Canon Digitale Camera Gebruikershandleiding voor gegevensoverdracht van camera naar camera Inhoudsopgave Inleiding....................................... Beelden overbrengen via een draadloze verbinding..... Uw cameranaam registreren.................................. Doelcamera registreren...................................... Camera's met elkaar verbinden via een draadloze verbinding........ 3 Beelden één voor één overbrengen............................ 4 Gerangschikte beelden overbrengen........................... 4 Draadloze verbinding beëindigen.............................. 5 Problemen oplossen.............................. 6 Erkenning van handelsmerken...................... 6 Inleiding Als u de firmware van uw PowerShot SD430 DIGITAL ELPH WIRELESS/DIGITAL IXUS WIRELESS-camera bijwerkt, kunt u via een draadloze verbinding, zonder tussenkomst van een pc, beelden tussen camera's* overbrengen. In deze handleiding vindt u procedures voor het overbrengen van beelden via een draadloze verbinding. Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor hulp bij het gebruik van de camera, veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen in verband met radiofrequenties. * Beeldoverdracht is alleen mogelijk tussen PowerShot SD430 DIGITAL ELPH WIRELESS/DIGITAL IXUS WIRELESS-camera's met bijgewerkte firmware. * Beelden worden overgebracht van de ene camera naar de andere. Beelden kunnen niet tussen meer dan twee camera's worden overgebracht.
Beelden overbrengen via een draadloze verbinding Uw cameranaam registreren Kies eerst een naam voor uw camera en registreer deze. Zet de modusschakelaar op (Afspelen) Menu (Draadloos) [Stel cameranaam in]. Raadpleeg de Gebruikershandleiding van uw camera voor details over de menubediening. Voer de naam in en druk op. U kunt een cameranaam invullen van maximaal vijf letters. Kies de letters met behulp van de knop of, en druk op de knop of om de cursor verder of terug te plaatsen. Voor de cameranaam kunnen hoofdletters en cijfers worden gebruikt. De standaardinstelling is [AAAAA]. Als u geen naam wilt registreren, drukt u op de MENU-knop. Doelcamera registreren Registreer de naam van de camera die u via een draadloze verbinding met uw camera wilt verbinden. Volg de onderstaande procedure voor zowel uw eigen camera als de doelcamera. Zet de modusschakelaar op (Afspelen) Menu (Draadloos) [Reg. Doel Apparaat]. Selecteer [Camera] als doelapparaat (target device) en druk op. 3 Controleer of op uw camera uw cameranaam verschijnt en op de doelcamera de naam van de doelcamera. Druk vervolgens op beide camera's tegelijk (binnen 0 seconden) op. Met deze stap wordt uw camera verbonden met de doelcamera en wordt de naam van elke camera als doelapparaat op de andere camera geregistreerd. Zodra de draadloze verbinding tot stand is gebracht, begint het lampje voor de draadloze verbinding blauw te knipperen. Als u de naam wenst te veranderen, volgt u stap in Uw cameranaam registreren.
