Inkomenseffecten Participatiewet en kostendelersnorm WWB. Nibud, 2013

Vergelijkbare documenten
Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in Nibud, september 2013

Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014

Minimum-voorbeeld begrotingen en kostendelersnorm. Nibud, 2013

Inkomenseffecten van het basisinkomen 2.0

Bijgestelde koopkrachtplaatjes van chronisch zieken en gehandicapten Nibud, oktober 2013

Inkomenseffecten van het afschaffen van de Wtcg, CER en de Regeling specifieke zorgkosten

Koopkrachtveranderingen voor mensen met een beperking Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015

Koopkrachtberekeningen voor huishoudens met extra zorgkosten naar aanleiding van de Miljoenennota 2012

Overzicht uitkeringsbedragen per 1 juli 2018

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2015

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2018

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2016

Koopkracht van ouderen Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2013

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2017

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2018

Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2016

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2019

Inkomenseffecten voor mantelzorgers

De Wijsmaker Training en opleiding

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Koopkrachtberekeningen voor 2015 Uitgewerkte voorbeelden januari 2015

Uitkeringsbedragen per 1 juli 2019

Koopkrachtberekeningen voor 2016 Uitgewerkte voorbeelden januari 2016

Inleiding 1. Aanpassing kostendelersnormsystematiek 2. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Koopkrachtberekeningen voor 2016 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2015

Overzicht uitkeringsbedragen en maatregelen Sociale Zaken en Werkgelegenheid per 1 juli 2017

Koopkrachtverandering van ouderen

Koopkrachteffecten en de nieuwe compensatieregeling chronisch zieken en gehandicapten. Nibud, juni 2008

Koopkrachtverandering van ouderen

Wijziging bedragen Participatiewet

Koopkrachtberekeningen voor 2014 Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2013


Koopkrachtverandering van ouderen

Koopkracht van 65-plussers

Wat heeft een bijstandsmoeder nu echt?

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: Het opschrift komt te luiden:

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Financiële gevolgen van het afschaffen van de buitengewone uitgavenregeling

PARTICIPATIEWET. Maar nu.wat verandert er allemaal??

Inleiding 1. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ

Koopkracht van 65-plussers

Normenbrief normen per 1 januari 2018

KENNISMEMO juni Katinka van Brakel T (020) Katinka.vanBrakel@uwv.nl. Peter Hilbers T (020) Peter.Hilbers@uwv.

Participatiewet De bijstandsuitkeringen stijgen per 1 januari De netto normbedragen voor mensen vanaf 21 jaar tot aan pensioen zijn:

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE WAALWIJK 2014

Overzichtstabel 1: Basisinkomensvoorzieningen Regeling Inhoud regeling en doelgroep Uitvoering Hoogte bedrag** Omvang gebruik** Uitgaven** Algemene

Uitgewerkte voorbeelden koopkracht Prinsjesdag 2012

Normenbrief 1 januari 2019

Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens

Koopkrachtberekeningen

Koopkrachtberekeningen Uitgewerkte voorbeelden januari 2017

Koopkrachtberekeningen

Raadsvoorstel. Voorstel om te besluiten>> Wij stellen voor de Verordening individuele studietoeslag gemeente Mook en Middelaar 2015 vast te stellen.

Inleiding 1. Aanpassing kostendelersnormsystematiek 2. Kostendelersnorm IOAW en IOAZ 3. Aanpassing vrijlating medisch-uren beperkten IOAW en IOAZ

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HEERHUGOWAARD 2018

van invoering (beoogd)

Artikel 31 Let op: Artikel 31 wijzigt ook door de Wet maatregelen WWB!!! Laatste bewerking op 10 maart

Nieuwsbrief BELANGRIJKE INFORMATIE. De kostendelersnorm in 2015

Koopkrachtberekeningen Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2017

Koopkracht van 65-plussers

Koopkrachtberekeningen voor 100 huishoudens

Bijlage 1: Illustratie ongelijke vergoeding van kosten in de BU

Koopkrachtontwikkelingen

Armoedebeleid en (voorgenomen) maatregelen Rijk. Presentatie Cie. MC 28 januari 2014

Feiten en cijfers Wajong

De uitkeringsbedragen per 1 januari 2014

Koopkracht van 65-plussers

Artikel 31. Toelichting. De Participatiewet wordt als volgt gewijzigd: Artikel 31 wordt als volgt gewijzigd:

Belastingplan Vs

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerhugowaard;

