Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie VERSLAG VAN DE HOORZITTING

Vergelijkbare documenten
Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

VERSLAG VAN BEVINDINGEN

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

medezeggenschap), de heer XXX (jurist arbeidsvoorwaarden).

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

HOOFDSTUK 1: BEGRIPSBEPALINGEN. Artikel 1 HOOFDSTUK 2: BEHANDELING VAN DE KLACHTEN. Paragraaf 1: De contactpersoon

Verslag van Bevindingen

Klachtenregeling Staring College

ADVIES geanonimiseerde versie

Artikel 2. Behandeling van de klachten. Aanstelling en taken vertrouwenspersoon

Klachtenregeling De Berkenschutse

Klachtenregeling Stichting Katholieke Onderwijs Centrale

Reglement Klachtbehandeling externe klachtencommissie van het Da Vinci College

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

Reglement voorfase klachtbehandeling H 3 O ten behoeve van het primair en voortgezet onderwijs

Klachtenregeling Bovenschoolse directie Herzien juli 2010

Klachtenregeling. Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen

KLACHTENREGELING. Directiestatuut Pagina 1 van 8

KLACHTENREGELING KLACHTENREGELING

Uitspraak Geschilleninstantie Zorggeschil

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Het bevoegd gezag van de VCOG wordt vertegenwoordigd door de directeur-bestuurder, dhr. E. Vredeveld.

STATENVOORDRACHT. Haarlem,.. augustus Onderwerp:Wet op de Ondernemingsraden. Bijlagen : 2. 1.Inleiding

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Aa en Hunze, ieder zoveel het hun bevoegdheden betreft,

Rotterdam, 22 november 2006 V.V.: 29 november Onderwerp: advies OR inzake topstructuur HHSK Agendapunt: 13

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

DE BEDRIJFSCOMMISSIEKAMER VOOR RIJK EN POLITIE, ADVISERENDE NAAR AANLEIDING VAN EEN VERZOEK OM BEMIDDELING EN ADVIES INZAKE EEN GESCHIL TUSSEN:

Jaarverslag Bedrijfscommissie voor de Overheid. Secretariaat:

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

Klachtenregeling ENMS. 2 Begripsbepalingen. 3 Behandeling van de klachten. Het bevoegd gezag,

Bedrijfscommissie voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen. Verslag van bevindingen

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Klachtenregeling Voor het primair en voortgezet onderwijs van de Stichting Het Rijnlands Lyceum

Klachtenregeling Meerwegen scholengroep

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

KLACHTENREGELING CEDERGROEP

Bedrijfscommissie voor de Overheid, Kamer Lagere en Publiekrechtelijke Lichamen

Klachtenregeling Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam (OSVS)

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

College voor geschillen medezeggenschap defensie

Hoofstuk 1: Begripsbepalingen 2 Artikel 1 Begripsbepalingen 2

REGLEMENT GEZAMENLIJKE VERGADERING VAN DE ONDERNEMINGSRAAD EN DE STUDENTENRAAD VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

2. De bestuurder van de Belastingdienst Particulieren en Ondernemingen Breda, verder te noemen: de bestuurder.

Bijlage 2: Klachtenregeling

Klachtenregeling Bonaventuracollege

HET DAGELJKS BESTUUR VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VO/VSO MIDDEN-HOLLAND & RIJNSTREEK, statutair zetel hebbende in de gemeente Gouda;

K l a c h t e n r e g e l i n g e x t e r n e b e l a n g h e b b e n d e n

TELL-US Pedagogische Dienstverlening

Reglement van Beroep Licentie Nationale Zwemdiploma s

Klachtenregeling voor cliënten van JoKiJo Conform de Jeugdwet

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Jaarverslag Bedrijfscommissie voor de Overheid. Secretariaat:

Het Stichtingsbestuur van de Stichting Mens Achter de Patiënt (Stg MAP) stelt de volgende klachtenregeling vast.

