Montage- en technische handleiding



Vergelijkbare documenten
Montage- en technische handleiding

Aanvulling op de technische handleiding. MOVIMOT -opties MLU.1A, MLG.1A, MBG11A, MWA21A. Uitgave 06/ / NL.

Aanvulling op de technische handleidingen

Technische handleiding

Technische handleiding. Explosiebeveiligde reductoren typeserie R..7, F..7, K..7, S..7, Spiroplan W. Uitgave 05/ / NL

Correcties. Explosiebeveiligde industriële tandwielkasten rechte en haakse tandwielkasten serie X.. * _0215*

Aanvulling op de technische handleiding MOVIFIT basic omkeerstarter MBS2RA

Montage- en technische handleiding

Correcties. Industriële tandwielkast Rechte en haakse tandwielkast serie X.. Koppelklassen van 6.8 knm knm * _1214*

Aanvulling op de technische handleiding

Adapters en verloopmoeren van metaal

Technische handleiding. Explosiebeveiligde industriële tandwielkasten: rechte en haakse tandwielkasten Serie X.. Horizontaal.

Aanvullende documentatie bij montage- en technische handleiding

Inhoud. 1. Veiligheidsinstructies

Montage- en technische handleiding Reductoren series BS.F.., PS.F.. en PS.C..

Correcties. Explosieveilige draaistroommotoren EDR , EDRN ATEX * _0718*

* _0817* Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services. Correcties. Decentrale aandrijfsystemen MOVIMOT MM..

Aandrijfcomponenten \ Motion Control \ Systemen \ Service & Reparatie. Reductoren A3.B01. Catalogus. Uitgave 06/ / NL

4 Het selecteren van reductoren

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding

Tuincontactdoos met piket

Voor de gebruiker. Gebruiksaanwijzing. allstor. Bufferboiler

Gebruikershandleiding

Industriële tandwielkasten serie MC..

Gebruikershandleiding

Handleiding. UT 16A en UT 18A Afzuigboxen

Printed: Doc-Nr: PUB / / 000 / 00

Montage- en technische handleiding

Bedieningshandleiding

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

* _0814* Aandrijftechniek \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Services. Correcties. Industriële tandwielkasten

NE1.1. Neutralisatie-eenheid. Voor gebruik bij condensatieketels voor gas. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

6 Het selecteren van kegelwielreductoren op een motorbasis MK

Technische handleiding

Correcties bij het systeemhandboek NL. Uitgave 05/2009. MOVIDRIVE MDR60A Netterugvoeding

TDS 20/50/75/120 R. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

TDS 75. NL Gebruikshandleiding Elektrische warmeluchtblazer

Wormwielkasten GS 50.3 GS met voet en hefboom

Handleiding. Extra elektronica. Overspanningsbeveiliging. Document ID: 46670

Alarmsirene. Bestnr.: Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

TECHNISCHE HANDLEIDING

Technische handleiding. Ferrietkernen HD. Uitgave 03/ / NL.

ASZ... Potentiometers. Building Technologies Division. ASZxx.3x

Uitgave. Explosiebeveiligde aandrijvingen 12/2003. Catalogus / NL

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

Glijringpakking RG-4 stationair, enkelwerkend

Tempoplex-afvoer bouwhoogte 60 mm. Gebruiksaanwijzing van 01/2010. nl_nl

DRAAITAFEL DT-1000.INOX/ALU DT-1200.INOX/ALU DT-1500.INOX/ALU HANDLEIDING

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud

Correcties. Explosiebeveiligde variatoren VARIBLOC en accessoires * _0119*

Glijringpakking dubbelwerkend, overeenkomstig DIN EN 12756

Handleiding. Bij het installeren en / of samenbouwen van de apparatuur moet voor de ingebruikname alle veiligheidscomponenten zijn aangebracht.

Bedieningshandleiding Veiligheidsdeurgreepsysteem STS Over dit document. Inhoudsopgave

Tempoplex-afvoer. Gebruiksaanwijzing van 01/2011. nl_be

HANDLEIDING ATEX Explosionproof

Halogeen lampenset. Bestnr.: wit chroom titaan. Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Gebruiksaanwijzing. Mehrsprachige Anleitung unter Multilingual manuals at. pro BENNING TRITEST BENNING BENNING BENNING.

Tempoplex-afvoer. Gebruiksaanwijzing van 01/2011. nl_nl

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

INHOUD. CE Verklaring van Overeenstemming 8. 2

GEBRUIKSAANWIJZING EIGENSCHAPPEN VOOR HET GEBRUIK

AK 45 Gebruiksaanwijzing

GEBRUIKSAANWIJZING. Europese Modellen MD 60/100/120 3/4/5 Amerikaanse Modellen MD 24/40/48 3/4/5

Installatie & Onderhoudsinstructies

Inbouwhandleiding Pagina 26. Wijnklimaatkast EWTgb/gw 1683 / 2383 / 3583

Tempoplex Plus-afvoer, hoge afvoercapaciteit. Gebruiksaanwijzing van 01/2010. nl_nl

ALGEMENE AANWIJZINGEN VOOR VERLICHTINGSARMATUREN

MDS-2 GEBRUIKSAANWIJZING. Europees Model MDS 86-2 Amerikaans Model MDS WAARSCHUWING Lees deze handleiding voordat u de machine gebruikt.

MT ELEKTRONISCHE REGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

VERWARMING «RED HOT» Ref 93475

Aanvulling op de Technische Handleiding Motor/remmotor DT/ET56..+/BMG. Attentie: veiligheidsbril gebruiken - risico door brokstukken!

Installatie-, onderhouds- en bedrijfsvoorschriften voor elektromotoren.

Inbouwhandleiding Pagina 22. Wijnklimaatkast EWTdf 1653 / 2353 / 3553

Gebruikershandleiding Festec FNS hydraulische moerensplijter

Jaloezieschakelmodule Bestelnr.: Bedienings- en montagehandleiding. 1. Veiligheidsinstructies. 2. Opbouw van het apparaat

Montage handleiding Meskantafsluiters

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

GEBRUIKSAANWIJZING. Europese Modellen HI 120 Amerikaanse Modellen HI 48. WAARSCHUWING Lees deze handleiding voordat u de machine gebruikt.

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *

AFVOER-/AANZUIGAPPARAAT RQN 1071 GEBRUIKSAANWIJZING

Correcties. Explosiebeveiligde variatoren VARIMOT en accessoires * _0119*

Toebehoren voor Sunny Central COMMUNICATION CABINET (COM-C)

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding

1 Veiligheidsinstructies

VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Bedrijf transport onderhoud

Montage- en gebruiksaanwijzing

MS Semen Storage Pro

Smoke Alarm FERION 4000 O

Verwarmingselement. Building Technologies Division

LED signaallamp. Reeks Bedieningshandleiding NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL

VDLPROM5 SET MET 4 COLOUR CHANGERS EN DMX CONTROLEBOX

Inbouwhandleiding Pagina 22. Wijnklimaatkast EWTdf 1653 / 2353 / 3553

1 Veiligheidsinstructies. 2 Constructie apparaat. Universeel-seriedimmer-basiselement. Universeel-seriedimmer-basiselement. Best.nr.

