Reglement Minitrampoline 2016/2017

Vergelijkbare documenten
Reglement Minitrampoline (Showspringen) 2016/2017

Minitrampoline Reglement: Showspringen

Minitrampoline Reglement: Groepsspringen

Reglement Minitrampoline (groepsspringen)

Reglement Minitrampoline (groepsspringen)

Bijlage. Activiteitenboek. Regionale Technische Commissie Turnen Dames Midden Nederland

GROEPSSPRINGWEDSTRIJDEN D+E REGIO MIDDEN NEDERLAND

TECHNISCHE REGLEMENT NOORDELIJKE KAMPIOENSCHAPPEN MICROTEAMGYM 2018

INDIVIDUEEL SPRINGEN ZWN

INDIVIDUEEL SPRINGEN RAYON ROTTERDAM ZUID

BIJLAGE 4 TECHNISCH REGLEMENT GROEPSSPRINGEN. D/E reglement WEDSTRIJDREGLEMENT

INDIVIDUEEL SPRINGEN RAYON ROTTERDAM ZUID

INDIVIDUEEL SPRINGEN DISTRICT OOST

Reglement Trampoline en Luchttumbling

Nederlandse Studenten Turnbond. Reglementen Individueel Springen

Nederlandse Studenten Turnbond

Reglement Groepsspringen Regio Drenthe versie september 2017

Voorwoord 4 1. Algemene bepalingen 5 Deelname en leeftijd 5 Aanmelding en inschrijfgeld 5 Leiding 5 Hulpverlenen 5 Kleding en sieraden 5 Balletvormen

BIJLAGE 1 TECHNISCH REGLEMENT GROEPSSPRINGEN WEDSTRIJDREGLEMENT. Algemeen

Minitrampoline. Oefenstof individuele springwedstrijd

s-hertogenbosch, Nederland 27 mei 2017

Nederlandse Studenten TurnBond. Technisch Reglement Groepsspringen

BIJLAGE 1 TECHNISCH REGLEMENT GROEPSSPRINGEN WEDSTRIJDREGLEMENT. Algemeen

Je mag altijd meer B elementen hebben dan er gevraagd wordt. Je mag dus 2 kippen laten zien 1 kip telt dan als A element

Oefenstof Vaardigheidseisen

BIJLAGE 3 TECHNISCH REGLEMENT GROEPSSPRINGEN. Micro Teamgym WEDSTRIJDREGLEMENT

Reglement airtumblingspringen individueel

BIJLAGE 3 TECHNISCH REGLEMENT GROEPSSPRINGEN. Micro Teamgym WEDSTRIJDREGLEMENT

BIJLAGE 1 TECHNISCH REGLEMENT GROEPSSPRINGEN WEDSTRIJDREGLEMENT. Algemeen

BIJLAGE 1 TECHNISCH REGLEMENT GROEPSSPRINGEN WEDSTRIJDREGLEMENT. Algemeen

BIJLAGE 3 TECHNISCH REGLEMENT. GROEPSSPRINGEN Micro Teamgym WEDSTRIJDREGLEMENT

NTS Helpdesk Voorgeschreven Oefenstof

BIJLAGE 1 TECHNISCH REGLEMENT GROEPSSPRINGEN WEDSTRIJDREGLEMENT. Algemeen

BIJLAGE 1 TECHNISCH REGLEMENT GROEPSSPRINGEN. Toestellen WEDSTRIJDREGLEMENT

Rayon Delfland. Oefenstof. Recreatie Wedstrijd

HELPDESK. Keuze oefenstof

Oefenstof Clubkampioenschappen

Voorgenomen aanpassingen wedstrijdzaken, juryzaken en oefenstof Turnen Dames 2018

2006 I 10 jaar 2005 A 11 jaar B 11 JAAR C 11 JAAR 2004 A 12 jaar B 12 JAAR C 12 JAAR A jaar B JAAR C JAAR

Nederlandse Studenten TurnBond

Regionale Technische Commissie. Turnen Dames Midden Nederland

HELPDESK voorgeschreven oefenstof

NTS niveau 17. Sprong Met reutherplank en landingsmat streksprong tot stand gevolgd door inhurken en rol voorover tot stand

Vloer - Elementen. FIG Code of Points Vertaling LTC Turnen

Vloer niveau basis 21 + Aftrek Niveau 21: Geen geopende schouders. Vluchtige handstand

6 e editie. Jump O lientje. Zaterdag 16 november Reglementen. Interclub Turnkring Ontvoogding

Nederlandse Studenten Turn Bond

HELPDESK. voorgeschreven oefenstof

HELPDESK keuze oefenstof

Nederlandse Studenten TurnBond

Zowel turnsters als turners kunnen kiezen uit de 11 bovenstaande toestellen Turnsters en turners moeten een keuze maken van 4 van de 11 toestellen.

