Werkstuk ANW Pijnstillers (analgetica)

Vergelijkbare documenten
Pijnmedicatie. dr. Bart G.J. Dekkers, AIOS ziekenhuisfarmacie

Kennis update Pijnstillers

REUMATOLOGIE. NSAID s BEHANDELING

NSAID s. Reumatologie. alle aandacht

Pijn bij kanker, behandeling met medicijnen

Pijnstillers. Zo gebruikt u ze veilig

Pijn en pijnbehandeling bij Kanker Centrum Cabane

Pijnstilling. Poli Chirurgie Spoedeisende Hulp

Pijnbestrijding bij kanker

Package leaflet

NSAID s = Non Steroidal Anti Inflammatory Drugs: Diclofenac Indometacine Meloxicam Piroxicam Ibuprofen Naproxen Fenylbutazon Celecoxib Etoricoxib

Mijn drogist weet er meer van. Pijnstillers ZO GEBRUIKT U ZE VEILIG

NAPROXEN 500 MG TEVA zetpillen. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 28 november : Bijsluiter Bladzijde : 1

Fabels en feiten over morfine

Zorgeenheid Reumatologie en Klinische Immunologie, locatie AZU. Kortwerkende antireumatische middelen: NSAID s

FINIMAL, tabletten. Bayer B.V., Energieweg 1, 3641 RT Mijdrecht Bayer Consumer Care, Postbus 80, 3640 AB Mijdrecht

1 Pijnstillers. Leerdoelen

Ciclosporine (Neoral )

Menstruatiepijn VRAAG OVER UW MEDICIJNEN?

Morfine Feiten en fabels. Apotheek

Ciclosporine (Neoral ) bij constitutioneel eczeem (CE)

Oncologie. Morfine: fabels en feiten

Pijn bij kanker. Anesthesie. Locatie Hoorn/Enkhuizen

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS TROC TABLETTEN. Acetylsalicylzuur - Paracetamol - Coffeïne-anhydraat

Morfine. Fabels en feiten

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS TROC TABLETTEN. Acetylsalicylzuur - Paracetamol - Coffeïne-anhydraat

1. Wat is Leidapharm Paracetamol/Coffeïne 500/50 mg en waarvoor wordt het gebruikt

Het gebruik van morfine en veel voorkomende vragen

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT. APC, tabletten Acetylsalicylzuur Paracetamol Coffeine

RVG Version 2012_12 Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. APC Apotex, tabletten Acetylsalicylzuur Paracetamol Coffeine

PIJN BIJ KANKER SUPPLEMENT INFORMATIEWIJZER ONCOLOGIE

Sulfasalazine (Salazopyrine EC, salazosulfapyridine) bij reumatische aandoeningen

Spoedeisende Hulp. Patiënteninformatie. Gebruik van pijnstillers. Slingeland Ziekenhuis

Bijsluiter: informatie voor gebruikers. Roter APC, tabletten Acetylsalicylzuur Paracetamol Coffeine

PIJN BIJ KANKER SUPPLEMENT INFORMATIEWIJZER ONCOLOGIE. Inhoudsopgave 1. Inleiding

BIJSLUITER. PARACETAMOL/METOCLOPRAMIDE 1000/20 mg zetpil

dagziekenhuis inwendige geneeskunde Zoledroninezuur

H Medicijnen na een beroerte of TIA

Behandeling van pijn bij kanker

Behandeling met methotrexaat (MTX) bij sarcoïdose

METHOTREXAAT BIJ REUMATISCHE AANDOENINGEN FRANCISCUS GASTHUIS

Morfine. Informatie voor patiënten die in overleg met hun arts morfine gebruiken

PATIËNTEN INFORMATIE. Methotrexaat. (ledertrexate)/ MTX

Ustekinumab. (Stelara) Dermatologie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Ibuprofen 200 mg Focus Farma, filmomhulde tabletten Ibuprofen

2. Wat u moet weten voordat u Paracetamol comp. Apotex gebruikt

BIJSLUITER. BISACODYL 5 mg zetpillen

PARACETAMOL PCH zetpillen. DEEL IB : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 09 april 2004 Deel IB2 : Bijsluiter Bladzijde : 1

