Profielschets 1 Bestuurslid voor de vacature namens de pensioengerechtigden In het kort Per 1 juli 2018 verloopt de zittingstermijn van de huidige bestuurder namens de pensioengerechtigden in het bestuur van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zoetwarenindustrie (Pensioenfonds Zoetwaren). De huidige bestuurder heeft aangegeven open te staan voor een herbenoeming, maar conform regelgeving is het aan de pensioengerechtigden om de vertegenwoordigers namens de pensioengerechtigden middels verkiezingen te benoemen. Er was reeds sprake van een onbezette zetel namens de pensioengerechtigden en dit betekent dat er per 1 juli 2018 sprake is van twee vacante zetels in het bestuur namens de pensioengerechtigden. Dit betreft profielschets 1. Profielschets 1: Het bestuur is op zoek naar een kandidaat die voldoet aan het basis functieprofiel en aan het aanvullende functieprofiel voor het lid van de communicatiecommissie en de beleggingsadviescommissie. Profiel Pensioenfonds Zoetwaren Pensioenfonds Zoetwaren is een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds dat op 1 januari 2011 is ontstaan door een fusie tussen Bedrijfstakpensioenfonds voor de Suikerverwerkende Industrie (Pensioenfonds Koek) en het Bedrijfspensioenfonds voor de Suikerwerk- en Chocoladeverwerkende Industrie (Pensioenfonds Snoep). Ultimo 2017 voert het fonds een pensioenregeling uit voor ± 10.000 werknemers in de Zoetwarenindustrie, ± 10.000 gepensioneerden en ± 26.000 zogenaamde slapende deelnemers. Er zijn ± 215 werkgevers (verplicht dan wel vrijwillig) aangesloten bij het fonds. Ultimo 2017 was de waarde van de beleggingen 2.509 miljoen en de beleidsdekkingsgraad 111,7%. De pensioenwereld is in beweging en zo ook Pensioenfonds Zoetwaren. Het fonds heeft de wens uitgesproken om in de toekomst te willen fuseren met Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf (Bakkers Pensioenfonds). Momenteel is het verschil in de dekkingsgraden te groot om te kunnen fuseren. Daarom zoekt het fonds op verschillende beleidsterreinen samenwerking om zo in het belang van de werkgevers, de (gewezen) deelnemers en gepensioneerden een nog meer kostenefficiënte pensioenregeling uit te voeren, waarbij vanzelfsprekend niet ingeleverd wordt op de kwaliteit van de dienstverlening. Organisatie Pensioenfonds Zoetwaren Het bestuur kent een paritaire samenstelling. Het bestuur is eindverantwoordelijk voor het beleid en de uitvoering van de bedrijfsprocessen van het pensioenfonds. Op dat beleid ziet de Raad van Toezicht toe en over het uitgevoerde beleid legt het bestuur vervolgens aan het Verantwoordingsorgaan verantwoording af. Het bestuur heeft momenteel een vergaderfrequentie van gemiddeld één bestuursvergadering per maand aangevuld met een aantal themadagen. Tijdens de themadagen is er de ruimte om aan bepaalde beleidsterreinen extra specifieke aandacht te geven. Het bestuur maakt daarnaast van de mogelijkheid gebruik om voor bepaalde aandachtsgebieden het dagelijks beleid over te laten aan een afvaardiging uit het bestuur. Het bestuur kent in dit kader een dagelijks bestuur, een beleggingsadviescommissie, een financiële commissie, een uitbestedingscommissie en een communicatiecommissie. Deze afvaardigingen rapporteren altijd tijdens de bestuursvergaderingen aan het voltallige bestuur. De samenstelling van de afvaardiging is wederom zoveel als mogelijk paritair samengesteld. Het bestuur heeft bepaalde werkzaamheden uitbesteed. Pensioenadministratie: TKP Pensioen Coördinator Vermogensbeheer: NN Investment Partners Selectie en monitoring vermogensbeheerders: Altis, een gespecialiseerde dochterorganisatie van NN Investment Partners Onafhankelijke Risicomanager: Ortec Finance Bewaarnemer: Bank of New York Mellon Adviserend actuaris: Sprenkels & Verschuren Certificerend actuaris: Willis Towers Watson Certificerend accountant: EY accountants Compliance Officer: Compliance & Advisory Datum: Woensdag 21 februari 2018
