Het unieke Nederlandse verloskundige



Vergelijkbare documenten
24 weken zwanger en dan? Kansen, onmogelijkheden, resultaten en toekomst

Nieuwe kans voor lachgas bij bevallingen in. geboortecentrum Sophia. NVvA-congres, 28 maart 2012 Zita Kolder

Programma. Filmpje. Presentaties nalezen? Informatieavond over de bevalling. Gynaecologie en verloskunde Bevallen

Serotiniteit 42 weken of langer zwanger.

Serotiniteit. Versie November 17. Wens 41 weken inleiden. AD* (weken) Actie Beleid Informatie. Folder serotiniteit mee geven

Voorbeeld Perinatale Audit 1

Wie zijn wij. ! Verloskundigen. ! Ziekenhuizen. ! Kraamzorg

Obesitas en zwangerschap

Zwangerschap en bevallen na eerdere keizersnede

NOTA KWALIFICATIES GEAUTORISEERD OBSTETRISCHE PROF. ACUTE VERLOSK. ZORG. Versie 1.0

PATIËNTEN INFORMATIE. Serotiniteit

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Arib (PvdA) over onnodige babysterfte (2009Z19436).

Serotiniteit BEHANDELING

Samenvatting. Samenvatting

Regioprotocol; Foetale Bewaking durante partu. juni 2016

Perinatale sterfte verschillen naar zorgregio s in Nederland


Serotiniteit. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie RICHTLIJN. Verwijzing naar een perinatologich centrum Samenwerking tweede en derde lijn

mw.dr. J. Dijs-Elsinga (PRN), mw. C. de Vries (PRN) mw.dr. E. de Miranda (KNOV), mw.dr. A.C.J. Ravelli (AMC), dhr. P.

Reactie NVOG op het consultatiedocument Eerstelijns verloskundige zorg (april 2009)

Opinions of maternity care professionals about integration of care during labor for moderate risk indications: a Delphi study in the Netherlands

Serotiniteit (overdragenheid)

Voorlichtingsavond Zwangerschap en Bevalling. Vakgroep Obstetrie & Gynaecologie Zuyderland Geboortecentrum Verloskundig Samenwerkingsverband

Serotiniteit / overdragenheid

Angst voor de pijn. Prof. dr. Arie Franx. Pre-eclampsia and cardiovascular disease. Kennispoort Verloskunde, 3 februari 2012

Samenvatting. Introductie. Suze Jans, Hilde Perdok, Ben Willem Mol, Ank de Jonge

Regioprotocol Foetale Bewaking durante partu.

Trends in de jaren

Gynaecologie / Verloskunde. Patiënteninformatie. Serotiniteit. Slingeland Ziekenhuis

Inleiden van de bevalling

Onderwerp Bijlage(n) Uw brief Kamervragen 19 februari 2008

Betreft: Perinatale Zorg in Nederland 2013

Vragenlijst voor medici

Grondige discussie nodig over number needed to treat Risico s sectio bij stuitligging onderschat

Bijna 42 weken zwanger... en nu?

Protocol Obesitas. 1.0 Definitie obesitas


Geboorteplan Afdeling gynaecologie en verloskunde AZM November 2014

Introductie. Methoden. Jeanette Mesman, Ank de Jonge, Judith Manniën, Joost Zwart, Jeroen van Dillen en Jos van Roosmalen

Internationale positie van Nederlandse geboortezorg is verbeterd

Algemeen. Code Acute Verloskunde. (versie: 1) Nummer Versie 1. Aanmaakdatum Datum laatste wijziging

Keuzehulp Bevallen na een eerdere keizersnede: vaginale bevalling of een geplande keizersnede? Poli Gynaecologie

Zwanger na de uitgerekende datum

In deze brief beschrijft de NVOG haar visie op noodzakelijke veranderingen binnen de geboortezorg in Nederland:

Verloskunde tussen ?