BIJWERKINGEN WAT KAN DE APOTHEKER VOOR MIJ DOEN MEER KANS OP BIJWERKINGEN VEEL VOOR- KOMENDE BIJWERKINGEN WISSELWERKING

2 Proposal for packaging, labelling & package leaflet page 1

Patiënteninformatie. Behandeling met APD. Gebruik en bijwerkingen terTER_

Methotrexaat bij reumatische aandoeningen. Maatschap Interne Geneeskunde IJsselland Ziekenhuis

ALEVE INTENSE 550 MG, omhulde tablet

PERDOFEMINA, filmomhulde tabletten

(Ibuprofenum) Ibuprofen 200 mg (als L-argininezout), L-arginine, natriumbicarbonaat, natriumsaccharine, aspartaam, saccharose, munt-aroma.

Pijnbestrijding. Wat is pijn? Leerdoelen en competenties. Samenvatting Pijnbestrijding 1/5

Antistolling (NOAC) bij atriumfibrilleren

Ciclosporine (Neoral) (bij huidaandoeningen)

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Ascal 600, poeder voor drank 600 mg Carbasalaatcalcium

Fabels en feiten over morfine

Sulfasalazine. Salazopyrine

1. Wat is Zafen 400 granulaat ZAMBON en waarvoor wordt het gebruikt?

Inleiding Wat is Methotrexaat? Voor welke patiënten is Methotrexaat geschikt? Wanneer mag Methotrexaat niet gebruikt worden?

Paracetamol/coffeïne 500/50 PCH, tabletten 500/50 mg Paracetamol / coffeïne

MORFINE INFORMATIE OVER HET GEBRUIK VAN MORFINE

Pijnstilling. Na uw bezoek aan de spoedeisende hulp

RVG Version 2010_11 Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. ACETYLSALICYLZUUR APOTEX NEURO 30 MG Acetylsalicylzuur

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Aspirine 500 Bruis, 500 mg, bruistabletten Acetylsalicylzuur

Wat is Tilcotil? 2. Wanneer wordt Tilcotil voorgeschreven? 2. Wanneer mag Tilcotil niet worden gebruikt? 2

PARACETAMOL PCH zetpillen. DEEL IB : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 28 juni 2012 Deel IB2 : Bijsluiter Bladzijde : 1

Roundup Pagina 1 van 10. Bijsluiter: informatie voor de gebruiker TROC TABLETTEN. Acetylsalicylzuur - Paracetamol - Coffeïne-anhydraat

BIJSLUITER. SULINDAC 100 mg tablet

Methotrexaat Voorgeschreven door de reumatoloog

INFORMATIE OVER RITUXIMAB (MABTHERA ) FRANCISCUS VLIETLAND

Pijnmedicatie bij acute en chronische pijn In mond, hoofd en aangezicht Denise van Diermen, arts

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Ascal 300, poeder voor drank 300 mg Carbasalaatcalcium

Oorzaken van pijn Pijnmedicatie

Deel I B-2 Panadol Plus Gladde tablet Maart 2010 Blz.1/6 RVG NL

Tumor Necrosis Factor (TNF)

BIJSLUITER 1/5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Aspirine 500 Bruis, 500 mg, bruistablet. Acetylsalicylzuur

Prednison voor de behandeling van de ziekte van Crohn en Colitis Ulcerosa

Package leaflet

Module Package Leaflet

BIJSLUITER. CHLORALHYDRAAT 100 mg/ml drank

Methotrexaat (MTX) Medicatie. Poli Reumatologie

Informatiebrochure. Pijnmedicatie. ziekenhuis maas en kempen. Dienst Spoedgevallen

Patiënteninformatie. Behandeling met APD. Gebruik en bijwerkingen terTER_

Behandeling van pijn bij kanker

Behandeling met een bisfosfonaat

Paracetamol Triangle Pharma 500 mg, dispergeerbare tabletten

Package Leaflet

Registratiehouder: Centrafarm B.V., Nieuwe Donk 3, 4879 AC Etten-Leur, Nederland.

