Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Vergelijkbare documenten
REGLEMENT VAN ORDE VAN HET BENELUX-GERECHTSHOF

(artikel 5, lid 2, van het Verdrag van 31 maart 1965, betreffende de instelling en het statuut van het Hof)

Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof. Geconsolideerde versie

PROCEDUREREGELING VAN DE KAMER VAN BEROEP VAN DE CENTRALE COMMISSIE VOOR DE RIJNVAART

BENELUX. ~ A 2005/3/11 (Executive) COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARRÊT du 29 juin En cause : S.A. D'IETEREN. contre BUREAU BENELUX DES MARQUES

PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van Vlaams Dopingtribunaal vzw )

TEKST VAN HET VERDRAG, ZOALS GEWIJZIGD DOOR DE PROTOCOLLEN VAN 10 JUNI 1981 EN 23 NOVEMBER 1984 (Officieuze coordinatie)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 februari 2008 (07.02) (OR. en) 5952/08 JUR 25 COUR 1

ISSN Benelux-Publicatieblad

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2010/8/10 ARREST. Inzake: Naam : Benelux Organisatie voor de Intellectuele Eigendom. Tegen:

Benelux-verdrag inzake tekeningen of modellen

(nieuw) PROCEDUREREGLEMENT VAN HET VLAAMS DOPINGTRIBUNAAL (2013)

(in werking getreden op 1 januari 1974)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

ISSN Benelux Publicatieblad

Arrest van 15 december 2003 in de zaak A 2002/2 BENELUX-MERKENBUREAU VLAAMSE TOERISTENBOND. Procestaal : Nederlands

Instantie. Onderwerp. Datum

Benelux-verdrag inzake de warenmerken

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF A 2015/1/6 ARREST. Inzake: Naam : BVBA Upper At Home. Tegen: Naam : BVBA The Works. Procestaal: Nederlands ARRET

HET HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

Reglement voor de ondernemingsraad van de provincie Zeeland

: LANDSVERORDENING houdende goedkeuring van het Reglement van Orde voor de ministerraad

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

Bijlage 7 Regl. v.orde v.h. College van Beroep voor de Examens

VERORDENING bezwaarschriften 2011

HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN DE VLAAMSE TOEZICHTCOMMISSIE VOOR HET ELEKTRONISCHE BESTUURLIJKE GEGEVENSVERKEER

ingevolge artikel 14 van de statuten van de vereniging

PROCEDUREREGLEMENT. Raad van de. Versie

~ A 98/2/21. Arrest van 1 december 2004 in de zaak A 98/2 BENELUX MERKENBUREAU. Arrêt du 1 er décembre 2004 dans l'affaire A 98/2

HET HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE

Huishoudelijk reglement van de deputatie (Artikel 55 Provinciedecreet)

ISSN Benelux Publicatieblad

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Wijziging van het reglement voor de procesvoering van het Gerecht van eerste aanleg

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1956 No. 104

PARLEMENTAIRE OVERLEGCOMMISSIE

Arrêt du 28 avril 2003 dans l affaire B 2001/ Langue de la procédure : le français

ARREST. Benelux-Organisatie voor de Intellectuele Eigendom. Procestaal: Nederlands ARRET. Organisation Benelux de la Propriété intellectuelle

2017 no. 12 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Eerste Kamer der Staten-Generaal

lid van de vereniging : een aspirant-lid, gewoon lid dan wel buitengewoon lid van de vereniging;

GECOÖRDINEERDE STATUTEN PER 8 JUNI 2018

Verordening behandeling bezwaarschriften Schieland en de Krimpenerwaard

Huishoudelijk reglement. bedoeld in artikel 23 h van de Rijksoctrooiwet zoals gewijzigd per 1 juni Artikel 1 - Zetel van de Orde

OCMW LEUVEN HUISHOUDELIJK REGLEMENT VAN HET VAST BUREAU

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Vertaling 1 A 2012/2/5 ARRET. En cause : BELGACOM. Contre: ALPHACOM. Langue de la procédure : le français ARREST

Tweede Kamer der Staten-Generaal

6 FEBRUARI Koninklijk besluit tot regeling van de organisatie en de werking der raden van de Orde der geneesheren.

BENELUX ~ A 2004/4/11 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. ARRET du 24 octobre En cause. Etat belge. contre. De La Fuente

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

GECOÖRDINEERDE STATUTEN

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

MANDATENLIJST EN VERMOGENSAANGIFTE

BENELUX COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Zaak A 98/2 Campina Melkunie / Benelux-Merkenbureau

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar A/ Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Sliedrecht; Regeling behandeling rechtspositionele bezwaren regio Drechtsteden

Het bestuur van het Noordelijk Belastingkantoor; Gelet op de hoofdstukken 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht;

Definitief reglement ondernemingsraad HMC (zie: WOR, artikel 8)

PUBLIC. Brussel, 2 februari 2010 (03.02) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 5931/10 LIMITE JUR 56 INST 25 COUR 12

Procesreglement College van Toezicht en Raad van Beroep

RAAD VAN STATE. Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State (artikelen 2, 3, 3bis, 4, 6bis, 84, 85, 85bis)