Bijlage. Activiteitenboek Regionale Technische Commissie Turnen Dames Midden Nederland

concept Bijlage Activiteitenboek Regionale Technische Commissie Turnen Dames Midden Nederland

Bijlage Wijziging op blz 16. Activiteitenboek Regionale Technische Commissie Turnen Dames Midden Nederland

Dames 5 Uitleg & voorbeeldoefeningen

in te schrijven in het loket van de KNGU. Het inschrijfgeld bedraagt 25,00 per team.

Werkstuk LO Gym 5,5. Werkstuk door een scholier 1417 woorden 15 februari keer beoordeeld. Gym Werkstuk. Voorwoord

Reglement teamwedstrijden

Nederlandse Studenten TurnBond

Dames 6 Uitleg & voorbeeldoefeningen

Vloer niveau D

Deze wedstrijd is toegankelijk voor zowel sporters met als zonder wedstrijdpaspoort.

1.000 GYMNASTISCHE SPRONGEN A B C D E F/G Spagaatsprong voorwaarts met ½ draai (180º)

(Vanuit voorhup) overslag met bewegingshulp van verhoging (blok) - Overstrekte/gespannen lichaamshouding in de afzweeffase

1 Vanaf een verhoging voor de balk opstappen tot schredestand op de balk

Bok met Reutherplank (jongens 6 jaar: hoogte 90 cm, jongens 7 jaar hoogte 100 cm) - Aanloop spreidsprong Uitgangswaarde 9.5. BRUG Uitgangswaarde 9

Leerlijn Springen. Milou Boonen, sportconsulent gemeente Venlo Nick Fleuren, sportconsulent gemeente Horst aan de Maas

EVENWICHTSBALK NIVEAU PUPIL 2 DISTRICT 2 VOORGESCHREVEN OEFENSTOF. = opsprong. = afsprong

NTS niveau 17. Balk Vanaf verhoging voor de balk op de balk stappen tot schredestand

Programma. Introductiebijeenkomst TD1 Jurycursus NTS Voorgeschreven Oefenstof Niveau D2/D3. Opbouw van de cursus. Programma.

Reglement - Atletiek Vijfkamp

NTS niveau 17 (jongens)

Turnen. Inleiding. Toestellen. Vierkante mat. De brug

Meisjes 6 en 7 jaar - TURNEN

Uitleg voor niveau 3 en 4

TULE inhouden & activiteiten Bewegingsonderwijs. Kerndoel 57 - Springen. Toelichting en verantwoording

De derde editie van de Jeugd Olympische Spelen worden van 1 tot en met 12 Oktober gehouden in Buenos Aires, Argentinië.

De wedstrijd zal gehouden worden in sporthal de Rusheuvel, Rusheuvelsestraat te Oss.

Oefenstof Onderlinge wedstrijden meisjes

Nieuwsbrief 3 Oktober 2018

INHOUD: Jurering pagina 1,2 Indelingen divisies, leeftijden en niveaus pagina 2 Doorstroming pagina 3 Organogram KNGU pagina 4

3-4 Kamp recreatie TD MN

Oefenstof. Kaag en Braassem cup Recreatie

DEEL IV ELEMENTENTABEL. Toegevoegde A-elementen

SPRONG NIVEAU INSTAP NATIONAAL VOORGESCHREVEN OEFENSTOF

Voorbeeldoefeningen Heren v1.0

Groepsspringen Werkplan

LES 9. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, klimmen, mikken DOELSTELLINGEN:

Oefenstof. Kaag en Braassem cup Selectie

15 de AKTIVA CUP. Zaterdag 22 JUNI 2019 DUBBEL MINI TRAMPOLINE TUMBLING

Wedstrijdreglement Acrobatische Gymnastiek Aanvulling op A-B-C niveau. Pupillen reglement Versie oktober 2016