Model klachtenregeling primair en voortgezet onderwijs

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

ECLI:NL:CRVB:2013:2879

Reglement voor conflictbeslechting AVVN

Artikel 2: Benoeming leden Commissie: Artikel 3: Indiening bezwaarschrift: Artikel 4: Behandeling van het bezwaar door de Commissie:

Reglement Bezwaaradviescommissie

Verordening op de behandeling van klachten Baanbrekers

Heeft u een klacht, dan kunt u daarover op verschillende manieren contact met ons opnemen:

HET DAGELJKS BESTUUR VAN DE STICHTING SAMENWERKINGSVERBAND VO/VSO MIDDEN-HOLLAND & RIJNSTREEK, statutair zetel hebbende in de gemeente Gouda;

Klachtenregeling. versie 15 augustus S e r v i c e b u r e a u S a r v i c e. Oranjelaan 113, 2231 DG Rijnsburg

Verordening tot wijziging van de Verordening op de bedrijfscommissies 2002

Regeling Bijzonder Georganiseerd Overleg Clustervorming Brandweer Veluwe Noord

Klachtenregeling CVO t Gooi

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

Commissie Bevordering Medezeggenschap. Aanbeveling inzake de scholing en vorming van OR-leden

Klachtenreglement ActiefTalent

Reglement als bedoeld in artikel 9 Regeling Bezwaar- en adviescommissie SPPOH.

KLACHTENREGELING. Inhoudsopgave

Verordening commissie bezwaarschriften Utrechtse Heuvelrug 2017

vast te stellen de navolgende Verordening Georganiseerd Overleg Hefpunt

Geschillencommissie 'Weer Samen Naar School' Wat als je er samen niet uit komt? Adres Geschillencommissie WSNS

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens

DE BEDRIJFSCOMMISSIEKAMER VOOR RIJK EN POLITIE, ADVISERENDE NAAR AANLEIDING VAN EEN VERZOEK OM BEMIDDELING EN ADVIES INZAKE EEN GESCHIL TUSSEN:

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M.

ADVIES. de heer B, bestuurder van schoolbestuur C, organisatie voor openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs (verder: C) te D, verweerder,

Reglement. Klachtencommissie

'Klachtenregeling WSD'

(een lid van) het personeel, (een lid van) de directie, (een lid van) het bevoegd gezag

DE BEDRIJFSCOMMISSIEKAMER VOOR RIJK EN POLITIE, ADVISEREND NAAR AANLEIDING VAN EEN VERZOEK OM BEMIDDELING EN ADVIES INZAKE EEN GESCHIL TUSSEN:

Transcriptie:

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie VERTROUWELIJK Verzonden: 9 december 2002 Nummer: VERSLAG VAN DE HOORZITTING Versl ag van de hoorzi t t i ng van de Kl ei ne Commi ssi e van de Bedri j f scommi ssi e voor Ri j k en Pol i t i e d. d. 21 november 2002 i nzake het geschi l t ussen de bi j zondere ondernemi ngsraad en de best uurder van de Peni t ent i ai re Inri cht i ngen Mi dden Hol l and Aanwezi g: Namens de Bedrijfscommissiekamer: De heer J.W. van Baarle (voorzitter, werkgeverslid VSO/sector Rijk), mevrouw T. Goosens (werknemerslid SCO/ACOP) mevrouw Y.G.P.M. Ulijn (werkgeverslid VSO/sector Politie), de heer A. Viskil (werknemerslid SCO/ACOP), mevrouw J.C. Dekker (secretaris). Namens partijen waren ter zitting aanwezig: Namens de bijzondere ondernemingsraad: de heer E. Horn (bor-lid tevens voorzitter van de or PI Alphen a/d Rijn), de heer P. de Vries (bor-lid tevens or-lid PI Alphen a/d Rijn), de heer M. Kouhid (bor-lid tevens or-lid PI Alphen a/d Rijn), de heer A. de Leeuw (secretaris or PI Alphen a/d Rijn). Namens de ondernemer: de heer J.C.N. Duindam (bestuurder), de heer G. Tates (locatiedirecteur Alpen a/d Rijn), de heer G. van de Laan (locatiedirecteur Haarlem) en de heer W. Kelder (directeur ondersteunende diensten), bijgestaan door mevrouw A. Tilma (advocaat te Groningen). De voorzitter opent de bijeenkomst en heet de aanwezigen welkom. Hij legt de taak van de Kamer uit en stelt de Kleine Commissie voor.