INFORMATIE OVER METHOTREXAAT (LEDERTREXATE EMTHEXATE ) FRANCISCUS VLIETLAND

Geneesmiddelen bij jicht. Ontstekingsremmende pijnstillers (NSAID s), Corticosteroïden, Colchicine, Allopurinol, Benzbromaron Febuxostat

Artrose café 16 maart: Artrose en medicatie

BIJSLUITER. ERGOCOFFEÏNE 1 mg/100 mg zetpil

PREDNISON BIJ REUMATISCHE AANDOENINGEN

Prednis(ol)on bij de ziekte van Crohn en colitis ulcerosa

2. Wat u moet weten voordat u DA Paracetamol met Coffeïne 500 mg/50 mg gebruikt

IB-2 Panadol Zetpillen 1000 mg voor Volwassenen maart 2010 en Kinderen vanaf 12 jaar Blz.1/5 RVG NL

Transcriptie:

Werkstuk ANW Pijnstillers (analgetica) Werkstuk door een scholier 2968 woorden 11 juni 2003 7,4 85 keer beoordeeld Vak ANW 2. Wat is pijn? 'Pijn is een kwantiteit' werd gesteld door de heer Noordenbos in zijn beroemde proefschrift 'Pain' in 1959. De International Association for the Study of Pain definieert pijn als volgt: pijn is een onaangename sensorische en emotionele ervaring, die in verband wordt gebracht met bestaande of dreigende weefselbeschadiging of wordt beschreven in termen van weefselbeschadiging. Iedereen weet wat pijn is maar toch is het moeilijk er een omschrijving van te geven. Men zegt wel eens: Pijn is pijn, als iets pijn doet. Pijn is zowel een gewaarwording (bewust worden van een prikkel die pijn veroorzaakt) als een emotionele ervaring. Er komen in het lichaam chemische stoffen vrij die de zenuwuiteinden prikkelen. Die signalen worden doorgegeven aan de hersenen en daar ontstaat dan de pijngewaarwording. Pijn is dus een persoonlijk gevoel, maar in alle gevallen een akelig gevoel. Daarom moet het weggenomen worden. Soms kan niet altijd de oorzaak verwijderd worden of het verwijderen daarvan duurt te lang. 2.1 Pijn als klacht De beleving van pijn verschilt van individu tot individu en van moment tot moment. Zo zijn de aard van de pijn en de plaats waar de pijn gevoeld wordt belangrijk bij de emotionele beleving van pijn. Angst voor pijn en vrees voor de dood zijn van invloed op de wijze waarop pijn wordt verdragen. Niemand zal zich erg ongerust maken over hevige kiespijn, maar bij heftige pijn in de borst zal zo snel mogelijk een arts worden geraadpleegd. Pijn is een persoonlijke belevenis waarover een ander feitelijk niets zinnigs kan zeggen. Mensen kunnen over pijn klagen terwijl er voor een buitenstaander niets aan hen te zien is. Aan de andere kant komt het voor dat in het vuur van de strijd pijn nauwelijks gevoeld wordt en iemand pas later tot de ontdekking komt dat er een behoorlijke wond is. Pijn is in het contact met hulpverleners een zeer vaak geuite klacht. Pijn kan behalve van een werkelijk bestaande aandoening ook een uiting zijn van een andere klacht. Het kan een vraag om hulp zijn die niet op een andere manier gesteld kan worden. Alhoewel de pijn voor de betrokkene echt aanwezig is, is een oorzaak voor die pijn niet aantoonbaar. Zo zijn er mensen met ernstige vergroeiingen en afwijkingen aan de rug die nauwelijks klachten hebben. Maar er zijn ook mensen waar geen afwijkingen aantoonbaar zijn en die zich door de pijn nauwelijks kunnen bewegen. 2.2 Pijn als signaal Pijn heeft een signaalfunctie. Pijn betekent dat er iets mis is. Bij pijn die voortdurend aanwezig is, gaat die https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-anw-pijnstillers-analgetica Pagina 1 van 8

