eurne Devo-Ei Walsbergseweg 43 5752 PA DEURNE Deurne, 4 oktober 2017 Kenmerk: 00613569/000933526 Betreft: toezending omgevingsvergunning Bijlage: vergunning Geachte mevrouw van Gog- van Deursen, Op 7 juni 2017 diende u een aanvraag voor een omgevingsvergunning in. De aanvraag gaat over het bouwen van een kippenstal en het wijzigen van het huisvestingsysteem, ventilatiesysteem en dieraantallen op het adres Walsbergseweg 43 te Deurne. Ons kenmerk van de aanvraag is HZ-2017-1014. In deze brief informeren wij u over onze beslissing op de aanvraag. Verlenen omgevingsvergunning Wij hebben de omgevingsvergunning verleend. U vindt de vergunning in de bijlage. Let op de voorschriften De vergunning bevat voorschriften. U moet aan deze voorschriften voldoen. Burgerlijk wetboek In het Burgerlijk Wetboek (boek 5, titel 4) staan rechten en plichten van burgers vermeid. Wij willen u erop wijzen dat er rechten van derden worden genoemd, die er mogelijk voor zorgen dat u geen gebruik kunt maken van uw omgevingsvergunning. Leges betalen U moet leges beta len omdat u een aanvraag heeft ingediend. Hiervoor krijgt u een afzonderlijke nota met toelichting. In de toelichting staat een uitleg over de hoogte van de legeskosten en over de manier waarop u bezwaar kunt maken tegen de legeskosten. Publicatie We publiceren het besluit op onze website. Belanghebbenden kunnen bezwaar aantekenen tegen het besluit. Let op: u handelt op eigen risico als u deze vergunning gebruikt voordat hij onherroepelijk is. Postbus 3 5750 AA Deurne Bezoekadres. Markt 1 T: 0493-38 77 11 F: 0493-38 75 55 E: info@deurne.ni Binnen drie jaar beginnen met de werkzaamheden In de wet is bepaald dat u ten minste binnen 3 jaar, nadat de vergunning onherroepelijk is geworden, gebruik moet hebben gemaakt van de aan u verleende vergunning. Als wij constateren dat u binnen deze termijn geen gebruik heeft gemaakt van de vergunning, kunnen wij de aan u verleende vergunning intrekken. Voor meer informatie verwijzen wij graag naar onze gemeentelijke internetsite www.deurne.nl www.deurne.ni
Aandachtspunt Bij de uitvoering is het volgende van belang: Archeologie: Gezien de omvang, diepte en/of de ter plaatse aangegeven archeologische verwachtingswaarde is een omgevingsvergunning aanleg niet vereist. Hiermee is echter niet uitgesloten dat er geen archeologische "toevalstreffers" worden gedaan. Hiervoor is het noodzakelijk de uitvoerder van dit werk te wijzen op de plicht dit (op basis van de Erfgoedwet, paragraaf 5.4) te melden bij de gemeente Deurne. In zeer uitzonderlijke gevallen kan de gemeente Deurne het werk voor korte tijd stil leggen. Heeft u nog vragen over deze brief? Neemt u dan contact op met het Klantcontactcentrum via het algemene telefoonnummer van de gemeente Deurne (0493) 38 77 11 of via e-mail: info@deurne.nl. Gebruik het kenmerk van deze brief als u contact met ons opneemt. Ho~acht nd,,ta ens rgemeester en wethouders van Deurne, i\b I G.. J.M. Regisseur omgevingsvergunningen Bijlagen - Beschikking omgevingsvergunning nr. HZ-2017-1014 Voor meer informatie verwijzen wij graag naar onze gemeentelijke internetsite www.deurne.nl
eurne OMGEVINGSVERGUNNING Nr. HZ-2017-1014/0MG (zoals bedoeld in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Aanhef Op 7 juni 2017 is het verzoek van Devo-Ei, Walsbergseweg 43, 5752 PA te Deurne ontvangen om omgevingsvergunning te verlenen voor het bouwen van een kippenstal en het wijzigen van het huisvestingsysteem, ventilatiesysteem en dieraantallen op het perceel kadastraal bekend gemeente Deurne, sectie V, nr. 164 en plaatselijk bekend Walsbergseweg 43 te Deurne. De aanvraag is geregistreerd onder nummer HZ-2017-1014. Reguliere procedure De besluitvormingsprocedure is uitgevoerd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 3.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Tevens is de aanvraag getoetst aan het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriële regeling omgevingsrecht. Besluit Burgemeester en wethouders besluiten: Geiet op artikelen 2.1, lid 1, onder a. en i. en 2.10 en 2.17 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht de omgevingsvergunning te verlenen voor de volgende activiteiten: Het bouwen van een bouwwerk. Een beperkte milieutoets voor het oprichten, veranderen of in werking hebben van een meldingsplichtige milieu-inrichting. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning. Bijgevoegde documenten De volgende documenten maken onderdeel uit van het besluit en zijn beschikbaar via omgevingsloket online (www.omgevingsloket.nl) onder nr. 3015253: 1. Aanvraagformulier met datum ontvangst d.d. 7 juni 2017. 