-2- Omvang van het geschi l Blijkens de stukken is ter bemiddeling en advisering is voorgelegd of de wens ten aanzien van de medezeggenschap om per locatie (Haarlem en Alphen a/d Rijn) een ondernemingsraad en voor het cluster Penitentiaire Inrichting Midden Holland een centrale ondernemingsraad in te stellen gehonoreerd dient te worden. Voorts is voorgelegd de vraag of op 27 november 2002 verkiezingen voor de beide locaties gehouden kunnen worden. Het st andpunt van de bi j zondere ondernemi ngsraad Het standpunt van de bijzondere ondernemingsraad, zoals dit blijkt uit de stukken luidt als volgt. De bijzondere ondernemingsraad stelt zich op het standpunt dat er pas sprake is van een nieuwe gefuseerde onderneming, indien alle functiebeschrijvingen en waarderingen er zijn en de implementatie achter de rug is. Voorts meent de bijzondere ondernemingsraad dat de termijn voor het uitbrengen van een definitief standpunt te kort is, omdat volgens het medezeggenschapsprotocol voor de clustering de locale ondernemingsraden eerst een advies moeten uitbrengen, waarna de bijzondere ondernemingsraad een standpunt kan innemen. Tot slot meent de bijzondere ondernemingsraad dat het traject voor het houden van verkiezingen 16 weken bedraagt. Omdat de zittingsduur van de huidige ondernemingsraad op 27 november 2002 afloopt kan het traject niet stopgezet worden, omdat als op deze eis van bestuurder wordt ingegaan er na 27 november 2002 geen ondernemingsraad meer is en er geen rechtsgeldige besluiten meer kunnen worden genomen. Bij ongedateerd schrijven, dat bij het secretariaat is ontvangen op 6 november 2002, is het communiqué van de ondernemingsraad van 19 september 2002 aan de commissie gezonden. In dit communiqué is door de bijzondere ondernemingsraad gesteld, dat zij voorstander is van een ondernemingsraad op locatieniveau en een centrale ondernemingsraad op clusterniveau. Via een e-mailbericht d.d. 19 november 2002 laten de borleden afkomstig uit de locatie Alphen a/d Rijn weten dat de bor-leden afkomstig uit de locatie Haarlem de onderhavige

-3- procedure willen stopzetten omdat de locatie Haarlem een compromis heeft bereikt met de bestuurder. De bor-leden van de locatie Alphen a/d Rijn willen de procedure voortzetten.

-4- Via een e-mailbericht d.d. 20 november 2002, bevestigd in de brief d.d. 20 november 2002, wordt namens de bor-leden afkomstig van de locatie Haarlem aan de Bedrijfscommissie medegedeeld dat deze delegatie van de bijzondere ondernemingsraad het geschil intrekt wegens het bereiken van een compromis met de bestuurder. Naar de mening van deze delegatie kan de procedure ex artikel 36 derde lid WOR door de bijzondere bor locatie Alphen a/d Rijn niet meer worden voortgezet vanwege het ontbreken van het vereiste quorum om namens de bijzondere ondernemingsraad op treden. Het st andpunt van de best uurder Het standpunt van de bestuurder zoals dit blijkt uit de stukken luidt als volgt. De bestuurder is van oordeel dat de implementatie van de fusie in zoverre voltooid is dat er een nieuwe onderneming tot stand is gekomen. Voor wat betreft de structuur van de medezeggenschap beroept hij zich op het besluit dat op centraal niveau is genomen in overeenstemming met de GOR-GW en waarin voorzien is in een ondernemingsraad per cluster en bovendien op het feit dat door het instellen van een ondernemingsraad per cluster de medezeggenschap terecht is gekomen op het niveau waar dit behoort te zijn. Op grond van de besluitvorming met betrekking tot Gevangeniswezen 2000 en de modelaanpak Clustervorming, de overeenkomst tussen de GOR en de Sectordirecteur Gevangeniswezen, de feiten en omstandigheden zoals die van de wijziging van de zeggenschap op 1 december 2000, de WOR en de zittingsperioden van de ondernemingsraden Haarlem en Alphen a/d Rijn die binnenkort verstrijkt, dient per 27 november a.s. een ondernemingsraad voor de Penitentiaire Inrichtingen Midden Holland te worden gekozen. Voor de medezeggenschap op locatieniveau kunnen onderdeelcommissies worden ingesteld. Verdere i nl i cht i ngen, t er zi t t i ng verkregen Ter zitting wordt door de Kleine Commissie van de Bedrijfscommissie vastgesteld dat uitsluitend de bor-leden van de locatie Alphen a/d Rijn aanwezig zijn. Door deze delegatie wordt bevestigd dat het geschil RP.087, inzake de gang van zaken rond de Plaatsingsprocedure, is ingetrokken. De Kleine Commissie neemt hiervan kennis.