Betreft: Perinatale Zorg in Nederland 2009

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties


Opzet. Methode. Inleiding. Resultaten. Conclusie. Martine Eskes, Adja Waelput, Sicco Scherjon, Klasien Bergman en Anita Ravelli

Uitgezakte navelstreng

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Zwangerschap langer dan 42 weken

Verloskunde Serotiniteit Colofon Meer informatie Adresgegevens

Registratieformulier voor de gegevens rondom de zwangerschap en bevalling

Zwanger voorbij de 41 weken en dan? Serotiniteit. Poli Gynaecologie

VSV Samen Protocol: Langdurig gebroken vliezen a terme

Samenvatting. Keuze voor à terme sterfte. Hoe werkt perinatale audit in de praktijk?

Zwanger en bevallen na eerdere keizersnee

Het draaien van een kind in stuitligging

De uitgerekende datum en de normale periode van bevallen

Bevallen na eerdere keizersnede

informatie voor u Bevallen na een eerdere keizersnede

Betreft: Perinatale Zorg in Nederland 2010

Bevallen na een eerdere keizersnede. Poli Gynaecologie

Verloskunde in beweging III: de kracht van de consensus Aanbevelingen voor het verloskundig handelen bij UTERUSRUPTUUR

Bevalling na een keizersnede

Jaarverslag Versie Team VSV Kracht 2016

Kennispoort conferentie 2016

Inleiding De uitgerekende datum en de normale periode van bevallen Wat is serotiniteit? De gevolgen van serotiniteit

mw.dr. J. Dijs-Elsinga (PRN), mw. C. de Vries (PRN) mw.dr. E. de Miranda (KNOV), mw.dr. A.C.J. Ravelli (AMC), dhr. P.

Het draaien van een kind in stuitligging

Gynaecologie. Een stuitligging.

Verloskunde. Bevallen in het Scheper Ziekenhuis

Het draaien van een kind in stuitligging

Verloskunde. Bevallen na een keizersnede. Adresgegevens

Stuitligging. Vaginale stuitbevalling of keizersnede. mca.nl

Protocol: vliezen breken bij multigravidae bij 41+5/41+6 ter voorkoming van serotiniteit

Serotiniteit. Als je nog zwanger bent na je uitgerekende datum

Als je nog zwanger bent na je uitgerekende datum

serotiniteit Patiënteninformatie Serotiniteit

Betreft: Perinatale Zorg in Nederland 2014

PROTOCOL DREIGENDE PARTUS

Als je nog zwanger bent na je uitgerekende datum (Serotiniteit) Poli Gynaecologie

Ketenprotocol. Kraamconsulten kinderartsen. Auteurs: E.D. Stam

Serotiniteit. Zwanger voorbij de 41 weken en dan?

De verloskunde voorbijde tweesprong

REGIOVISIE EVAA AMSTERDAM AMSTELLAND E.O. THUIS OF IN HET ZHUIS WAT IS DE TREND VOOR DE KOMENDE JAREN?

Minder babysterfte bij gynaecoloog

Stuitligging vanaf de 36 e week van de zwangerschap. Maatschap Gynaecologie IJsselland Ziekenhuis

1 ½ lijns geboortezorg;

Inhoudsopgave Inleiding... 3 Wat is een stuitligging?... 3 Hoe vaak komt een stuitligging voor?... 5 Waarom ligt een kind in een stuitligging?...


Advies van de Werkgroep zorginhoud voor het midriskgebied in het midwife-led centrum

Rode Kruis ziekenhuis. Patiënteninformatie. Serotiniteit. rkz.nl

Audit ernstige maternale morbiditeit in Nederland*

Haast onverstandig bij aanpak verloskunde

Het maken van een keuze Wanneer is een vaginale bevalling bij een stuitligging mogelijk. Heeft u de keuze? Het maken van een keuze. Tot slot.

Stuitligging. Wat is een stuitligging?