Functieprofiel bestuurslid (basis) Belangrijkste algemene taken van de bestuurder De bestuurder is verantwoordelijk voor al hetgeen door of namens het fonds wordt gedaan of nagelaten. Samen met het bestuur is de bestuurder verantwoordelijk voor de strategie van het fonds en het vormgeven, vaststellen, beheren en controleren van het beleid en het pensioenvermogen, alsook voor de werving en selectie van nieuwe bestuursleden. Samen met het bestuur draagt de bestuurder er zorg voor dat het pensioenfonds handelt ten behoeve van alle belanghebbenden van het fonds (actieve deelnemers, slapers, pensioengerechtigden en werkgevers). De bestuurder weegt hun belangen op een zorgvuldige en evenwichtige wijze tegen elkaar af en maakt deze afweging inzichtelijk. Geschiktheidseisen De bestuurder dient te voldoen aan de geschiktheidseisen die beschreven staan in de Beleidsregel geschiktheid 2012. De bestuurder moet kennis en inzicht hebben en een oordeel kunnen vormen op geschiktheidsniveau A op alle hieronder beschreven deskundigheidsgebieden 1. De bestuurder die in een commissie van het pensioenfonds plaatsneemt of een specifiek aandachtsgebied binnen het bestuur of in de vergadering heeft, dient op dat (taak)gebied niveau B te hebben. De bestuurder heeft bij voorkeur een academisch werk- en denkniveau en beschikt bij aantreden op alle deskundigheidsgebieden over niveau A. Deskundigheidsgebieden: - het besturen van een pensioenfondsorganisatie; - relevante wet- en regelgeving; - pensioenregelingen en pensioensoorten; - financieel technische en actuariële aspecten, waaronder financiering, beleggingen, actuariële principes en herverzekering; - administratieve Organisatie en Interne Controle; - communicatie; - uitbesteding. Het bestuur van het fonds streeft er naar dat tenminste de helft van het bestuur geschiktheidsniveau B heeft op de deskundigheidsgebieden AO/IC en financieel technische en actuariële aspecten, waaronder financiering, beleggingen, actuariële principes en herverzekering. Naar het oordeel van DNB moeten er minimaal twee bestuursleden zijn met het aandachtsgebied vermogensbeheer. Deze twee leden kunnen hiervoor door DNB worden getoetst. Derhalve kan van een kandidaat bestuurder ook worden vereist dat de kandidaat op termijn geschikt wordt bevonden door DNB op het aandachtsgebied vermogensbeheer. Competenties 2 De bestuurder moet beschikken over de volgende competenties: multidisciplinair denken en oordeelsvorming; strategisch denken; besluitvaardigheid; onafhankelijkheid; samenwerken; verantwoordelijkheid; stressbestendigheid. Professioneel gedrag VTE-score Het bestuur vergadert tenminste 8 keer per jaar. Er worden ieder jaar ten minste 4 themadagen gepland. De bestuurder dient minimaal één dag per week beschikbaar te zijn voor de werkzaamheden en opleiding. Tijdens de selectiegesprekken zal aan de kandidaat naar een onderbouwing hiervan worden gevraagd. 1 conform de Handreiking geschikt pensioenfondsbestuur van de Pensioenfederatie 2 een beschrijving van de competenties is beschreven in bijlage 2 van de Handreiking geschikt pensioenfondsbestuur
Integriteit Voor ieder bestuurslid gelden de volgende integriteitseisen. Hij of zij: Is een goed bestuurder in de zin van de Pensioenwet en geeft actief invulling aan de principes van goed pensioenfondsbestuur, d.w.z. hij of zij is een zorgvuldig en evenwichtig bestuurder, legt verantwoording af, staat open voor intern toezicht, is open in dialoog en communicatief. Richt zich bij de vervulling van de bestuurstaak naar de belangen van de betrokken deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden, pensioengerechtigden en werkgever en zorgt ervoor dat deze groepen zich door hem of haar op evenwichtige wijze vertegenwoordigd (kunnen) voelen. Leeft de compliance regels van het fonds en de gedragscode na. In de gedragscode zijn onder meer regels omtrent toegestane nevenfuncties opgenomen. Is van onbesproken gedrag. Handelt conform wet- en regelgeving, statuten, reglementen en maatschappelijke normen. Betracht zorgvuldigheid in het functioneren als bestuurslid, in de omgang met anderen en in de omgang met verstrekte informatie. Is bereid zijn/haar functioneren als bestuurslid te laten toetsen (bij aantreden, herbenoeming en jaarlijkse evaluatie van het functioneren).