4 Wanneer de naam van de doelcamera en [Registratie gereed] worden weergegeven, drukt u op. Als de naam reeds is geregistreerd, verschijnt [Al geregistreerd] op het display. Indien de registratie is mislukt, keert u terug naar stap en herhaalt u de procedure. Camera's met elkaar verbinden via een draadloze verbinding Sluit uw camera via een draadloze verbinding aan op de geregistreerde doelcamera. Volg de onderstaande procedure voor zowel uw eigen camera als de doelcamera. Zet de modusschakelaar op (Afspelen) Menu (Draadloos) [Verbinden/Verbreken]. Als u op beide camera's tegelijk (binnen 30 seconden) de knop indrukt zonder dat het menu wordt weergegeven in de afspeelmodus, wordt de draadloze verbinding tot stand gebracht. Nadat u hebt bevestigd dat de naam van de doelcamera is geselecteerd als [Doel Apparaat], selecteert u [Verbind] en drukt u op beide camera's tegelijk (binnen 30 seconden) op (of ). De draadloze verbinding wordt tot stand gebracht en zowel het lampje voor de draadloze verbinding als de -knop knipperen blauw. Als u op de FUNC./SET knop drukt terwijl het lampje knippert, wordt de verbinding geannuleerd. Wanneer de verbinding tot stand is gebracht, blijven het lampje voor de draadloze verbinding en de knop branden (zonder te knipperen), en wordt het pictogram, dat de signaalsterkte van de verbinding aangeeft, op het afspeelscherm weergegeven. Als een andere cameranaam als doelapparaat op het display wordt vermeld, gebruikt u de knop om het [Doel Apparaat] te kiezen en selecteert u vervolgens de gewenste camera met de knop of. Als er geen geheugenkaarten in de camera's zijn geplaatst, is het niet mogelijk om een draadloze verbinding tot stand te brengen. Het draadloze kanaal wijzigen Indien het kanaal (de nuttige frequentie) al voor een ander apparaat wordt gebruikt, wijzigt u het kanaal op een van de twee camera's, om interferentie van andere radiogolven te voorkomen. Een kanaalwijziging op één camera wordt automatisch overgenomen door de andere camera. Selecteer [Doel Apparaat], bevestig dat de naam van de doelcamera wordt weergegeven en druk op. Gebruik de knop of om het kanaal te wijzigen en druk op. Druk op de MENU-knop om terug te keren naar stap zonder het kanaal te wijzigen. 3
Beelden één voor één overbrengen U kunt de beelden één voor één overbrengen naar een doelcamera die draadloos met uw camera is verbonden. Bevestig dat beide camera's draadloos met elkaar zijn verbonden. Raadpleeg Camera's met elkaar verbinden via een draadloze verbinding (p. 3) voor informatie over hoe u de camera's draadloos met elkaar verbindt. Selecteer het beeld dat u van uw camera wilt overbrengen en druk op de knop. U kunt een beeld eventueel ook overbrengen door op FUNC./SET te drukken in plaats van op. In dat geval selecteert u in het volgende scherm met behulp van de knop of de optie [Transfer] en drukt u nogmaals op de knop FUNC./SET. De overdracht wordt gestart. Het lampje voor de draadloze verbinding en de knop knipperen blauw. Op de verzendende camera verschijnt de melding [Verplaatsen], terwijl op de ontvangende camera de melding [Ontvangen] wordt weergegeven. Wanneer de overdracht is voltooid verschijnt [Transfer gereed] en [Bestand(en) ontvangen]. Indien u de bewerking tijdens de overdracht wilt annuleren, drukt u op de knop FUNC./SET terwijl [Verplaatsen] op het display wordt weergegeven. Als de ontvangst is mislukt, verschijnt [Bestand(en) niet ontvangen] op het display. Druk op de knop FUNC./SET om terug te keren naar het vorige scherm. Het is niet mogelijk om films of geluidsmemo's over te brengen. Twee camera's kunnen niet allebei tegelijk beelden overbrengen (wanneer de ene camera beelden verzendt, kan de andere deze alleen ontvangen). Tijdens de ontvangst kan het proces niet op de ontvangende camera worden geannuleerd. Beelden kunnen worden overgebracht tijdens het afspelen van de index. Ontvangen afbeeldingen worden achter alle andere beeldbestanden opgeslagen. Gerangschikte beelden overbrengen U kunt meerdere beelden tegelijk doorsturen naar een draadloos verbonden doelcamera. Voor instructies voor het opgeven van de overdrachtsvolgorde raadpleegt u de Gebruikershandleiding (uitgebreide): De DPOF-verzeninstellingen selecteren (p. 9). De uitleg die hier wordt gegeven betreft de procedure voor de overbrenging van gerangschikte beelden. Bevestig dat beide camera's draadloos met elkaar zijn verbonden. Raadpleeg Camera's met elkaar verbinden via een draadloze verbinding (p. 3) om een draadloze verbinding tot stand te brengen. Druk op de verzendende camera op en selecteer [ (volgorde)] in [Menu (Afspelen)]. Raadpleeg de Gebruikershandleiding (uitgebreide) voor meer informatie over de menubediening. 4