Van Martin Heekelaar Datum 30 oktober 2012 Betreft

Wmo-raad gemeente Oss - Postbus BA Oss - telefoon wmoraad@oss.nl

Uitkeringsbedragen per 1 januari 2015

Bijlage marginale drukgrafieken

Informatieblad. Veelgestelde vragen over de veranderingen in de Wet werk en bijstand per 1 januari 2012

Artikel 31. Toelichting. Artikel 31, tweede lid, onderdeel u, van de Wet werk en bijstand komt te luiden:

Wijziging Wet werk en bijstand en samenvoeging WIJ. Corina Garcia Consulent Werk, inkomen en zorg

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Koopkrachtberekeningen Uitgewerkte voorbeelden Prinsjesdag 2016

Normenbrief 1 juli 2018

Een nieuwe taak voor gemeenten

Participatiewet vanaf 2015 Wat betekent dit voor u?

Wijzigingen in de WWB (Wet maatregelen WWB) voor bestaande klanten.

Chronisch zieken, gehandicapten en ouderen

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE RIDDERKERK 2018

INKOMENSEFFECTEN LANDELIJKE EN GEMEENTELIJKE MINIMAREGELINGEN

Wijziging bedragen. WWB, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 per 1 januari Inleiding

Inkomsten en uitgaven van intramuraal wonende Wajongers. Nibud 2013

VERANDERINGEN PARTICIPATIEWET 2015

Voorlopige wijziging bedragen WWB, IOAW en IOAZ per 1 januari 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wat betekent dat voor u in 2015?

Inkomensondersteuning 2016

Sociale Verzekeringen per 1 januari 2012

SOCIALE VERZEKERINGEN PER 1 JULI 2012.

Bijlage: Vaststelling eigen bijdrage en besteedbaar inkomen voor een aantal categorieën.

Gevolgen ontvangen stagevergoeding kind voor bijstandsgerechtigde alleenstaande ouders

3. Minimum(jeugd)lonen De minimum(jeugd)lonen bedragen per 1 juli 2018 (bruto per maand, per week en per dag, in euro s, exclusief vakantietoeslag):

Transcriptie:

Inkomenseffecten Participatiewet en kostendelersnorm WWB Nibud, 2013

Inhoud 1 INLEIDING... 3 2 INKOMENSEFFECTEN... 4 2.1 Alleenstaande Wajonger... 4 2.2 Wajonger met een partner... 6 2.3 Wajonger bij ouders... 7

1 Inleiding Vanaf 1 januari 2015 treedt de Participatiewet in werking. In een informatieblad dat is opgesteld door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid staat omschreven dat het doel van de wet is om meer mensen, ook mensen met een arbeidsbeperking, aan de slag te krijgen. De gemeente wordt vanaf die datum verantwoordelijke voor mensen met arbeidsvermogen die ondersteuning nodig hebben. Deze mensen zitten nu in de WWB, Wsw en Wajong. De gemeente heeft voor de nieuwe doelgroep dezelfde taken als voor mensen met een bijstandsuitkering, namelijk bieden van ondersteuning gericht op arbeidsinschakeling en waar nodig, inkomensondersteuning. Vanaf 1 januari 2015 is de Wajong alleen nog toegankelijk voor jonggehandicapten die duurzaam geen arbeidsvermogen hebben. Mensen met arbeidsvermogen gaan tot de doelgroep van de gemeente behoren. De Chronisch Zieken en Gehandicapten Raad (CG-Raad) heeft het Nibud gevraagd om in kaart te brengen wat de inkomenseffecten zijn voor jonggehandicapten met arbeidsvermogen die nu een Wajong-uitkering ontvangen en die tot de doelgroep van de gemeente gaan behoren. Hiervoor heeft de CG-Raad een aantal voorbeeldsituaties opgesteld. Het Nibud heeft in het volgende hoofdstuk het netto besteedbare inkomen voor deze voorbeeldsituaties uitgewerkt. Hiermee kan een inschatting gemaakt worden wat de inkomenseffecten zullen zijn van huishoudens die met de gevolgen van de Participatiewet geconfronteerd worden. Hierbij is rekening gehouden met de voorgenomen wijzigingen in de WWB. Huishoudens die te maken krijgen met de gevolgen van de Participatiewet worden misschien ook geconfronteerd met een aantal wijzigingen in de Wet werk en bijstand. Met ingang van 1 juli 2014 is het de bedoeling dat in de WWB een kostendelersnorm wordt ingevoerd. Met de kostendelersnorm wordt op een andere manier dan nu het geval is, rekening gehouden met de manier waarop mensen die een gezamenlijk huishouden voeren de bestaanskosten kunnen delen. Dit rapport is een eerste verkenning voor een aantal voorbeeldsituaties. Op korte termijn zal mogelijk een aanvulling volgen voor een aantal andere voorbeeldsituaties. Inkomenseffecten Participatiewet en kostendelersnorm WWB / 3

