Route naar een energieneutrale provinciale organisatie Energieneutraal in 2025
Welke keuzes moeten we maken? In het proces naar een energieneutrale en zelfvoorzienende organisatie zijn er verschillende keuzes die we kunnen maken. In dit document nemen we u mee op een route en nemen we dus af en toe een afslag. Hieronder vatten we de keuzes nog even voor u samen. Keuze 1: Energiebesparende maatregelen Het nemen van energiebesparende maatregelen is de eerste stap. Er kan ongeveer 6 TJ worden bespaard en het leidt tot een reductie van CO 2 -uitstoot én bespaart kosten. Keuze 2: Zelf energie duurzaam opwekken met zonnepanelen De resterende energievraag na besparing kan duurzaam worden opgewekt met zonnepanelen. Keuze 3: Duurzame warmte als energievoorziening van de kantoorgebouwen Er zijn drie varianten voor de energievoorziening van de kantoorgebouwen onderzocht: de huidige situatie, duurzame warmte en alles elektrisch. Wij stellen voor om in eerste instantie uit te gaan van de variant duurzame warmte als energievoorziening van de kantoorgebouwen. Wanneer op termijn blijkt dat een collectief duurzaam warmtenet niet haalbaar is, kan alsnog gekozen worden voor de variant alles elektrisch. Keuze 4: Een plus op voorbeeldfunctie Met bovenstaande stappen laten we zien dat het kan. De voorbeeldfunctie kan echter breder ingezet worden door bijvoorbeeld samenwerkingen met collega- overheden en het inzetten op innovatieve oplossingen. 2
De weg naar energieneutraal in 2025 De Provinciale Staten van Fryslân willen in 2025 een energieneutrale en zelfvoorzienende organisatie zijn. Daarom gaan we de volgende onderdelen van de organisatie energieneutraal maken: de kantoorgebouwen, zoals het Provinsjehûs en de primaire steunpunten; de dienstverlening, zoals de openbare verlichting en infrastructurele objecten; het eigen wagenpark van personenvervoer en bedrijfswagens. Wat gebruiken we nu? Het huidige jaarlijks energiegebruik van de provinciale organisatie is circa 26,6 TJ*. Dit is ongeveer hetzelfde wat 400 woningen jaarlijks gebruiken. Die 26,6 TJ is als volgt verdeeld: 1. vastgoed, zoals het Provinsjehûs 10,6 TJ Besparen op het energiegebruik De eerste stap naar een energieneutrale organisatie is besparen op het energiegebruik. Dit willen we doen met technische maatregelen, zoals de aanleg van ledverlichting en een betere isolatie. Hiermee besparen we energie, maar het leidt niet tot energieneutraliteit. 2. openbare verlichting en infrastructurele objecten 11,7 TJ 3. het eigen wagenpark 4,3 TJ * TJ staat voor terajoule. 1 TJ komt overeen met circa 278.000 kwh of met 31.600 m 3 aardgas. 3
Waar willen we naartoe? Eerst besparen, daarna vergroenen Om tot een energieneutrale provinciale organisatie te komen, zijn er verschillende mogelijkheden. Eerst onderzochten we hoe we energie kunnen besparen. Het deel dat we na de besparing nog gebruiken, kunnen we op verschillende manieren vergroenen. De kosten voor besparen Voor alle maatregelen bepaalden we wat de kosten zijn en welke fossielvrije opwekinstallaties de dan nog benodigde energie kunnen dekken. Tevens bereken- den we wat het energiebesparingseffect is en in welke mate het bijdraagt aan CO 2 -reductie. De conclusie? Het toepassen van besparende maatregelen loont in alle gevallen! De totale kosten over twintig jaar vallen lager uit en alle besparende maatregelen verdienen zich binnen twintig jaar terug. Hoe besparen we energie: 1. op vastgoed, zoals het Provinsjehûs 2. op openbare verlichting en infrastructurele objecten 3. in het eigen wagenpark 1. Hoe verduurzamen we het vastgoed, zoals het Provinsjehûs? Energiebesparing loont dus én heeft een tweetal positieve bijeffecten: 1. We hoeven minder stroom op te wekken voor compensatie. 