-5- Voorts komt vast te staan dat de bor-leden van de locatie te Haarlem de verdere behandeling van het verzoek om bemiddeling en advies over de medezeggenschapsstructuur niet nodig vinden, deze delegatie heeft zich teruggetrokken uit de procedure. De bor-leden van de locatie Alphen a/d Rijn hebben schriftelijk aangegeven dat zij de bemiddeling en advisering door de Bedrijfscommissie wel willen. Van de zijde van de bestuurder wordt aangegeven dat de bestuurder en de bor-leden van de locatie Alphen a/d Rijn open staan voor bemiddeling en zonodig advisering. De Kleine Commissie wenst expliciet te vernemen of het voorliggende verzoek moet geacht te zijn ingediend door de bijzondere ondernemingsraad dan wel door de bor-leden afkomstig van de locatie Alphen a/d Rijn. Van de zijde van de ter zitting aanwezige bor-leden afkomstig uit Alphen a/d Rijn wordt geantwoord dat de bijzondere ondernemingsraad niet beschikt over het quorum. De Kleine Commissie wijst op de moeilijke positie waarin de Bedrijfscommissie wordt gemanoeuvreerd. Indien de Kleine Commissie vanochtend een geslaagde bemiddeling tot stand zou brengen of een advies uitbrengt aan de aanwezige partijen, bestaat de mogelijkheid dat de bor-leden van de locatie Haarlem en/of de ondernemingsraad Haarlem volgende week hetzelfde geschil aanhangig maakt, omdat men aldaar niet gelukkig is met de uitkomst van vandaag. Het probleem is dan niet opgelost. De bestuurder vraagt nadrukkelijk om bemiddeling. Hij zal in zijn opstelling naar de bor-leden van de locatie Alphen a/d Rijn het inmiddels met de andere locatie gesloten compromis moeten laten meewegen. Dit compromis houdt in dat de bestuurder heeft toegezegd dat door middel van afspraken en/of convenanten de medezeggenschap van de onderdeelcommissies op locatieniveau wordt gegarandeerd. Hierdoor wordt de bestaande vrees van de locale ondernemingsraad weggenomen dat in het clustertraject niet goed zal worden gezorgd voor de locale belangen.

-6- De verkiezingen van 27 november 2002 worden aangehouden tot 1 oktober 2003. Alsdan zal een ondernemingsraad voor het cluster worden gekozen, de onderdeelcommissies op locatieniveau zullen daarna spoedig worden ingesteld. De Kleine Commissie schorst de zitting voor onderling beraad.

