Kustbroedvogeldag Zeeland 18 juni 2015



Vergelijkbare documenten
Functioneren kunstmatige eilanden voor visdieven in de Inlaag Oesterput op Noord-Beveland en in de Inlaag Neeltje Jans: Broedseizoen 2016

Functioneren kunstmatig eiland voor sterns in de Inlaag Oesterput en op eilanden in de Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland: Broedseizoen 2017

NOORDZEEKUST VAN HET DELTAGEBIED

Symposium Op reis op de Boschplaat, 30 mei 2017 Over (broed)vogels in veranderende landschappen

Veenweiden steeds belangrijker voor Zwarte sterns in Zuid-Holland. Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2013

De betekenis van een zandbank voor Heist voor de avifauna

7-Eilandenplan. Duurzame en korte termijn maatregelen voor het behoud van kustbroedvogels in de Zuidwestelijke Delta.

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2014

8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus)

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2013

Memo. Commissie voor de m.e.r. Robbert Wolf en Chris Moes. Ter informatie. Aan. Havenbedrijf Rotterdam N.V. Datum 13 november 2017 Telefoon Fax

Noodplan grote karekiet in de Noordelijke Randmeren

8.4 Kokmeeuw (Chroicocephalus ridibundus)

KNNV - afdeling Voorne - Vogelwerkgroep. Mededeling nr. 202

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2007

Monitoring van de SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge- Heist tijdens het broedseizoen 2010

Vogelmonitoring Natuurcompensatie Maasvlakte II

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.

Plan van aanpak monitoring broedsucces, overleving en verklarende factoren kustbroedvogels en weidevogels Haringvliet

Advies betreffende het aantal aanvaringsslachtoffers bij de windturbines langs de oostelijke strekdam te Zeebrugge in 2010

Wijzigingsbesluit Natura 2000-gebied Westerschelde & Saeftinghe

Strandbroedvogels Verklikker 2018

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen

Natuurcompensatie Voordelta

Scholeksterweekend Ameland 2013

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2011

2018 is door Sovon Vogelonderzoek en Vogelbescherming Nederland uitgeroepen tot het Jaar van de Huiszwaluw!

Enkele aspecten van de situatie rond Engelsmanplaat en Rif 2009; recreatie, geomorfologie, natuur, logistiek, beleidsaanbevelingen

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2012

Natura 2000 gebied Markiezaat

De functie van het Balgzand als hoogwatervluchtplaats voor wadvogels II. aantallen vogels en hun verspreiding tijdens hoogwater

Kraaiachtigen een bedreiging voor weidevogels? Attie F. Bos Pim Vugteveen

Evaluatie van de instandhoudingsdoelstellingen voor het SBZ-V Kustbroedvogels te Zeebrugge-Heist tijdens het. broedseizoen 2006

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2015

Natuurherstel en ontwikkeling op de overgang van zoet naar zout

Meer dan 400 paar Zwarte sterns in Zuid- Holland Verslag van monitoring van aantallen en broedsucces in 2014

Visdief en noordse stern

DPM. Kustbroedvogels in het Deltagebied in Delta Project Management

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2004

Greppel plas dras op Texel. Resultaten van een driejarig experiment

Memovogeleilan.Phoek. Memo vogel eiland Schelphoek PZOT -M Pol van de Rest /

Kwaliteit van de Nederlandse wetlands Negatieve signalen Positieve signalen De kracht van het WetlandWachten-netwerk

Document PAS-analyse Herstelstrategieën voor Haringvliet

Zijn moerasvogels te beheren? Jan van der Winden

Evaluatie van de instandhoudingsdoelstellingen. te Zeebrugge-Heist tijdens het broedseizoen 2007

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2016

Inrichting daken van gebouwen als broedgebied voor Kleine Mantelmeeuw, Zilvermeeuw en Visdief

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als broedvogel én als niet-broedvogel.