2. Ontvangstbevestiging_wnb_070617 _pdf met datum ontvangst d.d. 7 juni 2017. 3. Melding_AIMsessie_Awcx8j93749_pdf met datum ontvangst d.d. 7 juni 2017. 4. Overzicht_maatregelen_Awcx8j93749 met datum ontvangst d.d. 7 juni 2017. 5. Machtiging_getekend_pdf met datum ontvangst d.d. 7 juni 2017. 6. Overzicht_maatregelen_Awcx8j93749_1 met datum ontvangst d.d. 7 juni 2017. 7. Bijlage melding_obm_v1_pdf met datum ontvangst d.d. 7 juni 2017. 8. Overzicht_maatregelen_Awcx8j93749_2_ met datum ontvangst d.d. 7 juni 2017. 9. 4856-3-bestek-tek-04-06-2017V1_pdf met datum ontvangst d.d. 7 juni 2017. 10. Overzicht_rel_artikelen_AIMsessie_pdf met datum ontvangst d.d. 7 juni 2017. 11. 4856-4-bestek-tek--04-06-2017V1_pdf met datum ontvangst d.d. 7 juni 2017. 12. Overzicht_rele_artikelen_AIMsessie_pdf met datum ontvangst d.d. 7 juni 2017. 13. 4856-1-milieuvergunning06-06-2017V1_pdf met datum ontvangst d.d. 7 juni 2017. 14. AERIUS_bijlage_projecteffect_pdf met datum ontvangst d.d. 12 juli 2017. 15. AERIUS_bijlage_verschil_pdf met datum ontvangst d.d. 12 juli 2017. 16. Aanvraagformulier Wnb met datum ontvangst d.d. 12 juli 2017. 17. AERIUS_bijlage_verschil_leef_pdf met datum ontvangst d.d. 12 juli 2017. 18. Checklijst-toetsingskader_pdf met datum ontvangst d.d. 12 juli 2017. 19. Wnb_Bijlage aanvraag vergunning_v2 met datum ontvangst d.d. 12 juli 2017. 20. 6760N01a-Brandrapport-170712_pdf met datum ontvangst d.d. 12 juli 2017. 21. Ontvangstbevestiging Wnb met datum ontvangst d.d. 12 juli 2017. 22. Wnb 2014 beschikking_pdf met datum ontvangst d.d. 12 juli 2017. Pagina 1 van 7 - Besluit nr. HZ-2017-1014
23. Berekening bebouwd oppervlak met datum ontvangst d.d. 26 juli 2017. 24. Plattegrondtekening 2015_bebouwd opp jxíf met datum ontvangst d.d. 26 juli 2017. 25. Plattegrondtekening_bebouwd opp vergund met datum ontvangst d.d. 26 juli 2017. 26. Z049518 ontwerpbesluit Wnb_sept 2017 _pdf met datum ontvangst d.d. 15 september 2017. Nog in te dienen gegevens en bescheiden Uiterlijk 3 weken voor aanvang van de betreffende werkzaamheden moeten de constructiegegevens worden ingediend via www.omgevingsloket.nl (zie ook de voorschriften bij dit besluit). Deurne, 4 oktober 2017 en burgemeester en wethouders van Deurne,,l.M. erhoef Regisseur mgevingsvergunningen Bezwaarclausule Hebt u vragen of behoefte aan uitleg over dit besluit? Neemt u dan contact op met het Klantcontactcentrum via het algemene telefoonnummer van de gemeente Deurne 0493-387 711 of via de website www.deurne.nl. Als u het niet eens bent met dit besluit en u door dit besluit rechtstreeks in uw belang wordt getroffen, kunt u een gemotiveerd bezwaarschrift hiertegen indienen bij burgemeester en wethouders, Postbus 3, 5750 AA Deurne. Dit kan tot 6 weken na de dag van verzending van het besluit. In het bezwaarschrift moet u tenminste het volgende opnemen: uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt en de reden(en) van uw bezwaar. U moet het bezwaarschrift ook ondertekenen. De beschikking treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking. Het maken van bezwaar schorst de werking van het besluit niet. Daarom kunt u als u een spoedeisend belang heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Oost-Brabant, sector Bestuursrecht verzoeken een voorlopige voorziening te treffen (bijvoorbeeld schorsing van het besluit). Aan het indienen van een verzoek om voorlopige voorziening zijn kosten verbonden. Het postadres van de rechtbank is Rechtbank Oost-Brabant, sector Bestuursrecht, Postbus 90125, 5200 MA 's-hertogenbosch. Kijkt u voor meer informatie op http://loket.rechtspraak.nljbestuursrecht. of informeert u bij de griffie van de Rechtbank Oost-Brabant (tel. 073-6202020). Pagina 2 van 7 Besluit nr. HZ-2017-1014
De volgende onderdelen horen bij en maken deel uit van de omgevingsvergunning, verleend op 4 oktober 2017 aan Devo-Ei, Walsbergseweg 43, 5752 PA te Deurne voor het bouwen van een kippenstal en het wijzigen van het huisvestingsysteem, ventilatiesysteem en dieraantallen op het adres Walsbergseweg 43 te Deurne, geregistreerd onder nummer HZ-2017-1014. Inhoudsopgave Procedureel Overwegingen Voorschriften Bijlagen Pagina 3 van 7 Besluit nr. HZ-2017-1014
