Lopik, 12 april 2017 Betreft: Advies herijking armoedebeleid gemeente Lopik 2017 Geacht college, In uw brief van 9 maart j.l. vraagt u ons om advies over het concept plan herijkingarmoedebeleid van de gemeente Lopik. Hierbij vraagt u ons met name te kijken naar de hoofstukken 4, 5 en 6 en de communicatie naar de betreffende doelgroepen. Wij concluderen uit dit stuk dat de gemeente staat voor de volgende uitdagingen: 1. Het gebruik en bereik van de minimaregelingen sluit niet aan bij het beraamde aantal huishouders dat hiervoor in aanmerking komt. 2. Het aantal huishoudens in Lopik met een laag inkomen wordt geraamd op 460 huishoudens. Hiervan doen 115 huishoudens een beroep op een uitkering 3. Er is armoede bij mensen die leven van een inkomen net boven het minimum (ZZP ers, gepensioneerden, flex-werkers) 4. Bijzondere bijstand wordt bijna niet toegekend en wordt bepaald door regionaal beleid. 5. Van de beschikbare budgetten wordt bijna de helft besteed aan uitvoeringskosten 6. Overschrijding van de budgetten van minimabeleid en kwijtscheldingen 7. Door het ontbreken van een computerregeling worden hier nu andere regelingen voor ingezet 8. Bestrijding van kinderen in armoede, als invulling van overheidsbeleid en uitgave van beschikbare budgetten. In de onderzoeksopzet missen we gesprekken met de betreffende huishoudens. Als adviesraad vinden we het noodzakelijk dat er gesproken wordt met betrokkenen over het te ontwikkelen beleid. Daarom hebben we als adviesraad met vier huishoudens in de doelgroep gesproken. Gezien het taboe op het onderwerp, willen we de privacy van deze gezinnen graag bewaken. Hierdoor kunnen we jullie niet voorzien van een gespreksverslag, maar delen we de belangrijkste conclusies. Wat in alle gesprekken naar voren kwam, zijn de zorgen over de toekomst en schaamte voor hun situatie. Binnen deze huishoudens wordt veel nagedacht over uitgaven en wordt voor hogere kosten gespaard. Alleen zo lukt het deze huishoudens om het hoofd boven water te houden. We geven wat quotes om het beeld in te kleuren gelukkig hoeven we nog niet naar de voedselbank, We zijn heel blij dat we hier kunnen wonen, ik leef alleen nog voor mijn kind. Op basis van de vier gespreken kunnen we een aantal conclusies trekken: 1. In alle situaties is sprake van meerdere problematieken. In alle huishoudens was sprake van een chronische ziekte, psychische aandoeningen of beperkingen. In alle gevallen resulteren die in hoge kosten. Maar ook verminderde mobiliteit, schuldenproblematiek na scheiding, taalvaardigheden of werkloosheid spelen een rol. 2. Veel regelingen zijn volkomen onbekend, mensen hebben geen idee waar ze informatie vandaan moeten halen. Terwijl veel huishoudens via AOW of Bijstand traceerbaar zijn.
3. De drempel naar de gemeente is enorm hoog. Niet alleen door een tekort aan of geschonden vertrouwen in de ambtelijke organisaties. Mensen willen niet graag bekenden tegenkomen binnen het gemeentehuis. 4. Slechts een beperkt deel maakt gebruik van de geboden regelingen. Vervolgens hebben we ons verdiept in het voorgestelde beleid. Dit is behoorlijk complex en we zien dat voorstellen niet altijd even helder geformuleerd zijn. Wij adviseren de gemeente om een tabel te maken van alle bestaande regelingen en vervolgens in een tweede kolom de voorgestelde verandering. En al is de begroting niet ons voornaamste aandachtspunt, vinden wij het zorgwekkend dat zo n groot deel van het beschikbare budget besteed wordt aan uitvoeringskosten van WIL. Ook denken we dat er meer aandacht nodig is voor de stapeling van kosten. Eigen bijdrage WMO, meerkosten voor sociale participatie, aangepast sporten, mobiliteit en ziektekosten zijn voorbeelden van kosten die nu buiten beschouwing worden gelaten. Terwijl dat juist de kosten zijn, die maken dat het beschikbare budget voor het organiseren van het huishouden beperkt worden. Wellicht is het logischer om aanvragen die los staan van bijstand (en dus niet primair behoren tot de doelgroep van WIL) in het