Transcriptie:

Aandrijfelektronica \ Aandrijfautomatisering \ Systeemintegratie \ Service Montage- en technische handleiding Industriële reductoren Planetaire motorreductoren Bouwgrootten P.002 P.102 Koppelklassen van 24 500 knm Uitgave 02/2012 19316887 / NL

SEW-EURODRIVE Driving the world

Inhoudsopgave 1 Belangrijke aanwijzingen... 5 1.1 Gebruik van de technische handleiding... 5 1.2 Opbouw van de veiligheidsaanwijzingen... 5 1.3 Garantieaanspraken... 6 1.4 Beperking van aansprakelijkheid... 6 1.5 Auteursrechtelijke opmerking... 6 2 Veiligheidsaanwijzingen... 7 2.1 Inleidende opmerkingen... 7 2.2 Algemeen... 7 2.3 Doelgroep... 8 2.4 Toepassing conform de voorschriften... 8 2.5 Relevante documenten... 8 2.6 Veiligheidssymbolen op de reductor... 9 2.7 Symbolen op de verpakking... 10 2.8 Transport... 11 2.9 Opslag- en transportvoorwaarden... 14 3 Opbouw van de reductor... 16 3.1 Combinatie planetaire reductor met voorgeschakelde reductor... 16 3.2 Typeplaatje en typeaanduiding... 17 3.3 Ruimtelijke positie... 21 3.4 Ruimtelijke-positiebladen... 22 3.5 Inbouwposities van de voorgeschakelde reductoren... 27 3.6 Ruimtelijke zwenkpositie en variabele ruimtelijke posities... 30 3.7 Coating- en oppervlaktebeschermingsystemen... 32 3.8 Soorten smering... 33 4 Opbouw opties en extra voorzieningen... 36 4.1 Aandrijfzijdige componenten... 36 4.2 Reactiearm... 37 4.3 Temperatuursensor PT100... 37 4.4 Olieaftapping... 38 5 Installatie/montage... 39 5.1 Benodigde gereedschappen/hulpmiddelen... 39 5.2 Toleranties... 39 5.3 Aanwijzingen voor de installatie/montage... 40 5.4 Voorwaarden voor de montage... 42 5.5 Planetaire reductor af fabriek zonder olievulling (standaard)... 43 5.6 Planetaire reductor af fabriek met olievulling (standaard)... 44 5.7 Reductor opstellen... 45 5.8 Reductor met volle as... 49 5.9 Koppeling... 51 5.10 Koppeling van adapter AM... 52 5.11 Aandrijfzijdig deksel AD... 55 5.12 Reductor met flensuitvoering... 59 5.13 Reactiearm... 60 5.14 Uitgaande as als holle as met krimpschijf... 63 5.15 Temperatuursensor PT100... 70 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102 3

Inhoudsopgave 6 Inbedrijfstelling... 71 6.1 Aanwijzingen voor de inbedrijfstelling... 71 6.2 Inlooptijd... 72 6.3 Inbedrijfstelling bij reductoren met langdurige bescherming... 72 6.4 Terugloopblokkering... 73 6.5 Oppervlakte- en olietemperatuur meten... 74 6.6 Buitenbedrijfstelling/conservering van de reductor... 75 7 Inspectie/onderhoud... 77 7.1 Voorbereiding van inspectie-/onderhoudswerkzaamheden... 77 7.2 Inspectie- en onderhoudsintervallen... 78 7.3 Verversingsintervallen van smeermiddelen... 80 7.4 Oliepeil controleren... 81 7.5 Oliekwaliteit controleren... 82 7.6 Olie verversen... 83 7.7 Afdichtingsvet bijvullen... 88 7.8 Ontluchting controleren en reinigen... 89 8 Smeermiddelen... 90 8.1 Smeermiddelkeuze... 90 8.2 Smeermiddelentabel... 91 8.3 Vulhoeveelheden smeermiddel... 93 8.4 Afdichtingsvet / wentellagervet: Planetaire reductor... 96 8.5 Afdichtingsvet: voorgeschakelde reductoren RF.. / KF.. / K.. en motoren... 96 9 Bedrijfsstoringen... 97 9.1 Aanwijzingen... 97 9.2 Klantenservice... 97 9.3 Storingen aan de planetaire reductor P..... 98 9.4 Storingen aan de voorgeschakelde reductor RF.. / KF.. / K... 99 9.5 Storingen adapter AM / AL... 99 9.6 Storingen aan de motor... 100 9.7 Storingen aan de rem DR / DV... 101 9.8 Afvoeren... 101 10 Adressenopgave... 102 Index... 112 4 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102

Belangrijke aanwijzingen Gebruik van de technische handleiding 1 1 Belangrijke aanwijzingen 1.1 Gebruik van de technische handleiding Deze technische handleiding maakt deel uit van het product en bevat belangrijke aanwijzingen voor het bedrijf en de service. De technische handleiding is geschreven voor alle personen die montage-, installatie-, inbedrijfstellings- en onderhoudswerkzaamheden aan het product uitvoeren. De technische handleiding moet leesbaar en toegankelijk zijn. Zorg ervoor dat personen die verantwoordelijk zijn voor de installatie en het bedrijf, alsmede personen die zelfstandig aan de installatie werken de technische handleiding helemaal gelezen en begrepen hebben. Neem bij onduidelijkheden of behoefte aan meer informatie contact op met Vector Aandrijftechniek. 1.2 Opbouw van de veiligheidsaanwijzingen 1.2.1 Betekenis van de signaalwoorden De volgende tabel laat de ernst van het gevaar en de betekenis van de signaalwoorden zien voor veiligheidsaanwijzingen, aanwijzingen voor materiële schade en overige aanwijzingen. Signaalwoord Betekenis Gevolgen bij nietinachtneming GEVAAR! Onmiddellijk gevaar Dood of zwaar lichamelijk letsel WAARSCHUWING! Mogelijk gevaarlijke situatie Dood of zwaar lichamelijk letsel VOORZICHTIG! Mogelijk gevaarlijke situatie Licht lichamelijk letsel LET OP! Mogelijke materiële schade Beschadiging van het aandrijfsysteem of zijn omgeving AANWIJZING Nuttige aanwijzing of tip: vereenvoudigt de bediening van het aandrijfsysteem. 1.2.2 Opbouw van de thematische veiligheidsaanwijzingen De thematische veiligheidsaanwijzingen gelden niet alleen voor één speciale handeling, maar voor meerdere handelingen binnen een thema. De gebruikte pictogrammen duiden op een algemeen of specifiek gevaar. Hieronder ziet u de formele opbouw van een thematische veiligheidsaanwijzing: SIGNAALWOORD! Soort gevaar en bron van het gevaar. Mogelijke gevolgen bij niet-inachtneming. Maatregel(en) om gevaar te voorkomen. 1.2.3 Opbouw van de geïntegreerde veiligheidsaanwijzingen De geïntegreerde veiligheidsaanwijzingen zijn direct in de handelingsinstructies vóór de gevaarlijke handeling ingebed. Hieronder ziet u de formele opbouw van een geïntegreerde veiligheidsaanwijzing: SIGNAALWOORD! Soort gevaar en bron van het gevaar. Mogelijke gevolgen bij niet-inachtneming. Maatregel(en) om gevaar te voorkomen. Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102 5

1 Belangrijke aanwijzingen Garantieaanspraken 1.3 Garantieaanspraken De naleving van de technische handleiding is een basisvoorwaarde voor het veilige bedrijf van de reductoren en het bereiken van de opgegeven producteigenschappen en vermogensspecificaties. SEW-EURODRIVE is niet aansprakelijk voor persoonlijk letsel en schade aan installaties of eigendommen die ontstaan door het niet naleven van deze technische handleiding. In dergelijke gevallen vervalt de aansprakelijkheid voor defecten. 1.4 Beperking van aansprakelijkheid De naleving van de technische handleiding is basisvoorwaarde voor het veilige bedrijf van de planetaire reductoren van de serie P.002 P.102 en voor het behalen van de opgegeven producteigenschappen en vermogensspecificaties. SEW-EURODRIVE is niet aansprakelijk voor persoonlijk letsel en schade aan installaties of eigendommen die ontstaan door het niet naleven van deze technische handleiding. In dergelijke gevallen vervalt de aansprakelijkheid voor defecten. 1.5 Auteursrechtelijke opmerking 2012 SEW-EURODRIVE. Alle rechten voorbehouden. De (gedeeltelijke) verveelvuldiging, bewerking, verspreiding en overig gebruik zijn in welke vorm dan ook verboden. 6 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102