Betreft: Perinatale Zorg in Nederland 2013

Transcriptie:

o p i n i e Beter baren Nieuwe keuzen nodig in de zorg voor zwangeren Er zijn aanpassingen nodig in de verlos kundige zorg in Nederland. Er is behoefte aan meer care, minder verwijzingen durante partu naar de tweede lijn en altijd een gynaecoloog in het ziekenhuis. G.H.A Visser E.A.P. Steegers Het unieke Nederlandse verloskundige systeem staat onder druk. De perinatale sterfte behoort al lang niet meer tot de laagste van Europa en de maternale sterfte is de afgelopen twintig jaar gestegen, waarbij in meer dan 50 procent van de gevallen sprake is van substandard care. De typisch Nederlandse verloskundige zorgketen kenmerkt zich, naast de thuisbevalling, door het feit dat verloskundigen, huisartsen en gynaecologen zelfstandig met een eigen verantwoordelijkheid - maar tegelijk ook met een sterke onderlinge afhankelijkheid - de zorg voor zwangerschap, bevalling en kraambed verlenen. Maar voldoet dit unieke Nederlandse systeem nog wel in de 21ste eeuw? Onnodige leercurve De eerstelijnsverloskundige zorg draagt de zorg voor een geselecteerde groep laagrisicozwangeren. Aan de hand van een verloskundige indicatielijst wordt bepaald wanneer specialistische hulp tijdens zwangerschap, bevalling en kraam- Zwangere vrouwen en hun partners tolereren geen ellenlange bevallingen meer. De foto is helaas niet beschikbaar voor internet 96 Medisch Contact 18 januari 2008 63 nr. 3