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2008

Tegast in een vervreemd landschap? Eddy Wymenga, A&W

RUSTGEBIEDEN IN DE VOORDEL- TA WERKEN!

Leidraad ecologische herstelmaatregelen voor kustbroedvogels

Aantallen strandbroeders in de Nederlandse Waddenzee

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Referentienummer Datum Kenmerk ehv.N februari 2012 SKu/RvS

Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer

Het belang van Griend voor de Waddenzee A&W-rapport 2088

Aanvullende ecologische beoordeling windenergie Groningen Effecten op Visdief en Noordse stern

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2010

Sternen te Zeebrugge. Broeden op een kunstmatig schiereiland

Watervogels en kustbroedvogels tussen Breskens en Braakmanhaven

Vogels en vraat in eutrofe rietmoerassen. Ruud P.B. Foppen

Verslag buitenwandeling Zwin op 24/02/2017

Verslag project bontbekplevier Wilhelminadorp 2010 en tevens afsluiting monitoring gedurende 5 jaar.

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2018 Auteurs

Broedsucces van kustbroedvogels in het Deltagebied in 2018

Broedsucces van kenmerkende kustbroedvogels in de Waddenzee in mineur

Eilanden en biotische veranderingen in zee. Dr. ir. M.J. Baptist

INHOUD 1 INLEIDING EN LEESWIJZER Inleiding Leeswijzer Kaartenatlas 10 2 BROEDVOGELS MET REGIODOELEN 11

Natura 2000 Deltawateren

memo Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur Algemeen

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2002

Advies betreffende de impact van de verdere ruimte-inname in de voorhaven van Zeebrugge op het broedgebied van de kleine mantelmeeuw en de zilvermeeuw

Natuurherstel in Duinvalleien

Dodaars (Tachybaptus ruficollis) (A004) 1. Status: 2. Kenschets. 3. Bijdrage van gebieden

Rapportage natuurbeheer. Weidevogels. Stichting Agrarische Bedrijven Spaarnwoude (SAS) Melkveebedrijf de Ettingen Zoogkoeienbedrijf de Koningshoeve

Midwintertelling van zee-eenden in de Waddenzee en de Nederlandse kustwateren, januari 2003

Voorkomen van Bruine Kiekendief (Circus aeruginosus) in Het Verdronken Land Van Saeftinghe Walter Van Kerkhoven

Op Europees niveau is de soort in de periode met 52% afgenomen, en ten opzichte van 1990 met 6%.

Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen. Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen

Meerjarenvisie Samenvatting. SOVON Vogelonderzoek Nederland. Meerjarenvisie

Watervogels Zeedijk St Pieterspolder

Zandmotor Delflandse Kust

Monitoring Antwerps Havengebied

Advies betreffende de ecologische randvoorwaarden voor broedgebieden van Zilvermeeuw en Kleine mantelmeeuw

NADERE EFFECTENANALYSE WADDENZEE EN NOORDZEEKUSTZONE II DEELRAPPORT EXTERNE WERKING

10 jaar Sternenschiereiland: een jubileum met gemengde gevoelens

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.

Informatiebijeenkomst Getij Grevelingen 11 oktober Getij Grevelingen. Waarom herstel beperkt getij

Veldwerkplaats Kwartelkoning 20 juni 2017, Zwolle Ecologie van - en maatregelen voor- de Kwartelkoning

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE Nb: vragen en antwoorden worden verzonden aan College, MT en alle raadsleden.

