Fotografie Deel 4: Fotografie als reclame/ nieuwe media Deel 3: Fotografie als hobby Deel 2: Fotografie als kunst Deel 1: Fotografie als reportage Deel 4: Fotografie van 1980-heden Fotografie als reclame/nieuwe media
Fotografie Deel 4: Fotografie als reclame/nieuwe media (1980-heden) Nieuwe technologie Fotografie als reclame/nieuwe media (1980-heden) Dankzij de ontdekking van de digitale fotografie, werd fotograferen nog makkelijker en toegankelijker voor het grote publiek. In de reclame/nieuwe media is het nauwelijks meer weg te denken om hier geen gebruik van te maken. Kleurenfotografie In het jaar 1904 neemt Louis Lumiére een patent op zijn Autochrome procédé. Tot 1955 was dit de enige techniek voor kleurenfotografie voor amateur-fotografen. Het principe van deze methode was eigenlijk heel eenvoudig: drie lagen zetmeelkorrel, gekleurd met rode, groene en blauwe kleurstof die wordt aangebracht op een zwart wi e glasplaat. De Duitser Reinhold Heidecke (1881-1960) ontwerpt in 1928 de eerste Rolleiflex voor 6x6 negatieven. De term rollei is een samenvoeging van de naam roll film en Heidecke. De Rolleiflex was meteen een succes, er waren binnen een paar weken meer camera s verkocht dan de totale jaarproductie. In het jaar 1935 produceert Kodak de Kodachrome kleurenfilm en in 1941 introduceert het ook de populaire Kodacolor negatieffilm. Digitale camera RGB Kleurenschema In 1991 lanceert kodak de DCS 100, een professionele digitale camera. Hij hee een intern geheugen van 260 Mb en een 1.3 megapixel CCD (Charge Coupled Device). De kostprijs bedroeg ongeveer 25000. SanDisk ontwikkelt samen met Polaroid, Canon en Apple, de eerste CompactFlash geheugenkaart in 1994. 1
F o t o g >> 1850-1900 1900-1940 - fotografie - analoge fotografie - camera obscura - Daguerreotypie - reportage Fotografie als reportage - kunstfotografie - fotogram - fotomontage - objectief / lens - kadrering - retouchering Fotografie als kunst In 1995 beginnen de eerste goedkopere digitale camera s aan hun opmars. In dat zelfde jaar verschijnt ook de eerste concurrent van CompactFlash namelijk SmartMedia van Toshiba. In 2001 ontwikkelt Fuji de Super CCD, dat is een betere versie van de CCD. Foveon introduceert een radicaal nieuwe beeldsensor in 2002, die beeldsensor kan driemaal meer resolutie aan dan de CCD en de CMOS Het is dus nog niet zo erg lang geleden dat het tijdperk van de digitale fotografie aanbrak. In tegenstelling tot de andere fotografische uitvindingen, hee digitale fotografie geen specifieke uitvinder. Digitale fotografie werd door verschillende mensen uitgevonden. 256 MB Compactflash card Voordelen - Je hebt de kosten van fotorolletjes niet, omdat alles op een geheugenkaart wordt geplaatst. - Je kan gemaakte foto s direct uit het geheugen verwijderen of bekijken op het toestel. - Het is gemakkelijk om een foto op de computer te ze en en daarna te bewerken. - Je kan korte filmpjes maken. - Je hebt digitale zoom, alhoewel dit niet altijd zo goed is - Je kan je fototoestel direct aansluiten op een printer om foto s af te drukken. Nadelen - Zeker de goede toestellen zijn veel duurder dan gewone - Goedkopere toestellen hebben minder goede beeldkwaliteit en hebben een relatief lange sluitertijd - Door het lcd scherm gaan de ba erijen heel snel leeg Werking Een digitaal fototoestel bevat geen filmrol, maar een geheugenkaart. Dit kan van het type memory-stick, sd-card, mmc-card, xs-card, compactflash-card, etc zijn. Elk fototoestel hee een ander soort kaart. Deze kaarten kunnen uit het toestel genomen worden, en hebben een bepaalde opslagcapaciteit (6 megabyte, 12 mb, 36 mb, 64 mb, 128 mb, tot zelfs meerdere gigabite). Hoe hoger de capaciteit, hoe meer foto s je kan maken in een steeds betere kwaliteit. De meeste toestellen hebben ook een klein intern geheugen. Je kan het fototoestel dan aansluiten op de computer, en zo de foto s in de computer ze en. Daarna kan je ze gaan bewerken met programma s als Photoshop, paint-studio. Elk fototoestel hee een verschillende resolutie. Die resolutie bepaalt de beeld- 2