PROCEDUREEL Gegevensaanvrager Op 7 juni 2017 hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen. Het betreft een verzoek van Devo-Ei, Walsbergseweg 43, 5752 PA te Deurne. Gegevens project Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als voigt te omschrijven: het bouwen van een kippenstal en het wijzigen van het huisvestingsysteem, ventilatiesysteem en dieraantallen op het adres Walsbergseweg 43 te Deurne. Geiet op bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de volgende in de Wabo omschreven omgevingsaspecten: Het bouwen van een bouwwerk. Een beperkte milieutoets voor het oprichten, veranderen of in werking hebben van een meldingsplichtige milieu-inrichting. Er is beoordeeld of een toestemmingsstelsel moet worden aangehaakt. Of daadwerkelijk moet worden aangehaakt, voigt niet uit de Wabo, maar uit de desbetreffende wet. Wij hebben vastgesteld dat er geen toestemmingenstelsels aangehaakt behoeven te worden. Bevoegd gezag Geiet op bovenstaande projectbeschrijving, alsmede op het bepaalde in hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage zijn wij het bevoegd gezag om de omgevingsvergunning te verlenen. Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons besluit alle relevante aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving, zoals ruimte, milieu, natuur en aspecten met betrekking tot bouwen, monumenten en brandveiligheid. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd. Ontvankelijkheid Artikel 2.8 van de Wabo biedt de grondslag voor de indieningsvereisten. Dit betreft de gegevens en bescheiden die bij een aanvraag om een omgevingsvergunning beschikbaar moeten worden gesteid om tot een ontvankelijke aanvraag te komen. De regeling is uitgewerkt in paragraaf 4.2 van het Bor, met een nadere uitwerking in de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor). Wij hebben de aanvraag na ontvangst aan de hand van de Mor getoetst op ontvankelijkheid. Daarbij is gebleken dat een aantal gegevens ontbrak. De aanvrager is hierop op 26 juni 2017 in de gelegenheid gesteid om aanvullende gegevens te leveren. We hebben de aanvullende gegevens ontvangen op 12 juli 2017. Hierdoor is de wettelijke procedure verlengd met de termijn die aanvrager heeft gebruikt voor het indienen van de gevraagde gegevens. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag alsmede de latere aanvulling daarop voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook ontvankelijk en in behandeling genomen. Opschorten beslistermijn Op 9 augustus 2017 hebben wij met instemming van de aanvrager besloten om de beslistermijn voor deze aanvraag op te schorten tot 6 weken nadat het ontwerp van de vergunning op basis van de Wet natuurbescherming ter inzage is gelegd. Pagina 4 van 7 Besluit nr. HZ-2017-1014
Ingebrachte adviezen In de Wabo en het Bar worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Geiet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.5 van het Bar, hebben wij geconstateerd dat er voor de behandeling van de aanvraag geen advies behoeft te worden ingewonnen bij een ander bestuursorgaan. Verklaring van geen bedenkingen Op grand van artikel 2.27 Wabo wijst het Bar of een bijzondere wet categorieën van gevallen aan waarvoor geldt dat een omgevingsvergunning niet wordt verleend dan nadat een daarbij aangewezen bestuursorgaan heeft verklaard dat het daartegen geen bedenkingen heeft. Wij hebben vastgesteld dat er geen Verklaring van geen bedenkingen bij een ander bestuursorgaan behoeft te worden opgevraagd. Pagina 5 van 7 Besluit nr. HZ-2017-1014
OVERWEGINGEN Aan het besluit liggen de volgende inhoudelijke overwegingen ten grondslag: het bouwen van een bouwwerk Bestemmingsp/an De aanvraag is ingediend op 7 juni 2017. Op dat moment gold het bestemmingsplan "Tweede herziening bestemmingsplan Buitengebied". De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van het bestemmingsplan "Tweede herziening bestemmingsplan Buitengebied" waarbinnen de bestemming "Agrarisch - l" van toepassing is. Verordening Ruimte 2014 De aanvraag is in overeenstemming met de "Verordening ruimte Noord-Brabant 2014", zoals die op 19 maart 2014 in werking is getreden. N.B-wetvergunning (i.v.m. aantonen significante effecten) In dit bestemmingsplan is in artikel 3.2.2 lid a, onder 2 bepaald dat de omgevingsvergunning voor het bouwen van bedrijfsgebouwen voor het huisvesten van dieren pas kan worden verleend, als is aangetoond dat het huisvesten van dieren in de nieuw op te richten gebouwen niet leidt tot significante effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van in de nabijheid gelegen Natura 2000-gebieden. Op 16 september 2017 is door de Provincie Noord-Brabant een ontwerpbesluit natuurbeschermingswetvergunning