Besluit van de Deputatie

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Aa en Hunze, ieder zoveel het hun bevoegdheden betreft,

Verordening op het recht van enquête van Provinciale Staten van Limburg 2018

Openbaar lichaam PlusTeam. Reglement van Orde van het Algemeen Bestuur

DE PROCEDURE IN TUCHTZAKEN VAN DE ORDE DER GENEESHEREN

Dit reglement is getoetst aan de NEN-ISO norm 10002:2004:IDT Richtlijnen voor klachtenbehandeling in organisaties

Reglement Administratieve Sancties. Politiezone HEKLA. Gemeente EDEGEM

ARREST van 20 oktober 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 20 octobre 1997 dans l affaire A 96/

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Reglement van orde van het College van Beroep voor de examens

Hof van Cassatie van België

VLAAMS PARLEMENT DEONTOLOGISCHE CODE. van de Vlaamse volksvertegenwoordigers inzake dienstverlening aan de bevolking REGLEMENT VAN ORDE

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de Europese Unie; (met Protocollen) Maastricht, 7 februari 1992

vast te stellen het Reglement ondernemingsraad gemeente Leek. I. Begripsbepalingen

STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID VAN MINISTERS. Wet van 25 juni 1998 tot regeling van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ministers 1

Wijziging tuchtrecht stichting TBNG Tuchtrechtspraak. Hoofdstuk 1 Algemeen. Artikel 1 Definitiebepaling

Arrest van 19 december 1997 in de zaak A 96/ Arrêt du 19 décembre 1997 dans l affaire A 96/

Hof van Cassatie van België

RAAD VOOR HET VERBRUIK HUISHOUDELIJK REGLEMENT

Verordening behandeling bezwaarschriften 2006

WETBOEK VAN ECONOMISCH RECHT. Boek XIII

IB / blad 1 DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN VAN: WONINGSTICHTING BARNEVELD GEVESTIGD TE BARNEVELD PER 6 NOVEMBER 2018 Hoofdstuk I. AL

BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 december 2006 (OR. en) 14712/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0274 (CNS) PI 64 OC 841

Extracten van het wetboek van vennootschappen

Procedureregeling commissie bezwaarschriften Sociale Dienst Oost Achterhoek

BENELUX ~ A 2009/1/10 COUR DE JUSTICE GERECHTSHOF. Arrest van 20 april 2010 in de zaak A 2009/1. Inzake. BOUSSE-GOVAERTS e.a. tegen COLORA BOELAAR

verordening op het onderzoeksrecht van de raad

Huishoudelijk reglement voor de Orde van Advocaten en de raad van de orde in het arrondissement Amsterdam

Reglement van Tuchtrechtspraak NOAB

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

ARREST van 12 mei 1997 in de zaak A 96/ ARRET du 12 mai 1997 dans l affaire A 96/

Hof van Cassatie van België

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 14 OKTOBER 2018 B E R I C H T

C O N C E P T. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 maart 2017, corsanummer ;

REGLEMENT op de Tuchtrechtspraak voor leden van IIA Nederland. Vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering van IIA Nederland op 7 december 2016

Transcriptie:

STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 40302 17 juli 2018 REGLEMENT van orde van het Benelux-Gerechtshof, Ministerie van Justitie en Veiligheid INHOUD Inleidende bepaling Hoofdstuk 1: Statuut van de leden van het Hof, het parket en de griffie Hoofdstuk 2: Van de president, de vicepresidenten en de kamerpresidenten Hoofdstuk 3: Van de eerste advocaat-generaal- hoofd van het parket, de advocaten-generaal en de plaatsvervangende advocaten-generaal Hoofdstuk 4: Organisatie van het Hof Hoofdstuk 5: Zetel, zittingen en recesperiodes Hoofdstuk 6: Van de beraadslaging van het Hof en de uitspraak Hoofdstuk 7: Van de algemene vergadering van het Hof Hoofdstuk 8: Van de Griffie, de griffier, de vertalers en de tolken Hoofdstuk 9: Van de publicaties van het Hof Hoofdstuk 10: Opheffingsbepalingen en inwerkingtreding INLEIDENDE BEPALING In dit Reglement wordt verstaan onder: Verdrag : het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof, ondertekend te Brussel op 31 maart 1965, zoals het is gewijzigd door het Protocol van 10 juni 1981 tot wijziging van artikel 1 van genoemd verdrag, door het Protocol van 23 november 1984 tot wijziging en aanvulling van genoemd Verdrag en door het protocol van 15 oktober 2012; Protocol inzake de rechtsbescherming : het Aanvullend Protocol bij het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Benelux-Gerechtshof inzake de rechtsbescherming van de personen in dienst van de Benelux Economische Unie, ondertekend te s-gravenhage op 29 april 1969, zoals het is aangevuld door het Protocol van 11 mei 1974 betreffende de rechtsbescherming van de personen in dienst van het Benelux-Merkenbureau en het Benelux-Bureau voor Tekeningen of modellen en het Aanvullend protocol bij het Verdrag betreffende de instelling en het statuut van een Beneluxgerechtshof inzake de rechtsbescherming van de personen in dienst van de Benelux-organisatie voor de intellectuele eigendom, ondertekend te Brussel op 24 oktober 2008. Instellingen : het Benelux-comité van Ministers, de Benelux Raad, de Raadgevende interparlementaire Benelux Raad, het Benelux-Gerechtshof, het Benelux Secretariaat-generaal HOOFDSTUK I STATUUT VAN DE LEDEN VAN HET HOF EN VAN DE GRIFFIE Artikel 1 Aanvang ambtstermijn en eedaflegging 1. De ambtstermijn van een magistraat gaat in zodra de eed door hem is afgelegd. 2. De leden van het Hof, van het Parket en van de Griffie leggen op de eerste openbare terechtzitting van de Eerste Kamer de eed af zo hun nationale wetgeving daartoe de mogelijkheid biedt desgewenst de belofte af: zij die de Belgische nationaliteit hebben in het Nederlands of in het Frans, overeenkomstig hun nationale wetgeving; zij die de Luxemburgse nationaliteit hebben in het Frans; zij die de Nederlandse nationaliteit hebben in het Nederlands. 3. Tijdens een Algemene Vergadering, leggen de president en de president van de Tweede Kamer de volgende eed of belofte af: Ik zweer (beloof) dat ik mijn ambt eerlijk, nauwgezet en onpartijdig zal vervullen en het geheim van de raadkamer zal bewaren. 1 Staatscourant 2018 nr. 40302 17 juli 2018