3 Selecteer [Transfer] en druk op. Indien u de overdrachtsvolgorde van de beelden nog niet hebt opgegeven, selecteert u de beelden met [Opdracht] of [Markeer alles] en selecteert u [Transfer]. De overdracht van de beelden wordt gestart. Het lampje voor de draadloze verbinding en de knop knipperen blauw. Op de verzendende camera verschijnt de melding [Verplaatsen], terwijl op de ontvangende camera de melding [Ontvangen] wordt weergegeven. Wanneer de overdracht is voltooid verschijnt [Transfer gereed] en [Bestand(en) ontvangen]. Indien u de bewerking tijdens de overdracht wilt annuleren, drukt u op de FUNC./SET-knop terwijl [Verplaatsen] op het display wordt weergegeven. Als de ontvangst is mislukt, verschijnt [Bestand(en) niet ontvangen] op het display. Druk op de knop FUNC./SET om terug te keren naar het vorige scherm. Het is niet mogelijk om films of geluidsmemo's over te brengen. Twee camera's kunnen niet allebei tegelijk beelden overbrengen (wanneer de ene camera beelden verzendt, kan de andere deze alleen ontvangen). Tijdens de ontvangst kan het proces niet op de ontvangende camera worden geannuleerd. Ontvangen afbeeldingen worden achter alle andere beeldbestanden opgeslagen. Draadloze verbinding beëindigen De draadloze verbinding kan worden beëindigd door de volgende stappen uit te voeren. Beëindig de verbinding via Menu (Draadloos) (zie hierna). Schakel de stroom uit of activeer de opnamemodus. Beëindigen met Menu (Draadloos) Menu (Draadloos) [Verbinden/Verbreken]. Controleer of de naam van de camera wordt weergegeven als [Doel Apparaat], selecteer [Verbreek] en druk op. De draadloze verbinding wordt beëindigd en [Verbroken] verschijnt op het display van de doelcamera. Druk op de knop FUNC./SET. Het scherm Afspelen verschijnt. 5
Problemen oplossen De camera kan niet worden geregistreerd of de draadloze verbinding kan niet worden geselecteerd. De camera staat in de opnamemodus. Activeer de modus Afspelen. De doelcamera kan niet op uw camera worden geregistreerd. De registratielimiet is overschreden bij [Doel Apparaat]. De draadloze verbinding is verzwakt. Beelden kunnen niet worden overgebracht. Er is geen vrije ruimte meer op de geheugenkaart van de ontvangende camera. De SD-geheugenkaart is beveiligd tegen schrijven. Het scherm Menu, Verwijderen, Springen of Film afspelen wordt weergegeven op de ontvangende camera. Er kunnen maximaal zeven nieuwe doelapparaten worden geregistreerd bij [Doel Apparaat]. Als u meer apparaten wilt registreren, gebruikt u [Verwijder Registr.] om doelapparaten die u niet meer gebruikt te verwijderen. Voor instructies met betrekking tot het verwijderen van doelapparaten raadpleegt u de Gebruikershandleiding (uitgebreide): Doelapparaten verwijderen (p. 04). Gebruik de draadloze verbinding niet in de buurt van een magnetron of een ander apparaat dat radiogolven uitstraalt. Zet de twee camera's niet te ver uit elkaar. Plaats geen obstakels tussen de twee camera's. Plaats een nieuwe geheugenkaart. Download de beelden indien nodig naar een pc en wis ze vervolgens van de geheugenkaart om ruimte vrij te maken. Schuif het schrijfbeveiligingsnokje van de SDgeheugenkaart omhoog. Zorg ervoor dat het scherm voor het afspelen van foto's wordt weergegeven. De draadloze verbinding is verbroken. De draadloze verbinding is verzwakt. Gebruik de draadloze verbinding niet in de buurt van een magnetron of een ander apparaat dat radiogolven uitstraalt. Zet de twee camera's niet te ver uit elkaar. Plaats geen obstakels tussen de twee camera's. Als een groot aantal beelden (± 000) op de geheugenkaart is opgeslagen, kan het zijn dat het niet mogelijk is om een draadloze verbinding tot stand te brengen. Download beelden van de geheugenkaart naar een pc en wis ze vervolgens van de geheugenkaart om ruimte vrij te maken. Erkenning van handelsmerken Het SD-logo is een handelsmerk. Andere namen en producten die niet hierboven zijn vermeld, kunnen handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van hun respectieve eigenaren zijn. 6
CDP-H0 006 CANON INC. 7