Aanvullend functieprofiel: lid communicatiecommissie Dit profiel betreft de aanvullende eisen die gelden voor een bestuurslid dat lid is van de communicatiecommissie. Deze eisen komen bovenop het basisprofiel. Taken communicatiecommissie Deze commissie bestaat uit vier bestuursleden. De communicatiecommissie adviseert en ondersteunt het bestuur in de breedste zin van het woord over zaken op het gebied van de communicatie naar deelnemers, werkgevers en andere belanghebbenden. Hieronder wordt in ieder geval verstaan: - het voorbereiden en formuleren van het 3-jaarlijkse (langere termijn) communicatiebeleid, dat door het bestuur wordt vastgesteld; - het opstellen van het (concept) communicatiejaarplan, dat door het bestuur wordt geëvalueerd en vastgesteld; - het toetsen van de uitvoering van het vastgestelde jaarplan en het periodiek verslag daarvan uitbrengen aan het bestuur; - het opmaken van een jaarlijkse begroting voor de afzonderlijk te maken kosten voor de uitvoering van het communicatiejaarplan - het toetsen van de communicatie-uitingen van het fonds rondom de uitvoering van de pensioenregeling; (digitaal, schriftelijk, website en anderszins); - het toezien op de uitvoering van de communicatie; - het zich voortdurend op de hoogte te houden van de wettelijke voorschriften en aanbevelingen van overheid en toezichthouders ter zake van communicatie door pensioenfondsen; - het voorbereiden van de relevante beleidsstukken voor het bestuur van het fonds; - gevraagd en ongevraagd het bestuur adviseren ten aanzien van het vast te stellen communicatiebeleid en het formuleren van voorstellen om dit, waar nodig en/of gewenst, aan te passen. Functievereisten communicatiecommissie De commissie vergadert ± 8x per jaar naast de bestuursvergaderingen. De leden dienen bij de commissievergaderingen aanwezig te zijn. De bestuurder beschikt over een breed ontwikkeld profiel. Er wordt van de bestuurder verwacht dat deze beschikt over niveau B op het volgende deskundigheidsgebied: - Communicatie Daarnaast beschikt de bestuurder tenminste over de volgende aanvullende competenties: - Communicatief vermogen - Inlevingsvermogen
Aanvullend functieprofiel: lid beleggingsadviescommissie Dit profiel betreft de aanvullende eisen die gelden voor een bestuurslid dat lid is van de beleggingsadviescommissie (hierna: BAC). Deze eisen komen bovenop het basisprofiel. Taken beleggingsadviescommissie Deze BAC bestaat uit drie bestuursleden. De BAC heeft een beleidsadviserende rol op het gebied van implementatie en monitoring van vermogensbeheer. - De commissie adviseert het bestuur over de volgende onderwerpen: o Selectie, monitoring en ontslag van vermogensbeheerders na advies van Altis. o Vaststellen benchmarks en mandaten. o Implementatie aspecten binnen het beleggings- en risicobeleid. o Monitoring beleggingsbeleid en beleggingsrisico s. - Strategische beleggingsvraagstukken worden in principe direct in het bestuur behandeld. Op verzoek van het bestuur kan de BAC ook over deze onderwerpen adviseren of voorbereiden. Het betreft onder andere: o Uitvoering van investment