ter inzage gelegd voor de betreffende inrichting. Daarmee is aangetoond dat de werkzaamheden niet leiden tot significante effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van in de nabijheid gelegen Natura 2000-gebieden. Rede/ijke eisen van we/stand Het plan is getoetst aan de Welstandsnota gemeente Deurne 2016 met categorie 15: Overig Buitengebied. Het plan voldoet aan de gesteide eisen. Bouwbes/uit 2012 Aannemelijk is gemaakt dat het bouwwerk voldoet aan de van toepassing zijnde voorschriften en bepalingen uit het Bouwbesluit 2012. Bouwverordening Aannemelijk is gemaakt dat het bouwwerk voldoet aan de van toepassing zijnde voorschriften en bepalingen uit de bouwverordening 2010. Een beperkte milieutoets voor het oprichten, veranderen of in werking hebben van een meldingsplichtige milieu-inrichting. Voor deze overwegingen wordt verwezen naar de bijlage. Pagina 6 van 7 Besluit nr. HZ-2017-1014
VOORSCH RIFTEN Aan de omgevingsvergunning zijn de volgende voorschriften verbonden : het bouwen van een bouwwerk 1. Er moet worden gebouwd in overeenstemming met de bepalingen van het Bouwbesluit 2012; 2. U moet minimaal twee werkdagen voor de aanvang van de bouwwerkzaamheden (inclusief de graafwerkzaamheden) contact met de gemeente opnemen. U kunt daarvoor een email sturen naar olo@deurne.nl met als onderwerp "start bouw". In de mail verzoeken wij u de geplande startdatum, het adres en het vergunning nummer te vermelden. 3. U moet op de eerste werkdag na de beëindiging van de bouwwerkzaamheden contact met de gemeente opnemen. U kunt daarvoor een email sturennaarolo@deurne.nl met als onderwerp "bouw gereed". In de mail verzoeken wij u de einddatum, het adres en het vergunning nummer te vermelden. 4. De constructietekeningen en -berekeningen dienen zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk drie weken vóór de aanvang van de werkzaamheden te worden ingediend (via www.omgevingsloket.n I). 5. Hemelwater moet worden afgevoerd op de zaksloot mits deze zaksloot op eigen terrein ligt. Het is niet toegestaan het regenwater af te voeren naar de bermsloten van de gemeente. SIllAGE: Overwegingen OBM van de omgevingsdienst Zuidoost-Brabant. Pagina 7 van 7 Besluit nr. HZ-2017-1014
-, OMGEVINGSDIENST ZUIDOOST -BRABANT
" OMGEVINGSDI ENST ZUIDOOST -BRABANT Inhoudsopgave Inhoudelijke overwegingen 3 Milieu 4 1. Toetsing OBM 4 Devo-El, Walsbergseweg 43, Deurne 2/10
-, OMGEVINGSDIENST ZUIDOOST -BRABANT INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN Devo-El, Walsbergseweg 43, Deurne 3/10
-, OMGEVINGSDIENST ZUIDOOST -BRABANT Milieu 1. Toetsing OBM Inleiding Voor een aantal milieurelevante activiteiten waarvoor het Activiteitenbesluit algemene regels stelt, is eerst toestemming van het bevoegd gezag nodig voordat ze kunnen worden ondernomen. "toestemming vooraf' wordt omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) genoemd. Deze Het doel van de OBM is dat het bevoegd gezag na een beperkte milieutoetsing vooraf instemt met het van start gaan van een specifieke activiteit op een specifieke locatie. De OBM be staat uit een instemming of een weigering. Aanvraag In de inrichting is sprake van het houden van 39.650 legkippen. Het gaat om het wijzigen van een installatie voor het houden van dieren waarbij sprake is van een totale omvang binnen de inrichting van minimaal 2.500 en maximaal 40.000 stuks pluimvee (artikel 2.2a, lid 1 onder e van het Bor). Voor deze activiteit moet worden beoordeeld of de noodzaak voor het opstellen van een milieueffectrapport aanwezig is. Daarnaast gaat het om het wijzigen van een dierenverblijf voor het houden van landbouwhuisdieren of het uitbreiden van het aantal landbouwhuisdieren in een of meer diercategorieën waarbij sprake is van een totale omvang binnen de inrichting van minimaal 3.000 stuks pluimvee (artikel 2.2a, lid 4 onder a van het Bor). Voor deze activiteit moet worden beoordeeld of een grenswaarde voor zwevende deeltjes (PM,o) wordt overschreden. Toetsing algemeen De aanvraag is beoordeeld aan de hand van het toetsingskader zoals neergelegd in de Wabo en artikel 5.13bvan Bor. Op grond van artikel5.1 3 b van het Bor wordt een omgevingsvergunning voor de categorieën activiteiten, bedoeld in artikel 2.2a, eerste lid, onder e tot en met i, geweigerd indien het bevoegd gezag op grond van artikel 7.17, eerste lid, van de Wet milieubeheer, heeft beslist dat een milieueffectrapport moet worden gemaakt (Bor: artikel 5.1 3b, lid 1). een omgevingsvergunning voor de categorieën activiteiten, bedoeld in artikel 2.2a, vierde lid, onder a, wordt geweigerd, indien de activiteit leidt tot overschrijding van de grenswaarden voor zwevende deeltjes (PM,o), bedoeld in bijlage 2, voorschrift 4.1, van de Wet milieubeheer, voor zover de verplichting tot het in acht nemen daarvan is vastgelegd bij of krachtens artikel 5.16 van die wet (Bor: artikel 5.13b, lid 6). Op grand van artikel 5.13a van het Bar magen aan de OBM geen voorschriften worden verbanden. Devo-Ei, Walsbergseweg 43, Deurne 4/10