-7- De Kleine Commissie heropent de zitting. De Kleine Commissie heeft zich beraden over de posities. Het orgaan dat zich voor bemiddeling en advies heeft gewend tot de Bedrijfscommissie opereert niet meer uniform in de richting van de Bedrijfscommissie. De locatie Haarlem heeft zich teruggetrokken uit de procedure ex artikel 36, derde lid, WOR. Nu de bor-leden uit Haarlem hebben aangegeven dat het verzoek aan de Bedrijfscommissie niet meer de steun van deze delegatie heeft, is naar het oordeel van de Kleine Commissie van de Bedrijfscommissie, de rechtsgeldigheid aan het verzoek om bemiddeling en advies komen te ontvallen. Naar de mening van de Kleine Commissie dient de bijzondere ondernemingsraad thans niet ontvankelijk te worden verklaard. Omdat de Kleine Commissie begrip heeft voor de situatie waarin partijen nu zijn komen te verkeren is zij bereid om over de inhoud van het geschil met de bestuurder en de leden locatie Alphen a/d Rijn van gedachten te wisselen, zodat mogelijk een oplossing kan worden bereikt. De Kleine Commissie stelt voor dat de aanwezige bor-leden en de bestuurder in eerste instantie separaat met een delegatie van Kleine Commissie overleggen. Na afronding van deze gesprekken kan plenair tot afhandeling worden gekomen. De aanwezige bor-leden en de bestuurder kunnen zich met deze wijze van behandeling van het geschil verenigen. De zitting wordt ten tweede male geschorst en het gezelschap wordt opgesplitst voor het houden van afzonderlijke gesprekken. De bestuurder spreekt met de BDC-leden Van Baarle en Goosens. De bijzondere ondernemingsraad-leden afkomstig van de locatie Alphen a/d Rijn spreken in een andere vergaderruimte met de BDC-leden Ulijn en Viskil. De zitting wordt opnieuw heropend. De heer Van Baarle geeft aan dat in het gesprek met de bestuurder duidelijk is geworden dat het besluit tot clustervorming is genomen door het bevoegd gezag (DJI).

-8- Deze clustering van de zeggenschap wordt gevolgd door clustering van de medezeggenschap. Het bevoegd gezag is met de GOR overeengekomen dat de medezeggenschap eveneens op clusterniveau wordt geregeld met de mogelijkheid om op locatieniveau onderdeelcommissies in te stellen.

-9- Ten behoeve van de onderdeelcommissies zal worden afgesproken dat deze alle bevoegdheden van de ondernemingsraad op locatieniveau mogen uitoefenen (met uitzondering van de bevoegdheid tot procederen). Deze vorming van zeggenschap en medezeggenschap op clusterniveau is een gegeven voor de bestuurder (en dus ook voor de bor). Het doen aansluiten van de medezeggenschap op het niveau van de zeggenschap komt de heer van Van Baarle niet onredelijk voor, mits op locatieniveau duidelijke afspraken worden gemaakt over de bevoegdheden van de onderdeelcommissie. De bevoegdheden van de onderdeelcommissie dienen aan te sluiten bij de bevoegdheden van de locatiedirecteur. De heer Van Baarle constateert dat dit niet kan worden geregeld voor 27 november 2002. Een overgangsperiode van een aantal maanden zal noodzakelijk zijn voor het vormgeven van de nieuwe arbeidsorganisatie (mandaatregelingen, voorbereiding van de verkiezingen van de cluster-ondernemingsraad). De heer Viskil geeft aan dat in het gesprek met de bor-leden van de locatie Alphen a/d Rijn naar voren is gekomen dat men vreest dat in de nieuwe constructie de medezeggenschap van de locatie Alphen a/d Rijn niet zal zijn gewaarborgd. Hierover moeten goede afspraken worden gemaakt (zeggenschap en medezeggenschap op ieder niveau afstemmen). Bij de aanvang van de zittingsperiode van de onderdeelcommissies moet inhoudelijk worden afgestemd tussen onderdeelcommissie en locatiedirecteur welke onderwerpen op de agenda van de medezeggenschap op locatieniveau komen te staan. De heer Viskil verwacht dat hiermee een groot deel van de medezeggenschap op locatieniveau zal zijn ingevuld. De onderdeelcommissie mag volgens de WOR niet procederen; zij is echter vertegenwoordigd in de ondernemingsraad op clusterniveau, dus daar kan zij haar standpunt inbrengen. Door de heer Viskil is benadrukt dat men naar één organisatie moet toewerken, hetgeen tijd en de nodige inspanning vergt. Liever moet worden gesproken over de inhoud van zaken dan over procedures. De voorzitter vat samen.

-10- In strikt formele zin zal de Bedrijfscommissie moeten besluiten tot niet ontvankelijkheid, gezien de gewijzigde samenstelling van de indieners van het verzoek.