r a f i e 1945-1980 1980-Heden >> - diafragma - scherptediepte - belichting - bewegingsonscherpte - George Eastman (Kodak) - Polaroid Fotografie als hobby - kleurenfilm - digitale camera - spiegelreflexcamera - kleinbeeld- en andere camera s Fotografie als reclame/nieuwe media Bestandsformaat en compressie Een andere belangrijke stap in het leven van digitale fotografie dat in het jaar 1981 gebeurt, is het ontstaan van jpeg, een standaard voor beeldcompressie, want nu kan het opslaan van beelden veel efficiënter gebeuren, zonder veel verlies aan beeldkwaliteit. De meeste digitale camera s gebruiken dit bestandsformaat. Digitale camera van Canon, Canon IXUS kwaliteit (hoe hoger de resolutie hoe meer megabyte de foto!) en wordt uitgedrukt in megapixel. Een pixel is een stipje. Een digitale foto wordt opgebouwd uit allemaal pixel s, die hun eigen kleur aannemen, net zoals een tv of computer (een goedkopere camera kan daar wel eens een foutje in maken). Samen vormen dat bijvoorbeeld 3 megapixels. Dat zijn ongeveer 3 miljoen pixels. Je hebt twee verschillende resoluties: CMOS en CCD. CCD techniek is duurder maar gee een betere kwaliteit dan CMOS. Een camera waarmee je al een degelijke foto mee kan maken hee 2 megapixels nodig. Maar er bestaan professionele camera s van 12 megapixels! Dit is op een redelijk gemakkelijke manier uitgelegd hoe een digitaal fototoestel werkt. Een digitaal fototoestel bevat bijna alle technieken die een gewoon fototoestel hee. Het hee er zelfs meer. Je hebt in een digitaal fototoestel bijvoorbeeld ook zoom, en digitale zoom. Maar digitale zoom is niet zo goed, omdat dat kwaliteitsverlies oplevert. Ook flash is meestal aanwezig, en ga zo maar door. Ook kan je in een digitaal fototoestel de lichtintensiteit etc instellen. So warematig kan een pixelbestand gecomprimeerd worden naar een kleiner bestand. Zo kan het bijvoorbeeld makkelijker verstuurd worden per e-mail. JPG is hiervan een veel gebruikt voorbeeld. Belangrijk hierbij is te weten dat wanneer men een jpg opslaat, er een berekening plaatsvindt die de beeldkwaliteit kan aantasten. Dus wanneer een bestandje lekker klein is geworden, kan dat betekenen dat kleurvlakken vlekken gaan vertonen. Dit proces is onomkeerbaar, denk dus goed na bij het opslaan en controleer JPG bestanden goed op de juiste kwaliteit voor ze aangeleverd worden. Resolutie De hoeveelheid stipjes bepaald hoe groot het beeld gebruikt kan worden zonder kwaliteitsverlies te laten zien. Wannneer de pixels uitvergroot worden kan het beeld rafelig worden. Hierdoor is het van belang te weten hoe groot het beeld is (in mm) en de fijnheid van het beeld. We noemen de fijnheid resolutie, en het is een getal uitgedrukt in DPI (dots per inch). Het is dus het aantal stipjes dat op een inch op elkaar gepakt zijn. Voor drukwerk is minimaal 300 3
F o t o g - analoge fotografie - camera obscura - Daguerrotype - diafilm Fotografie als reportage - kunstfotografie - fotogram - fotomontage - objectief / lens - kadrering - retouchering Fotografie als kunst >> 1850-1900 1900-1940 dpi nodig wanneer een beeld het juiste formaat hee waarop het gedrukt gaat worden. Wanneer er vergroot gaat worden zal er dus meer dpi nodig zijn om kwaliteitsverlies te voorkomen. Negatief uit een fotorolletje Beeldscherm Beeldschermen hebben verschillende groo e, maar momenteel kan je ervan uitgaan dat de meerderheid van de internetgebruikers een beeldscherm hee van 1024 bij 768 pixels. Voor de veiligheid wordt een website vaak voor 800 x 600 pixels ontworpen. Beeldschermen vertonen beeld met een resolutie van 72 dpi. Een plaatje van 500 x 380 pixels op een 1024-ingesteld scherm zal een kwart van het beeldscherm innemen. Spiegelreflexcamera Een fotocamera, die voorzien is van een bijzonder zoekersysteem dat optimaal richten en instellen van de camera mogelijk maakt. In de stralengang tussen lens (objectief) en film (of sensor) is daartoe een spiegel aangebracht, normaliter onder een hoek van 45 graden, die het beeld op een instelglas laat vallen dat gewoonlijk gematteerd is en