Directie Participatie Postbus GH Den Haag. Coalitie Delta Natuurlijk Ravelijn de Groene Jager DJ Goes

Kustbroedvogels in het Deltagebied in 2010

WaterschapScheidestromen Provincie Zeeland, afdeling Water, Bodem en Natuur T.a.v. de heer P. Sinke Postbus AD MIDDELBURG

Blauwe Reiger. Purperreiger

Predatie en predatorenbeheer. Wolf Teunissen

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Transcriptie:

Kustbroedvogeldag Zeeland 18 juni 2015 F.A. Arts & P.A. Wolf Delta Project Management INTERMEDIAIR ECOLOGIE EN MILIEU www.deltamilieu.nl

Kustbroedvogeldag Zeeland 18 juni 2015 Floor Arts Pim Wolf Vlissingen, juli 2015 Dit document is een verslag van de kustbroedvogeldag, gehouden op 18 juni 2015 onder auspiciën van de Werkgroep Soortbescherming van de Provincie Zeeland. De dag werd georganiseerd door Marion Struijk en René Steijn (Provincie Zeeland) en Peter Meininger (Rijkswaterstaat). Deze verslaglegging werd mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van Vogelbescherming Nederland. Foto voorkant: Artificieel broedeiland in de Slufter op de Maasvlakte (Pim Wolf). Postbus 315 Edisonweg 53D 4100 AH Culemborg 4382 NV Vlissingen Telefoon: 0345 516 100 Telefoon: 0118 466 280 Fax: 0345 530 885 info@deltamilieu.nl www.deltamiieu.nl

Inhoud Verslag kustbroedvogeldag... 3 1 Aanleg van broedgebieden voor kustbroedvogels... 4 2 Beheer van broedgebieden kustbroedvogels... 4 3 Voorbeelden studiedag... 5 Noordervroon... 5 Eiland De Regt... 5 Haringvliet, Scheelhoekeilanden... 6 s Gravenhoek Inlaag... 6 Prunje...... 6 Neeltje Jans/Noordland... 7 4 Belangrijkste conclusies... 7 Ervaring bij aanleg en beheer van broedgebieden voor kustbroedvogels... 7 Voldoende geschikte broedgebieden... 8 Predatie... 8 Soortgerichte aanpak... 8 Draagvlak creëren... 8 Het functioneren van broedgebieden... 9 Metapopulatie studie... 9 Belangrijke achtergrondinformatie populatiestudies:... 10 2

Verslag kustbroedvogeldag Zeeland is een belangrijke provincie voor kustbroedvogels, zoals sterns, plevieren en Kluut. Met name in het Natura 2000 beheerplan Deltawateren zijn voor deze groep instandhoudingsdoelen geformuleerd evenals in het soortenbeleid. De velddag is bedoeld om kennis te delen over de successen en de mislukkingen van kustbroedvogelprojecten in Zeeland. Specifieke thema's zijn successie van de vegetatie door ontbreken natuurlijke dynamiek, predatie en de toepassing van kunstmatige broedeilanden. De kennisuitwisseling moet leiden tot het benoemen van factoren die een project doen slagen of mislukken en het opdoen ideeën voor pilotprojecten om de instandhoudingsdoelen te behalen. Door een groot aantal deskundigen (zie bijlage) werd een aantal gebieden in Zeeland bezocht waar kustbroedvogels tot broeden komen. In de bezochte gebieden zijn maatregelen genomen ten bate van kustbroedvogels. Onderweg in de bus werd een aantal presentaties gegeven over beheer en bescherming van kustbroedvogels. De belangrijkste punten uit de presentaties en daaruit ontstane discussies worden hierin kort samengevat. De hand-outs en een lijst van deelnemers zijn bijgevoegd als bijlage. Bezochte gebieden: Noordervroon Westkapelle. Inlaag s Gravenhoek, Noord-Beveland Eiland de Regt (Inlaag Wanteskuup, Colijnsplaat) Prunje, Flaauwers- en Wevers Inlaag. Noordland, Neeltje Jans Presentaties: Noordervroon (Kristel Verhage; PZ, Peter Maas; SBB, Floor Arts; DPM) Haringvliet, Scheelhoekeilanden (Wouter van Steenis; NM) Inlaag s Gravenhoek (Chiel Jacobusse; HZL) Drijfeiland De Regt (Peter Meininger; RWS) Recreatie en natuur (Jonna van Ulzen; VBN) Prunje, Flaauwers- en Wevers Inlaag (John Beijersbergen;D&D) Artificiële broedplaatsen (Eric Stienen; INBO) Kustbroedvogels broeden in kale tot schaars begroeide gebieden. Vroeger broedden de kustbroedvogels in gebieden die sterk beïnvloed werden door natuurlijke dynamiek, nu zijn dat voornamelijk aangelegde gebieden. Dat betekent dat we een verantwoordelijkheid hebben om de gebieden te beheren. Een van de belangrijkste vragen tijdens deze dag was: Wat komt er allemaal kijken bij de aanleg en het beheer van die gebieden. 3