signaalfunctie verloren. Pijn kan dan tot last worden. Er is een aantal ernstige ziekten die zeker in het begin met weinig pijn gepaard gaan. Het signaal dat er iets mis is, is dan afwezig. Daarom wordt soms te laat met een behandeling begonnen. 2.3 Oorzaken van pijn Een paar voorbeelden van veel voorkomende soorten pijn en hun oorzaken zijn: hoofdpijn door (over)vermoeidheid of spanningen, maar ook door een hersenschudding, griep, migraine of een gezwel in de hersenen; kiespijn door irritatie van de tanden of kiezen bij koude of warme spijzen, maar ook door een zenuwontsteking of cariës; buikpijn als gevolg van menstruatie, buikkramp, nervositeit, maar ook door een darmontsteking of blindedarmontsteking. Als de oorzaak van de pijn bekend is, moet als dat kan aan die oorzaak iets gedaan worden. Bij kiespijn kan één of twee dagen met een pijnstiller volstaan worden, maar dan zal toch echt een tandarts geraadpleegd moeten worden. 3. Hoe werken pijnstillers (Analgetica )? 3.1 Centraal werkende analgetica. Ten eerste zijn er de pijnstillers die in het centraal zenuwstelsel aangrijpen, de centraal werkende analgetica. Ze worden ook wel morfinamimetica (= werkt als morfine) genoemd. Deze pijnstillers hebben een sterke werking, maar ze zijn heel verslavend. Daarom worden deze middelen alleen bij zeer ernstige pijn gebruikt. 3.2 Perifeer werkende analgetica. Ten tweede zijn er de pijnstillers die perifeer (= verspreid in het lichaam) werken, de perifeer werkende analgetica. Ze worden ook wel anti-pyretische analgetica genoemd, omdat ze koorts verlagen (pyros = vuur). Acetylsalicylzuur (Aspirine) valt onder de perifeer werkende analgetica. Paracetamol niet, dat is een centraal werkende pijnstiller. 3.3 Anti-pyretische werking Omdat paracetamol wel dezelfde anti-pyretische werking heeft als de perifeer werkende analgetica, zal deze groep nu uitgediept worden. De anti-pyretische analgetica gaan allen de vorming van bepaalde stoffen, prostaglandines, in het lichaam tegen. Prostaglandines hebben de volgende vier functies die hier van belang zijn: -het in stand houden van het beschermende maag- en darmslijmvlies, -het positief beïnvloeden van de doorbloeding van de nier, https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-anw-pijnstillers-analgetica Pagina 2 van 8

-het gevoeliger maken van sensorische zenuwuiteinden bij pijnprikkels en -het bevorderen van ontstekingsreacties (roodheid, warmte, pijn). Als nu de vorming van prostaglandines geremd wordt, zullen bovenstaande functies afnemen. Voor de onderste twee functies is dit gevolg nuttig, voor de bovenste twee niet. Bijwerkingen van perifeer werkende analgetica zijn dan ook maag- en darmklachten en afname van de nierfuncties. 4. Welke verschillende soorten analgetica zijn er? De analgetica worden onderverdeeld in: niet-opioïden, opioïden. De niet-opioïden zijn gewone pijnstillers. Een aantal daarvan is zonder recept verkrijgbaar. De opioïden zijn de sterke pijnstillers. Deze zijn alleen op recept verkrijgbaar. 4.1 Niet-opioïden De niet-opioïden zijn de gewone pijnstillers. Deze stoffen verlichten de pijn door te voorkomen dat de stoffen die bij een weefselbeschadiging vrijkomen, een zenuwprikkeling kunnen geven. De pijnstillende werking is minder dan die van de opioïden. Ze worden daarom alleen gebruikt bij lichte tot matige pijn. Tot deze groep pijnstillers behoren ook middelen die naast een pijnstillende werking, een koortsdempende en soms een ontstekingsremmende werking hebben. De medische term voor koortsdempend is antipyretisch. De term antiflogistisch betekent ontstekingsremmend. We onderscheiden bij de nietopioïden de volgende groepen: paracetamol, prostaglandinesynthetaseremmers of NSAID s, waaronder de salicylaten, combinatiepreparaten. 4.1.1 Paracetamol Paracetamol (Finimal, Panadol) is de eerste keus als het gaat om pijnbestrijding. Het heeft een goede pijnstillende en koortsdempende werking. Paracetamol heeft bij normaal gebruik nauwelijks bijwerkingen. Heel zelden komt overgevoeligheid voor. Bovendien geeft paracetamol geen problemen wanneer men andere geneesmiddelen gebruikt. Het kan worden gebruikt door kleine kinderen, en (matig) gebruik tijdens de zwangerschap of tijdens diarree is geen bezwaar. Het middel geeft geen maagklachten zoals andere pijnstillers. Bovendien mag het gebruikt worden door gebruikers van antistollingsmiddelen. Het nadeel van paracetamol is dat het erg giftig is bij chronisch gebruik en bij overdosering. Bij (zelf)vergiftiging met paracetamol kunnen onherstelbare leverbeschadigingen optreden. 4.1.2 Prostaglandinesynthetaseremmers/salicylaten Prostaglandine is een stof die in het lichaam wordt gevormd. Prostaglandinen spelen een belangrijke rol in het pijnproces. Ze spelen een rol bij het ontstaan van pijnprikkels en het doorgeven van die prikkels aan het centrale zenuwstelsel. De pijnprikkel wordt via zenuwen doorgegeven aan het ruggenmerg en van https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-anw-pijnstillers-analgetica Pagina 3 van 8