De raadsheer of rechter die een onderbroken mandaat voltooit legt na zijn verkiezing de eed af op de eerste openbare terechtzitting van de Eerste Kamer. 4. Nadat de president of de president van de Tweede Kamer hun de formule voor de eed of de belofte heeft voorgehouden, zoals deze voor de leden van het Hof en van het Parket volgt uit artikel 4, lid 2, van het Verdrag en voor de griffier en de substituut-griffiers uit artikel 4, lid 3, van het Verdrag, leggen de leden van het Hof, van het Parket en van de Griffie deze eed of deze belofte af, wat de raadsheren, de plaatsvervangende raadsheren, de advocaten-generaal, de plaatsvervangende advocaten-generaal, de griffier en de substituut-griffiers betreft voor de Eerste Kamer, wat de rechters en de plaatsvervangende rechters betreft voor de Tweede Kamer. 5. De griffier verstrekt aan de leden van het Hof, van het Parket en van de Griffie een naar vorm en inhoud door de president en het hoofd van het Parket vastgesteld identiteitsbewijs. Genoemde leden zijn ertoe gehouden dit identiteitsbewijs desgevorderd aan de bevoegde autoriteiten te tonen en het na hun defungeren aan de griffier te retourneren. Artikel 2 Persoonlijke rangorde De rangorde van de magistraten wordt bepaald door hun anciënniteit in het Hof. Deze anciënniteit volgt uit de datum van hun benoeming. Hebben zij dezelfde anciënniteit dan wordt hun rangorde bepaald volgens de anciënniteit die zij in hun nationaal rechtscollege hebben. Voor wat betreft de Luxemburgse magistraten wordt die anciënniteit bepaald door hun eerste benoeming in een van de in artikel 3, lid 1, onder a en b, van het Verdrag vermelde nationale rechtscolleges. Artikel 3 Rangorde van zetel, parket en griffie 1. Het Hof komt in rang vóór het Parket en het Parket vóór de Griffie. 2. Voor de leden van het Hof geldt de rangorde: president, eerste vicepresident, tweede vicepresident, raadsheren volgens anciënniteit, plaatsvervangende raadsheren volgens anciënniteit, rechters volgens anciënniteit en plaatsvervangende rechters volgens anciënniteit. Voor de leden van het Parket geldt de rangorde: hoofd van het Parket, advocaten-generaal volgens anciënniteit en plaatsvervangende advocaten-generaal volgens anciënniteit. Voor de leden van de Griffie geldt de rangorde: griffier, de substituut-griffiers volgens anciënniteit en de waarnemend griffiers; hebben zij dezelfde anciënniteit, dan geldt de volgorde van hun benoeming. 3. De persoonlijke rangorde is als volgt: president, hoofd van het Parket, eerste vicepresident, tweede vicepresident, raadsheren en advocaten-generaal volgens anciënniteit, plaatsvervangende raadsheren en plaatsvervangende advocaten-generaal volgens anciënniteit, president, eerste vicepresident, tweede vicepresident van de Tweede Kamer, rechters en plaatsvervangende rechters volgens anciënniteit, griffier en substituut-griffiers volgens anciënniteit en de waarnemend griffiers. Artikel 4 Ontslag 1. Wanneer het Hof overeenkomstig artikel 3, lid 3, van het Verdrag moet vaststellen of een raadsheer of plaatsvervangend raadsheer, een rechter of plaatsvervangend rechter, een advocaat-generaal of plaatsvervangend advocaat-generaal, die niet zijn ontslag heeft aangevraagd niet langer voldoet aan de voorwaarden die gelden voor het uitoefenen van zijn functie bij het Hof, nodigt de president of, wanneer het om een lid van het Parket gaat, het hoofd van het Parket betrokkene uit in raadkamer van de Eerste Kamer te verschijnen ten einde in aanwezigheid van een advocaatgeneraal, zijn standpunt te horen, of, zo hij zulks prefereert, zijn uitleg schriftelijk in te dienen. 2. Het Hof houdt zitting met negen raadsheren, drie van elke nationaliteit. Het doet uitspraak na conclusie van een advocaat-generaal. Artikel 5 Opheffing van immuniteit 1. Wanneer de Eerste Kamer van het Hof overeenkomstig artikel 4quater, 1bis, van het Verdrag moet oordelen of de immuniteit van de raadsheren, de plaatsvervangende raadsheren, de rechters, de plaatsvervangende rechters, de advocaten-generaal, de plaatsvervangende advocaten-generaal, de griffier moet worden opgeheven, nodigt de president, of wanneer het om een lid van het Parket gaat, het hoofd van het parket, de betrokkene uit in raadkamer van de Eerste Kamer te verschijnen teneinde in aanwezigheid van een advocaat-generaal, zijn standpunt te horen, of, zo hij zulks prefereert, zijn uitleg schriftelijk in te dienen. 2 Staatscourant 2018 nr. 40302 17 juli 2018