PUPIL 2 - D1 TOESTEL SPRONG D-SCORE SPRON G NR TURNSTER SPRINGT BEIDE SPRONGEN 1X GEMIDDELDE TELT 1.00 PUPIL 2 - D2

Reglement - Softball

EVENWICHTSBALK NIVEAU JEUGD 1 DISTRICT 3 VOORGESCHREVEN OEFENSTOF

Uitnodiging. 23 November -25 November 2018 Breda-NEDERLAND. 7 th international Breda Open Acrobatics Cup. Acrobatic Gymnastics

(D) = met geteld worden als Dans Element

Vloer niveau basis 15 + Aftrek Niveau 15: Geen geopende schouders. Vluchtige handstand

Reglement NTS voorgeschreven oefenstof. Deel 2 Sectie 6 t/m 9. Deel 2 Sectie 6 t/m 9 Voorgeschreven oefenstof NTS 2013 LTCTD (aug14)

1.1 Oefenstof Districts Technische Commissie Gymnastiek Oefenstof Gymnastiekcompetitie Overijssel Jongens Gymnastiekcompetitie

Spelregels Wedstrijdschema s (vr)

Transcriptie:

Reglement Minitrampoline 2016/2017 Algemene bepalingen: Er wordt gewerkt in drie categorieën: zie het algemeen reglement o Groepsspringen schoolteam niveau 1(hoog) o Groepsspringen schoolteam niveau 2(laag) o Showspringen schoolteam Een team bestaat uit minimaal acht en maximaal zestien leerlingen. Bij zeven leerlingen of minder in een team volgt 1,00 punt aftrek per sprongbeurt. Er is geen indeling naar sekse. Een team kan bestaan uit jongens en meisjes, uit alleen jongens of uit alleen meisjes. Een leerling mag tijdens de wedstrijddag maar uitkomen voor één team. De Olympic Moves spelregels: Een groep springt minimaal acht en maximaal tien sprongbeurten. Van het aantal sprongen dat een team maakt mogen er maximaal vier sprongen naar keuze uitgevoerd worden. Onder een sprongbeurt wordt verstaan dat elke leerling van de groep eenmaal heeft gesprongen. Elke sprongbeurt moet goed herkenbaar zijn. Verplichte serie: alle leerlingen van het team maken in een serie dezelfde sprong, een keuze uit categorie A, B, C, D en E. Het reglement schrijft niet voor welke sprong dat moet zijn, de keuze is aan de docent. Keuze serie: elke deelnemer mag individueel uitmaken welke sprong hij/zij springt. Elk team levert bij aanmelding op de wedstrijddag een sprongbriefje in. Dit om de jury beter voorbereid hun werk te laten doen. Wanneer een sprong (sprongen) niet in de sprongtabel voorkomt (voorkomen), zal de jury voor aanvang van de wedstrijddag die alsnog in een categorie indelen. Een optreden mag maximaal tien minuten duren. (aftrek zie bij technische puntaftrek ) Bij de start wordt de tijd opgenomen, na negen minuten volgt een waarschuwingssignaal. Er kan met of zonder toestellen gesprongen worden, ook levende hindernissen zijn toegestaan. Het springobject moet minstens 1 meter breed en/of 1 meter diep zijn. Voldoet het springobject niet aan deze afmeting wordt de sprong berekend als een sprong zonder springobject. Bij elke sprongserie mogen meerdere minitrampolines gebruikt worden. Het springobject mag verend zijn zoals bv. een tafelluchtkussen. Tijdens het optreden mag zowel de richting als de situatie worden veranderd.