daaruit verplaatst de prikkel zich naar de hersenen. In de hersenen wordt de prikkel herkent als pijn. Door de vorming van prostaglandinen te remmen vermindert de pijnprikkel. Alle prostaglandinesynthetaseremmers hebben daarom een pijnstillende werking. Deze middelen hebben daarnaast een koortsdempende en/of ontstekingsremmende werking. De prostaglandinesynthetaseremmers worden ook wel non-steriodal anti-inflammatory drugs (NSAID s) genoemd. Deze pijnstillers worden gebruikt bij lichte tot matige pijn zoals hoofdpijn, kiespijn, spierpijn, hevige menstruatiepijn. Bovendien worden ze gebruikt bij ontstekingen of pijnlijke aandoeningen van de gewrichten, spieren en pezen. Een veel voorkomende bijwerking van alle prostaglandinesynthetaseremmers is het ontstaan van maagklachten. Langdurig gebruik van deze middelen kan leiden tot een maagzweer. Dit is een gevolg van het werkingsmechanisme. De in het lichaam gevormde prostaglandinen hebben een beschermende werking op het maagslijmvlies. Als de vorming van het natuurlijke prostaglandine geremd wordt, neemt die beschermende werking af. Daardoor kan het maagzuur het maagslijmvlies gemakkelijker irriteren. Deze bijwerking is niet afhankelijk van de toedieningsweg. De bijwerking kan dus optreden na zowel orale als na rectale toediening. Alleen de directe inwerking op het maagslijmvlies komt bij rectale toediening niet voor. Bij kortdurend gebruik van NSAID s is de kans op ernstige maagklachten gering. Een andere bijwerking is overgevoeligheid en daardoor benauwdheid bij astmapatiënten. Deze bijwerking komt zelden voor. Mensen die overgevoelig zijn voor NSAID s kunnen als reactie een astma-aanval krijgen. Wanneer je ooit een maagzweer hebt gehad kun je deze middelen ook niet gebruiken. Bij langdurig, chronisch gebruik van deze middelen kan nierbeschadiging optreden. Een veel voorkomende interactie is die met antistollingsmiddelen. Het gebruik van antistollingsmiddelen en NSAID s geeft een sterkere ontstolling van het bloed. Dat kan leiden tot bloedingen. Bij kortdurend gebruik van de pijnstiller moet de patiënt geadviseerd worden de trombosedienst in te lichten. 4.1.3 Preparaten De bekendste en meest gebruikte vertegenwoordigers van deze groep pijnstillers zijn: acetylsalicylzuur (Aspro, Aspirine), carbasalaatcalcium (Ascal) diclofenac (Voltaren), ibuprofen (Advil, Brufen, Femapirin, IbosureI, Nurofen, Relian, Zafen), naproxen (Aleve, Femex, Naprosyne). Acetylsalicylzuur, ibuprofen en naproxen zijn ook zonder recept verkrijgbaar. 4.1.4 Combinatiepreparaten Combinatiepreparaten zijn preparaten die verschillende werkzame bestanddelen bevatten. Sommige pijnstillers zijn combinatiepreparaten. Het is voor veel preparaten niet bewezen dat een combinatiepreparaat een sterkere pijnstillende werking heeft. De onderstaande stoffen worden veelal met paracetamol of acetylsalicylzuur gecombineerd: codeïne: deze stof behoort tot de opioïden. Codeïne versterkt de werking van de niet-opioïden. Dit is een zinnige combinatie. De arts kan deze combinatie voorschrijven als paracetamol alleen onvoldoende werkzaam is. coffeïne: deze stof zou de werking van paracetamol of acetylsalicylzuur versterken. Bovendien zou de https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-anw-pijnstillers-analgetica Pagina 4 van 8