2. Het Hof houdt zitting met negen raadsheren, drie van elke nationaliteit. Het doet uitspraak na conclusie van een advocaat-generaal. 3. Wanneer de President overeenkomstig artikel 4quater, 1bis, van het Verdrag moet oordelen of de immuniteit van substituut-griffiers of waarnemend griffiers moet worden opgeheven, nodigt hij de betrokkene uit in raadkamer te verschijnen in aanwezigheid van een advocaat-generaal teneinde zijn standpunt te horen, of, zo hij zulks prefereert, om zijn uitleg schriftelijk in te dienen. Hij doet uitspraak na conclusie van een advocaat-generaal. HOOFDSTUK II VAN DE PRESIDENT, DE VICEPRESIDENTEN EN DE KAMERPRESIDENTEN Artikel 6 Verkiezingen van de president, de vicepresidenten en de kamerpresidenten 1. Tijdens een Algemene Vergadering van het Hof kiezen de aanwezige magistraten van het Hof bij geheime stemming en bij absolute meerderheid van stemmen, een raadsheer als president van het Hof, een raadsheer als eerste vicepresident van het Hof en een raadsheer als tweede vicepresident van het Hof. De president en de vicepresidenten zijn elk van een verschillende nationaliteit. Die functies worden volgens nationaliteit bij toerbeurt vervuld voor een periode van drie jaar. Een aangevangen maar onderbroken mandaat van drie jaar moet worden voltooid door een raadsheer van dezelfde nationaliteit. 2. De rechters kiezen uit hun midden bij geheime stemming en bij absolute meerderheid van stemmen van de aanwezige leden, een president, een eerste vicepresident en een tweede vicepresident van de Tweede Kamer. De president en de vicepresidenten zijn elk van een verschillende nationaliteit. Die functies worden volgens nationaliteit bij toerbeurt vervuld voor een periode van drie jaar. Een aangevangen maar onderbroken mandaat van drie jaar moet worden voltooid door een rechter van dezelfde nationaliteit. De eerste verkiezing van een president van de Tweede Kamer vindt plaats onmiddellijk na de eerstvolgende verkiezing van de president van het Hof na inwerkingtreding van onderhavig reglement. De rechter met de grootste anciënniteit overeenkomstig artikel 2 vervult de functie zolang er geen verkiezing heeft plaats gevonden. 3. De eerste-vicepresident van het Hof is tevens voorzitter van de derde kamer. 4. Onverminderd het bepaalde in artikel 3, lid 2, van het Verdrag blijven de president en de vicepresidenten van het Hof, de president en de vicepresidenten van de Tweede Kamer en de president van de derde kamer hun functie uitoefenen zolang niet bij verkiezing in hun vervanging is voorzien. Artikel 7 Opdrachten en vervanging van de president 1. De president leidt de werkzaamheden van het Hof; hij neemt de beslissingen over de procesvoering die nader zijn gepreciseerd in het reglement op de procesvoering; hij presideert de algemene vergaderingen en de zittingen van de Eerste Kamer, en leidt de beraadslagingen in raadkamer van de Eerste Kamer, indien hij deel uitmaakt van de combinatie die over de desbetreffende zaak oordeelt. Indien de president geen deel uitmaakt van die combinatie, leidt de vicepresident of raadsheer volgens de in artikel 3 van dit Reglement vastgestelde rangorde, de beraadslagingen. 2. Bij afwezigheid of verhindering van de president of wanneer het presidentschap vacant is, wordt dit waargenomen door de eerste vicepresident. 3. Bij gelijktijdige verhindering van de president en van de eerste vicepresident, wordt het presidentschap waargenomen door de tweede vicepresident of bij diens ontstentenis door een van de andere raadsheren volgens de in artikel 3 van dit Reglement vastgestelde rangorde. Artikel 8 Opdrachten en vervanging van de president van de Tweede Kamer 1. De president van de Tweede Kamer leidt de werkzaamheden, presideert de zittingen en leidt de beraadslagingen in raadkamer van de deze kamer, indien hij deel uitmaakt van de combinatie die over de desbetreffende zaak oordeelt. Indien de president geen deel uitmaakt van die combinatie, leidt de vicepresident of rechter die de volgens de in artikel 3 van dit Reglement vastgestelde rangorde, de beraadslagingen. 2. Bij afwezigheid of verhindering van de president of wanneer het presidentschap vacant is, wordt dit waargenomen door de eerste vicepresident. 3. Bij gelijktijdige verhindering van de president en van de eerste vicepresident, wordt het president- 3 Staatscourant 2018 nr. 40302 17 juli 2018