bed moet worden ingeroepen. Dat in ons land verloskundigen worden opgeleid met specifieke expertise en verantwoordelijkheid op het gebied van de zorg voor de gezonde zwangere vrouw is een goede zaak en dat moet zo blijven. De kwaliteit van deze ketenzorg als geheel is echter nog maar weinig wetenschappelijk onderzocht. Veranderingen in de keten kunnen alleen maar plaatsvinden na zorgvuldige afstemming en toetsing. Dit gebeurt helaas te weinig. Verloskundigen zijn zich bijvoorbeeld aan het bijscholen om bij een stuitligging uitwendige versies te doen. Een en ander met subsidie van de zorgverzekeraars en ondanks het feit dat er al een beroepsgroep is die de uitwendige versie beheerst. Een onnodige leercurve, met waarschijnlijk onnodige intra-uteriene sterfte en uiteindelijk misschien wel meer stuitliggingen als gevolg. Tenslotte, als de versie bij de verloskundige niet is gelukt, dan zal de patiënt al dan niet geadviseerd in die richting, waarschijnlijk eerder voor een sectio caesarea kiezen, dan voor een hernieuwde versiepoging door een in deze techniek meer ervaren gynaecoloog. Durante partu Deze actie van de verloskundigen heeft tot doel het aantal stuitliggingen en daarmee het aantal keizersneden te verminderen. Maar dan lijkt het effectiever om het aantal verwijzingen durante partu terug te dringen: 51 procent nulliparae en 17 procent multiparae die thuis zouden bevallen, werden in 2005 durante partu ingestuurd vanwege het niet vorderen van ontsluiting of uitdrijving, uitputting, meconiumhoudend vruchtwater, sedatiebehoefte, pijnstilling et cetera (gegevens Stichting Perinatale Registratie Nederland). 1 Het lijkt erop alsof de Nederlandse nullipara steeds minder in staat is om gewoon te bevallen. Let wel, we hebben het hier over de laagrisicozwangere, omdat vrouwen met meer risico vanaf het begin van de zwangerschap bij de tweede lijn onder controle zijn of al tijdens de zwangerschap naar de gynaecoloog zijn verwezen. Het is dan ook van belang dat de eerste lijn nagaat wat de redenen zijn van deze hoge incidentie van verwijzingen naar het ziekenhuis, met als gevolg meer vaginale kunstverlossingen en keizersneden. Het percentage keizersneden - hoewel nog steeds laag voor de westerse wereld - is in twintig jaar tijd verdrievoudigd tot ongeveer 15 procent. De consequenties van de sectio s open baren zich in de daaropvolgende zwangerschappen in de vorm van uterusruptuur, placenta praevia en/of placenta accreta/ increta. 2 Beperkte kraamzorg Een factor die ook van belang is, is een verandering in het gedrag en het verwachtingspatroon van de zwangere en haar partner. Ellenlange bevallingen worden niet meer getolereerd en men vraagt sneller om verwijzing naar een ziekenhuis. Naar onze mening hangt dit samen met het veelal ontbreken van continue begeleiding tijdens de ontsluiting. De kraamzorg is sterk beperkt in uren. De kraamverzorgende arriveert vaak pas na de bevalling en de verloskundige komt, toucheert en vertrekt weer, en laat daarmee de - meer eisende - zwangere en haar partner aan hun lot over. Gerandomiseerd onderzoek in Amerika en Afrika heeft aangetoond dat de continue aanwezigheid van een wijze lekenvrouw (doula) tijdens de bevalling het aantal keizersneden, vaginale kunstverlossingen en de noodzaak tot pijnstilling halveert, terwijl de bevalling bijna twee uur korter duurt. 3 4 Door stress neemt de weeënactiviteit en de uteriene doorbloeding af, met een langdurige bevalling en meer foetale nood als gevolg. Recentelijk deed de commerciële doula haar intrede in ons land (www. doula.nl). Maar dit lijkt ons absurd, omdat hulpverleners zijn opgeleid om de barende te begeleiden. Kraamverzorgenden nemen deze rol graag weer op zich (zeker als ze daarvoor een financiële honorering ontvangen). Het woord verzorgende doet recht aan de taak die van hen wordt verwacht. Als alternatief zou een zwangere een vertrouwenspersoon uit die kring van bekenden en familie kunnen vragen haar bij de bevalling bij te staan. Mannelijke partners zijn slechte doula s gebleken, maar misschien helpt geavanceerde scholing. De gezonde barende heeft dus meer behoefte aan care dan aan cure. De thuisbevalling moet echter geen doel op zich zijn en is geen goede maat voor de kwaliteit van de eerstelijnszorg. In grootstedelijke gebieden zoals Rotterdam en Utrecht zakt het percentage thuisbevallingen tot bijna 10 procent. Het ziekenhuis moet echter geen alternatief worden voor vrouwen met een normale zwangerschap en bevalling. Eerstelijnsgeboortecentra zullen belangrijker worden. 5 Aanpalend aan ziekenhuizen is bij complicaties snel specialistische hulp beschikbaar. Deze centra kunnen ook als kraamhotel fungeren, rekening houdende met wensen van ouders van buitenlandse herkomst. Deze ontwikkelingen als alternatief voor de thuisbevalling zullen de eerstelijnsverloskundige zorg sterker maken, met name in de grote steden. Goede gewoonte Ook in een ziekenhuis, vol techniek en centrale bewaking kan het behoorlijk eenzaam zijn, te midden van drukke hulpverleners. Vroeger hadden opleidingsziekenhuizen nog coassistenten die vanaf 5 cm ontsluiting de verloskamer niet meer mochten verlaten, maar die goede gewoonte past niet binnen de huidige cao en de opzet van het onderwijscurriculum. Ook daar lijkt het tijd voor bezinning en een-op-een begeleiding is nadrukkelijk gewenst. Dan is het eindelijk afgelopen met wanhopig op de gang lopende partners, op zoek naar een Vroeger mochten coassistenten vanaf 5 cm ontsluiting de verloskamer niet meer verlaten hulpverlener met een beetje tijd en aandacht. Goed opgeleide, klinisch werkzame verloskundigen kunnen daarbij een belangrijke rol vervullen. 6 7 Deze relatief nieuwe beroepsgroep waarborgt de fysio logische aspecten van zwangerschap, bevalling en kraambed van vrouwen met een medische indicatie en kan, onder eindverantwoordelijkheid van de gynaecoloog, een belangrijke bijdrage leveren aan de kwaliteit van zorg, in het bijzonder aan de beheersing van het stijgende aantal obstetrische interventies. Deze blijken inderdaad af te nemen << 63 nr. 3 18 januari 2008 Medisch Contact 97