beliefs o ALM-studie o MVB-beleid o Beleggingsplan - De BAC controleert de uitvoering van het strategische beleggingsbeleid en beoordeelt de rapportages van de uitvoerders van dat beleid en waar wenselijk zal de BAC met voorstellen tot verbetering komen. Daarnaast evalueert en monitort de BAC het strategische beleggingsbeleid. - Het beleggingsbeleid, de beleggingsresultaten en de marktontwikkeling worden in de BAC integraal besproken voor advisering over het beleid aan het bestuur. Periodiek wordt door de BAC de beleggingscategorieën geëvalueerd. Advisering over tactisch beleid hoort niet tot de taken van de BAC. - De BAC adviseert het bestuur bij de totstandkoming, monitoring en evaluatie van het strategisch beleggingsplan; - De BAC zorgt voor countervailing power ten opzichte van de coördinator vermogensbeheer en de risicomanager; - De BAC stuurt de gerelateerde leveranciers op gebied van risico- en vermogensbeheer aan; - De BAC zorgt voor periodieke coördinatie en beheersing van het integrale risicomanagement (FIRManalyse). - Het onderwerp vermogensbeheer wordt als vast agendapunt op de bestuursvergadering geplaatst, waarbij advies en de overwegingen van de BAC schriftelijk zijn toegevoegd aan de vergaderstukken. De adviezen van de BAC worden door het bestuur beoordeeld en dienen door het bestuur te worden goedgekeurd alvorens deze mogen worden geïmplementeerd. Uitzondering hierop vormen de onderwerpen waarvoor het bestuur aan de BAC vooraf een mandaat heeft verstrekt. Functievereisten beleggingsadviescommissie De commissie vergadert ± 8 keer per jaar naast de bestuursvergaderingen. De leden dienen bij de commissievergaderingen aanwezig te zijn. De bestuurder beschikt over een breed ontwikkeld profiel. Er wordt van de bestuurder verwacht dat deze beschikt over niveau B op de volgende deskundigheidsgebieden: - Financieel technische en actuariële aspecten, waaronder financiering, beleggingen, actuariële principes en herverzekering. - Administratieve Organisatie en Interne Controle. - Uitbesteden van werkzaamheden. Daarnaast beschikt de bestuurder tenminste over de volgende aanvullende competenties: - Reflecterend vermogen - Strategische sturing Aanvullende deskundigheidseisen bestuurslid op het gebied van vermogens- en risicobeheer - Aantoonbaar bestuurlijke ervaring in organisaties op het gebied van vermogensbeheer & beleggingsbeleid en/of integraal risicomanagementbeleid.
- Inzicht in de wijze waarop de beleggingsstrategie tot stand komt en vertaald wordt in beleid en uitvoering, inclusief vereiste risico/rendement afweging. - Inzicht in de samenhang tussen pensioenbeleid, financieringsbeleid en beleggingsbeleid, rekening houdend met het risicoprofiel en het risicodraagvlak van het fonds. - Inzicht in hoe de performance van de beleggingsportefeuille wordt gemeten en geëvalueerd. - Inzicht in beleggingscategorieën, beleggingsstijlen, beleggingsprincipes, verwerking en beheersing van ESG in beleid. - Kennis van de financiële risico s die een pensioenfonds loopt en het vermogen om mogelijke mitigerende maatregelen te overzien en te beoordelen.