BSL af te handelen. Juist omdat deze mensen daar ook terecht komen voor ondersteuning vanuit de WMO. Ook kan dit leiden tot efficiënter afhandelen van de aanvragen, waar door er meer geld terecht komt bij huishouders die het echt hard nodig hebben. Wat ons betreft is het bereik van de regeling het grootste probleem. Ons inziens is hiervoor meer nodig dan nu in het beleid is voorgesteld. Wij adviseren de gemeente hiervoor de volgende maatregelen te nemen: A. Benader de betreffende doelgroepen heel gericht met informatie. (zie onze feedback op het communicatieplan in bijlage A.) B. Zorg voor een laagdrempelige plek waar mensen terecht kunnen voor informatie. Wij denken hierbij aan een inloopuur op een neutrale plaats in de diverse kernen. Het gemeentehuis wordt door de doelgroep niet als laagdrempelig ervaren. Veel vluchtelingen vinden het Politiebord op de gevel onveilig en geboren Lopikers ervaren weerstand, omdat ze er mensen kennen. C. Zorg voor een professionele, maar onafhankelijke ondersteuning. Hierdoor komt de focus op het zoeken naar oplossingen in de specifieke situatie. Onafhankelijke ondersteuning kan hierbij worden ingezet om verborgen armoede op te zoeken. Wij denken hierbij aan de (part-time) inzet van een welzijnswerker of sociaal raadsman. Deze sociaal raadsman kan het onder B genoemde inloopuur bemensen. Op dit moment wordt dit voor ouderen ingevuld met vrijwilligers (comités), dat zouden we graag ondersteund/uitgebreid zien met een professional. Goede ondersteuning is ook essentieel als mensen niet aan de norm voldoen. Nu zien we dat mensen door deze teleurstelling een nog grotere drempel ervaren om op een ander moment alsnog iets aan te vragen. Een sociale raadsman kan dat voorkomen en de huishoudens (op afstand) blijven monitoren. Ook kan deze sociale raadsman als wegwijzer dienen bij andere problematieken, bijvoorbeeld schulden. D. Verhoog de drempel naar 125 %. Hierdoor kunnen alle mensen van alle leeftijden met een laag besteedbaar inkomen gebruik kunnen maken van de regelingen om sociale participatie te
vergroten en isolement en eenzaamheid tegen te gaan. Ook worden daarmee hogere kosten op termijn voorkomen. E. Zet in op laagdrempelige sociale participatie en activiteiten. Denk hierbij aan gratis deelname van lokale activiteiten. En zorg dat ook verenigingen de tegemoetkomingen op contributies kenbaar maken, zodat de financiën geen belemmering vormen voor lidmaatschap of deelname aan sociale activiteiten. F. Informeer intermediairs goed over de regelingen en de werkwijze van het breed sociaal loket. Biedt hen kaartjes/brochures aan waarin verwezen wordt naar het beschikbare inloopspreekuur. In de notitie worden een aantal belangrijke elementen buiten beschouwing gelaten. Dit betreft de bijzondere bijstand en de collectieve ziektekosten verzekering. Als adviesraad zijn we graag betrokken bij een herziening of nieuwe aanbesteding. Om de effectiviteit van het nieuwe beleid te kunnen monitoren ontvangen we graag over een jaar een voortgangsrapportage. Wij gaan dan graag weer in gesprek met de doelgroep om te horen hoe deze werkwijze in de praktijk wordt ervaren. Met grote betrokkenheid is door ons gewerkt aan dit advies. Extra gestimuleerd door het beeld wat wij kregen in de gesprekken met de betreffende huishoudens. Wij zijn dan ook van harte bereid om een toelichting te geven op onze adviezen en denken graag mee over de verdere invulling. Hoogachtend, Namens de adviesraad Sociaal Domein Lopik, A.E. Dogterom Bijlage: Advies communicatieplan minimabeleid