Veiligheidsaanwijzingen Inleidende opmerkingen 2 2 Veiligheidsaanwijzingen De volgende fundamentele veiligheidsaanwijzingen dienen ter voorkoming van persoonlijk letsel en materiële schade. De gebruiker moet garanderen dat de fundamentele veiligheidsaanwijzingen worden gelezen en opgevolgd. Verzekert u zich ervan dat personen die verantwoordelijk zijn voor de installatie en de werking, en personen die zelfstandig aan het apparaat werken de documentatie helemaal gelezen en begrepen hebben. Neem bij onduidelijkheden of behoefte aan meer informatie contact op met Vector Aandrijftechniek. 2.1 Inleidende opmerkingen De volgende veiligheidsaanwijzingen hebben in eerste instantie betrekking op de toepassing van reductoren. Let bij de toepassing van motorreductoren ook op de veiligheidsaanwijzingen voor motoren in de desbetreffende technische handleiding. Houd ook rekening met de aanvullende veiligheidsaanwijzingen in de afzonderlijke hoofdstukken van deze technische handleiding. 2.2 Algemeen WAARSCHUWING! Tijdens het bedrijf kunnen reductoren bewegende of roterende delen en hete oppervlakken hebben. Dood of zwaar lichamelijk letsel Alle werkzaamheden ten behoeve van transport, opslag, opstelling en montage, aansluiting, inbedrijfstelling en onderhoud mogen alleen door gekwalificeerd vakpersoneel worden verricht met de onvoorwaardelijke inachtneming van de: bijbehorende uitvoerige technische handleiding(en) waarschuwings- en veiligheidslabels op de reductor alle andere bij de aandrijving horende configuratiedocumenten, inbedrijfstellingsvoorschriften en schakelschema's voor de installatie specifieke bepalingen en eisen de nationale/regionale voorschriften voor veiligheid en ongevallenpreventie Installeer nooit beschadigde producten. Meld beschadigingen direct bij het transportbedrijf. Bij niet-toegestane verwijdering van de vereiste afdekking, ondeskundig gebruik, bij onjuiste installatie of bediening bestaat gevaar voor ernstig persoonlijk letsel of ersnstige schade aan installaties. In de documentatie vindt u meer informatie. Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102 7

2 Veiligheidsaanwijzingen Doelgroep 2.3 Doelgroep Mechanische werkzaamheden mogen alleen door geschoold personeel worden verricht. Geschoold personeel zijn volgens deze fundamentele veiligheidsaanwijzingen personen die vertrouwd zijn met de opbouw, de mechanische installatie, het verhelpen van storingen en de reparatie van het product, en de volgende kwalificaties hebben: succesvol afgesloten scholing op het gebied van mechanica (bijvoorbeeld als mecanicien of mechatronicus) kennis van deze technische handleiding Elektrotechnische werkzaamheden mogen alleen door een geschoolde elektricien worden verricht. Elektriciens zijn volgens deze fundamentele veiligheidsaanwijzingen personen die vertrouwd zijn met de elektrische installatie, de inbedrijfstelling, het verhelpen van storingen en de reparatie van het product, en de volgende kwalificaties hebben: succesvol afgesloten scholing op het gebied van elektrotechniek (bijvoorbeeld als elektronicus of mechatronicus) kennis van deze technische handleiding Alle werkzaamheden in de overige afdelingen transport, opslag, bedrijf en afvoer mogen uitsluitend worden uitgevoerd door goed opgeleide personen. Het vakpersoneel dient beschermende kleding te dragen die geschikt is voor de uit te voeren handelingen. 2.4 Toepassing conform de voorschriften De planetaire reductoren van de serie P.002 P.102 zijn door motoren aangedreven reductoren voor industriële installaties. Toegestane toerentallen en vermogens moeten conform de technische gegevens resp. het typeplaatje in acht worden genomen. Als de reductorbelastingen afwijken van de toegestane waarden of als andere toepassingsgebieden dan industriële installaties zijn voorzien, mogen de reductoren alleen na overleg met Vector Aandrijftechniek worden gebruikt. Als er niet uitdrukkelijk in is voorzien, is toepassing in de Ex-omgeving verboden. Conform de EG-richtlijn voor machines 2006/42/EG zijn de planetaire reductoren componenten die bestemd zijn voor inbouw in machines en installaties. In het geldigheidsgebied van de EG-richtlijn is het niet toegestaan het systeem in gebruik te nemen, voordat is vastgesteld dat de conformiteit van het eindproduct voldoet aan machinerichtlijn 2006/42/EG. 2.5 Relevante documenten Let ook op de volgende documenten: Neem bij de toepassing van motorreductoren tevens de veiligheidsaanwijzingen voor motoren en voorgeschakelde reductoren in de bijbehorende technische handleiding in acht. Technische handleidingen van de eventueel aangebouwde opties. Orderspecifieke documentatie bijv. maatblad. 8 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102

Veiligheidsaanwijzingen Veiligheidssymbolen op de reductor 2 2.6 Veiligheidssymbolen op de reductor VOORZICHTIG! In de loop van de tijd kunnen de veiligheidssymbolen en borden vervuild raken of op een andere manier onleesbaar worden. Gevaar voor letsel door onleesbare symbolen. Houd alle veiligheid-, waarschuwings- en bedieningsaanwijzing steeds in een goed leesbare toestand. Vervang de beschadigde veiligheidssymbolen en borden. De op de reductor aangebrachte veiligheidssymbolen dienen in acht genomen te worden. Zij hebben de volgende betekenis: Veiligheidssymbolen Betekenis Oil Olievulschroef Oil Olieaftapping Oil Oliepeilstok Oil Oliekijkglas Ontluchtingsschroef Nasmeerpunt Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102 9

2 Veiligheidsaanwijzingen Symbolen op de verpakking 2.7 Symbolen op de verpakking De op de verpakking aangebrachte symbolen dienen in acht genomen te worden. Zij hebben de volgende betekenis: Breekbaar materiaal Tegen hitte beschermen Bevestigen Handhaak verboden Boven Tegen vocht beschermen Zwaartepunt 1811486091 10 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102

Veiligheidsaanwijzingen Transport 2 2.8 Transport 2.8.1 Aanwijzingen voor het transport WAARSCHUWING! Er kunnen zwevende lasten omlaagvallen. Dood of zwaar letsel. Zorg ervoor dat u zich niet onder de zwevende last bevindt. Zet de gevarenzone af. VOORZICHTIG! Gevaar voor uitglijden door uittredend smeermiddel van beschadigde afdichtingen. Licht lichamelijk letsel. Controleer of er smeermiddel uit de reductor en de aanbouwcomponenten komt. LET OP! Door ondeskundig transport kan de reductor beschadigd raken. Mogelijke materiële schade. Let op de volgende aanwijzingen: Controleer de levering direct na ontvangst op mogelijke transportschade. Stel het transportbedrijf hiervan direct op de hoogte. Eventueel moet de inbedrijfstelling worden uitgesloten. Het gewicht van de reductor staat op het typeplaatje of het maatblad. Houd u aan de daar genoemde belastingen en voorschriften. Let op het zwaartepunt van de reductor. Gebruik geschikte, voldoende bemeten en onbeschadigde transportmiddelen. Transporteer de reductor indien mogelijk zonder olievulling. Bij het aanslaan van last aan de oogbouten mag geen schuine trekkracht ontstaan. De reductor moet zo getransporteerd worden dat schade aan de reductor voorkomen wordt. Schokken en stoten tegen vrije aseinden kunnen bijvoorbeeld beschadigingen in de reductor veroorzaken. Transporteer de reductor niet aan de buisleidingen. Borg de spieën voordat ze eruit vallen. Planetaire reductoren en planetaire motorreductoren worden voor het transport opgehangen aan de in onderstaande tekeningen gemarkeerde punten. De transportbanden die in de volgende tekeningen gestreept zijn weergegeven, dienen voor de ondersteuning en het uitbalanceren van de planetaire reductor. Onderstaande afbeeldingen laten een voorbeeld zien van het transport van de reductor. Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102 11