slaperigheid worden bestreden die ontstaat door zenuwdemping. Het bewijs is hiervoor niet geleverd. propyfenazon komt voor in combinatiepreparaten als Saridon en Propyfenazon Comp. In deze preparaten is het gecombineerd met acetylsalicylzuur, paracetamol en coffeïne. Er is geen bewijs dat deze middelen beter werken dan enkelvoudige preparaten. Verder zijn er nog stoffen die aan acetylsalicylzuur en paracetamol worden toegevoegd. Daarmee wordt de suggestie gewekt dat het een speciaal preparaat is, bijvoorbeeld tegen griep en/of verkoudheid. Toegevoegd worden bijvoorbeeld vitamine C (ascorbinezuur) of kinine. Deze toevoegingen zijn uitsluitend voor reclamedoeleinden, niet vanwege de vermeende werking. 4.2 Opioïden De opioïden hebben een sterke pijnstillende werking en veroorzaken een andere beleving van pijn. Vanwege de veel voorkomende, ernstige bijwerkingen zijn deze pijnstillers alleen geschikt voor gebruik bij hevige acute pijn. Ze worden ook toegepast bij hevige chronische pijn die onvoldoende reageert op gewone pijnstillers. Een zeer hinderlijke bijwerking van opioïden is obstipatie of verstopping. Om die reden moet gebruik van een opioïd altijd gecombineerd worden met het gebruik van een laxeermiddel. Andere veel voorkomende bijwerkingen zijn sufheid en ademhalingsdepressies. Bij langdurig gebruik ontstaat bij veel opioïden gewenning, waardoor steeds meer middel nodig is voor hetzelfde effect. Vanwege het verslavingsgevaar vallen bijna alle opioïden onder de Opiumwet. 4.2.1 Morfine Morfine is het meest gebruikte opioïd. De opname van morfine na orale en rectale toediening wisselt sterk per persoon. Daarom is oraal toegediende morfine niet geschikt voor de behandeling van acute pijn. Bij orale toediening moet morfine gegeven worden in een preparaat met gereguleerde afgifte, zoals Kapanol en MS Contin. Het injecteren van morfine met een naald geeft de snelste en sterkste pijnstilling. Een arts heeft om die reden altijd morfine-ampullen in de dokterstas. 4.2.2 Codeïne Codeïne heeft een minder sterke werking dan morfine, maar ook minder bijwerkingen. Het wordt als pijnstiller altijd gecombineerd met niet-opioïden (paracetamol, acetylsalicylzuur) waardoor een sterke pijnstillende werking ontstaat. 4.2.3 Fentanyl Fentanyl wordt bij chronische pijnstilling toegepast in de vorm van een pleister. De pleister hoeft slechts tweemaal per week verwisseld te worden. Tramadol is een opioïd dat gebruikt wordt bij matig ernstige pijn. Als de arts niet uitkomt met de nietopioïden kan tramadol worden toegevoegd. Omdat van tramadol geen gegevens bekend zijn over verslaving, valt dit middel niet onder de recept- en bewaarbepalingen van de Opiumwet. 4.2.4 Methadon Methadon heeft een goede pijnstillende werking na orale toediening. Methadon wordt vooral toegepast https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-anw-pijnstillers-analgetica Pagina 5 van 8