1 Aanleg van broedgebieden voor kustbroedvogels Belangrijke punten bij aanleg van broedgebieden voor kustbroedvogels. - Eiland (vrij van predatoren) - Watertype - Ondergrond - Bouw - Ligging ten opzichte van foerageergebieden - Bereikbaarheid voor predatoren - Ligging ten opzichte van recreatiegebieden Kustbroedvogels broeden bij voorkeur op eilanden omdat die moeilijk bereikbaar zijn voor grondpredatoren. Een onbegroeid eiland bedekt met schelpen wordt in de meeste gevallen snel bezet door kustbroedvogels. Type ondergrond, watertype (zoetzout) en bouw zijn belangrijk voor de duurzaamheid van een broedeiland. Daarnaast moeten de kustbroedvogels ook succesvol kunnen broeden. Het eiland moet bij voorkeur dicht in de buurt liggen van de foerageergebieden (voor Dwergstern < 5km, voor Grote stern <30km). En het moet grondpredatoren zo lastig mogelijk gemaakt worden om het eiland te bereiken. 2 Beheer van broedgebieden kustbroedvogels Belangrijke punten bij het beheer van broedgebieden voor kustbroedvogels. - Vegetatiesuccessie - Begrazing - Voorlichting en bewaking - Duurzaam beheer vergt inspanning - Soortgericht beheer - Dynamisch beheer Het duurzaam beheer van een broedgebied voor kustbroedvogels vergt inspanning. Vegetatiesuccessie treedt overal op dus het verwijderen van die vegetatie of vertragen van de successie vergt een jaarlijkse grote inspanning van de beheerder. Bij de aanleg van een eiland moet ingecalculeerd worden of het eiland vrij te houden is van hoge vegetatie. Een beheer met een driejarige cyclus is gewenst om zo de vereiste diversiteit in het broedgebied te kunnen garanderen. Ideaal is een eiland dat deels kaal is met schelpenbanken maar dat ook overgangszones heeft naar lage vegetatie. De eilanden moeten tijdens de broedtijd vrij gehouden worden van predatoren. Een inspanning bij het verwijderen van predatoren voor aanvang van het broedsucces kan zeer nuttig zijn. Verstoring door zowel mensen als vee moet worden voorkomen. De 4