2 Veiligheidsaanwijzingen Transport 2.8.2 Planetaire reductor in voetuitvoering De afbeelding hieronder laat een voorbeeld van het transport zien. 2.8.3 Planetaire reductor in flensuitvoering De afbeelding hieronder laat een voorbeeld van het transport zien. 12 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102

Veiligheidsaanwijzingen Transport 2 2.8.4 Planetaire reductor met reactiearm (standaard) De afbeelding hieronder laat een voorbeeld van het transport zien. 4269462795 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102 13

2 Veiligheidsaanwijzingen Opslag- en transportvoorwaarden 2.9 Opslag- en transportvoorwaarden Afhankelijk van de opslag- en transportvoorwaarden kunnen de reductoren met de volgende conserveringsmiddelen en verpakkingen uitgevoerd worden. 2.9.1 Inwendige conservering Standaardconservering Na de test wordt de testolievulling uit de reductor verwijderd. Door de achtergebleven oliefilm is de reductor enige tijd tegen corrosie beschermd. Langdurige conservering Na het proefdraaien wordt de testolievulling uit de reductor verwijderd en wordt de binnenruimte met een dampfaseremmer gevuld. Het ventilatiefilter wordt door een afsluitschroef vervangen en bij de reductor meegeleverd. 2.9.2 Uitwendige conservering Over het algmeen worden de volgende maatregelen voor de uitwendige conservering getroffen: De blanke, niet gelakte functionele oppervlakken van assen, flenzen, aanbouw- en voetvlakken op de behuizing worden van een corrosiewerend middel voorzien. Dit mag alleen worden verwijderd met een geschikt oplosmiddel, dat onschadelijk is voor de askeerring. Kleine reserveonderdelen en losse onderdelen, zoals bouten en moeren, worden in corrosiewerende zakjes van kunststof (corrosiewerende VCI-zakjes) verpakt. Tapgaten en blinde gaten worden met kunststof pluggen afgesloten. Als de reductor langer dan zes maanden wordt opgeslagen, moeten de beschermlaag van de ongelakte oppervlakken en de lak regelmatig worden gecontroleerd. Indien nodig, moeten de plekken waar de beschermlaag of laklaag beschadigd is, opnieuw van een bescherm- of laklaag worden voorzien. 2.9.3 Verpakking Standaardverpakking De reductor is op een pallet bevestigd en wordt zonder afdekking geleverd. Toepassing: bij transport over land Langdurige verpakking De reductor wordt geleverd in een beschermende houten kist die ook geschikt is voor overzees transport. Toepassing: bij overzees transport en/of voor langdurige opslag 14 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102

Veiligheidsaanwijzingen Opslag- en transportvoorwaarden 2 2.9.4 Opslagvoorwaarden LET OP! Door ondeskundige montage kan de reductor beschadigd raken. Mogelijke materiële schade. De reductor moet gedurende de opslagtijd tot aan de inbedrijfstelling trillingsvrij worden opgeslagen om beschadigingen aan de geleiders van de wentellagers te voorkomen! De uitgaande as moet om de zes maanden met minstens één omwenteling worden gedraaid, zodat de positie van de wentellichamen in de lagers van de in- en uitgaande as verandert. AANWIJZING De reductor worden zonder olievulling geleverd; afhankelijk van de opslagperiode en de opslagcondities zijn volgens de onderstaande tabel verschillende beschermingssystemen vereist. Conservering + verpakking Opslagplaats Opslagduur Standaardconservering + Standaardverpakking Langdurige conservering + Standaardverpakking Langdurige conservering + Langdurige verpakking Overdekt en gesloten bij constante temperatuur en luchtvochtigheid (5 C < â < 60 C, < 50% relatieve luchtvochtigheid). Geen plotselinge temperatuurschommelingen en gecontroleerde ventilatie met filters (vuil- en stofvrij). Geen agressieve dampen en geen trillingen. Overdekt en gesloten bij constante temperatuur en luchtvochtigheid (5 C < â < 60 C, < 50% relatieve luchtvochtigheid). Geen plotselinge temperatuurschommelingen en gecontroleerde ventilatie van de opslagruimte (vuil- en stofvrij). Geen agressieve dampen en geen trillingen. Overdekt, beschermd tegen regen, trillingsvrij. Max. zes maanden bij onbeschadigde oppervlaktebescherming. Max. drie jaar bij regelmatige inspectie en controle op beschadiging. Max. drie jaar bij regelmatige inspectie en controle op beschadiging. AANWIJZING Let bij het opslaan in tropische gebieden op voldoende bescherming tegen insectenvraat. Neem bij afwijkende vereisten contact op met Vector Aandrijftechniek. Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102 15

3 Opbouw van de reductor Combinatie planetaire reductor met voorgeschakelde reductor 3 Opbouw van de reductor 3.1 Combinatie planetaire reductor met voorgeschakelde reductor Planetaire reductoren zijn combinaties van Planetaire reductor P.. Eindtrap Voorgeschakelde reductor RF.. of KF.. aanbouwcomponenten: motor, koppeling, adapter en terugloopblokkering De volgende afbeelding laat een voorbeeld zien van de combinatie planetaire reductor, voorgeschakelde reductor en motor. RF.. Silnik KF.. P.. RF.. KF.. P.. Planetaire reductor Rechte reductor (flensuitvoering) Kegelwielreductor (flensuitvoering) 1044069259 16 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102

Opbouw van de reductor Typeplaatje en typeaanduiding 3 3.2 Typeplaatje en typeaanduiding 3.2.1 Planetaire reductor Het onderstaande voorbeeld laat zien hoe het typeplaatje is opgebouwd. Type Nr. 1 PK1 SEW-EURODRIVE PF042 KF97 DRE132 ML4 / TF 01.1101687801.0001.10 / 12345678 [kw] norm. min. max. 6.6 1.3 MK2 n1 n2 [Nm] [1/min] [1/min] 77000 1430 0.77 77000 285 0.15 77000 1430 0.77 Operation instruction have to be observed! Made in Germany Bruchsal / Germany i FS FR1 FR2 FA1 FA2 Mass 1 : [N] [N] [N] [N] [kg] Qty of greasing points 0 Fans 0 CLP HC VG220 synth. Oil - 29 ltr. Year 2010 6.6 1880 1.3 0 0 0 50000 840 9007202573749771 Type Typeaanduiding Nr. 1 Productienummer P K1 [kw] Vermogen op de aandrijfas (HSS) M K2 [Nm] Uitgaand koppel reductor n 1 [1/min] Aandrijftoerental (HSS) n 2 [1/min] Uitgaand toerental (LSS) norm. Normaal werkpunt min. Werkpunt bij minimumtoerental max. Werkpunt bij maximumtoerental i Exacte overbrengingsverhouding F S Bedrijfsfactor F R1 [N] Werkelijke radiale kracht op aandrijfas F R2 [N] Werkelijke radiale kracht op uitgaande as F A1 [N] Werkelijke axiale kracht op aandrijfas F A2 [N] Werkelijke axiale kracht op uitgaande as Mass [kg] Gewicht van de reductor Qty of greasing points Aantal nasmeerpunten Fans Aantal geïnstalleerde ventilators Oliesoort en viscositeitsklasse/hoeveelheid olie Year Bouwjaar IM Ruimtelijke positie en montagevlak Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102 17

3 Opbouw van de reductor Typeplaatje en typeaanduiding De typeaanduiding van de reductor is als volgt opgebouwd: P H F / T 032 RF 97 DRE 160M4 Bouwgrootte + aantal polen Serie Motor Bouwgrootte Serie Voorgeschakelde reductor Bouwgrootte Reactiearm Flensuitvoering Planetaire reductor Holle as voor krimpschijf Reductortype 18 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102

