met één van onze nefrologen (telefoonnummers achteraan in deze brochure). Bloeduitstorting Een bloeduitstorting onder de huid kan direct na de operatie ontstaan, maar ook tijdens of na het gebruik van de fistel voor dialyse. Het gebruik van bloedverdunnende medicatie kan een versterkend effect hebben. Meestal verdwijnt de bloeduitstorting binnen enkele weken. Verwittig de dialyseafdeling als de plek groter wordt of de pijn toeneemt. Pijnlijke rode of gezwollen fistelarm Bij een pijnlijke, rode of gezwollen fistelarm in combinatie met koude rillingen en/of een lichaamstemperatuur boven de 37.5 c, neemt u best contact op met één van onze nefrologen of met de dialyse- of spoedafdeling van het ziekenhuis. 9
AANSLUITPROCEDURE + PLAKTECHNIEK Bij het aanprikken proberen we zo proper mogelijk te werken. Daarom: 1 2 3 4 5 6 Zorg dat uw armen en handen altijd proper zijn. De verpleegkundige vraagt om uw handen te ontsmetten en een masker op te zetten. De prikplaats wordt ruim vrij gemaakt, zo nodig dienen kledingstukken te worden verwijderd. Draag bij voorkeur korte mouwen. De verpleegkundige reinigt de ruime omgeving van de punctieplaats met fysiologische oplossing en droogt na. Zo nodig worden plakresten van pleister met ether verwijderd. Daarna gebeurt de ontsmetting met Chloorhexidine 2% in 70% Alcohol met een droogtijd van 30 seconden. Nu zal de verpleegkundige uw fistel aanprikken en vervolgens aansluiten. 10
7 Daarna zullen de leidingen op volgende manier met kleefpleister op de arm bevestigd worden 8 Eveneens worden de leidingen met een kocher aan het laken gefixeerd zodat er geen tractie is. Aandachtspunten: - Gelieve de leidingen niet in de hand vast te houden. - Probeer de fistelarm tijdens dialyse zo weinig mogelijk te bewegen. - De fistelarm moet steeds zichtbaar zijn, dus niet onder de lakens. - Ligt de arm niet comfortabel, vraag eventueel naar een kussen om deze te ondersteunen zodat ook uw schouders ontlast worden. 11
TOT SLOT Bij vragen of problemen aarzel dan niet ons even te contacteren. Een telefoontje of een nota in het heen- en weerboekje wordt steeds beantwoord. Locatie Telefoon Jessa Ziekenhuis campus Virga Jesse 011 33 55 11 Centrumdialyse (campus Virga Jesse) - Kunstnier C, 1 ste verdieping - Kunstnier A, 2 de verdieping - Kunstnier B, 3 de verdieping Autodialyse (campus Salvator) Autodialyse (a.z. Vesalius Tongeren) Autodialyse (St. Franciskusziekenhuis Heusden) 011 33 87 21 011 33 87 22 011 33 87 23 011 33 87 50 012 39 78 59 011 71 59 44 12
NOTA S. VRAGEN EN PERSOONLIJKE NOTA S Op deze pagina s kan u alle vragen die u wilt stellen, noteren. 13
NOTA S. 14
NOTA S. 15
MEER INFORMATIE E-mail: nierzorg@jessazh.be Tel. secretariaat nefrologie: 011 33 87 00 www.jessazh.be/niercentrum vzw Jessa Ziekenhuis Salvatorstraat 20, 3500 Hasselt, www.jessazh.be Versie Mei 2018- object-id 18285