schap waargenomen door de tweede vicepresident of bij diens ontstentenis door een van de andere rechters volgens de in artikel 3 van dit Reglement vastgestelde rangorde. Artikel 9 Opdracht van de president van de derde kamer 1. De president van de derde kamer leidt de werkzaamheden, presideert de zittingen en leidt de beraadslagingen in raadkamer van deze kamer. Hij bepaalt haar samenstelling. 2. Bij afwezigheid of verhindering van de president van de kamer of wanneer het presidentschap vacant is, wordt dit waargenomen door de raadsheer of rechter volgens de in artikel 3 van dit reglement vastgestelde rangorde. HOOFDSTUK III VAN DE EERSTE ADVOCAAT-GENERAAL, HOOFD VAN HET PARKET, DE ADVOCATEN-GENERAAL EN DE PLAATSVERVANGENDE ADVOCATEN-GENERAAL Artikel 10 Opdracht van het Parket 1. Onverminderd de andere in het Reglement op de procesvoering nader omschreven taken, hebben de advocaten-generaal en plaatsvervangende advocaten-generaal in het bijzonder tot taak in alle onpartijdigheid een gemotiveerde conclusie te nemen in alle bij de Eerste Kamer van het Hof aanhangige zaken ten einde het in de vervulling van zijn opdracht bij te staan. 2. De president van de Tweede Kamer kan het Parket verzoeken in een zaak te concluderen. Het hoofd van het Parket wijst in dat geval een advocaat-generaal aan. 3. De president van de derde kamer kan het Parket verzoeken in een zaak te concluderen. Het hoofd van het Parket wijst in dat geval een advocaat-generaal aan. 4. Het hoofd van het Parket kan in elke bij de tweede en derde kamer aanhangige zaak om mededeling verzoeken van de zaak om te concluderen en daarin zitting te houden, Het hoofd van het Parket drukt zijn voornemen uit ten laatste een maand nadat de griffie hem in kennis heeft gesteld van de inleiding van de zaak. 5. De conclusie van de advocaat-generaal wordt, naar gelang van het ter zake bepaalde in het Reglement op de procesvoering, mondeling voorgedragen ter openbare zitting, en/of schriftelijk medegedeeld aan de leden van het Hof en, naar gelang van het geval, aan de Ministers van Justitie, aan de regeringen en aan de partijen. Artikel 11 Hoofd van het Parket 1. Één advocaat-generaal oefent de functie uit van hoofd van het Parket van het Hof. Hij voert de titel van eerste advocaat-generaal. De functie van hoofd van het Parket wordt volgens nationaliteit bij toerbeurt voor een periode van drie jaar vervuld. Zij gaat in op de dag waarop de president van het Hof wordt verkozen. 2. Bij afwezigheid of verhindering van het hoofd van het Parket wordt deze functie waargenomen door de advocaat-generaal met de hoogste anciënniteit en bij diens afwezigheid of verhindering door de volgende. 3. De eerste advocaat-generaal ziet erop toe dat behoorlijk uitvoering wordt gegeven aan de opdrachten van het parket en zorgt in overleg met de president ervoor dat de werkzaamheden van het Hof en zijn griffie in het algemeen naar behoren verlopen. 4. Hij wordt bij de administratieve taken bijgestaan door de griffier. Artikel 12 Aanwijzing van de advocaat-generaal 1. De eerste advocaat-generaal wijst in overleg met de advocaten-generaal en plaatsvervangende advocaten-generaal een advocaat-generaal of plaatsvervangend advocaat-generaal aan om in een zaak te concluderen. Bij verhindering van een advocaat-generaal of plaatsvervangend advocaatgeneraal neemt hij de nodige maatregelen. 2. Bij voorkeur wordt voor het concluderen in een zaak een advocaat-generaal of plaatsvervangend advocaat-generaal aangewezen die behoort tot het land waar het bodemgeschil aanhangig is of waar over de zaak een administratieve beslissing is genomen. 4 Staatscourant 2018 nr. 40302 17 juli 2018