Opbouw van de reductor Typeplaatje en typeaanduiding 3 3.2.2 Voorgeschakelde reductor Het onderstaande voorbeeld laat zien hoe het typeplaatje is opgebouwd. 76646 Bruchsal / Germany K57 AQH140/1 01.1234567890.0001.08 IM M3B na pk r/min 232 ne pk r/min 4500 CLP HC 220 Synth.Öl / 2,4L Ma pk i 19,34 IP 65 Nm 665 kg 32 Made in Germany 0641 543 1 210927627 f b = bedrijfsfactor F Ra max [N] = maximale radiale kracht aan de uitgaande as F Re max [N] = maximale radiale kracht aan de ingaande as (met deksel AD aan de ingaande as) i = reductoroverbrengingsverhouding IM = opgave van de uitvoering IP.. = beschermingsgraad n e max [1/min] = maximumtoerental ingaande as n a [1/min] = uitgaand toerental M e max [Nm] = maximumkoppel ingaande as M a [Nm] = uitgaand koppel M R [Nm] = slipkoppel bij toepassing van adapter AR M RS [Nm] = blokkeerkoppel van de terugloopblokkering De typeaanduiding van de reductor is als volgt opgebouwd: RF 47 / A Voor directe montage aan de motor Bouwgrootte reductor Serie rechte reductoren (flensuitvoering) AANWIJZING In de volgende documenten vindt u een uitvoerig overzicht van de typeaanduidingen en aanvullende informatie: catalogus "Reductoren" catalogus "Motorreductoren" Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102 19

3 Opbouw van de reductor Typeplaatje en typeaanduiding 3.2.3 Voorgeschakelde reductor met motor Het onderstaande voorbeeld laat zien hoe het typeplaatje is opgebouwd. KF97 DRE160M4 3 IEC60034 1460/26 kw 11 S1 i 56.55 Nm 4070 V 400/690 0.81 eff% 90.7 V 380-420 660-725 A 22.5/13.0 Iso.Kl. 130 (B) IM IP 54 Hz 50.0 CLP 220 Miner.Öl / 7.0 l kg 251.000 9007200674532107 Type Typeaanduiding Nr. Fabrieksnummer voorgeschakelde motorreductor i Overbrengingsverhouding 1/min [rpm] In-/uitgaand toerental Nm [Nm] Uitgaand koppel kw [kw] Ingaand vermogen van de reductor S1 Bedrijfssoort cos φ Vermogensfactor van de motor V [V] Aansluitspanning bij driehoek-/sterschakeling A [A] Nominale motorstroom bij driehoek-/sterschakeling Hz [Hz] Netfrequentie IM Uitvoering kg [kg] Gewicht van de voorgeschakelde motorreductor IP Beschermingsgraad van de motor Bremse V [V] Aansluitspanning van de rem Nm [Nm] Remkoppel Oliesoort en viscositeitsklasse/hoeveelheid olie De typeaanduiding van de motor is als volgt opgebouwd: KF 97 DRE 160M4 Motorbouwgrootte + aantal polen Serienummer motor Bouwgrootte voorgeschakelde reductor Serie voorgeschakelde reductor 20 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102

Opbouw van de reductor Ruimtelijke positie 3 3.3 Ruimtelijke positie De ruimtelijke positie, gekenmerkt door de aanduiding M1... M6, definieert de plaats van de reductorbehuizing in de ruimte. De ruimtelijke posities gelden voor de planetaire reductoren met een volle- en een holleasuitvoering. P..RF.. M6 M2 M1 M4 M5 M3 P..KF.. M6 M2 M1 M4 M5 M3 9007200282889611 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102 21

3 Opbouw van de reductor Ruimtelijke-positiebladen 3.4 Ruimtelijke-positiebladen De volgende tabel laat zien welke symbolen in de ruimtelijke-positiebladen worden toegepast en hun betekenis: Symbool Betekenis Ontluchtingsschroef Oliepeilschroef Olieaftapschroef Ontluchter Oliepeilstok Oliekijkglas 22 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102

Opbouw van de reductor Ruimtelijke-positiebladen 3 3.4.1 P..RF.. Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102 23

3 Opbouw van de reductor Ruimtelijke-positiebladen 3.4.2 PF..RF.. 24 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102

Opbouw van de reductor Ruimtelijke-positiebladen 3 3.4.3 P..KF.. Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102 25

3 Opbouw van de reductor Ruimtelijke-positiebladen 3.4.4 PF.KF.. 26 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102

Opbouw van de reductor Inbouwposities van de voorgeschakelde reductoren 3 3.5 Inbouwposities van de voorgeschakelde reductoren AANWIJZING Bij de planetaire reductoren worden naast de ruimtelijke positie de volgende gegevens vastgelegd. 3.5.1 Voorgeschakelde kegelwielreductor KF.. Voor de voorgschakelde kegelwielreductoren KF.. zijn de posities 0, 90, 180 of 270 vastgelegd. Bovendien is de positie van de bevestigingsflens aan de A- of B-zijde gedefinieerd. A B 1043984907 Om de woelingsverliezen in de voorgeschakelde reductor zo klein mogelijk te houden, adviseert SEW-EURODRIVE de standaardinbouwposities uit het hierna volgende overzicht aan te houden. AANWIJZING Neem bij afwijkende inbouwposities contact op met Vector Aandrijftechniek. Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102 27

Opbouw van de reductor Inbouwposities van de voorgeschakelde reductoren 3 M1 M2 0 A 270 A 90 A 180 B 0 B M3 270 A 180 A 90 A 0 A 270 A 90 A 180 A 0 A M4 270 A 180 A 90 A M6 M5 0 A 270 A 90 B 180 A 0 A 270 B 90 A 180 A Legenda M1 / M2 / M3 / M4 / M5 / M6 = ruimtelijke positie planetaire reductor 0 / 90 / 180 / 270 = inbouwpositie voorgeschakelde kegelwielreductor A/B = positie van de bevestigingsflens op de voorgeschakelde kegelwielreductor 1) Voorbeeld, de positie van de leidingen wijkt af van de afbeelding. 28 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102

Opbouw van de reductor Inbouwposities van de voorgeschakelde reductoren 3 3.5.2 Voorgeschakelde rechte reductoren RF.. Voor de voorgeschakelde rechte reductoren RF.. zijn de posities 0, 90, 180 of 270 vastgelegd. Om de woelingsverliezen in de voorgeschakelde reductor zo klein mogelijk te houden, adviseert SEW-EURODRIVE de standaardinbouwposities uit het hierna volgende overzicht aan te houden. AANWIJZING Neem bij afwijkende inbouwposities contact op met Vector Aandrijftechniek. M1 0 M2 0 M3 180 M4 0 M5 270 M6 90 1043719691 Legenda M1 / M2 / M3 / M4 / M5 / M6 = ruimtelijke positie planetaire reductor 0 / 90 / 180 / 270 = inbouwpositie voorgeschakelde rechte reductor Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102 29

3 Opbouw van de reductor Ruimtelijke zwenkpositie en variabele ruimtelijke posities 3.6 Ruimtelijke zwenkpositie en variabele ruimtelijke posities De inbouwposities die afwijken van de ruimtelijke standaardposities, worden aangeduid als ruimtelijke zwenkposities of variabele ruimtelijke posities. Reductoren met een ruimtelijke zwenkpositie hebben een van de standaardpositie afwijkende, maar vaste ruimtelijke positie. Reductoren met een variabele ruimtelijke positie kunnen tijdens het bedrijf een willekeurige ruimtelijke positie binnen het aangegeven bereik aannemen. De aanduiding van ruimtelijke zwenkposities en variabele ruimtelijke posities is als volgt opgebouwd: M1 - M2/20 /V [1] [2] [3] [4] [1] Ruimtelijke uitgangspositie [3] Zwenkhoek [2] Ruimtelijke doelpositie [4] F = vaste eindpositie; V = variabele eindpositie Onderstaande afbeelding laat enkele voorbeelden zien: M1 M6 / 20 M1 M1 M5 / 20 20 20 M6 M5 M1 M4 / 30 M1 M2 / 30 M1 30 30 M4 M2 1002784267 30 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102