als vervangingsmiddel bij de behandeling van heroïne en/of morfineverslaafden om de onthoudingsverschijnselen tegen te gaan. 4.3 Meest bekende pijnstillers. Aspirine De bekendste pijnstiller, die ook de ontsteking remt kan worden ingenomen bij allerlei soorten pijn. Aspirine kan de maagwand echter aantasten en bloedingen veroorzaken. Het is daarom het beste aspirine alleen in te nemen als u weet dat u ertegen kan. Extra voorzichtig moet u zijn wanneer u al eens maagklachten hebt gehad of bloedverdunnende middelen slikt. Ook bij kinderen is voorzichtigheid geboden en is het verstandig even met de huisarts te overleggen. Aspirine is vrij verkrijgbaar. Paracetamol Een veel gebruikt geneesmiddel dat ook geschikt is voor mensen die gevoelig zijn voor aspirine. Paracetamol remt in de standaarddosering echter de ontsteking niet. Het is alleen een pijnstiller. Het is onverstandig om meer in te nemen dan de dosering die vermeld staat op de verpakking. Een te hoge dosis kan ernstige leverbeschadigingen tot gevolg hebben. De maximale dosering is 8 tabletten van 500 milligram per etmaal. Paracetamol is vrij verkrijgbaar. Ibuprofen Ibuprofen behoort tot de groep van de NSAID's, maar is in een lagere dosering vrij verkrijgbaar. Vaak gebruikt als pijnstiller bij hoofdpijn en menstruatiepijn. Het remt, net als aspirine, ook de ontsteking. Evenals andere pijnstillers kan dit geneesmiddel buikpijn, diarree, misselijkheid, brandend maagzuur en duizeligheid veroorzaken. Ibuprofen mag niet ingenomen worden wanneer men weleens last heeft gehad van een maagzweer. NSAID's Dit is een afkorting voor moderne reuma-geneesmiddelen die de pijn bestrijden, de ontsteking remmen en de koorts verlagen. Dit zijn zeer effectieve geneesmiddelen die in principe alleen op voorschrift van een arts verkrijgbaar zijn. Ze worden zowel voorgeschreven bij acute als bij chronische pijn, spier- en gewrichtsklachten. Sommige NSAID's kunnen ernstige bijwerkingen veroorzaken, zoals maag- en darmklachten. Reumamiddelen Bij reuma worden twee soorten pijnstillers het meest gebruikt: salicylaten (acetylsalicylzuur) en de NSAID's. Beide soorten medicijnen zijn pijnstillend en ontstekingsremmend. De meeste van die middelen zijn alleen op recept te krijgen. Soms zijn er bijwerkingen. Bijvoorbeeld maagpijn, misselijkheid en braken. Als je merkt dat gewone dingen opeens opmerkelijk veranderen (bijvoorbeeld als de ontlasting zwart van kleur wordt) moet de arts onmiddellijk op de hoogte worden gesteld. Migrainemiddelen Er zijn medicijnen die een migraine aanval kunnen voorkomen en medicijnen die de pijn bestrijden nadat er https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-anw-pijnstillers-analgetica Pagina 6 van 8

een aanval is opgetreden. Bij een aanval bent je meestal ook misselijk en heb je braakneigingen. Daarom kan de dokter ook een antibraakmiddel voorschrijven samen met een pijnstiller. Als een gewone pijnstiller niet helpt, zal de dokter ergotamine geven. Dit middel kan ernstige bijwerkingen hebben; je moet je strikt houden aan de voorgeschreven hoeveelheid. Bij te grote doses, kan de hoofdpijn daardoor juist weer erger worden. Zo komt je van de regen in de drup. Zware pijnstillers Bij hevige pijn zoals na operaties, een ernstig ongeluk of bij kanker, kan de dokter zware pijnstillers voorschrijven (morfine preparaten). Deze middelen kunnen veel bijwerkingen geven zoals misselijkheid, lage bloeddruk, sufheid, verstopping en problemen met de ademhaling. De dokter zal deze middelen zo kort mogelijk proberen voor te schrijven 5. Behandeling van pijn 5.1 Acute en chronische pijn Bij pijn wordt onderscheid gemaakt in acute pijn en chronische pijn. Bij acute pijn is de oorzaak vrijwel altijd duidelijk. De keuze van de behandeling wordt gemaakt op grond van de klachten. Bij acute pijn reageert de patiënt bijna altijd goed op een behandeling met pijnstillers. Bij chronische pijn bestaat de pijn al langer en is de oorzaak niet altijd duidelijk. Ook hier vindt de behandeling plaats op grond van de klachten. Veelal zal ook bij chronische pijn een pijnstiller worden voorgeschreven, maar soms is dat niet voldoende. Bij chronische pijn worden ook andere soorten medicijnen gebruikt. Bij de behandeling van pijn wordt rekening gehouden met de oorzaak. Bij reumatische pijnen bijvoorbeeld wordt de pijn veroorzaakt door een ontsteking in de gewrichten. In dat geval kiest de arts voor pijnstillers die ook de ontsteking remmen. Vooral voor mensen met chronische pijn is het belangrijk dat ze goed op de hoogte zijn van de werking van het geneesmiddel. Een pijnpatiënt moet zelf op grond van zijn klachten beslissingen nemen over de dosering die hij nodig heeft of denkt nodig te hebben. Bij chronische pijn moet rond de klok worden gedoseerd. Zo wordt voorkomen dat de patiënt zo veel pijn krijgt dat hij niet meer voldoende reageert op pijnstillers. Chronische, voortdurend aanwezige pijn kan mensen tot wanhoop brengen. Patiënten met chronische pijn bezoeken vaak verschillende specialisten in een poging om van hun pijnen af te komen. Naast pijnstillers bestaat er nog een grote verscheidenheid aan andere pijnbestrijdingsmethoden. Enkele voorbeelden zijn: acupunctuur, chirurgische ingrepen in het zenuwstelsel, zenuwblokkade, hypnose en gedragstherapie. Naast pijnstillers worden in de farmacotherapie ook kalmeringsmiddelen gebruikt en middelen die de zenuwgeleiding beïnvloeden. Een gevaar bij onbeperkte pijnbestrijding is dat de pijn als waarschuwingssignaal wordt onderdrukt. De patiënt stelt zichzelf dan soms aan een te grote belasting bloot. Een te grote belasting kan een ontsteking of slijtage verergeren, waardoor een vicieuze cirkel ontstaat. Er ontstaat opnieuw pijn die onderdrukt wordt waarna opnieuw een te grote belasting plaatsvindt, enzovoort. 5.2 Vierstappenplan https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-anw-pijnstillers-analgetica Pagina 7 van 8