eilanden moeten tijdens de broedtijd ontoegankelijk zijn voor vee wat in het gebied rondloopt voor begrazing. Verstoring door mensen kan het best voorkomen worden door een goede voorlichting in combinatie met handhaving. De handhaver kan tevens dienst doen bij de monitoring van het broedsucces. 3 Voorbeelden studiedag Noordervroon Eilanden in het gebied bleken zeer aantrekkelijk voor kustbroedvogels. Het gebied heeft een groot oppervlak ondiep water met slikranden (Kluut, plevieren) en de foerageergebieden voor sterns liggen dicht bij. Met een aantal kleine ingrepen (aanbrengen kokkelschelpen) werd het gebied aantrekkelijk gemaakt voor kustbroedvogels en dan met name voor de Dwergstern. Kluten en plevieren profiteerden mee van de maatregelen. Door een uitgekiend peilbeheer; in de winter water opzetten en laat in het voorjaar het waterpeil aflaten wordt vegetatie successie beperkt. Kleine beheerinspanningen zoals het plaatsen van een tijdelijk raster rond kolonie en verwijderen vegetatie wordt uitgevoerd in samenwerking met de lokale vogelwerkgroep. Lokale vogelaars informeren de beheerder over het verloop van het broedseizoen en melden problemen bij de beheerder. Samenwerking tussen de provincie, beheerder (SBB), veeboer en vogelwerkgroep is een goede basis voor duurzaam beheer. Ondanks goede intenties bleek de afstemming over het te voeren beheer niet altijd optimaal te zijn. In 2015 bleek afstemming inzet van begrazing niet goed geregeld (koeien aan verkeerde kant raster). Een nieuw probleem in dit gebied is de komst van de Vos. Er is nog geen oplossing gevonden hoe daarmee om te gaan. Eiland De Regt Het eiland De Regt is een particulier initiatief voor een artificieel eiland voor kustbroedvogels bestaande uit PVC buizen bedekt met schelpen. Jarenlang na aanleg werd het eiland niet gebruikt door kustbroedvogels. De ligging van het eiland is niet ideaal; de inlaag is klein, de nabijheid van broedende Bruine Kiekendieven en het gebruik van het eiland als hoogwatervluchtplaats door onder andere grote meeuwen werden als oorzaak beschouwd. Recent is het eiland echter in gebruik genomen door kleine aantallen Visdief en Kokmeeuw. De les die hieruit getrokken kan worden is dat het jarenlang niet functioneren van een eiland nog niet wil zeggen dat het niet nuttig is. 5

Haringvliet, Scheelhoekeilanden De Scheelhoekeilanden in het Haringvliet zijn zeer in trek als broedgebied bij sterns door de gunstige ligging ten opzichte van de foerageergebieden. Vanwege het grote belang van dit gebied voor Grote stern en Visdief worden grote inspanningen verricht om het gebied geschikt te houden voor kustbroedvogels. De laatste jaren is veel ervaring opgedaan met het beheer van dit gebied. De monitoring van het broedsucces van de diverse sternsoorten speelde daarbij een grote rol. Het Haringvliet is zoet en de vegetatiesuccessie is voor soorten die afhankelijk zijn van een dynamisch habitat een groot probleem. In zoete habitats zijn wortelonkruiden lastig te verwijderen en frezen is juist ongunstig want dan verspreiden de wortelstokken zich. Een grootschalige (maar zeer dure!) zoutproef (dikke laag zout op eiland) heeft goede resultaten opgeleverd. Vanwege de eisen van kustbroedvogels aan het habitat moet het opbrengen van zout in een cyclus van 3 jaar uitgevoerd worden (1/3 dikke laag zout, 1/3 dunne laag zout, 1/3 niets doen). Een dergelijk rotatie-cyclus zorgt ervoor dat er voor diverse soorten gunstige broedgelegenheid aanwezig is. Een sliblaagje dat op de zout-eilanden ontstaat is het volgende probleem dat moet worden opgelost. Er moet dus een behoorlijke beheers inspanning geleverd worden om dit gebied geschikt te houden voor kustbroedvogels. De kosten (enkele tienduizenden euro s, afhankelijk van de zoutprijs) mogen niet onvermeld blijven. s Gravenhoek Inlaag De inlaag is enigszins brak. Het eerste eiland is aangelegd in 1980, twee andere eilanden later. De eilanden hebben een klein oppervlak, is bedekt met dikke laag grind en schelpen en wordt tegen afslag beschermd door basaltblokken. Jaarlijks komen Visdieven en Kokmeeuwen tot broeden op de eilanden in de inlaag. De eilanden worden speciaal voor de kustbroedvogels beheerd. Zowel in het voor- als najaar wordt de vegetatie verwijderd, dat is 1 dag werk voor 5 personen. Vanwege de grootte van het eiland kan dat handmatig. De dikte van de schelpenlaag zorgt ervoor dat wortelonkruiden geen kans krijgen waardoor volstaan kan worden met relatief weinig onderhoud. Vanwege het succes van deze eilanden worden mogelijkheden onderzocht voor nieuwe eilanden. Bij dit onderzoek is het wel belangrijk dat de gegevens van het broedsucces eens nauwkeurig geanalyseerd worden; het broedsucces van de Visdief is in het algemeen niet zo goed, in elk geval lager dan het broedsucces dat nodig is voor een stabiele populatie. Prunje In de Prunje is meer dan 1000 ha nieuwe natuur ingericht. Het kale en schaars begroeide landschap wordt in stand gehouden met cyclische successie. De sturende factoren zijn zoute kwel en een hoog winterpeil. Het gebied heeft een eigen waterhuishouding en is helemaal verzilt na aanleg. De bodem bestaat uit klei, zand en veen. Het gebied kent nog enige problemen met de waterkwaliteit (algenbloei) 6