2 Inkomenseffecten De CG-Raad heeft een aantal voorbeeldsituaties opgesteld waarvoor hieronder het netto besteedbare inkomen is berekend. Hierbij is gerekend met de rekenregels en de normen voor de Wajong en WWB voor 2014. Indien van toepassing is rekening gehouden met de systematiek van de kostendelersnorm in de WWB. Het netto besteedbare inkomen is het netto loon of de netto uitkering waarbij alle heffingskortingen en toeslagen zijn verrekend. Voor de voorbeeldsituaties zijn dat in het bijzonder de algemene heffingskorting, arbeidskorting, jonggehandicaptenkorting, vakantietoeslag en zorgtoeslag. In de berekeningen is in het netto besteedbare inkomen van de situaties met een WWB - uitkering geen rekening gehouden met de jonggehandicaptenkorting. In de berekeningen is geen rekening gehouden met de huurtoeslag, algemene tegemoetkoming Wtcg, de compensatie eigen risico en eigen vermogen. Door een overgang naar een situatie met een lager huishoudinkomen kan de huurtoeslag hoger uitvallen. Door het afschaffen van de tegemoetkoming Wtcg en de CER per 1 januari 2014 valt het inkomen van huishoudens die daar nu recht op hebben lager uit. Voor de Wajong en de WWB-uitkering gelden momenteel verschillende vermogensgrenzen. 2.1 Alleenstaande Wajonger Het netto besteedbare inkomen voor een aantal situaties voor alleenstaanden is weergegeven in tabel 1. De Wajong-uitkering bedraagt 75% van het wettelijk minimumloon. Het netto besteedbare inkomen van een alleenstaande met een Wajong-uitkering is 1.075 euro per maand. Veel Wajongers met inkomsten uit werk hebben een inkomen ter hoogte van 110% van het minimumloon. Het netto besteedbare inkomen bedraagt 1.523 euro per maand. Een alleenstaande met een WWB-uitkering heeft recht op 50% van de gehuwdennorm voor de WWB. Dat kan aangevuld worden met maximaal 20%. Dit blijft ook zo met de kostendelersnorm. Het netto besteedbare inkomen is 1.030 euro per maand. 4 / Inkomenseffecten Participatiewet en kostendelersnorm WWB

Tabel 1: Netto besteedbaar inkomen alleenstaande 2014 Wajong WML 110% Situatie 3 WWB 70% Bruto loon/ uitkering, incl. VT 14.441 21.179 - Inkomenstenbelasting 5.343 7.913 + Heffingskortingen 2.103 4.200 + Netto WWB-uitkering 11.378 = Netto loon/uitkering, incl. VT 11.909 17.466 11.378 + Zorgtoeslag 987 811 987 = Netto besteedbaar inkomen 12.895 18.277 12.365 = Per maand 1.075 1.523 1.030 Verschil t.o.v. situatie 1 449-44 Verschil t.o.v. situatie 1 (%) 42% -4% Een overgang van situatie 1 (Wajong-uitkering) naar situatie 2 (110% minimumloon) betekent een vooruitgang van 449 euro per maand, oftewel een positief inkomenseffect van 42%. Een overgang van situatie 1 (Wajong-uitkering) naar situatie 3 (WWB-uitkering) betekent een achteruitgang van 44 euro per maand, oftewel een positief inkomenseffect van -4%. Inkomenseffecten Participatiewet en kostendelersnorm WWB / 5

2.2 Wajonger met een partner Het netto besteedbare inkomen voor een paar waarvan een partner een Wajonguitkering ontvangt en de andere partner een WWB-uitkering is weergegeven in tabel 2. Daarnaast staat ook de situatie dat beiden een WWB-uitkering ontvangen. De vergelijking met een situatie waarin de Wajonger overgaat naar inkomsten uit werk is in deze paragraaf niet gemaakt. Tabel 2: Netto besteedbaar inkomen Wajonger samenwonend met partner WWB 2014 P1 Wajong P2 WWB (60%) WWB (100%) Bruto loon/ uitkering, incl. VT 14.441 - Inkomenstenbelasting 5.343 + Heffingskortingen 2.103 + Netto WWB-uitkering 9.753 16.254 = Netto loon/uitkering, incl. VT 11.909 9.753 16.254 + Zorgtoeslag 1.196 1.876 = Netto besteedbaar inkomen 22.857 18.130 = Per maand 1.905 1.511 Verschil t.o.v. situatie 1-394 Verschil t.o.v. situatie 1 (%) -21% Een overgang van situatie 1 (Wajong-uitkering en partner met WWB-uitkering) naar situatie 2 (WWB-uitkering) betekent een achteruitgang van 394 euro per maand, oftewel een negatief inkomenseffect van 21%. Het netto besteedbare inkomen voor een paar waarvan een partner een Wajonguitkering ontvangt en de andere partner minimumloon verdient is weergegeven in ta bel 3. Daarnaast staat de situatie dat de Wajong-uitkering is vervangen door een WWBuitkering, waarbij rekening is gehouden met de inkomsten van de partner. 6 / Inkomenseffecten Participatiewet en kostendelersnorm WWB