2. De gasprijs gaat in de nabije toekomst fors stijgen, dus als we minder gas gaan gebruiken, geven we in de toekomst minder geld uit. We nemen dus op de route eerst de afslag: energiebesparing! Er kunnen bij het vastgoed* meer dan 25 technische maatregelen worden genomen, variërend van het toepassen van ledverlichting en warmtepompen tot het isoleren van vloeren en plaatsen van beter isolerende beglazing. Al deze maatregelen zorgen voor een forse besparing van energie. Welke investeringen zijn er nodig bij de besparende maatregelen voor het vastgoed? We verbeteren de isolatie van de gebouwen, onder andere met HR++ glas en het aanbrengen van (extra) isolatie in wanden, vloeren en daken. Het toepassen van deze maatregelen zorgt voor een besparing van circa 1,6 TJ per jaar. Het huidige jaarlijks energiegebruik van de provinciale organisatie is circa 26,6 TJ. Voor de besparende maatregelen is een investering nodig van 1.294.595. * Dit onderzoek richt zich op het energieneutraal maken van het kernvastgoed bestaande uit het Provinsjehûs en de steunpunten in Bolsward, Donkerbroek en Uitwellingerga. 4
2. Hoe verduurzamen we openbare verlichting en infrastructurele objecten? Om energie te besparen op infrastructurele objecten, zoals bruggen en sluizen, moeten het bouwtechnische ontwerp en de constructie worden aangepast. Om kapitaalvernietiging te voorkomen, combineren we het implementeren van de energiebesparende maatregelen met de einde-levensduur of doen we dit bij renovatie. Voor de openbare verlichting stappen we over op energiezuinige (led)lichtarmaturen en passen we slimme verlichtingstechnieken toe. 3. Hoe verduurzamen we het eigen wagenpark? Voor het personenvervoer en de bedrijfswagens van de provincie worden verschillende brandstoffen gebruikt. In totaal worden er jaarlijks circa 2 miljoen kilometers afgelegd en wordt er 4,3 TJ gebruikt. De doelstellingen voor het vervoer in 2025 zijn: - het personenvervoer rijdt 100% op waterstof of op elektriciteit; - de zwaardere bedrijfswagens rijden 100% fossielvrij, waarvan 50% elektrisch en 50% op groengas. Eigen wagenpark Het uitgangspunt is dat er geen extra kosten gemaakt hoeven te worden om het wagenpark te vervangen. Wel investeren we 100.000 om de laadinfrastructuur in de parkeergarage van het provinciehuis en bij de steunpunten in te richten. 5
Welke wegen zijn er om te verduurzamen? Nu we hebben bespaard, kunnen we gaan vergroenen. Er zijn twee richtingen waaruit we kunnen kiezen: Richting 1: duurzame warmte: groenafval omzetten naar groengas en warmte afnemen van het warmtenet Richting 1: duurzame warmte: groenafval omzetten naar groengas Jaarlijks komt er in de provincie Fryslân 8.000 ton bermgras en circa 500 ton snoei- en kaphout in de vorm van houtsnippers vrij. We kunnen het gemaaide gras en de houtsnippers in een biovergister omzetten in groengas. Met dit groengas hebben we genoeg voor de verwarming van de kantoorgebouwen en infrastructurele objecten en de brandstof die nodig is voor het eigen wagenpark. Het groene gas wordt op de productielocatie aan het gasnet geleverd en wordt (administratief) door de gebruiker van het gasnet afgenomen. Zodoende hoeft er geen nieuwe infrastructuur aangelegd te worden. Het snoei- en kaphout kan ook lokaal verwerkt worden tot houtpellets. Hiermee kunnen de