vanwege de voedingsstoffen die nog aanwezig zijn in het gebied. De Prunje is een belangrijk broedgebied voor de Strandplevier. Sterns broeden in de Flaauwers- en Wevers- Inlaag. De eilanden in deze inlagen worden speciaal voor de kustbroedvogels beheerd. Enkele jaren geleden hebben de eilanden een grote opknapbeurt ondergaan. De oeverbeschoeiing is vernieuwd, vegetatie verwijderd en schelpenbankjes zijn gestort. De inrichting van de eilanden is afgestemd op de diverse soorten, de eilanden zijn daarvoor groot genoeg. Het Waterschap gaat over het dagelijkse beheer van de inlagen. Met hen zijn afspraken gemaakt samen met de vissers in de inlagen om verstoring in het broedseizoen te voorkomen. Neeltje Jans/Noordland Op Neeltje Jans broeden diverse soorten kustbroedvogels. Een populatie Dwergsterns weet zich nog steeds te handhaven ondanks alle problemen die er spelen op het werkeiland (recreatie, predatie). Op het strandje bij het Topshuis wordt de laatste jaren succesvol gebroed door een simpele maatregel die getroffen zijn om de toeristen te weren van het strandje gedurende de broedtijd. Een lage draad met daarbij informatieborden over de broedende sterns blijkt voldoende om de recreanten op afstand te houden. Het broedgebied wordt gerespecteerd door de recreanten. De Bontbekplevier en Scholekster profiteren mee. De kustbroedvogels broeden hier op het strand, in jaren met hoge springvloeden wil alles nog wel eens overspoelen. Dwergsterns zijn hierop aangepast en proberen het dan vaak nog wel een keer. Op Noordland broeden de Dwergsterns op een plek die vanwege de ondergrond (stenen, schelpen, zand) en de zoutinvloed (spray) vrij blijft van opkomende vegetatie. De plek is toegankelijk maar wordt zelden bezocht door recreanten omdat het buiten de gangbare wandelroutes ligt en relatief ver van de parkeerplaatsen. Het broedsucces op deze plek is wisselend en hangt af van jaarlijks verschillende gebeurtenissen (weer, voedsel, predatie). 4 Belangrijkste conclusies Ervaring bij aanleg en beheer van broedgebieden voor kustbroedvogels De afgelopen jaren is veel ervaring opgedaan over de aanleg en het beheer van broedgebieden voor kustbroedvogels. Veel kennis is aanwezig bij beheerders en onderzoekers. Gebleken is dat er veel aandacht is voor aanleg maar minder of niet voor beheer. Een platform voor het bundelen en uitdragen van die kennis is gewenst. 7