3. De advocaat-generaal of plaatsvervangend advocaat-generaal die in een door de Tweede Kamer behandelde zaak werd aangewezen, wordt bij voorkeur niet aangewezen om in die zaak bij de Eerste Kamer te concluderen. HOOFDSTUK IV ORGANISATIE VAN HET HOF Artikel 13 Verdeling in drie kamers 1. Het Hof is verdeeld in drie kamers, onverminderd de toepassing van artikel 1, lid 4, van het Verdrag. 2. De samenstelling van bijkomende kamers op basis van artikel 1, lid 4, van het Verdrag, wordt bepaald op het ogenblik dat deze kamers aan het Hof zullen worden toegevoegd. Artikel 14 Eerste Kamer 1. De Eerste Kamer neemt kennis a) Van de vragen van uitleg als bedoeld in artikel 6 van het Verdrag; b) Van de voorzieningen zoals bedoeld in artikel 9ter van het Verdrag; c) Van de verzoeken om advies bedoeld in artikel 10 van het Verdrag. Deze kamer is tevens belast met de vaststellingen bedoeld in artikel 3, lid 3, van het Verdrag en met de beslissingen bedoeld in artikel 4quater, 1bis, van het Verdrag. 2. De president kan een of meer plaatsvervangende raadsheren in plaats van de president, van een of meer vicepresidenten of van een of meer raadsheren aanwijzen, teneinde dezen te vervangen. 3. De kamer houdt zitting met negen leden als zij uitspraak doet over de vragen van uitleg bedoeld in artikel 6 van het Verdrag. 4. De kamer houdt zitting met vijf leden als zij uitspraak doet over de voorzieningen bedoeld in artikel 9ter van het Verdrag. De kamer houdt zitting met drie leden wanneer de zaak niet zeer complex is en zij geen aspecten vertoont die nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling. 5. De president beslist over de samenstelling van de kamer. Hij beslist over de toewijzing aan een kamer met beperkte samenstelling. Tegen deze beslissingen staat geen rechtsmiddel open. Artikel 15 Tweede Kamer 1. De Tweede Kamer neemt kennis in volle omvang van de zaken bedoeld in artikel 9bis van het verdrag. Zij houdt zitting met drie leden, van elk land één. 2. De president kan een of meer plaatsvervangende rechters in plaats van de president, van een of meer vicepresidenten of van een of meer rechters aanwijzen, teneinde dezen te vervangen. 3. De president van de Tweede Kamer beslist over de samenstelling van deze kamer. Artikel 16 Derde kamer 1. De derde kamer neemt kennis van de administratiefrechtelijke beroepen inzake de rechtsbescherming van personen in dienst van de Benelux Unie, de Benelux-organisatie voor de intellectuele eigendom of een Benelux-gemeenschappelijke Dienst. 2. De algemene vergadering wijst drie raadsheren en drie rechters aan, van elk land twee, die deel zullen uitmaken van de derde kamer voor een duur van drie jaar. 3. Zij houdt zitting met drie leden, van elk land één. Artikel 17 Overzicht over de samenstelling De griffier draagt zorg dat een steeds bijgewerkt overzicht van de samenstelling van de eerste, tweede en derde kamer voor het publiek ter inzage ligt ter griffie. Dit overzicht wordt eveneens gepubliceerd op de website van het Hof. 5 Staatscourant 2018 nr. 40302 17 juli 2018

HOOFDSTUK V ZETEL, ZITTINGEN EN RECESPERIODES Artikel 18 Van de zetel van het Hof Het Hof heeft zijn permanente zetel te Luxemburg. Het kan ingevolge een beslissing van de president, van de president van de Tweede Kamer of van de president van de derde kamer, eveneens zitting houden in een andere in een der drie landen gelegen plaats. Artikel 19 Van de zittingen Het Hof houdt zitting op de data die, in zaken waarin aan het parket is verzocht te concluderen na advies van het hoofd van het parket, worden vastgesteld door de president of door de president van de tweede of van de derde kamer. Artikel 20 Feestdagen Het Hof neemt de erkende feestdagen van de drie landen in acht. Artikel 21 Recesperiodes 1. De recesperiode loopt van 15 juli tot 15 augustus. Gedurende de recesperiode wordt het presidentschap uitgeoefend door de president of door de door hem aangewezen eerste vicepresident, tweede vicepresident of raadsheer, en de functie van hoofd van het Parket door het hoofd van het Parket of door de door hem aangewezen advocaat-generaal. Gedurende de recesperiode wordt het presidentschap van de Tweede Kamer uitgeoefend door de president of door de door hem aangewezen eerste vicepresident, tweede vicepresident of rechter. De president van de derde kamer of het door hen aangewezen lid van de kamer oefent het presidentschap uit in de recesperiode. 2. De president en het hoofd van het Parket nemen de nodige maatregelen opdat in spoedgevallen de dienst kan worden verzekerd. 3. Gedurende bovengenoemde recesperiodes wordt de leiding van de Griffie uitgeoefend door de griffier of door de door hem aangewezen substituut-griffier. HOOFDSTUK VI VAN DE BERAADSLAGING VAN HET HOF EN DE UITSPRAAK Artikel 22 1. Het Hof en de kamers beraadslagen in raadkamer. Aan de beraadslaging van de kamers wordt alleen deelgenomen door raadsheren of plaatsvervangende raadsheren, of rechters of plaatsvervangende rechters die de behandeling van de zaak hebben bijgewoond. 2. Elke raadsheer of plaatsvervangend raadsheer of rechter of plaatsvervangend rechter draagt bij de beraadslaging zijn gevoelen met redenen omkleed voor, waarbij de omgekeerde volgorde van die van hun rang in acht wordt genomen. 3. De beslissing wordt bij meerderheid van stemmen genomen. 4. De presidenten van de kamers kunnen bepalen dat de beraadslaging van de kamers gedeeltelijk schriftelijk of met telecommunicatiemiddelen gehouden wordt. Ten minste één beraadslaging waarop de leden fysiek aanwezig zijn om te beraadslagen is vereist voordat een arrest ten gronde wordt gewezen. 5. De beslissing wordt in openbare terechtzitting uitgesproken door de kamerpresident of een lid van de kamer hiertoe door hem aangewezen, in aanwezigheid van een advocaat-generaal of plaatsvervangend advocaat-generaal in de zaken waarin het parket heeft geconcludeerd. Zij wordt ondertekend door het lid van de kamer dat het arrest heeft uitgesproken en door de griffier. HOOFDSTUK VII VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN HET HOF Artikel 23 Bijeenroeping van de algemene vergadering 1. De algemene vergadering wordt bijeengeroepen door de president, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van drie leden van het Hof, hetzij op verzoek van het hoofd van het Parket. 6 Staatscourant 2018 nr. 40302 17 juli 2018