-, OMGEVINGSDIENST ZUIDOOST -BRABANT Toetsing OBM milieueffectrapportage (OBM mer) Activiteit In de inrichting is sprake van het houden van 39.650 legkippen. De activiteit waarvoor vergunning wordt aangevraagd heeft betrekking op de realisatie (oprichten, uitbreiden of wijzigen) van een installatie voor het fokken, mesten of houden van dieren met totaal 39.650 dierplaatsen voor legkippen. Ten opzichte van de huidige situatie wordt stai 2 gedeeltelijk gesloopt en worden hier minder dieren gehouden. De nieuw te bouwen stai wordt gewijzigd gerealiseerd voor het houden van 18.000 biologische legkippen. De kenmerken van deze activiteiten zijn opgenomen in de bijlagen bij de aanvraag. Toetsingskader De gevraagde activiteit leidt niet tot een overschrijding van de drempelwaarden van de onderdelen e (m.e.r.-plicht) en D (m.e.r.-beoordelingsplicht) van de bijlage van het Besluit milieueffectrapportage. Ondanks dat moet toch worden beoordeeld of de activiteit mogelijk belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu heeft (vormvrije m.e.r.-beoordeling). Voor de vormvrije m.e.r.-beoordeling bestaan geen vereisten van vorm, wei van inhoud. De activiteit moet worden getoetst aan de selectiecriteria als bedoeld in bijlage III bij de EEG-richtlijn milieu effectbeoordeling. Deze criteria hebben betrekking op: 1. de kenmerken van de activiteit; 2. de plaats waar de activiteit plaatsvindt; 3. de kenmerken van de belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu die de activiteit kan hebben. Beoordeling Bij de beoordeling is rekening gehouden met de criteria uit bijlage III bij de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling. In deze beoordeling wordt de aanvraag getoetst aan de criteria zoals genoemd in bijlage III van de EUrichtlijn betreffende de milieu- effectbeoordeling van projecten. Waarmee wordt bepaald of de toetsing alsnog aanleiding geeft tot het uitvoeren van een m.e.r-beoordeling of het opstellen van een mer. De beoordeling op basis van bijlage III richt zieh op de belangrijkste emissies binnen de inrichting: ammoniak, geur, fijnstof en geluid en of deze belangrijke nadelige gevolgen hebben voor het milieu. Feitelijke en verqunde situatie Voor de inrichting is op 7 april 2015 een omgevingsvergunning verleend voor een agrarisch bedrijf met legkippen. Algemeen: omqevinq van de inrichtinq Op basis van de aanvraag neemt de ammoniakemissie af met 23,2 kg ten opzichte van de vergunde situatie. De aangevraagde ammoniakemissie bedraagt 4.386,8 kg. De geuremissie neemt af met 17.802,5 oue/s. De aangevraagde geuremissie bedraagt 13.697,5 ~UE/S. De fijnstofemissie neemt af ten opzichte van de vergunde emissie met 249,9 kg en bedraagt 1.278,3 kg. De inrichting is gelegen in het verwevingsgebied in het buitengebied van Deurne. In de directe omgeving van het bedrijf zijn meerdere (voormalige) veehouderijen en enkele burgerwoningen gelegen. Op een afstand van ca. 1.400 meter ten zuidoosten van de inrichting is de bebouwde kom van Devo-Ei, Walsbergseweg 43, Deurne 5;10
-, OMGEVINGSDIENST ZUIDOOST -BRABANT Deurne gelegen. Op een afstand van ± 1.800 meter ten zuidwesten van de inrichting, is het dichtst bijgelegen zeer kwetsbare bosgebied 'Zandbos' gelegen. Op een afstand van circa 3.600 meter ten noordoosten van de inrichting is het dichtst bijgelegen Natura 2000-gebied 'De Bult' gelegen. Ammoniak Als gevolg van de aanvraag neemt de ammoniakemissie af met 23,2 kg ten opzichte van de vergunde situatie. De emissiepunten wijzigen tevens ten opzichte van de bestaande situatie. Voorafgaand aan de aanvraag om omgevingsvergunning beperkte milieutoets is een aanvraag om een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet gevraagd aan de provincie Noord-Brabant. Onderhavige aanvraag haakt derhalve niet aan bij de Natuurbeschermingswet. Teepassen van de Best Beschikbare Technieken (BBT) Op basis van de in de Wabo opgenomen bepaling voor het toepassen van Best Beschikbare Technieken (artikel 2.14 lid 1 onder c sub 1) dient te worden