Een team mag op muziek springen. Het gebruik van speciale effecten ( licht, etc.) dient vooraf met de organisatie te worden besproken en goedgekeurd. Vlak voor het optreden kunnen groepen nog in een aparte ruimte inspringen. Ook hier gelden de veiligheidsmaatregelen. Inspringen zonder de begeleider(s) van de school is niet toegestaan. Als veiligheidsmaatregelen gelden: Met ingang van heden moet bij alle breedte-as sprongen een beveiliger op de mat staan. Dit houdt in: o Per sprongronde van breedte-as sprongen, moet er per landingsmat een beveiliger op de mat staan. o Ook in de inspringruimtes geldt dat bij breedte-as sprongen een beveiliger op de landingsmat moet staan. Als er bij het inspringen niet op de mat gestaan wordt, mag de desbetreffende groep hun compositie niet starten. Wat is de consequentie als een docent niet op de mat staat tijdens de uitvoering: Er zal een floormanager aanwezig zijn, die de docent vooraf aanspreekt. Verder zal de floormanager van de jury een seintje krijgen om de docent tijdens de uitvoering nogmaals aan te spreken en in het uiterste geval zal de uitvoering door de jury stilgelegd worden. Verder zal er per sprongronde dat er niet op de mat is gestaan één punt aftrek gegeven worden. De verantwoordelijke lo-docent staat natuurlijk op de landingsmat en hij/zij kan door één of meerdere beveiligers geassisteerd worden. Dit hoeft noodzakelijker wijs geen docent Lo te zijn, het mag ook een leerling zijn die goed kan vangen. Dit is echter wel de verantwoording van de docent Lo! Het is verplicht, en van vanzelfsprekend, dat een actieve houding belangrijk is bij de vanger. Echter geeft elke vorm van hulpverlenen/ vangen 0,2 punt aftrek. Het evenement: Het maximum aantal deelnemende teams op één dag is 46. Mochten er na sluiting van de inschrijftermijn meer teams ingeschreven zijn dan wordt als volgt gehandeld: o Er wordt gekeken of er scholen zijn met meerdere teams per categorie. Mocht dit het geval zijn dan wordt eerst de scholen met de meeste teams in een bepaalde categorie opgedragen het aantal teams terug te brengen. o Mocht dit niet voldoende zijn dan wordt uiteindelijk alle scholen met meer dan één team per categorie opgedragen maximaal één team per categorie mee te nemen. o Mocht dit niet voldoende zijn dan wordt het kampioenschap verdeeld over twee dagen. De criteria waarop deze keuze gebaseerd wordt zal helder verklaard worden.

Beoordelingscriteria: De prestaties van het team worden beoordeeld op A) kwaliteit maximaal 20 punten, B) compostie maximaal 10 punten en C) de moeilijkheid maximaal 10 punten. De diverse aspecten worden steeds beoordeeld door minimaal twee juryleden. Voor kwaliteit kunnen er maximaal twintig punten worden gescoord, waarbij gelet wordt op: 1) Sprongen met een ruime, lange en hoge zweef of zweeffase, afhankelijk van de sprong. 2) Sprongen, waarbij sprake is van balans in de zweef en de landing gecontroleerd plaatsvindt. 3) Bij sprongen waarbij met de handen afgezet moet worden, moet duidelijk sprake zijn van de afzet ten behoeve van de tweede zweeffase. De 20 punten voor kwaliteit worden omgerekend aan de hand van het aantal springers. Zie hiervoor de omzettabellen op www.schoolensport.nl. Het gebruik van de tabellen werkt als volgt: Er is vanuit gegaan dat er maximaal 0,625 punt aftrek in een sprong zouden kunnen zitten. Dit houdt dus in dat er bij een groep van acht personen die tien sprongbeurten doen er maximaal vijftig fouten kunnen zitten. Bij een groep van twaalf springers houdt dit in dat zij 0,625 x 12 x 10 = vijfenzeventig fouten kunnen maken. Dit moet vertaald worden naar de maximaal 20 punten die behaald kunnen worden voor kwaliteit. Vandaar deze omzettabellen. In de verticale kolom zoek je het hele getal op en in de horizontale balk het getal achter de komma. Bij het snijpunt X kom je dan het getal tegen dat je nog overhoudt van de 20 punten. Dit getal wordt afgerond op twee decimalen. Voorbeeld: Groep van dertien springers maken 61,4 fouten. Zij houden dan nog 5,18 punten aan kwaliteit over. Voor de compositie kunnen er maximaal tien punten worden gescoord, waarbij gelet wordt op: 1) Logische opbouw ( 2,5 punt ). Indien er geen logische opbouw in het nummer zit, dus geen goede volgorde van A tot E niveau een maximale aftrek van 2,5 punten. 2) Show-element (2,5 punt ). Geen of nauweljiks show-element, maximale aftrek 2,5 punten. ( items zoals dans/artistiek/kleding/acro etc.) 3) Tempo is in orde ( 2,5 punt). Geen tempo en/of variaties in richting aanwezig tijdens de sprongen ( er vallen te veel gaten) maximaal 2,5 punten aftrek.( variaties en dynamisch) 4) Originaliteit. Amusementswaarde ontbreekt maximaal 2,5 punten aftrek.(uitstraling etc)

