GEMEENTE GAASTERLAN - SLEAT 07-18-06 / 12-12-08 BESTEMMINGSPLAN BALK - VERBINDINGSWEG REGELS INHOUDSOPGAVE blz HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE REGELS 1 Artikel 1: Begrippen 1 Artikel 2: Wijze van meten 3 HOOFDSTUK 2. BESTEMMINGSREGELS 4 Artikel 3: Agrarisch 4 Artikel 4: Verkeer 6 Artikel 5: Leiding - Water 7 HOOFDSTUK 3. ALGEMENE REGELS 9 Artikel 6: Anti-dubbeltelregel 9 Artikel 7: Algemene gebruiksregels 10 Artikel 8: Algemene ontheffingsregels 11 HOOFDSTUK 4. OVERGANGS- EN SLOTREGELS 12 Artikel 9: Overgangsrecht 12 Artikel 10: Slotregel 13
07-18-06 blz 1 HOOFDSTUK 1. INLEIDENDE REGELS Artikel 1: Begrippen 1. plan: het bestemmingsplan Balk - Verbindingsweg van de gemeente Gaasterlân - Sleat; 2. bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GMLbestand NL.IMRO met de bijbehorende regels; 3. bebouwing: één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 4. bestemmingsgrens: de grens van een bestemmingsvlak; 5. bestemmingsvlak: een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 6. bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;. 7. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; 8. cultuurgrond: grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden; 9. kampeermiddel: a. een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan; b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde; één en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf; 10. landschappelijke waarden: de cultuurhistorische en visuele waarden van het landschap; 11. natuurlijke waarden: de abiotische en biotische waarden van een gebied;
blz 2 07-18-06 12. normaal onderhoud: het onderhoud, dat gelet op de bestemming regelmatig onderhoud noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren; 13. nutsvoorzieningen: een voorziening ten behoeve van de telecommunicatie en de gas-, water- en elektriciteitsdistributie alsmede soortgelijke voorzieningen van openbaar nut, waaronder in ieder geval worden begrepen transformatorhuisjes, pompstations, gemalen, telefooncellen en zendmasten; 14. peil: a. indien op de grond wordt gebouwd: 1. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst: - de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang; 2. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: - de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw; b. indien in of op het water wordt gebouwd: - het Normaal Amsterdams Peil; 15. prostitutie: het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen voor of met een ander tegen vergoeding; 16. prostitutiebedrijf: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie wordt verricht. Onder een prostitutiebedrijf wordt in elk geval verstaan: een erotische-massagesalon, een sekstheater of een bordeel, of een naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar.
07-18-06 blz 3 Artikel 2: Wijze van meten Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 1. de bouwhoogte van een bouwwerk: vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
blz 4 07-18-06 HOOFDSTUK 2. BESTEMMINGSREGELS Artikel 3: Agrarisch 3. 1. Bestemmingsomschrijving De voor Agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. cultuurgrond; met daaraan ondergeschikt: b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en natuurlijke waarden van de gronden; c. waterhuishoudkundige voorzieningen, waaronder kaden en dijken; d. sloten, beken, en daarmee gelijk te stellen waterlopen; met de daarbijbehorende: e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 3. 2. Bouwregels 3. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 3. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: - de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen. 3. 3. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden. 3. 4. Aanlegvergunning 3. 4. 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen van verharde en halfverharde wegen en paden; b. het afgraven, ophogen of egaliseren van gronden, zodanig dat er een verschil in hoogte c.q. diepte ten opzichte van het bestaande maaiveld ontstaat van meer dan 50 cm, waaronder het ophogen en/of maken van kaden en dijken; c. het graven of dempen van poelen en pingoruïnes en daarmee gelijk te stellen waterpartijen.
07-18-06 blz 5 3. 4. 2. Het in lid 3.4.1. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die: a. het normale onderhoud betreffen; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. 3. 4. 3. De in lid 3.4.1. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijk en natuurlijke waarden.
blz 6 07-18-06 Artikel 4: Verkeer 4. 1. Bestemmingsomschrijving De voor Verkeer aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wegen; b. fiets- en voetpaden; c. bruggen, dammen en/of duikers; d. sloten, bermen en beplanting; e. groenvoorzieningen; f. bebossing; met de daarbijbehorende: g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 4. 2. Bouwregels 4. 2. 1. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 4. 2. 2. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: - de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zal ten hoogste 10,00 m bedragen. 4. 3. Nadere eisen Burgemeester en Wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van: a. de verkeersveiligheid; b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
07-18-06 blz 7 Artikel 5: Leiding - Water 5. 1. Bestemmingsomschrijving De voor Leiding - Water aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor: a. een strook ten behoeve van een (hoofd)waterleiding; met de daarbijbehorende: b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 5. 2. Bouwregels 5. 2. 1. In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemming(en) mag niet worden gebouwd, anders dan ten behoeve van deze dubbelbestemming. 5. 2. 2. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd. 5. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel: - de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen. 5. 3. Ontheffing van de bouwregels Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de leiding, ontheffing verlenen van: - het bepaalde in lid 5.2.3. en toestaan dat de in de andere daar voorkomende bestemming(en) genoemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, mits: 1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren van de hoofdwaterleiding; 2. vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder. 5. 4. Aanlegvergunning 5. 4. 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgemeester en Wethouders (aanlegvergunning), de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren: a. het egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur; b. het uitvoeren van graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm; c. het in de grond brengen van voorwerpen dieper dan 30 cm; d. het aanleggen van oppervlakteverhardingen; e. het planten van bomen en het aanbrengen van andere beplantingen die dieper wortelen of kunnen wortelen dan 30 cm.
blz 8 07-18-06 5. 4. 2. Het in lid 5.4.1. vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die: a. het normale onderhoud betreffen; b. noodzakelijk zijn in verband met het op de betreffende bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond. 5. 4. 3. De in lid 5.4.1. genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien: a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het doelmatig en veilig functioneren van de hoofdwaterleiding; b. vooraf advies wordt ingewonnen van de leidingbeheerder.
07-18-06 blz 9 HOOFDSTUK 3. ALGEMENE REGELS Artikel 6: Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
blz 10 07-18-06 Artikel 7: Algemene gebruiksregels Tot een gebruik, strijdig met de gegeven bestemmingen, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend: a. het gebruik van de gronden voor de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- en/of vliegtuigen; b. het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond bodemspecie en puin voor het storten van vuil, anders dan ten behoeve van de uitvoering krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden; c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een prostitutiebedrijf; d. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.
07-18-06 blz 11 Artikel 8: Algemene ontheffingsregels Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken, ontheffing verlenen van: a. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages; b. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m; c. de bestemmingsregels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en toestaan dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot ten hoogste 40,00 m.
blz 12 07-18-06 HOOFDSTUK 4. OVERGANGS- EN SLOTREGELS Artikel 9: Overgangsrecht 9. 1. Overgangsrecht bouwwerken a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een bouwvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. b. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig ontheffing verlenen van sublid a. voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het sublid a. met maximaal 10 %. c. Sublid a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan. 9. 2. Overgangsrecht gebruik a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sublid a., te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c. Indien het gebruik, bedoeld in sublid a., na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten. d. Sublid a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
07-18-06 blz 13 Artikel 10: Slotregel Deze regels kunnen worden aangehaald als: Regels van het van de gemeente Gaasterlân - Sleat. Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van...200.. De voorzitter, De griffier, ===