beoordeeld in hoeverre de aangevraagde wijzigingen worden doorgevoerd met het toepassen van Best Beschikbare Technieken. Op 1 augustus 2015 is het Besluit emissiearme huisvesting in werking getreden. Dit Besluit is van toepassing op huisvestingssystemen voor landbouwhuisdieren. Indien de aanvraag voldoet aan dit Besluit dan wordt eveneens voldaan aan de Best Beschikbare Techniek. Op grond van het Besluit emissiearme huisvesting geldt voor legkippen een maximale emissiewaarde voor ammoniak en voor zwevende deeltjes. De maximale emissiewaarde voor ammoniak voor de legkippen in bestaande stallen 1 en 2 bedraagt 0,125 kg per dierplaats per jaar. De emissiefactor van het aangevraagde stalsysteem in deze stallen bedraagt 0,042 kg per dierplaats en voldoet derhalve aan de eis ten aanzien van de uitstoot van ammoniak. Wat betreft de zwevende deeltjes gelden geen eisen voor dierenverblijven die voor 1 juli 2015 zijn gebouwd. Stallen 1 en 2 zijn voor 1 juli 2015 gebouwd. Stai 3 betreft een nieuw te bouwen stai voor het houden van legkippen volgens de biologische productiemethode. Op grond van artikel 2 lid 2 onder b is het Besluit emissiearme huisvesting niet van toepassing op deze stai. De geheie inrichting voldoet daarmee aan de eis van het toepassen van de Beste Beschikbare Technieken (BBT). De aanvraag voldoet derhalve aan de Best Beschikbare Techniek. De inrichting is niet gelegen binnen de 250 meter zone van een zeer kwetsbaar gebied. hiervan wordt voldaan aan het gesteide in het Activiteitenbesluit. Op grond vcorqrondqeuraelastinq De aangevraagde geuremissie neemt met 17.802,5 ouds af ten opzichte van de vergunde situatie en bedraagt 13.697,5 ~UE/S. Bij de aanvraag is een geurrapport gevoegd waaruit blijkt dat ten aanzien van de omliggende woningen wordt voldaan aan de geldende geurnormen. Ten aanzien van de dichtstbij gelegen woning in de bebouwde kom, Walsbergseweg 22, wordt voldaan aan de norm van 1 ou./m'. De aanvraag voldoet ter plaatse van de woningen gelegen aan de Bakelseweg 54, Voortseweg 7, Voortseweg 16, Walsbergseweg 34, Bakelseweg 52 en Berkelweg 1 aan de geldende norm van 8,0 ou.zm'. Ter plaatse van de woningen gelegen aan de Kouterdreef 8 en Voortseweg 5 wordt voldaan aan de geldende norm van 10 ou.zrn'. Devo-Ei, Walsbergseweg 43, Deurne 6/10
-, OMGEVINGSDIENST ZUIDOOST -BRABANT Geiet hierop moet worden geconcludeerd dat wordt voldaan aan de eisen voor geurhinder uit het Activiteiten besluit. Afstand tussen qevei stankqevoeliq object qevel en emissiepunten van een dierenverblijf De afstand van de buitenzijde van een dierenverblijf tot de buitenzijde van een geurgevoelig object moet op basis van artikels, lid 1 van de Wgv bedragen: ten minste 50 meter tot een geurgevoelig object binnen de bebouwde kom; ten minste 25 meter tot een geurgevoelig object buiten de bebouwde kom. Het dichtst bijgelegen geurgevoelige object Walsbergseweg 40 (agrarische bedrijfswoning gelegen buiten de bebouwde kom) is gelegen op ca. 150 meter vanaf de dierenverblijven van de inrichting. De bebouwde kom van Deurne is gelegen op ca. 1.400 meter ten opzichte van de inrichting. Geiet hierop voldoet de aanvraag aan de eisen voor geurhinder uit het Activiteitenbesluit. Achterqrondqeurbelastinq De inrichting is gelegen in het buitengebied. In dit gebied wordt een geurbelasting op grond van de Provinciale verordening Ruimte 2014 van maximaal 20 ou./m" als acceptabel beschouwd. Ter plaatse van de dichtst bijgelegen burgerwoning (Kouterdreef 8) bedraagt de achtergrondbelasting ca. 10 ous/m>. In de bebouwde kom wordt een geurbelasting op grond van de Provinciale verordening Ruimte 2014 van maximaal 10 oujm3 als acceptabel beschouwd. Ter plaatse van de dichtst bijgelegen woning in de bebouwde kom (Walsbergseweg 22) bedraagt de achtergrondbelasting ca. 7 ou,jm3. Uit de vergelijking van de vergunde geuremissie en de aangevraagde geuremissie blijkt dat deze (fors) afneemt. Aangezien momenteel wordt voldaan aan de eisen voor de achtergrondbelasting uit de Verordening Ruimte en omdat de geurbelasting op de omliggende woningen zeker niet toeneemt, zal de aanvraag niet leiden tot een significante versiechtering van woon- en leefklimaat voor omliggende geurgevoelige objecten. Het aspect geur is derhalve geen aanleiding om in het kader van de toetsing aan bijlage III tot een merbeoordelingsplicht te moeten concluderen. De geluidemissie wordt getoetst aan de richtwaarden voor geluid in de omgeving van de inrichting, Op relatief grote afstand (ca. 150 meter) van de