Aanvulling op deze puntentelling bij compositie: 1) Logische opbouw: Alleen met of zonder toestellen springen geeft 0,5 punt aftrek. Indien er geen variatie in de sprongen zit (hurken / strekken / spreiden) geeft dat 1,0 punt aftrek. Indien er geen logische opbouw aanwezig is volgt 1,0 punt aftrek. (Men moet dus van makkelijke naar moeilijke sprongen springen. Logische opbouw kan ook binnen één categorie zijn). 2) Show-element: Geen speciale aandacht voor kleding geeft 1,0 punt aftrek. (Mag ook uniforme turnkleding zijn, echter moet wel in het thema passen). Geen demo-element verwerkt in de demonstratie geeft 0,5 punt aftrek. (Denk aan dans, acro, jongleren, freestyle, tumblingbaan, luchtkussen). Geen artistieke uitvoering (Uitvoering komt niet overeen met de muziek) geeft 0,5 punt aftrek. Geen gebruik van muziek geeft 0,5 punt aftrek. Iedereen die mee springt in de demonstratie is verplicht ook mee te doen aan een demo- element. Iedereen die mee doet aan een demo- element is ook verplicht mee te springen in de demonstratie. Wanneer dit niet gebeurt zullen er geen punten worden toegekend als demo- element. Wanneer er een geblesseerd teamlid is of meerdere moet dit vantevoren worden gecommuniceerd met de jury! Natuurlijk mogen deze deelnemers wel meedoen met de demonstratie zonder te springen! 3) Tempo-Ritme: Geen duidelijk begin en einde van een sprongserie geeft 0,5 punt aftrek. Geen kop-romp-start geeft 1,0 punt aftrek. Geen tempo in de sprongserie geeft 1,0 punt aftrek. 4) Originaliteit: Eenzijdig gebruik van de minitrampoline / toestel(len) geeft 0,5 punt aftrek.(éénzijdig gebruik is het toestel alleen gebruiken als toestel en niet als item) Amusementswaarde ontbreekt geeft 1,0 punt aftrek. Geen andere items / toestellen gebruikt dan standaard geeft 1,0 punt aftrek. Voor moeilijkheidsgraad kunnen maximaal 10 punten worden gescoord, waarbij er punten aftrek worden gegeven voor technische fouten in de uitvoering van de sprongen.

Uitleg bij de keuze serie: elke deelnemer mag individueel uitmaken welke sprong hij / zij springt. Worden er 2 B sprongen, 6 C sprongen, 3 D sprongen en 1 E sprong gesprongen, dan wordt deze serie aangemerkt als een C sprongbeurt en levert dus 0,6 punten op. Immers: 2 x 0,4 + 6 x 0,6 + 3 x 0,8 + 1 x 1,0 = 7,4 / 12 = 0,62. Afgerond 0,6 punten en dus een C sprongbeurt. Het team dat in de finale wint wordt in die categorie Nederlands schoolkampioen minitrampoline springen Sprongentabel: Sprongentabel de moeilijkheid van de sprongen (inhoud van de oefeningen) maximaal 10 pnt Sprong zonder springmateriaal (moeilijkheid staat in volgorde) Sprong met springmateriaal (evt. menselijke hindernissen) waarop of waarover gesprongen wordt. Het springmateriaal moet tenminste 1 meter breed en/of diep zijn. (moeilijkheid staat in volgorde) Als het springmateriaal niet voldoet aan de afmeting zal de sprong worden berekend als sprong zonder springmateriaal. maximaal 0,2 punt A maximaal 0.4 pnt B - Streksprong - Hurksprong - Skatesprong - Spreidsprong - Spreidhoeksprong - Hoeksprong - Streksprong ½ draai - Hurksprong ½ draai - Spreidsprong ½ draai - Streksprong 1/1 draai - Hurksalto - Vormen van salto achterover - Skatesprong - Hurk op/over toestel - Strek op/over toestel - Spreidsprong via toestelbreedte - Doorhurken - Arabier vanaf het toestel - Spreidsprong via toestellengte - Zweefhurk via toestel - Buck sprong via toestel - Arabier via toestel