steunpunten verwarmd worden. Uit 500 ton snoeiafval kan ongeveer 250 ton houtpellets worden gemaakt met een verbrandingswaarde die gelijk is aan circa 125.000 m 3 aardgas. Richting 2: alles elektrisch Benodigde investering voor de richting duurzame warmte: Voor de drie steunpunten investeren we in een pelletketel. Het provinciehuis zal in de eerste jaren groengas gebruiken voor de verwarming van het gebouw en op termijn aangesloten moeten worden op het warmtenet. Er zijn plannen om in het centrum van Leeuwarden een warmtenet aan te leggen. Hierdoor stroomt warmwater afkomstig uit een aardwarmtebron of restwarmte van industrie. Aansluiting op dit warmtenet vraagt ook een investering. Daarnaast zijn er nog investeringen op het gebied van: energiebesparing, vervanging fossiele warmtebronnen, proceskosten en zonnepanelen. Wat kost het en wat levert het op (na besparende maatregelen)? Investering: 6.003.000 Energie 20 jaar: 9.264 k CO 2 -reductie 20 jaar: 10 kton CO 2 6
Richting 2: alles elektrisch Bij de richting alles elektrisch plaatsen we in het provinciehuis en de drie steunpunten elektrische warmtepompen en worden de gebouwen afgesloten van het gasnet. Hierdoor zijn mogelijk aanpassingen en investeringen nodig in de verwarmingssystemen. De benodigde elektrische energie wordt duurzaam opgewekt. Verduurzaming van de warmtevraag van infrastructurele werken doen we niet met elektriciteit, maar met lokaal opgewekt groengas. Wat kost het en wat levert het op (na besparende maatregelen)? Gaan we de elektriciteit compenseren of zelf opwekken? Voor het vergroenen van de elektriciteitsvraag zijn er twee opties: compenseren of zelf opwekken. 1. Compenseren betekent inkopen van (lokale) GvO s* 2. Zelf opwekken doen we met eigen zonnepanelen investering: 6.670.000 Energie 20 jaar: 8.345 k CO 2 -reductie 20 jaar: 10 kton CO 2 Wat kost het en wat levert het op? Wanneer deze twee verschillende manieren van vergroenen worden doorberekend, blijkt dat de kosten voor het vergroenen met GvO s het hoogst zijn. Het kiezen voor compensatie met zonnepanelen wordt daarom geadviseerd. * GvO is de afkorting voor Garantie van Oorsprong. Bij de productie van hernieuwbare elektriciteit wordt voor elk megawattuur (MWh) een GvO aangemaakt. GvO s dienen om te bewijzen dat de geleverde energie daadwerkelijk duurzaam is opgewekt. Hoeveel zonne-energie kunnen we opwekken? Een verkennend onderzoek wijst uit dat zonnepanelen op eigen daken en gronden veel potentie heeft. Het huidige jaarlijks energiegebruik van de provinciale organisatie is circa 26,6 TJ. We kunnen dus op de eigendommen van de provinciale organisatie een veelvoud van het eigen energiegebruik opwekken. Dit zegt echter nog niets over de economische haalbaarheid. De kosten van een dergelijke installatie worden bepaald aan de hand van het opgesteld vermogen, de zogenoemde prijs per Wattpiek (Wp). 7
Waar plaatsen we de panelen? Er is circa 5,5 tot 6 hectare aan panelen nodig. Die panelen kunnen we plaatsen op bijvoorbeeld gewaspercelen, overhoeken, daken en mogelijk ook op infrastructurele werken. Het beste economische rendement hebben installaties bestaande uit een groot aantal panelen, zoals bij veldopstellingen. Maar bij dit soort grote installaties is de verwachting dat de bewoners uit de omgeving hier weerstand tegen hebben. De provincie vindt het belangrijk een voorbeeldfunctie in te nemen als het gaat om ontwikkelen van duurzame energieprojecten. Een oplossing waarbij er een balans is tussen maatschappelijke acceptatie, voorbeeldfunctie en economische rendement wordt bereikt door een mix van projecten op deze verschillende locaties te ontwikkelen. Dit gaat weliswaar ten koste van het economische rendement, maar levert de maatschappelijke waarde waarnaar de provincie streeft. In totaal moet circa 4,5 MW aan vermogen ontwikkeld worden om de energievraag te dekken. Wij stellen voor om een volgende verdeling van zonne-energieinstallaties te ontwikkelen: veldopstelling: 2,5 MW overhoeken: 0,9 MW daken: 1,0 MW infrastructurele werken: 0,1 MW 8