Tabel 3: Netto besteedbaar inkomen Wajonger samenwonend met partner minimumloon 2014 P1 Wajong P2 WML P1 WWB P2 WML Bruto loon/ uitkering, incl. VT 14.441 19.254 19.254 - Inkomenstenbelasting 5.343 7.124 7.124 + Heffingskortingen 2.103 4.200 5.462 + Netto WWB-uitkering = Netto loon/uitkering, incl. VT 11.909 16.330 17.592 + Zorgtoeslag 581 1.898 = Netto besteedbaar inkomen 28.820 19.490 = Per maand 2.402 1.624 Verschil t.o.v. situatie 1-778 Verschil t.o.v. situatie 1 (%) -32% Een overgang van situatie 1 (Wajong-uitkering en partner minimumloon) naar situatie 2 (WWB-uitkering en partner minimumloon) betekent een achteruitgang van 778 euro per maand, oftewel een negatief inkomenseffect van 32%. 2.3 Wajonger bij ouders Het netto besteedbare inkomen voor de situatie waarin een meerderjarig kind met een Wajong-uitkering inwoont bij de ouders met een WWB-uitkering is weergegeven in tabel 4. Daarnaast staat de situatie dat de Wajong-uitkering is vervangen door een WWBuitkering, waarbij rekening wordt gehouden met de kostendelersnorm. Tabel 4: Netto besteedbaar inkomen Wajonger inwonend bij ouders WWB 2014 P1 Wajong Ouders WWB (100%) P1 WWB (43,5%) Ouders WWB (86,5%) Bruto loon/ uitkering, incl. VT 14.441 - Inkomenstenbelasting 5.343 + Heffingskortingen 2.103 + Netto WWB-uitkering 16.254 7.071 14.060 = Netto loon/uitkering, incl. VT 11.909 16.254 7.071 14.060 + Zorgtoeslag 987 1.876 987 1.898 = Netto besteedbaar inkomen 31.025 24.016 = Per maand 2.585 2.001 Verschil t.o.v. situatie 1-584 Verschil t.o.v. situatie 1 (%) -23% Inkomenseffecten Participatiewet en kostendelersnorm WWB / 7

Een overgang van situatie 1 (Wajong-uitkering en ouders WWB-uitkering) naar situatie 2 (WWB-uitkering en ouders WWB-uitkering) betekent een achteruitgang van 584 euro per maand, oftewel een negatief inkomenseffect van 23%. Het netto besteedbare inkomen voor de situatie waarin een meerderjarig kind met een Wajong-uitkering inwoont bij de ouders met een modaal inkomen is weergegeven in tabel 5. Daarnaast staat de situatie dat de Wajong-uitkering is vervangen door een WWB-uitkering, waarbij rekening is gehouden met de kostendelersnorm. Tabel 5: Netto besteedbaar inkomen Wajonger inwonend bij ouders met modaal inkomen 2014 P1 Wajong Ouders Modaal P1 WWB Ouders (43,5%) Modaal Bruto loon/ uitkering, incl. VT 14.441 33.500 33.500 - Inkomenstenbelasting 5.343 13.088 13.088 + Heffingskortingen 2.103 5.456 5.456 + Netto WWB-uitkering 7.071 = Netto loon/uitkering, incl. VT 11.909 25.868 7.071 25.868 + Zorgtoeslag 987 599 987 599 = Netto besteedbaar inkomen 39.362 34.525 = Per maand 3.280 2.877 Verschil t.o.v. situatie 1-403 Verschil t.o.v. situatie 1 (%) -12% Een overgang van situatie 1 (Wajong-uitkering en ouders modaal inkomen) naar situatie 2 (WWB-uitkering en ouders modaal inkomen) betekent een achteruitgang van 403 euro per maand, oftewel een negatief inkomenseffect van 12%. 8 / Inkomenseffecten Participatiewet en kostendelersnorm WWB