maximaal 0,6 punt C Maximaal 0,8 punt D Maximaal 1 punt E - Hoeksalto - Spreidsalto - Barani - Salto a.o. vanuit arabier - Hurksalto ½ draai - Hoek/spreidsalto met ½ draai - Salto a.o. na insprong van ½ draai - Streksalto - Loopsalto - Streksalto met ½ draai - Hurksalto 1/1 draai - Contra salto - Suzoeki - Barani ½ draai - Hoeksalto met 1/1 draai - Streksalto met 1/1 draai - Barani 1/1 draai / salto 1 ½ schroef - Contra hoek - Suzoeki + ½ draai - Dubbelhurksalto - Dubbelhoeksalto - Baralto - Contra strek Bij de E- sprongen geeft elke halve draai extra 1/10 punt bonus. Dit ook bij de E- sprongen met springmateriaal. - Radslag via toestel (gesloten landing) - Overslag via toestel - Tip salto via toestel - Hollander via toestel (gespreide landing) - Hip tip overslag - Barani tot stand op het toestel - Hurksalto over het toestel - (iets op direct gevolgd door) Salto vanaf het toestel (v.o. / a.o.) - Spreid en streksalto over het toestel - Loopsalto s over het toestel - Hip tip arabier - Barani over het toestel - Hurksalto met ½ draai - Tiphoeksalto over het toestel - Tiphurksalto over met ½ draai - Yamashita over het toestel (2 varia s) - Salto tot op het toestel - Arabier ¾ draai uit - Overslag ½ draai - Overslag ½ draai in ½ draai uit - Hip tip overslag ½ draai in ½ draai uit - Hoeksalto met 1/1 draai - Overslag 1/1 draai - Streksalto met 1/1 draai/barani ½ draai - Barani 1/1 draai / salto 1 ½ schroef - Salto op direct door salto af - Tiphoeksalto s ½ draai - Streksalto - Hoek/streksalto s met ½ draai - Yamashita met ½ draai - Suzoeki + ½ draai - Dubbelhurksalto - Dubbelhoeksalto - Tsukahara

Definitie sprong met springmateriaal: - Over toestel = los over het toestel. - Via toestel = met handenplaatsing op het toestel. - Combinatie hurk/strek op-arabier af en dergelijke combinaties gelden als één sprong. Bij de E-sprongen geeft elke halve draai extra één tiende punt bonus. Punten aftrek: Technische aftrekken van 0,1 per springer per sprong: - Geopende benen. - 1/1 (of meer) draai onvolledig na salto vorm. - Onvoldoende beenspreiding. - Onvoldoende buiging van de knieën. - Kromme knieën. - Kleine balansverstoring. - Foutieve arm/hoofd/romphouding. - Onvoldoende zweefmoment in zweeffase één en/of twee. Technische aftrekken van 0,2 per springer per sprong: - Onvoldoende hoogte. - Halve draai onvolledig gemaakt. - Balansverstoring. - Onvoldoende afzet van handen (overslag en/of tipsalto). - Foutieve landing op één voet. - Val op knieën en/of billen na de landing. - Foutieve landing ( 1 of meer stappen). Technische aftrekken van 0,3 per springer per sprong: - Geopende benen bij de sprongen (streksprong/salto s enz.) - Val op knieën of billen voordat de voeten zijn geplaatst. - Elke vorm van hulpverlenen/ vangen tijdens de landing geeft 0,2 aftrek. Extra aftrek technische fouten: - Afwijkende sprongen in de verplichte serie (0,5 punt aftrek per beurt) - Onderbrekingen tussen twee sprongseries van meer dan dertig seconden geeft puntaftrek (0,5 punt aftrek)

Van het eindcijfer kwaliteit mag ook nog worden afgetrokken voor: - Te veel / weinig sprongbeurten.(1,0 punt aftrek. Minimaal 8 en maximaal 10 sprongbeurten. Dus 19 ipv 20 punten als uitgangswaarde) - Meer dan vier keuze beurten geeft 1,0 punt aftrek (dus 18 ipv 20 punten uitgangswaarde). - Tijdsoverschrijding geeft 2,0 punten aftrek van het EINDCIJFER! Situaties, waarin het reglement niet voorziet, worden altijd ter beoordeling aan het organisatiecomité voorgelegd. De beslissing van het organisatiecomité is bindend.