dierenverblijven is de dichtstbijzijnde woning gelegen. Er wordt een nieuwe stai gebouwd op vrijwel dezelfde plaats als de eerder vergunde stai. Het grootste verschil is dat er een uitloop zal worden gerealiseerd. Er zullen geen extra transportbewegingen plaatsvinden vanwege extra laad- en losactiviteiten omdat er minder dieren worden gehouden dan in de vergunde situatie. Geiet op de aangevraagde veranderingen, is het aannemelijk dat aan de geluidsnormen uit het Activiteitenbesluit wordt voldaan. Fijn star Voor de beoordeling van dit aspect wordt verwezen naar onderstaande overwegingen bij het verrichten van een andere activiteit die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie Devo-Ei, Walsbergseweg 43, Deurne 7/10
-, OMGEVINGSDIENST ZUIDOOST -BRABANT activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, zoals genoemd in artikel 2.2a lid 5 onder a lid 4 van het Besluit omgevingsrecht (Fijnstof-OBM). Conc/usie Op basis van deze beoordeling aan de hand van de criteria uit bijlage III moet worden geconcludeerd dat de wijziging van de inrichting geen belangrijke nadelige gevolgen heeft voor het milieu. Er is daarom in dit verband geen aanleiding voor het uitvoeren van een m.e.r.-beoordeling. Toetsing "andere factoren" dan bedoeld in bijlage III Een andere factor in dit kader zou "het effect van de activiteiten van de inrichting op de gezondheid van de mensen in de omgeving" kunnen zijn. Uit (recent) onderzoek is gebleken dat met name de emissies van geluid, ammoniak, geur en fijnstof gezondheidsgerelateerd kunnen zijn. Bij de aanvraag is een beknopte beschouwing opgenomen over de mogelijke gezondheidseffecten voor omwonenden. Op 7 juli 2016 zijn daarover twee onderzoeksrapporten versehenen: "Veehouderij en gezondheid omwonenden (VGO)" en "Emissies van endotoxinen uit de Veehouderij". Daarnaast is op 16 juni 2017 het rapport "Veehouderij en Gezondheid Omwonenden (aanvullende studies)" bekend gemaakt. Nu de gezondheidsrapporten zijn gepubliceerd is een afweging hierover wenselijk. Samenvattinq VGO-onderzoeken Het VGO onderzoek is uitgevoerd in het oostelijk deel van Noord-Brabant en in Noord-Limburg. Onderzocht is of het wonen in de nabijheid van veehouderijen effect kan hebben op de gezondheid. Hieruit komen een aantal positieve en een aantal negatieve gezondheidseffecten naar voren. Aangetoond is dat mensen die rondom veehouderijen wonen minder astma en allergieën hebben. Verder is er een verband gevonden tussen wonen nabij veehouderijen en een verlaagde longfunctie. Uit het aangevulde VGO-onderzoek blijkt dat een verhoging van het risico op een longontsteking wordt gevonden voor omwonenden die binnen een straal van één kilometer van pluimveebedrijven wonen. Ook de veedichtheid speelt een rol. Deze gezondheidseffecten worden ten aanzien van pluimvee in verband gebracht met de emissie van fijnstof, ammoniak (secundair fijnstof) en endotoxinen (gebonden aan stofdeeltjes). Samenvatting Endotoxinen-onderzoek Het onderzoek "Emissies van endotoxinen uit de veehouderij" laat zien dat overschrijding van de adviesgrenswaarde van 30 EU/m'in de buitenlucht van de Gezondheidsraad mogelijk is. Vooral bij pluimvee speelt dit tot zo'n 500 meter rondom het bedrijf. Dit laatste is zorgelijk en onderstreept de noodzaak voor emissiereductie om de risico's door endotoxinen voor omwonenden in de omgeving van pluimveestallen te verminderen. Conclusies naar aanleiding van de twee gezondheidsonderzoeken De belangrijkste algemene conclusie die alle partijen trekken uit de op versehenen onderzoeksrapporten: "Veehouderij en gezondheid omwonenden (VGO)", VGO aanvullend en "Emissies van endotoxinen uit de Veehouderij", is dat het verminderen van de emissies moet bijdragen aan het vermijden van gezondheidseffecten voor omwonenden van veehouderijen. Beoordeling bedrijfsontwikkeling op de Walsbergseweg 43 In de omgeving van de veehouderij aan de Walsbergseweg 43 zijn gevoelige objecten gelegen. Het Devo-Ei, Walsbergseweg 43, Deurne 8/10