<< als er verloskundigen in de tweede lijn werken. 8 Problematisch Andere aspecten betreffen efficiëntie en kwaliteit van zorg. Verloskunde voltrekt zich 24 uur per dag, maar toch zijn de eindverantwoordelijken, de gynaecologen, slechts vijf dagen per week, van 08.00 uur tot circa 18.00 uur aanwezig op de werkvloer. Dit is problematisch. Niet alleen omdat de interpretatie van het foetale hartactiepatroon tijdens de bevalling (cardiotocogram; CTG) moeilijk is, maar ook omdat als gevolg van een keizersnede in de anamnese complicaties in de huidige zwangerschap, zoals uterusruptuur, placenta previa en placenta accreta/increta, vaker voorkomen. Dit vereist soms uitermate snel handelen, waarbij niet alleen de gynaecoloog maar ook de anesthesioloog, het OK-team en de kinderarts direct ter plaatse moeten zijn. Onderzoek bij 80 kinderen die met ernstige neurologische morbiditeit werden geboren en aan de gevolgen daarvan overleden, toonde bij 46 procent CTGafwijkingen, bij 21 procent een uterusruptuur als oorzaak en bij 14 procent een abruptio placentae. 9 Onderzoeken uit voornamelijk Engeland en de Verenigde Staten toonden een odds ratio voor perinatale sterfte en ernstige neurologische morbiditeit tijdens de nachtelijke uren van 1,04 tot 2,18. 10-15 Nederlandse gegevens zijn verkregen van de Stichting Perinatale Registratie Nederland (zie figuur). Na aftrek van inleidingen van de baring en primaire keizersneden konden ruim 380.000 ziekenhuisbevallingen vanaf 34 weken zwangerschapsduur in de periode 2000 tot en met 2004 worden bestudeerd. De intrapartum en neonatale sterfte was op werkdagen tussen 23.00 en 08.00 uur 23 procent hoger dan overdag. In het weekend was de sterfte 7 procent hoger, met een kleiner dag-nachtverschil (10%). Verpleegkundigen vinden dat assistenten veel te weinig overleggen en met name bij grote drukte pas laat een superviserend staflid informeren, dan wel in huis halen. Dit berust niet op een hoge drempel om de staf te bellen, maar meer op een eigen beroepscode om een en ander zelf af te handelen. Medische fouten door artsassistenten berusten vooral 3,5 3 2,5 2 1,5 Perinatale sterfte op gebrek aan supervisie. 16 De oplossing ligt dan ook voor de hand: om s nachts dezelfde kwaliteit te bieden als overdag, moet een staflid aanwezig zijn. In veel Europese landen is dit al het geval en in Frankrijk is dit zelfs wettelijk verplicht in een ziekenhuis met meer dan 1500 bevallingen per jaar. En dit betreft niet alleen de gynaecoloog, maar de gehele keten 08.00-18.00 uur 18.00-23.00 uur 23.00-08.00 uur Staflid in huis Al deze getallen doen sterk vermoeden, dat het buiten de reguliere kantooruren minder veilig is op obstetrische afdelingen. Hoewel geen onderscheid is gemaakt tussen afdelingen met of zonder aios in huis, hebben wij niet het idee dat de resultaten veel anders zouden zijn. Onze eigen ervaringen leren dat assistenten veel vaker met een staflid overleggen, indien deze in huis is in plaats van thuis. 1 0,5 0 door de week weekend Promillage perinatale sterfte op werkdagen en weekenddagen, en tijdens verschillende delen van de dag (gegevens van de Stichting Perinatale Registratie Nederland). beeld: istockphoto 98 Medisch Contact 18 januari 2008 63 nr. 3