Verduurzamen levert geld op! Hieronder staat wat de kosten zijn bij de verschillende varianten. Welke variant is het economisch de beste keuze? Variant A: duurzame warmte Huidige situatie Duurzame warmte All Electric Investering Gebouwgebonden 1.540.000 1.760.000 2.200.000 Energiebesparende maatregelen 1.400.000 1.400.000 1.400.000 Vervanging fossiele warmtebronnen 200.000 600.000 Proceskosten (10% van de investering) 140.000 160.000 200.000 Investeringen Zelfvoorzienend 3.982.000 3.982.000 4.180.000 Duurzame energie opwek met zonnepanelen 3.620.000 3.620.000 3.800.000 Ontwikkel- en proceskosten (10% van de investering) 362.000 362.000 380.000 Stelpost Onvoorzien (5% van de investeringen) 251.000 261.000 290.000 TOTAAL 5.773.000 6.003.000 6.670.000 Aardgas wordt in deze variant vervangen door duurzame warmte middels groengas, houtpellets en op termijn de aansluiting van het provinciehuis op het warmtenet. Er zijn kosten voor het aansluiten op het warmtenet en het plaatsen van pelletketels. De businesscase van de zonnepanelen is niet sterk genoeg om ook de warmtekosten te kunnen dragen. Variant B: alles elektrisch Deze variant geeft de hoogste investeringskosten, omdat er fors wordt geïnvesteerd in warmtepompen. Door de warmtepompen stijgt het elektriciteitsgebruik waardoor meer zonnepanelen nodig zijn voor compensatie. Daar staat tegenover dat gas niet meer nodig is en dat gebruikgemaakt kan worden van lage elektriciteitsprijzen. Deze variant leidt uiteindelijk tot het hoogste economische rendement op de investering. 9
De conclusie Op de voorgaande pagina s zijn al twee adviezen gegeven om te komen tot een energieneutrale provinciale organisatie. Dit zijn: Stap 1. Bespaar eerst energie door technische maatregelen toe te passen. Stap 2. Wek de eigen elektriciteitsvraag op met zonnepanelen. De drie varianten worden nu op een drietal criteria met elkaar vergeleken. De criteria zijn: 1. CO 2 -reductie; 2. economisch rendement; 3. voorbeeldfunctie naar de maatschappij. 1. CO 2 -reductie Duurzame warmte en alles elektrisch reduceren de meeste CO 2. 2. economisch rendement Alles elektrisch levert het beste economische rendement op, gevolgd door de huidige situatie. 3. voorbeeldfunctie naar de maatschappij Voor wat betreft de voorbeeldfunctie naar de maatschappij is er voor ons als provincie Fryslân een taak weggelegd. We moeten eerst zelf zichtbaar een voorbeeld geven om onze inwoners te inspireren. Voor alle varianten geldt dat de elektriciteitsvraag met zonne-energie wordt gedekt. Zonnepanelen zijn zichtbaar en hiermee geven we als provincie een voorbeeld af aan de maatschappij. Hierbij moeten we wel rekening houden met de teruglopende maatschappelijke acceptatie van grote grondgebonden zonnepanelensystemen. Bij de richting duurzame warmte wordt de ontwikkeling van van lokale initiatieven, zoals bijvoorbeeld een houtpelletfabriek, ondersteund. Daarom scoort de variant duurzame warmte het best als het gaat om een voorbeeld te geven naar de inwoners van Fryslân. Binnen deze variant wordt het provinciehuis namelijk aangesloten op een collectief duurzaam warmtenet in de binnenstad van Leeuwarden. Omdat het warmteplan voor Leeuwarden nog niet gereed is, is nog niet bekend hoe de warmtevoorziening voor de binnenstad van Leeuwarden eruit komt te zien. Deelname van de provincie aan dit warmtenet vergroot de kansen daarvan aanzienlijk. 10