Voldoende geschikte broedgebieden Een broedgebied zal niet elk jaar bezet zijn. Kolonies van kustbroedvogels trekken predatoren aan; vanwege het broeden op de grond in kolonieverband zijn ze een aantrekkelijke prooi voor grondpredatoren. Als een gebied een aantal jaren bezet is wordt het ongeschikt vanwege de bekendheid bij predatoren. De kustbroedvogels verlaten het gebied. Vervolgens wordt het weer ongeschikt voor die predatoren. Na een aantal jaren zullen de kustbroedvogels weer terugkeren. Voorwaarde is wel dat het gebied ook tijdens de afwezigheid van die kustbroedvogels geschikt wordt gehouden voor kustbroedvogels. Om die reden moeten in het Deltagebied voor de kustbroedvogels een groot aantal geschikte gebieden beschikbaar zijn. Daarbij moet wel onderscheid gemaakt worden voor de verschillende vogelsoorten. Predatie Hoe om te gaan met predatie van grondpredatoren (o.a ratten, marterachtigen, Vos). Het probleem is duidelijk gesignaleerd maar een oplossing is niet voor handen. Nu wordt veelal op een niet transparante wijze iets gedaan aan de predatie. Het probleem van predatie zou helder benoemt moeten worden. Het lastige hierbij is dat het vaak lastig te achterhalen is wie de schuldige is. De huidige tendens neigt naar het predator-vrij houden van moeilijk bereikbare eilanden. Een haalbaarheidsonderzoek zou een nuttig instrument zijn in deze discussie. De meningen over het bestrijden van predatoren zijn verdeeld. Er moet eerst een brede discussie tussen beheerders, natuurbeschermers en beleidsmakers gevoerd worden vanwege de gevoeligheid van het onderwerp. Pas daarna kunnen passende maatregelen genomen worden. Soortgerichte aanpak Prioriteit ligt bij Grote stern, Dwergstern en Strandplevier, natuurontwikkeling zou zich op deze soorten moeten richten. De soorten stellen hoge eisen aan het broedgebied en geschikte broedgebieden voor de soorten zijn schaars in het Deltagebied. Andere soorten kunnen mee profiteren van de broedgebieden die worden aangelegd en onderhouden voor Grote stern en Dwergstern. Een Visdief bijvoorbeeld is minder kritisch en die kan goed voorzien worden met kunstmatige eilanden (bijvoorbeeld pontons), die op strategische plaatsen (dicht bij goed foerageergebied) aangelegd worden. Draagvlak creëren Recreatie en natuur gaan niet altijd goed samen. Zeker in het Deltagebied waar men vrijwel overal kan komen is rust en ruimte voor de kustbroedvogels een belangrijk issue. Vogelbescherming heeft met de campagne Rust voor vogels ruimte voor mensen veel goodwill gekweekt in de Waddenzee. Met het project wordt tegelijkertijd 8