Opbouw van de reductor Ruimtelijke zwenkpositie en variabele ruimtelijke posities 3 Als de inbouwpositie van de reductor in meerdere richtingen afwijkt van de ruimtelijke standaardposities, dienen alle eindposities aangegeven te worden. Hierbij zijn combinaties van vaste en variabele eindposities mogelijk. Voorbeeld van een reductor die - uitgaande van ruimtelijke positie M1 - tijdens het bedrijf met een hellingshoek van ±20 t.o.v. de uitgaande as en met een vaste kantelhoek van 30 t.o.v. de lengteas ingebouwd wordt: M1 - M2/20 /V - M4/20 /V - M5/30 /F AANWIJZING Bij ruimtelijke zwenkposities en variabele ruimtelijke zwenkposities kunnen zich eventueel beperkingen m.b.t. de accessoires en de technische gegevens en langere levertijden voordoen. Overleg met Vector Aandrijftechniek. Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102 31

3 Opbouw van de reductor Coating- en oppervlaktebeschermingsystemen 3.7 Coating- en oppervlaktebeschermingsystemen Onderstaande tabel geeft een overzicht van de coating- en oppervlaktebeschermingssystemen. SEW-uitvoering OS 1 Geringe milieubelasting OS 2 Gemiddelde milieubelasting OS 3 Hoge milieubelasting Gebruik als oppervlaktebescherming bij typische omgevingsvoorwaarden Corrosiviteitscategorieën DIN EN ISO 12944-2 Voorbeeldtoepassingen Geschikt voor omgevingen met condensatie en geringe vochtigheid of vervuiling. Bijv. toepassingen buiten met overkapping of bescherming, onverwarmde gebouwen waarin condensatie kan optreden: Overeenkomstig corrosiviteitscategorie: C2 (gering) Installaties in zagerijen Meng- en roerinrichtingen Geschikt voor zeer vochtige omgevingen en middelsterke luchtverontreiniging. Bijv. toepassingen buiten onder directe weersinvloed. Overeenkomstig corrosiviteitscategorie: C3 (matig) Toepassingen in grindfabrieken Kabelbanen Geschikt voor omgevingen met een hoge vochtigheid en af en toe sterke lucht- en chemische verontreinigingen. Incidentele zuur- en looghoudende natte reiniging. Ook voor toepassingen in kustgebieden met matige zoutbelasting. Overeenkomstig corrosiviteitscategorie: C4 (sterk) Havenkranen Zuiveringsinstallaties Installaties voor de dagbouw Condensatietest ISO 6270 120 h 120 h 240 h Zoutsproeitest ISO 7253 240 h 480 h Kleur deklaag 1) RAL 7031 RAL 7031 RAL 7031 Kleuren volgens RAL Ja Ja Ja Blanke delen aseinde/flens Voorzien van een water- en zweetbestendig, roestwerend middel voor uitwendige conservering 1) Standaardkleur AANWIJZING Metalen delen (bijv. beschermkappen, ventilatorkappen) zijn in RAL 1003 gelakt. 32 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102

Opbouw van de reductor Soorten smering 3 3.8 Soorten smering Er wordt, met inachtneming van de ruimtelijke posities van de planetaire reductoren, onderscheid gemaakt tussen twee soorten standaardsmering. 3.8.1 Spatsmering voor horizontale ruimtelijke posities: M1 / M3 / M5 / M6 De reductor is tot de helft gevuld met olie. Vertandings- en lagerdelen die niet in het oliebad worden gedompeld, worden door weggeslingerde olie gesmeerd. Het oliepeil wordt gecontroleerd met behulp van een oliekijkglas [1] op de tandkransbehuizing. De olieaftapschroef [2] kan optioneel worden vervangen door een olieaftapkraan. De olie wordt bijgevuld via het ontluchtingsventiel [3]. [3] [1] [2] 4412712587 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102 33

3 Opbouw van de reductor Soorten smering 3.8.2 Badsmering voor verticale ruimtelijke posities: M2 / M4 De reductor is (bijna) volledig gevuld met olie. Alle vertandings- en lagerdelen worden volledig of gedeeltelijk ondergedompeld in het oliebad. Ruimtepositie M2 Standaardsmeringssoort met olie-expansievat: Olie-expansievat [2] voor volumecompensatie Het oliepeil wordt gecontroleerd met een gecombineerde peilstok met ontluchtingsventiel [1] Olievulling via het olie-expansievat Bouwgrootten P.002 - P.082: [1] [2] [3] [4] 4480298635 [1] Oliepeil met ontluchtingsschroef [3] Stijgpijp [2] Olie-expansievat [4] Olieaftapschroef Bouwgrootten P.092 - P.102: [1] [2] [3] [4] 4488787211 [1] Oliepeilstok [3] Olie-expansievat [2] Ontluchtingsschroef [4] Olieaftapschroef 34 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102

Opbouw van de reductor Soorten smering 3 Ruimtelijke positie M4 Standaardsmeringssoort zonder olie-expansievat: Oliepeilcontrole met oliepeilstok Separaat ontluchtingsventiel Olievulling via de stijgpijp [1] [2] [3] [4] 4490284299 [1] Ontluchtingsventiel [3] Stijgpijp [2] Oliepeilstok [4] Olieaftapschroef Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102 35

4 Opbouw opties en extra voorzieningen Aandrijfzijdige componenten 4 Opbouw opties en extra voorzieningen 4.1 Aandrijfzijdige componenten Onderstaande afbeelding laat een overzicht zien van de aandrijfzijdige componenten. DRS DRE DRP DVE DV AD/ZR AD AD/RS RF.. AM AD/P AR/W KF.. / K.. AR /W AR/WS /WS AT/RS AT AT/BM(G) 18014399533097739 36 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102

Opbouw opties en extra voorzieningen Reactiearm 4 4.2 Reactiearm Voor de afsteuning van het reactiekoppel bij reductoren met volle en holle assen in de opsteekuitvoering is optioneel een reactiearm beschikbaar. Afhankelijk van de lastrichting en uitvoering van het opneempunt van de klant werkt de steunkracht als gevolg van het reactiekoppel als trek- of drukkracht. 4.2.1 Enkelzijdige reactiearm De reactiearm is bij de levering inbegrepen of op verzoek van de klant aangebouwd. De bevestigingsbouten zijn bij de levering inbegrepen. Deze afbeelding laat een voorbeeld zien van een planetaire motorreductor met een eenzijdige reactiearm. 1138611211 4.3 Temperatuursensor PT100 De temperatuursensor PT100 kan worden gebruikt om de temperatuur van de reductorolie te meten. De temperatuursensor bevindt zich in het oliebad van de reductor. De exacte positie hangt af van de uitvoering van de reductor. Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102 37

4 Opbouw opties en extra voorzieningen Olieaftapping 4.4 Olieaftapping De reductor is standaard uitgerust met een olieaftapschroef. Optioneel kunnen bij de bouwgrootten P.092 en P.102 de ruimtelijke posities M1; M3; M5; M6 van een olieaftapkraan [1] worden voorzien. Hierop kan eenvoudig een afvoerleiding voor het verversen van de reductorolie worden gemonteerd. [1] 4510205707 38 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102