over de grens uitspraak tuchtcollege nieuwsreflex med. misvatting onbegrijpelijke klachten SAMENVATTING contactwijzer voorzitterscolumn veldwerk hoofdredactioneel die is betrokken bij acute zorg, dus ook de anesthesioloog en de kinderarts. Over laatstgenoemde categorie is een onderzoek van circa 100 kinderen, ernstig asfyctisch (ph navelstrengarterie < 7,00) aterm geboren in het UMC Utrecht, van belang. Twee van deze kinderen overleden kort na de geboorte, maar alle overlevenden bleken naderhand normaal. 17 Dit doet sterk vermoeden dat direct aanwezige, gekwalificeerde neonatologische opvang van groot belang is om handicaps door asfyxie te voorkomen. Momenteel zijn s nachts in ons land ongeveer 100 obstetrische afdelingen open en wachten verpleegkundigen, klinisch verloskundigen en jonge dokters op die enkele nachtelijke verwijzing. Dat is niet erg efficiënt. Concentratie van 24-uurszorg, zoals ook door anderen is bepleit, lijkt dan ook onvermijdelijk om optimale zorg op een kosteneffectieve - en waarschijnlijk zelfs goedkopere - manier te verlenen. Het moge duidelijk zijn, dat een dergelijke concentratie in bepaalde regio s gevolgen kan hebben voor het nog kunnen aanbieden van de thuisbevalling. Nederlands conservatisme in de verloskunde Conservatisme Concentratie van zorg zal naar verwachting ook de kwaliteit van de tweede- en derdelijnsketenzorg ten goede komen. Veel van de geconstateerde substandard care (90%) in geval van maternale mortaliteit bij pre-eclampsie betreft onvoldoende behandeling, te late verwijzing en het niet op tijd inleiden van de baring. Er lijkt een Nederlands conservatisme in de verloskunde te bestaan, waarbij het geloof in een goede afloop zonder al te veel interventies prevaleert, ook als er sprake is van complicaties. Protocollering van verwijspatronen en concentratie van ervaring met levensbedreigende maternale ziekten zal waarschijnlijk ook het vóórkomen van ernstige maternale morbiditeit kunnen doen verminderen. 18 l Het Nederlandse verloskundige systeem staat onder druk en perinatale sterfte en (vermijdbare) wetenschap. nieuws maternale sterfte behoren niet meer tot de laagste van Europa. l Ruim de helft van de nulliparae die thuis zouden bevallen, wordt internet durante partu ingestuurd. Het aantal normale bevallingen neemt af. l In ziekenhuizen is de peri natale sterfte s nachts 23 procent hoger dan overdag en in het weekend 7 procent praktijkperikelen hoger dan door de week. l Het is dus tijd voor bezinning. Meer aandacht voor care dan voor cure tijdens de bevalling. Eerstelijnscentra annex ziekenhuizen, concentratie van 24-uurszorg en de gynaecoloog 24 uur per dag in het ziekenhuis. Concluderend is herziening van de Nederlandse verloskundige zorg, uiteraard met behoud van het goede, noodzakelijk. Het wordt tijd dat ons land keuzen durft te gaan maken. prof. dr. G.H.A. Visser, gynaecoloog, hoofd afdeling Obstetrie, Universitair Medisch Centrum Utrecht prof. dr. E.A.P. Steegers, gynaecoloog, hoofd afdeling Obstetrie, Erasmus MC, Universitair Medisch Centrum Rotterdam Correspondentieadres: g.h.a.visser@umcutrecht.nl; c.c.: redactie@medischcontact.nl Geen belangenverstrengeling gemeld. De literatuurlijst vindt u onder de digitale versie van dit artikel op www.medischcontact.nl. MC-artikelen over de verloskunde vindt u onder de digitale versie van dit artikel op onze website: www.medischcontact.nl. alg. med. boeken arts en net ingezonden brieven ziektebeelden Open deuren Het ministerie onderzoekt de werkdruk onder aios en ik doe natuurlijk veldwerk medisein mee. Na alle commotie in de pers moet deze enquête de absolute waarheid geven. Ik ga er rustig voor zitten, want het gaat 30 minuten duren en voor weloverwogen antwoorden is tijd brief nodig. Vraag 1. Heb ik wel eens lichamelijke klachten na mijn werk? Ik ben zo gezond als een vis, dus echte lichamelijke klachten heb ik nooit. Maar toch, na een drukke dag (en die zijn er vaak) heb ik wel eens hoofd- of spierpijn. Hoe komt dat? Een open deur, de werkdruk natuurlijk. Vraag 2. Ben ik wel eens moe na mijn werk? Wie niet? Volgens mij zou ik anders mijn werk niet goed doen. Maar moeheid is een relatief begrip heb ik geleerd tijdens mijn nachtdiensten. Hoe komt het dat ik moe ben? Weer diezelfde open deur. De werkdruk natuurlijk. Als ik rustig had geslapen tijdens mijn nachtdienst, was ik niet zo moe geweest. Vraag 3. Ben ik wel eens geïrriteerd over mijn werk? Ik moet toegeven dat ik niet overloop van vriendelijkheid als er vijf patiënten wachten en de afdelingen mij continu oppiepen voor bijvoorbeeld een lage glucose. Hoe komt het dat ik geïrriteerd ben? Zie vraag 2. Na 30 minuten van dit soort vragen is de irritatie bij mij behoorlijk opgelopen, voel ik me moe en heb ik hoofdpijn. Het wordt tijd dat enquêteurs eens een stap over de drempel van een ziekenhuis zetten. Dat levert veel meer waarde volle data op en scheelt ons 30 minuten open deuren intrappen. Annemarie Bosch insp. volksgez. de arts-assistent 63 nr. 3 18 januari 2008 Medisch Contact 99