De provincie Fryslân gaat voor een plus We kunnen nog een extra plus op onze voorbeeldfunctie zetten door samen te werken, innovaties aan te jagen en zichtbaar te laten zien dat we gaan voor een energieneutrale provinciale organisatie. 1. Samenwerken met collega-overheden We kijken met de Friese gemeenten en het Wetterskip naar de beste plekken voor opwekking van duurzame energie op eigen gronden. Mogelijk kan door uitruil een beter resultaat (ruimtelijk, financieel, draagvlak, et cetera) worden bereikt. Ook onze collega-overheden zitten met dezelfde verduurzamingsvraag. Onze aanpak helpt hen ook. Hier zetten we een aanjager voor in. 4. Initiatieven dorpen stimuleren We kunnen de veldopstellingen voor de verduurzaming van de resterende energie- vraag gebruiken om initiatieven van dorpen te stimuleren. Wij kunnen onze uitvoeringskracht gebruiken om de realisatie mogelijk te maken. Ook kunnen lokale initiatieven profiteren van de schaalvoordelen die de samenwerking oplevert. Hier zetten we een aanjager voor in. 5. Zichtbaar bezig met energieneutraal op het provinciehuis Om de zichtbaarheid van het project verder te vergroten, realiseren we op het provinciehuis een groen dak. Dit leidt tot betere isolatie en bevordert ook de biodiversiteit. Daarnaast laten we in de ontvangsthal met een dashboard zien hoeveel energie we besparen en opwekken. 2. Kansen op collectieve warmtevoorziening in Leeuwarden vergroten We kunnen door slim samen te werken met de gemeente Leeuwarden en de andere panden aan de Tweebaksmarkt de kansen op een collectieve warmtevoorziening op de Tweebaksmarkt vergroten. De warmtevisie van de gemeente Leeuwarden die in 2021 klaar moet zijn, speelt hierbij een belangrijke rol. 3. Inzetten op innovatieve oplossingen De ontwikkelingen gaan snel. Door ruimte te bieden aan innovaties kunnen we het Friese mkb helpen om hun innovaties, bijvoorbeeld op het gebied van waterstof of energie-opslag, op de markt te krijgen. Daarnaast bieden we met experimenteerruimte ook een inspirerende werkomgeving voor studenten. Hiervoor stellen we budget beschikbaar en een projectleider die zorgt dat de innovatieve projecten ontwikkeld en gerealiseerd worden. Samengevat: De richtingen duurzame warmte en alles elektrisch reduceren de meeste CO 2. Alles elektrisch levert het beste economische rendement. Bij alle varianten worden er zonnepanelen gebruikt die zichtbaar zijn voor het publiek. Bij de duurzame warmte wordt de ontwikkeling van van lokale initiatieven, zoals bijvoorbeeld een houtpelletfabriek, ondersteund. Tevens wordt het provinciehuis aangesloten op de collectieve warmtevoorziening in de binnenstad van Leeuwarden. Actieve deelname van de provincie aan deze collectieve voorziening vergroot de kans op realisatie. Dat maakt deze richting de beste keuze als het gaat om de voorbeeldfunctie die de provincie heeft voor de maatschappij. We willen als provincie Fryslân een plus op de voorbeeldfunctie zetten door innovaties aan te jagen en samen te werken met dorpen, collega-overheden en ons actief in te zetten voor de collectieve warmtevoorziening in de Leeuwarder binnenstad. 11
Uitgave 12 maart 2019