Installatie/montage Benodigde gereedschappen/hulpmiddelen 5 5 Installatie/montage 5.1 Benodigde gereedschappen/hulpmiddelen Niet bij de levering inbegrepen zijn: set ring- of steeksleutels momentsleutels optrekhulpstuk evt. uitvulmateriaal (vulringen, afstandsringen) bevestigingsmateriaal voor overbrengingscomponenten glijmiddel, bijv. NOCO -Fluid van SEW behalve bij holle-asreductoren voor holle-asreductoren hulpmiddelen voor montage/demontage op de machine-as bevestigingsonderdelen voor de reductorfundatie 5.2 Toleranties 5.2.1 Planetaire reductor P.. Aseinden Diametertolerantie volgens DIN 748: Ø > 50 mm ISO m6 Centreerboringen: Ø Ø 120...210 mm M20 240...290 mm M24 Montageflens Centreerrandtolerantie: ISO f8 5.2.2 voorgeschakelde reductoren RF.. / KF.. / K.. Aseinden Diametertolerantie volgens DIN 748: Ø 50 mm ISO k6 Ø > 50 mm ISO m6 Centreerboringen volgens DIN 332 D: Ø > 85...130 mm M24 Ø > 130...180 mm 1) M30 1) Afmetingen niet conform DIN 332; de schroefdraaddiepte inclusief beveiligingsverzinking is minstens het dubbele van de nominale diameter van de schroefdraad. Spieën volgens DIN 6885 (hoge uitvoering) Montageflens Centreerrandtolerantie: ISO f7 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102 39

5 Installatie/montage Aanwijzingen voor de installatie/montage 5.3 Aanwijzingen voor de installatie/montage WAARSCHUWING! Gevaar voor beknelling door onbedoeld aanlopen van de aandrijving. Dood of zwaar lichamelijk letsel. Schakel de motor spanningsloos, voordat u met de werkzaamheden begint. Beveilig de motor tegen onbedoelde inschakelingen. WAARSCHUWING! Een onvoldoende geborgde klantmachine kan bij het uit- en inbouwen van de reductor omlaagvallen. Dood of zwaar lichamelijk letsel. Borg de klantmachine bij het uit- en inbouwen van de reductor tegen onbedoelde bewegingen. WAARSCHUWING! Verbrandingsgevaar door hete reductor en hete reductorolie. Zwaar lichamelijk letsel. Laat de reductor vóór de werkzaamheden afkoelen. Draai de oliepeilschroef en olieaftapschroef er altijd voorzichtig uit. VOORZICHTIG! Gevaar door niet-geborgde aanbouwcomponenten zoals spieën. Licht lichamelijk letsel. Breng geschikte beveiligingsinrichtingen aan. VOORZICHTIG! Gevaar voor uitglijden door uittredend smeermiddel van beschadigde afdichtingen. Licht lichamelijk letsel. Controleer of er smeermiddel uit de reductor en de aanbouwcomponenten komt. VOORZICHTIG! Gevaar door uitstekende delen. Licht lichamelijk letsel. De reductor en aanbouwcomponenten mogen niet over het gangpad uitsteken. LET OP! Bij het aanlopen van de reductor onder de toegestane omgevingstemperatuur kan de reductor beschadigd raken. Mogelijke materiële schade. Voor de inbedrijfstelling moet de olie tot de aangegeven temperatuur worden verwarmd. 40 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102

Installatie/montage Aanwijzingen voor de installatie/montage 5 LET OP! Door ondeskundige installatie en montage kan de reductor beschadigd raken. Mogelijke materiële schade. Let op de volgende aanwijzingen: Neem absoluut de veiligheidsaanwijzingen in de afzonderlijke hoofdstukken in acht! De planetaire reductoren worden standaard zonder olievulling geleverd. De voorgeschakelde reductoren RF.. / KF.. / K.. hebben standaard een smeermiddelvulling die geschikt is voor de desbetreffende ruimtelijke positie. De oliekamers van de beide reductoren zijn gescheiden. Uitzonderingen zijn speciaal gemarkeerd. Op het typeplaatje staan de belangrijkste technische gegevens vermeld. Aanvullende, voor de werking relevante gegevens zijn opgenomen in de tekeningen, orderbevestiging of eventueel in de orderspecifieke documentatie. Wijzigingen van de ruimtelijke positie zijn alleen toegestaan na overleg met Vector Aandrijftechniek. Zonder voorafgaand overleg vervalt de garantie. Bij het veranderen naar een verticale montagepositie zijn een olievereffeningsreservoir en/of een oliestijgleiding nodig. De hoeveelheid smeermiddel en de positie van de ontluchtingsschroef moeten dienovereenkomstig aangepast worden. De reductor mag alleen in de aangegeven ruimtelijke positie op een vlakke, trillingsdempende en torsiestijve fundatie worden opgesteld of gemonteerd. De voeten van de behuizing en de montageflenzen mogen hierbij niet ten opzichte van elkaar worden verspannen! Voer werkzaamheden aan de reductor alleen uit als deze stilstaat. Borg de aandrijfketen tegen onbedoelde inbedrijfstelling. Breng op de plek van de aan-/uitschakelaar een bordje aan dat op werkzaamheden aan de reductor duidt. Oliepeil- en olieaftapschroeven evenals ontluchtingsschroef moeten vrij toegankelijk zijn! Gebruik bij gevaar voor elektrochemische corrosie tussen de reductor en de machine (verbinding van verschillende metalen zoals gietijzer/roestvrij staal) vulmateriaal van kunststof (2-3 mm dik)! Voorzie de bouten van vlakke sluitringen van kunststof! De behuizing van de reductor moet altijd geaard zijn. Let erop dat de aanbouwreductoren alleen door geautoriseerd personeel aan motoren of adapters mogen worden gemonteerd. Overleg met Vector Aandrijftechniek! Er mogen geen laswerkzaamhden aan de aandrijving uitgevoerd worden. Gebruik de aandrijvingen niet als massapunt voor laswerkzaamheden. Door het lassen kunnen de onderdelen van de vertanding en het lager beschadigd raken. Beveilig de draaiende onderdelen van de aandrijving, zoals koppelingen, tandwielen of riemaandrijvingen, door middel van passende beveiligingsinrichtingen tegen aanraking. Direct zonlicht is bij opstelling in de buitenlucht niet toegestaan. Zorg voor desbetreffende beschermingsconstructies zoals afdekkingen en overkappingen! Warmteophoping dient hierbij voorkomen te worden. De exploitant dient ervoor te zorgen dat de werking van de reductor niet door vreemde voorwerpen beperkt wordt (bijv. door vallende voorwerpen of gemorste vloeistof). Bescherm de reductor tegen directe aanvoer van koude lucht. Condensatie kan ertoe leiden dat de olie met water wordt vermengd. Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102 41

5 Installatie/montage Voorwaarden voor de montage Als de reductor zonder olievulling geleverd wordt, is de ontluchtingsschroef bij ruimtelijke standaardposities op de planetaire reductor af fabriek gemonteerd en geactiveerd. Controleer of de ontluchtingsschroef correct gemonteerd is en goed werkt. Controleer bij planetaire reductoren met olievulling af fabriek of de ontluchtingsschroef voor de inbedrijfstelling gemonteerd is. Voor het gebruik in vochtige ruimten of in de buitenlucht worden de reductoren met een geschikte laklaag geleverd. Werk eventuele lakbeschadiging bij (bijv. bij de ontluchtingsschroef). 5.4 Voorwaarden voor de montage Controleer of aan de volgende voorwaarden is voldaan: De specificaties op het typeplaatje van de motor komen overeen met het elektriciteitsnet. De aandrijving is niet beschadigd tijdens transport en opslag. Omgevingstemperatuur komt overeen met de gegevens in de orderspecificaties. Geen gevaarlijke oliën, zuren, gassen, dampen, stralingen, etc. in de omgeving. Uitgaande assen en flensvlakken moeten grondig gereinigd worden van corrosiewerende middelen, vuil en dergelijke. Gebruik een in de handel verkrijgbaar oplosmiddel. Het oplosmiddel mag niet in aanraking komen met de afdichtingslippen van de askeerringen materiële schade! 5.4.1 Langdurige opslag Let op: bij opslagtijden van één jaar of langer wordt de vetgebruiksduur van de lagers korter (dit geldt alleen voor lagers met vetsmering). Vervang de ontluchtingsschroef door de afsluitschroef. 42 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102