Voor de behandeling van ernstige chronische pijn is een vierstappenplan ontwikkeld. De gezamenlijke kankercentra adviseren de arts bij pijnbestrijding de volgende stappen te volgen: Stap 1: oraal of rectaal een niet-opioïd. Stap 2: codeïne toevoegen aan Stap 1. Stap 3: oraal of rectaal een opioïd. Stap 4: overstappen op parenterale opioïd-toediening (epiduraal, subcutaan ). In de praktijk zul je bij ernstig zieke patiënten deze overstap meemaken. Bovendien zul je ervaren dat voor de opioïden steeds meer gewenning optreedt. De dosis zal verhoogd worden, soms tot ver boven de maximale dosering. 5.3 Bijwerkingen Wanneer een van deze klachten optreed moet men direct een arts raadplegen. Deze klachten komen niet zelden voor en zijn meestal het gevolg van de medicijnen die gebruikt worden. Opkomend of brandend maagzuur Jeuk, huiduitslag, netelroos of eczeem Duizeligheid, nachtmerries of huiduitslag Misselijkheid, al dan niet met een brandend gevoel of braken Zware ontlasting door bloedverlies in het maagdarmkanaal Diarree Hardnekkige pijn in de maag of borst die naar de rug uitstraalt Kortademigheid of sneller vermoeid zijn Slapeloosheid Gezwollen enkels of zwellingen die wijzen op vochtophoping 5.4 Tips bij het nemen van geneesmiddelen Wees alert op eventuele bijwerkingen, waaronder maagklachten en meld deze altijd bij uw arts. Wacht niet met de arts hierover te informeren tot uw volgende afspraak. Slik geen geneesmiddelen op de nuchtere maag, behalve wanneer dat uitdrukkelijk staat aangegeven. Laat uw arts en apotheker altijd weten welke geneesmiddelen u al gebruikt, zodat u geen geneesmiddelen met dezelfde of met tegengestelde werking krijgt. Zorg ervoor dat u precies weet hoe en wanneer u uw geneesmiddelen moet innemen. Als u hierover twijfelt, neem dan altijd contact op met uw arts of apotheker. Neem nooit meer in dan is voorgeschreven. Gebruik nooit geneesmiddelen van anderen. Gebruik nooit geneesmiddelen waarvan de houdbaarheids datum verlopen is. Breng deze terug naar de apotheek of lever ze af bij de gemeente als klein chemisch afval. Draag altijd een kaartje bij u waarop de medicijnen staan die u gebruikt. Informeer ook uw tandarts of u geneesmiddelen gebruikt. https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-anw-pijnstillers-analgetica Pagina 8 van 8