gewerkt aan het herstel en verbeteren van het leefgebied het vergroten van het draagvlak voor bescherming. Belangrijke instrumenten om het draagvlak te vergroten zijnde gratis vogelherkenningskaarten, wadwachters, infografics, de app wadvogels, animatiefilmpjes en de website www,beleefdewaddennatuur.nl. De wadwachters zijn belangrijk bij bewaking, monitoring en voorlichting. Infografics zijn belangrijk bij de bewustwording en kunnen onbewuste verstoring voorkomen. Een dergelijk project in het Deltagebied is wenselijk. Het functioneren van broedgebieden Monitoring van kustbroedvogels in het Deltagebied is goed geregeld, vooral doordat Rijkswaterstaat zorg draagt voor tellingen van broedvogels in de relevante gebieden. Informatie over het broedsucces van de verschillende soorten in de gebieden is nog schaars. Rond de eeuwwisseling werd het broedsucces wel gemonitoord, maar dit is gestopt in het kader van bezuinigingen. Informatie over het broedsucces is belangrijk; er zijn gebieden die jaarlijks grote aantallen kustbroedvogels aantrekken die vervolgens niet of nauwelijks nageslacht produceren (de zogenaamde putgebieden). Predatie en verstoring zijn belangrijke verliesoorzaken. Maar ook voedselbeschikbaarheid is een onderschat gegeven dat een grote invloed kan hebben op het broedsucces. Bijzondere gebeurtenissen (zoals een langere periode met slecht weer) kunnen vaak van grote invloed op het broedsucces. Er moet een afweging gemaakt kunnen worden of gebieden die jaarlijks grote aantallen kustbroedvogels aantrekken maar weinig tot geen jongen produceren niet ongeschikt gemaakt moeten worden. Een beter inzicht in het succes van de broedparen in de diverse gebieden zou daarbij een belangrijk hulpmiddel kunnen zijn. Op dit moment ontbreekt een dergelijk inzicht voor de meeste soorten in een groot deel van de gebieden. Daarentegen zijn gebieden die jaarlijks veel jongen produceren ook interessant (de zogenaamde brongebieden). Dat levert informatie op over de aanleg en beheer van gebieden en welke gebieden de hoogste prioriteit hebben bij bescherming en beheer. Voor een goed beheer van de broedgebieden van kustbroedvogels is een jaarlijks overzicht van het functioneren van de belangrijkste gebieden nodig. Het meten van broedsucces en achterhalen van mogelijke verlies/succes oorzaken heeft daarbij prioriteit. Metapopulatie studie Onderzoek naar broedsucces in een aantal broedgebieden toont aan dat er in het Deltagebied grote verschillen zijn in het functioneren van broedgebieden voor kustbroedvogels (zie bijlage). Veel gebieden met sterns produceren minder jongen (gemiddeld aantal jongen per paar per jaar) dan nodig is voor een stabiele populatie. Toch lijken de aantallen broedparen sterns in het Deltagebied de laatste jaren niet af te nemen. Zijn we daarom in de Delta afhankelijk van de broedresultaten in andere gebieden of is de Delta-populatie in staat om de aantallen stabiel te houden? Kortom, wat bepaalt het aantalsverloop van de sterns. Van sterns is bekend dat er 9

uitwisselingen zijn tussen populaties op een hoger niveau dan het Deltagebied. Ringterugmeldingen hebben aangetoond dat er uitwisseling is met Belgische-, Britseen populaties uit de Waddenzee. De mate waarin dat plaatsvind is niet goed bekend maar is in het kader van beheer van populaties in de Delta wel belangrijk om te weten. Een metapopulatie studie geeft het belang aan van de broedpopulatie in het Deltagebied. In zo n studie meet je aantallen, broedsucces, overleving en dispersie. Met populatiemodellen kan dan aan de hand van de verkregen informatie een inschatting worden gemaakt hoe het de populatie zal vergaan en wordt duidelijk waar de knelpunten in het beheer liggen. Op deze wijze kan bepaald worden of en waar er inspanningen verricht moeten worden om de populatie in stand te houden. Wat beleidsmatig vertaald kan worden naar Natura 2000 doelen. Voor de Waddenzee is een dergelijke studie (geïntegreerde populatie monitoring) al uitgevoerd. Een dergelijke studie zou in de Delta ook uitgevoerd moeten worden. Een inventarisatie naar aanwezigheid van benodigde informatie (aantallen, broedsucces, overleving, dispersie) kan op korte termijn gerealiseerd worden en is nodig om na te gaan welke informatie nog verzameld moet worden voor de metapopulatie studie. Belangrijke achtergrondinformatie populatiestudies: van der Jeugd H.P., Ens B.J., Versluijs M. & Schekkerman H. 2014. Geïntegreerde monitoring van vogels van de Nederlandse Waddenzee. Vogeltrekstation rapport 2014-01. Vogeltrekstation Wageningen; CAPS-rapport 2014-01; Sovon rapport 2014/18, Sovon Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen. Stienen E.W.M., Brenninkmeijer A. & van der Winden J. 2009. De achteruitgang van de Visdief in de Waddenzee. Exodus of langzame teloorgang. Limosa 82: 171-186. 10

Delta ProjectManagement Varkensmarkt 9, 4101 CK Culemborg Postbus 315, 4100 AH Culemborg Tel: 0345-516100 Fax: 0345-530885 info@deltamilieu.nl www.deltamilieu.nl