Installatie/montage Planetaire reductor af fabriek zonder olievulling (standaard) 5 5.5 Planetaire reductor af fabriek zonder olievulling (standaard) De planetaire reductoren worden standaard zonder olievulling geleverd. Let op de volgende aanwijzingen: WAARSCHUWING! Gevaar voor beknelling door onbedoeld aanlopen van de aandrijving. Dood of zwaar lichamelijk letsel. Schakel de motor spanningsloos, voordat u met de werkzaamheden begint. Beveilig de motor tegen onbedoelde inschakelingen. LET OP! Door een verkeerde olievulling kan de reductor beschadigd raken. Mogelijke materiële schade. Let op de volgende aanwijzingen. Vul de reductor als deze zich in de definitieve inbouwpositie bevindt. Let erop dat de olietemperatuur bij het vullen gelijk is aan de omgevingstemperatuur. Let op de aanvullende aanwijzingen m.b.t. de soort smering in de volgende hoofdstukken. Vul de reductor met oliesoorten en -hoeveelheden volgens het typeplaatje en het hoofdstuk "Olie verversen" ( pag. 83). Controleer het oliepeil met het oliepeilglas, de oliepeilstok of het oliekijkgas. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk "Oliepeil controleren" ( pag. 81). Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102 43

5 Installatie/montage Planetaire reductor af fabriek met olievulling (standaard) 5.6 Planetaire reductor af fabriek met olievulling (standaard) Als de planetaire reductor af fabriek met olievulling wordt geleverd, moet de ontluchtingsschroef vóór de inbedrijfstelling worden gemonteerd. Dit onderdeel is bij de levering inbegrepen. De volgende afbeelding dient als voorbeeld. De positie van de ontluchtingsschroef vindt u in de orderspecificaties. [1] 4247802123 1. Verwijder de afsluitstop. 2. Plaats de ontluchtingsschroef [1]. 3. Controleer het oliepeil. Neem het hoofdstuk "Oliepeil controleren" ( pag. 81) in acht. 44 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102

Installatie/montage Reductor opstellen 5 5.7 Reductor opstellen 5.7.1 Bevestiging van de reductoren bij voetuitvoering De volgende tabel toont de schroefdraadgrootten en de koppels van de afzonderlijke reductorgrootten. Bouwgrootte P.002 Bout/moer Koppel bout/moer sterkteklasse 8.8 [Nm] P.012 M20 464 P.022 P.032 M24 798 P.042 M30 1597 P.052 P.062 M36 2778 P.072 P.082 M42 3995 P.092 P.102 M48 6022 Aantal 8 AANWIJZING De bouten mogen bij de montage niet worden gesmeerd. 5.7.2 Koppels voor bevestigingsbouten Draai de bouten van reductoraanbouwcomponenten, beschermings- en afdekkappen met het volgende koppel vast. AANWIJZING De koppels gelden niet voor bevestigingen zoals reactiearm, reductor met flensuitvoering, holle as met met krimpschrijf enz. Deze vindt u in de bijbehorende hoofdstukken. Koppel Bout/moer sterkteklasse 8.8 [Nm] M6 11 M8 27 AANWIJZING De bouten mogen bij de montage niet worden gesmeerd. Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102 45

5 Installatie/montage Reductor opstellen 5.7.3 Ontluchtingsventiel bij voorgeschakelde reductor RF.. / KF.. / K.. Controleer of het ontluchtingsventiel is geactiveerd. Als het ontluchtingsventiel niet is geactiveerd, moet u de transportbeveiliging van het ontluchtingsventiel verwijderen voordat de reductor in bedrijf wordt gesteld! 1. Ontluchtingsventiel met transportbeveiliging 211319051 2. Verwijder de transportbeveiliging. 211316875 3. Geactiveerd ontluchtingsventiel 211314699 46 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102

Installatie/montage Reductor opstellen 5 5.7.4 Reductor in voetuitvoering met voorgeschakelde reductor RF.. / KF.. / K.. Bij de volgende combinaties van planetaire reductoren in de voetuitvoering met voorgeschakelde reductor RF.. / KF.. / K.., kan de voorgeschakelde reductor onder het bevestigingsvlak uitsteken. AANWIJZING Houd bij de volgende combinaties van reductoren rekening met maat A. Hierbij moet de fundamentconstructie van de klant dienovereenkomstig worden voorbereid. Bovendien heeft u een ruimte voor de olieverversing nodig. Hiervoor moet de klant een maat B vastleggen. Bouwgrootte/combinaties Maat A RF.. KF.. / K.. [mm] P.002-97 10 P.012-107 32.5 P.022-107 2.5 P.022 137-7.5 P.032 147-18.5 P.092-187 15 De volgende afbeelding laat een planetaire reductor met voorgeschakelde reductor RF zien. A B 3319218827 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102 47

5 Installatie/montage Reductor opstellen 5.7.5 Fundatie Voorwaarde voor een snelle en betrouwbare montage van de reductor is de keuze van het juiste type fundatie en een grondig ontwerp, inclusief de vervaardiging van adequate plattegrondtekeningen met alle vereiste constructie- en maataanduidingen. Om schadelijke trillingen en oscillaties te vermijden, moet er bij de montage van de reductor op een staalconstructie vooral op worden gelet dat het frame voldoende stijf is. De fundatie moet ontworpen zijn in overeenstemming met het gewicht en het koppel met inachtneming van de op de reductor inwerkende krachten. Bevestigingsbouten of- moeren moeten met het voorgeschreven koppel worden aangehaald. Er moet voor schroeven en koppels worden gezorgd, zoals aangegeven in het hoofdstuk "Reductorbevestiging" ( pag. 45). LET OP! Door een ondeskundige fundatie kan de reductor beschadigd raken. Mogelijke materiële schade. De fundatie moet waterpas en vlak zijn; de reductor mag bij het aantrekken van de bevestigingsbouten niet worden verspannen. Oneffenheden dienen vakkundig opgevuld te worden. Let op de gewichtsgegevens op het typeplaatje. 5.7.6 Uitlijnen van de as WAARSCHUWING! Asbreuken bij niet-inachtneming van de uitlijnnauwkeurigheid van de as. Dood of zwaar lichamelijk letsel. De vereisten voor de koppelingen staan vermeld in de afzonderlijke technische handleidingen! De levensduur van de assen, lagers en koppelingen hangt grotendeels af van de nauwkeurigheid waarmee de assen onderling zijn uitgelijnd. Daarom moet altijd naar een nulafwijking worden gestreefd. Daarvoor vindt u bijvoorbeeld ook de vereisten voor de koppelingen in de speciale technische handleidingen. 48 Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102

Installatie/montage Reductor met volle as 5 5.8 Reductor met volle as 5.8.1 Monteren van aandrijf- en overbrengingscomponenten LET OP! Door ondeskundige montage kunnen het lager, de behuizing of de assen beschadigd raken. Mogelijke materiële schade. Monteer de aandrijf- en overbrengingscomponenten alleen met een optrekhulpstuk. Gebruik bij het aanbrengen de in het aseinde aanwezige centreerboring met schroefdraad. Monteer de riemschijven, koppelingen, rondsels etc. in geen geval met hamerslagen op het aseinde. Mogelijke gevolgen zijn schade aan lagers, behuizing en as! Houd bij riemschijven de juiste riemspanning (volgens opgave van de fabrikant) aan. Montage met optrekhulpstuk De volgende afbeelding laat een optrekhulpstuk zien voor het monteren van koppelingen of naven op reductor- of motoraseinden. Als de bout probleemloos kan worden aangehaald, kan het axiale lager op het optrekhulpstuk evt. achterwege blijven. [1] [2] [3] 211368587 [1] Aseinde van de reductor [2] Axiaal lager [3] Koppelingsnaaf Montage- en technische handleiding planetaire motorreductoren bouwgrootten P.002 P.102 49