Bijlage A. Feedback communicatieplanminimabeleid Gezien de schaamte en weerstand die veel mensen voelen om aan te kloppen bij de gemeente voor ondersteuning is het noodzakelijk dat informatie breed beschikbaar en contact zoeken heel laagdrempelig is. Het voorliggende communicatieplan voorziet kan daarvoor nog geoptialiseerd worden. Wij pleiten voor het goed informeren van intermediairs en de communicatie meer doelgroepgericht te maken. Goed informeren van intermediairs Intermediairs zijn enorm belangrijk en binnen de gemeente heel actief. Een jaarlijkse informatie avond voor deze intermediairs kan helpen om hen goed de weg te wijzen binnen de gemeentelijke werkwijze. Daarnaast is het belangrijk dat ze beschikken over verwijskaartjes, zodat ze mensen eenvoudig kunnen verwijzen naar het loket van de gemeente (zie vorige punt). Bij voorkeur naar een open toegankelijk laagdrempelig spreekuur. Wij denken hierbij bijvoorbeeld aan een spreekuur gekoppeld aan het formulierenspreekuur in de Schouw. Informatie op de juiste plek Het voorstel om binnen Lopik posters en brochures te verspreiden lijkt ons te algemeen. Daarnaast hebben posters een beperkte houdbaarheidsdatum en zullen op den duur verdwijnen. Veel regelingen zijn echter gekoppeld aan kosten of activiteiten. Zo hoort informatie over kwijtschelding gemeentelijke heffingen op de betreffende pagina op de website. Nu wordt het daar wel genoemd, maar wordt niet toegelicht wanneer je daarvoor in aanmerking komt. Aan alle sport- en cultuurverenigingen zou gevraagd kunnen worden om gerichte informatie over het jeugdsportfonds en jeugdcultuurfonds op hun website bij contributie informatie te vermelden. School, kinderdagverblijf, consultatiebureau en peuterspeelzaal zijn goede informatieplekken voor regelingen voor gezinnen met kinderen. Informatie over seniorenregelingen past inderdaad goed in de Groene Gids. Ook voor ZZP-ers zijn er diverse netwerken, waarbij aangehaakt kan worden. Op de gemeentepagina zou standaard een klein kadertje geplaatst kunnen worden met verwijzing naar het spreekuur, zodat dit op een voor de doelgroep relevant moment vindbaar is. Een eenmalig artikel heeft hiervoor een te tijdelijk effect. Hierbij zou per keer een passende quote gebruikte kunnen worden. We geven wat voorbeelden: Ik heb nu WW, maar maak me zorgen over als die binnenkort stopt, Mijn inkomen ligt onder de., maar we hebben eigen woning, kan ik dan toch hulp krijgen om rond te komen? ik wil graag blijven sporten bij mijn club, maar ik kan de contributie niet meer opbrengen. Mijn kinderen willen graag mee op schoolreis, maar hoe financier ik dat? Door ziekte lopen de kosten op. Ik kan het allemaal niet meer betalen. Doelgroepgericht i.p.v. regeling gericht Er zijn op internet veel voorbeelden te vinden van brochures die meer op doelgroepen geschreven zijn. Gemeente Haarlem, Maastricht Heuvelland en ook de Nibud Geldkrant van Kerkrade hebben mooie
voorbeelden. Teksten als Samen komen we eruit!!! en Rondkomen valt niet altijd mee vinden wij niet passend, omdat het uiteindelijk toch om harde criteria gaat bij de beoordelingen. Deze toon lijkt het schaamtegevoel eerder te vergoten dan te verkleinen. Houdt het dus vooral wat zakelijker en wees helder over de criteria. Het is nu bijvoorbeeld niet helder of de bedragen bruto of netto zijn. Teksten als De gemeente Lopik doet meer voor mensen met minder of iemand die gequote wordt met Ik kan nu veel beter rondkomen spreken meer aan. Net als een wat menselijker beeld op de voorkant. Mocht er naast een verwijskaartje een brochure worden gemaakt dan zou de brochure als volgt opgebouwd kunnen worden. Wanneer kom je in aanmerking? Heeft u kinderen onder de 18 jaar? < toelichting op specifieke regelingen> Bent u tussen de 18 jaar en AOW? <toelichting op specifieke regelingen> Bent u boven de AOW-leeftijd? <toelichting op specifieke regelingen> Waar vind je meer informatie? Hoe vraag ik de regelingen aan? Kom naar het open spreek uur. Of maak een afspraak via Hulp nodig bij het invullen van de formulieren? De teksten mogen ook meer geschreven worden op de doelgroep. Nu gaat de informatie uit van de regeling. Begrijpelijker wordt het als er geschreven wordt vanuit de situatie van de doelgroep. Bijvoorbeeld: Hebt u langer dan 36 maanden een laag inkomen en bijna geen eigen geld of auto? Dan komt u wellicht in aanmerking voor. Ook de informatie op de website kan zo worden ingericht. Dat verhoogt de vindbaarheid.