2. Zij wordt bijeengeroepen om te beraadslagen en te beslissen over de gevallen waarin het Verdrag voorziet, alsmede over alle andere onderwerpen die het statuut en de werkwijze van het Hof betreffen. 3. Zij bepaalt in het bijzonder de algemene regels die de aanmaak, de aanvulling, de bewaring en de toegang van de dossiers beheersen. Artikel 24 Samenstelling van de algemene vergadering De algemene vergadering bestaat uit de president, de vicepresidenten, de raadsheren, de plaatsvervangende raadsheren, de president van de Tweede Kamer, de rechters, de plaatsvervangende rechters, de eerste advocaat-generaal, de advocaten-generaal en de plaatsvervangende advocatengeneraal. Ieder lid heeft één stem. Artikel 25 Geldigheid van de beraadslagingen De algemene vergadering beraadslaagt slechts rechtsgeldig indien ten minste de helft van de in artikel 24 genoemde leden aanwezig is. De beslissingen worden bij volstrekte meerderheid van stemmen genomen. Artikel 26 Deelneming van de griffier en de substituut-griffiers De griffier en de substituut-griffiers wonen de algemene vergadering bij. Zij worden geraadpleegd over alle kwesties betreffende de Griffie. De griffier of een door hem aangewezen substituut-griffier is belast met het opstellen van het proces-verbaal van de beraadslagingen van de algemene vergadering, dat hij tezamen met de president ondertekent. HOOFDSTUK VIII VAN DE GRIFFIE, DE GRIFFIER, DE VERTALERS EN DE TOLKEN Artikel 27 Registers De griffie houdt vier registers bij die betrekking hebben op: De vragen en verzoeken om uitleg bij wege van arrest of advies op grond van artikel 6 respectievelijk 10 van het Verdrag; De beroepen ingesteld op grond van artikel 9bis; De cassatieberoepen op grond van artikel 9ter; De beroepen op grond van artikel 9quater. De registers worden opgemaakt, bewaard en medegedeeld op een wijze die de raadpleging ervan mogelijk maakt en de leesbaarheid ervan waarborgt. Artikel 28 Dossiers 1. Voor elke zaak wordt een dossier samengesteld. Dit dossier ontvangt het in het register vermelde volgnummer. 2. De griffier schrijft in of vermeldt in het register de identiteit van de indiener van de vraag, het verzoek of het beroep, de datum daarvan, alsmede de datum van ontvangst door of van deponering ter Griffie van het Hof, de mededelingen van de Griffie, de deponering van de processtukken, de andere proceshandelingen, alsmede de beschikkingen, arresten en adviezen van het Hof. 3. De dossiers van de aanhangige zaken worden onder verantwoordelijkheid van de griffier samengesteld en regelmatig bijgehouden en bewaard op een wijze die de raadpleging en leesbaarheid ervan mogelijk maakt. 4. De griffier geeft, onder toezicht van de president van het Hof en het hoofd van het parket, de nodige toelatingen en wachtwoorden om op de griffie of op afstand, kennis te kunnen nemen van de dossiers. Artikel 29 Arresten De minuten van de arresten, beschikkingen en andere beslissingen worden ter ondertekening voorgelegd door de griffier aan het hiertoe aangewezen lid van de kamer. 7 Staatscourant 2018 nr. 40302 17 juli 2018