-11- Naar de inhoud bezien maakt de Kleine Commissie duidelijk dat het een goede zaak is om op afzienbare termijn te komen tot een ondernemingsraad op clusterniveau en twee onderdeelcommissies op locatieniveau (medezeggenschap volgt zeggenschap), waarbij goede afspraken moeten worden gemaakt over de bevoegdheden van de onderdeelcommissies (die moeten aansluiten op de bevoegdheden van de locatiedirecteur). Het zou een goede zaak zijn indien partijen zich de inspanning getroosten om tot de spoedige totstandkoming van de nieuwe medezeggenschap te komen. De Kleine Commissie zou van de bijzondere ondernemingsraad willen vernemen of het verzoek om bemiddeling wordt ingetrokken. Indien een formele uitspraak van de Bedrijfscommissie wordt verlangd, dan zal een nietontvankelijkverklaring worden uitgesproken. De voorzitter vraagt de aanwezige bor-leden om over het voormelde in overleg te treden met de overige bor-leden en de Bedrijfscommissie over een week te laten weten wat het resultaat is (intrekking verzoek dan wel verzoek om uitspraak). Van de zijde van de bor-leden van de locatie Alphen a/d Rijn wordt aangegeven dat zij niet gemachtigd zijn om namens de bijzondere ondernemingsraad op dit moment een besluit te nemen. Er zal eerst intern overleg moeten worden gepleegd, waarna de bijzondere ondernemingsraad een besluit zal nemen. Voorts wordt de bereidheid uitgesproken om met de bestuurder te overleggen over het maken van afspraken die moeten leiden tot spoedige invoering van de nieuwe medezeggenschapstructuur. Over ca. 1 week zal de bijzondere ondernemingsraad zijn standpunt kunnen mededelen. Van de zijde van de bestuurder wordt gevraagd om uitsluitsel van de bor-leden van de locatie Alphen a/d Rijn ten aanzien van het compromis dat de bestuurder inmiddels heeft gesloten met de locatie Haarlem. Indien de locatie Alphen a/d Rijn kan instemmen met dit compromis, dan is het geschil opgelost. De zitting wordt geschorst voor onderling beraad. De zitting wordt heropend.

-12- De bor-leden van de locatie Alphen a/d Rijn delen mede dat zij aan de bijzondere ondernemingsraad zullen voorstellen om het geschil in te trekken. Gelet op het feit dat de bor-leden van de locatie Haarlem reeds te kennen hebben gegeven dat zij dit ook wensen, kan de intrekking op korte termijn geschieden. De bor-leden locatie Alphen a/d Rijn zeggen toe dat de intrekking binnen ca. 1 week zal gebeuren. Ten aanzien van het door de bestuurder genoemde compromis geven de bor-leden van de locatie Alphen a/d Rijn aan dat zij dit zullen bespreken met de achterban (ondernemingsraad Alphen a/d Rijn). De bor-leden van de locatie Alphen a/d Rijn staan open voor het maken van afspraken met de bestuurder over de verdere vormgeving van de ondernemingsraad op clusterniveau, gekoppeld aan de instelling op locatieniveau van onderdeelcommissies, met de bevoegdheden van de ondernemingsraad ten aanzien van het onderdeel waarvoor de betreffende onderdeelcommissie is ingesteld. De voorzitter benadrukt dat het einddoel te weten de verkiezing per 1 oktober 2003 van een ondernemingsraad voor het cluster Penitentiaire Inrichtingen Midden Holland - vaststaat, het overleg dient zich te richten op het maken van afspraken waardoor de medezeggenschap op locatieniveau inhoud krijgt. Hij spreekt zijn tenslotte zijn waardering uit voor de coöperatieve houding van de bor-leden van de locatie Alphen a/d Rijn. Niets meer aan de orde zijnde wordt de bijeenkomst beëindigd. Den Haag, d.d. 9 december 2002 De Bedrijfscommissiekamer voor Rijk en Politie, namens deze,

-13- J.W. van Baarle voorzitter mw. J. C. Dekker secretaris