Referenties 1. Wiegers TA, Hingstman L, Zee J van der. Thuisbevalling in gevaar. Medisch Contact 2000; 55: 701-4. 2. Kwee A. Caesarean section in the Netherlands. Dissertatie, Utrecht, 2005. 3. Visser GHA. Effecten van stress op de baring. In: Slager E e.a. editors, Infertiliteit, Gynaecologie en Obstetrie Anno 2000. Veenman drukkers, Ede, 2000: 337-9. 4. Kennell J, Klaus M, McGrath S e.a. Continuous emotional support during labour: A meta-analysis. JAMA 1991; 265: 2197-201. 5. De Graaf JP, Stam-Happel M, Willems MC, Wieren WJ van, Steegers EAP. Bevallen in een geboortecentrum. Reorganisatie van de verloskundige zorg. Medisch Contact 2003; 58: 1815-7. 6. Steegers EAP, Pool-Tromp C, Spittje JD, Heesch PNACM van, Franx A, Slooff MJ. Onderwijs verloskundigen. Medisch Contact 2004; 59: 56-7. 7. Slooff MJ, Pool-Tromp C, Spittje JD, van Heesch PNACM, Franx A, Steegers EAP. Ontwikkelingen verloskundige zorg in Nederland vragen om klinisch verloskundige. Ned Tijdschr Obstet Gynaecol 2004; 117: 36-8. 8. Pel M, Heres MHB. OBINT, a study of obstetric intervention. Dissertatie, Amsterdam, 1995 9. Urato AC, Craigo SD, Chelmow D, O Brien WF. The association between time of birth and fetal injury resulting in death. Am J Obstet Gynecol 2006; 195: 1521-6. 10. Stewart JH, Andrews J, Cartlidge PH. Numbers of death related to intrapartum asphyia and timing of birth in all Wales perinatal survey. BMJ 1998; 316: 657-60. 11. Chalmers JW, Shanks E, Paterson S, McInneny D, Baird D, Penney G. Scottish data on intrapartum related deaths are in the same direction as Welsh data. BMJ 1998; 317: 539-40. 12. Heller G, Misselwitz B, Schmidt S. Early neonatal mortality, asphyxial ealted deaths and timing of low risk births in Hesse Germany. BMJ 2000; 321: 274-5. 13. Luo ZC, Karlberg J. Timing of birth and infant and early neonatal mortality in Sweden 1973-95: longitudinal birth register study. BMJ 2001; 323: 1327-30. 14. Gould J, Qin C, Chavez G. Time of birth and the risk of neonatal death. Obstet Gynecol 2005; 106: 352-8. 15. Urato A. A dangerous time: the association between night birth and fetal neurological injury. Am J Obstet Gynecol 2006; 195: S 230. 16. Singh H, Thomas EJ, Petersen LA, Studdert DM. Medical errors involving trainees. Am Med Ass 2007; 167: 2030-6. 17. Lavrijsen SV, Uiterwaal CS, Stigter RH, Vries LS de, Visser GHA, Groenendaal F. Severe umbilical cord acidemia and neurological outcome in preterm and full-term neonates. Biol Neonate 2005; 88: 27-34. 18. Schutte JM, Boer K de, Briet JW, Pel M, Santema JG, Schuitemaker NWE, Steegers EAP, Visser W, Roosmalen J van. Moedersterfte in Nederland; het topje van de ijsberg. Ned Tijdschr Obstet Gynaecol 2005; 118: 89-91. 100 Medisch Contact 18 januari 2008 63 nr. 3