meestal matglas wordt genoemd. Normaal is dat de spiegel het licht naar boven kaatst (afwijkend: Olympus Pen F en FT. Deze hal leinbeeldcamera s hadden een staand filmformaat en de spiegel kaatste het beeld naar rechts.) Kleinbeeld en andere camera s Een kleinbeeldcamera is een fotocamera die opnamen maakt van 24 bij 36 mm op 35 mm brede geperforeerde film. Een strook film wordt gewoonlijk geleverd in een lichtdichte casse e of cartridge en biedt meestal plaats aan 12, 24 of 36 opnamen. Na elke belichting wordt de film 38 mm verder getransporteerd, gewoonlijk via getande wieltjes (sprockets) in de filmbaan van de camera. Tegenwoordig gebeurt dit veelal motorisch. Na het maken van de opnamen wordt de film teruggespoeld in de casse e. Ook komt voor dat de film eerst in zijn geheel naar de opwikkelspoel wordt getransporteerd en dat de strook vervolgens bij elk opname een stukje terug in de casse e wordt gespoeld; dit is veiliger voor de reeds belichte beeldjes. Het formaat is in 1912 ontwikkeld door Oscar Barnack voor de Leitz camera fabrieken als compact alternatief voor de toen gangbare 6 6 cm rolfilm. Hij gebruikte de 35 mm film die toen al door de filmindustrie voor bioscoopfilms gebruikt werd, maar legde het beeld in lengterichting, zodat er twee keer zoveel beeldoppervalk beschikbaar kwam. De eerste kleinbeeldcamera, de Leica, kwam pas in 1924 op de markt maar hee tot aan de opkomst van de digitale fotografie een groot marktaandeel gewonnen. 4
r a f i e - diafragma - scherptediepte - belichting - bewegingsonscherpte - George Eastman (Kodak) - Polaroid Fotografie als hobby - kleurenfilm - digitale camera - spiegelreflexcamera - kleinbeeld- en andere camera s Fotografie als reclame/nieuwe media 1945-1980 1980-Heden >> Woordenlijst Verklarende woordenlijst Hieronder volgt een woordenlijst met met een korte uitleg over de belangrijkste begrippen uit dit boek. - kleurenfilm - digitale camera - spiegelreflexcamera - kleinbeeld- en andere camera s Een film in kleur. Een camera waarbij de beeldvorming niet op film maar door middel van een lichtgevoelige sensor (Charge Coupled Device = CCD of Complementary Metal Oxide Semiconductor = CMOS) plaatsvindt. Recente ontwikkelingen in de techniek van de digitale camera zijn er de oorzaak van dat film als medium hard op weg is te verdwijnen. Het grootste voordeel van een digitale camera is dat er geen film in hoe - een foto kost niets tot je besluit hem af te drukken. Ook is het resultaat zeer snel te bekijken - op de LCD-zoeker binnen enkele seconden, op een computerscherm of printerafdruk binnen enkele minuten. Ook zijn er tegenwoordig geheugenkaarten met zoveel capaciteit dat er vele honderden foto s op 1 kaartje passen. De kunst van belichting is het zorgen voor voldoende licht van de juiste intensiteit, van de juiste kleur op de juiste plaats. Dit kan gebeuren door middel van een flitser, of door lampen. Een fotocamera, die voorzien is van een bijzonder zoekersysteem dat optimaal richten en instellen van de camera mogelijk maakt. In de stralengang tussen lens (objectief) en film (of sensor) is daartoe een spiegel aangebracht, normaal gesproken onder een hoek van 45 graden, die het beeld op een instelglas laat vallen dat gewoonlijk gema eerd is en meestal matglas wordt genoemd. Normaal is dat de spiegel het licht naar boven kaatst. Een kleinbeeldcamera is een fotocamera die opnamen maakt van 24 bij 36 mm op 35 mm brede geperforeerde film. Een strook film wordt gewoonlijk geleverd in een lichtdichte casse e of cartridge en biedt meestal plaats aan 12, 24 of 36 opnamen. Na elke belichting wordt de film 38 mm verder getransporteerd, gewoonlijk via getande wieltjes (sprockets) in de filmbaan van de camera. Tegenwoordig gebeurt dit veelal motorisch. Na het maken van de opnamen wordt de film teruggespoeld in de casse e. Ook komt voor dat de film eerst in zijn geheel naar de opwikkelspoel wordt getransporteerd en dat de strook vervolgens bij elk opname een stukje terug in de casse e wordt gespoeld; dit is veiliger voor de reeds belichte beeldjes. 5