<, OMGEVINGSDIENST ZUIDOOST -BRABANT dichtstbijzijnde gevoelige object betreft een agrarische bedrijfswoning op ca. 150 meter. Op zo'n 1.400 meter afstand bevindt zich de dichtstbijzijnde woonkern. Het voornemen van de inrichtinghouder is om een nieuwe stai te bouwen voor biologische legkippen en een deel van een bestaande stai te slopen. Als gevolg hiervan worden er minder legkippen gehouden dan in de vergunde situatie en nemen de emissies van ammoniak, geur en fijn stof af. ammoniakemissie geuremissie Fijnstofemissie (PM10, (kg/jaar) (odour units /seconde) kg/jaar) Huidige situatie 4.410,0 31.500,0 1.528,2 Beoogde situatie 4.386,8 13.697,5 1.278,3 Door het ondersteuningsteam Veehouderij en Volksgezondheid is op 25 november 2016 de notitie 'Handelingsperspectieven Veehouderij en Volksgezondheid' opgesteld. In deze notitie is aangegeven hoe om te gaan met aanvragen van veehouderijen in relatie tot het aspect Volksgezondheid. Er zijn onder andere richtafstanden opgenomen op basis van de uitstoot van fijn stof van varkens- en pluimveehouderijen. Er vindt een afname van de fijnstofemissie plaats. Er is sprake van een pluimveehouderij met legkippen. De richtafstand bedraagt ca. 135 meter. Aan deze afstand wordt voldaan. Geiet op de afname van de ammoniak-, geur en fijnstofemissie en omdat wordt voldaan aan de eisen van de Wet luchtkwaliteit en de richtafstand voor endotoxinen, is er geen grand om op basis van de endotoxinenbelasting te stellen dat sprake is van een risicovolle ontwikkeling. Conclusie In het voorgaande is reeds beoordeeld dat geiet op de gevraagde veranderingen, het niet aannemelijk is dat de geluidsnormen worden overschreden. De emissies van ammoniak, geur en fìjnstof nemen af en voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. Geiet op het voorgaande en omdat er geen andere (eventueel vanuit gezondheidsoogpunt bepaalde) normen zijn waaraan moet / kan worden getoetst, concluderen we dat ook gezondheid geen "andere factor" is die aanleiding geeft tot het uitvoeren van een m.e.r.-beoordeling. Devo-Ei, Walsbergseweg 43, Deurne 9/10
-, OMGEVINGSDIENST ZUIDOOST -BRABANT Toetsing DBM grenswaarde zwevende deeltjes (PM 1 O) (DBM fijnstof) Het verrichten van een andere activiteit die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, zoals genoemd in artikel 20la lid 5 onder a lid 4 van het Besluit omgevingsrecht (Fijnstof-DBM)_ Bij het toetsen van de emissie van fijnstof moet de Wet luchtkwaliteit (hoofdstuk 5, titel 5.2 van de Wet milieubeheer) in acht worden genomen. In bijlage 2 van deze wet zijn grenswaarden opgenomen voor een zestai stoffen. In de landbouw vormt voornamelijk fijn stof (PM 10) het toetsingskader. Voor fijnstof gelden twee normen. De jaargemiddelde concentratie mag niet hoger zijn dan 40 IJg/m3 en het aantal dagen dat het etmaalgemiddelde van 50 IJg/m3 wordt overschreden, mag niet groter zijn dan 35. Toetsing dient plaats te vinden ter plaatse bij het dichtstbijgelegen gevoelige object in de omgeving van de inrichting. Daar mag de som van de bestaande en aangevraagde activiteiten deze normen niet overschrijden of, wanneer de normen door de achtergrondconcentratie al worden overschreden, geen in betekenende mate versiechtering van de luchtkwaliteit veroorzaken. De inrichting emitteert voornamelijk fijn stof vanuit de stallen. Het via het verkeer geëmitteerde fijnstof op het terrein van de inrichting en op de openbare weg is zeer klein. Als sprake is van een beperkte toe name van de luchtverontreiniging die niet in betekende mate bijdraagt aan de concentratie PM1 O in de buitenlucht (NIBM), hoeft een project niet langer meer getoetst te worden. Dit voigt uit artikel 5.16, lid 1, sub c, van de Wet milieubeheer. Het Besluit NIBM legt vast wat geldt als niet in betekende mate bijdragen. Voor veehouderijen is een vuistregel opgesteld waarbij bepaald kan worden bij welke uitbreiding van de fijnstofemissie in relatie tot de afstand tot een gevoelig object, sprake is van niet in betekende mate. Deze vuistregel is opgenomen in onderstaande tabel 4: Afstand tot te toetsen plaats 70 m 80 m 90 m 100 m 120 m 140 m 160 m Totale emissie in g/jr van 324.000 387.000 473.000 581.000 817.000 1.075.000 1.376.000 uitbreiding/oprichting Uit de aanvraag blijkt dat de fijnstofemissie afneemt ten opzichte van de vergunde situatie met 249,9 kg en bedraagt 1.278,3 kg. Vanwege de afname van de fijn stof uitstoot kan worden geconcludeerd dat sprake is van een bijdrage die niet in betekenende mate is. Verder bevat de aanvraag tevens een fijnstof rapport waaruit blijkt dat wordt voldaan aan de geldende eisen voor fijn stof. Daarnaast is de huidige achtergrondconcentratie van fijnstof ter plaatse van de dichtst bijgelegen woningen gelegen tussen de O en 25 IJg/m3. De aanvraag voorziet in een afname van de fijnstof emissie en veroorzaakt derhalve in deze omgeving geen overschrijding van de grenswaarde van zwevende deeltjes PM1 O en is om deze reden niet in strijd met de Wet luchtkwaliteit. Deve-El, Walsbergseweg 43, Deurne 10/10