Artikel 30 Proces-verbaal van de zittingen De griffier maakt van elke openbare zitting een proces-verbaal op in de taal waarin het proces wordt gevoerd. In dit proces-verbaal worden vermeld: datum en uur van de zitting; het nummer van de zaak of zaken met een beknopte omschrijving; de namen van de aanwezige leden van het Hof, van het Parket en van de Griffie; bij pleitzittingen: de namen van de advocaten en van de door het Hof tot de pleidooien toegelaten personen; een beknopte aanduiding van de beslissing of van het advies. Artikel 31 Expedities, afschriften of uittreksels De griffier geeft expedities, afschriften of uittreksels af van de arresten, beschikkingen of adviezen en legt de verschillende formaliteiten, waarvan de vervulling moet worden geconstateerd, schriftelijk vast. Artikel 32 Openingsuren, neerlegging van stukken 1. De griffie is geopend van maandag tot en met vrijdag tussen 9 en 12 uur en tussen 14 en 16 uur, behalve op de wettelijke feestdagen van het land waarin de griffie gevestigd is en op de nationale feestdag van de twee andere landen. 2. Buiten de uren waarop de griffie geopend is, kunnen alle stukken en met name de processtukken worden gedeponeerd in de brievenbus van de griffie. Deze bus wordt dagelijks bij het openen van de griffie gelicht en de griffier vermeldt door middel van een stempel op alle stukken de datum van lichting. De stukken kunnen ook in de door het reglement van procesvoering bepaalde gevallen elektronisch worden neergelegd mits zij voorzien zijn van een gekwalificeerde handtekening. Desgevraagd wordt voor alle bij de Griffie gedeponeerde processtukken een ontvangstbewijs of elektronisch ontvangstbewijs afgegeven Artikel 33 Nadere opdrachten van de griffier 1. De griffier staat de magistraten van het Hof bij in de uitoefening van hun functie. 2. De Griffier bewaart de minuten, registers en akten. 3. De griffier stelt op authentieke wijze de deponering en de datum vast van alle akten, documenten en andere stukken, waarin het Verdrag en de Protocollen, alsmede de Reglementen van het Hof voorzien. 4. De griffier draagt zorg voor de doorzending van de akten, documenten en andere stukken aan de regeringen, de ministers van Justitie, de partijen en in voorkomend geval het Parket, en is belast met het verzenden van de in het Reglement op de procesvoering voorgeschreven mededelingen en kennisgevingen. 5. Onder gezag van de president van het Hof en onder toezicht van het hoofd van het Parket stuurt de griffier de diensten van de instelling aan. Hij is verantwoordelijk voor het beheer van het personeel en de administratie. In overleg met de president en het hoofd van het Parket bereidt hij de begroting voor en voert hij deze uit. Artikel 34 Leiding van de griffie 1. De substituut-griffiers en het, door de griffier aanvaarde, griffiepersoneel staan onder diens leiding en toezicht. 2. De griffier verdeelt het werk tussen de substituut-griffiers en waarnemend griffiers en bepaalt de taken van het griffiepersoneel. 3. De president en het hoofd van het Parket oefenen een algemeen toezicht uit op de werkzaamheden van de Griffie en kunnen aan de griffier richtlijnen verstrekken. 8 Staatscourant 2018 nr. 40302 17 juli 2018

Artikel 35 Waarnemend griffiers Wanneer dit vereist is voor de dienst verzoekt de president van het Hof de president van de Hoge Raad, de eerste voorzitter van het Hof van Cassatie of de premier président de la Cour supérieure de justice, al naar gelang de plaats waar bijstand moet geleverd worden, een waarnemend griffier aan te wijzen die het Hof voor een bepaalde taak kan bijstaan. De waarnemend griffier staat voor de uitvoering van deze opdracht onder toezicht van de griffier. Artikel 36 Vertalers en tolken 1. De leden van de aan de griffie verbonden vertalers en tolken staan onder de leiding van de griffier. 2. De vertalers en tolken die aan de griffie verbonden zijn moeten daartoe aanvaard zijn door een commissie van drie leden, bestaande uit een raadsheer, een advocaat-generaal en de griffier. 3. Zo nodig kan de griffier voor vertalingen beroep doen op personen of diensten van buiten de Griffie. Behalve in een spoedgeval verzoekt de griffier voorafgaande instemming daarvoor van de president of van het hoofd van het Parket. HOOFDSTUK IX VAN DE PUBLICATIES VAN HET HOF Artikel 37 1. Op verzoek van de griffier worden onverwijld in het Benelux Publicatieblad bekendgemaakt berichten, vermeldende de datum van inschrijving bij de Griffie van een op grond van de hoofdstukken III en IV van het Verdrag ingediend verzoek, alsmede de regering, het rechtscollege of de persoon die het verzoek heeft ingediend en wat daarmede wordt beoogd. Hetzelfde geldt ten aanzien van de door het Hof, met toepassing van de hierboven bedoelde bepalingen, gewezen arresten en gegeven adviezen. 2. De president en het hoofd van het Parket zien erop toe, dat alle of bepaalde arresten of adviezen elektronisch ter beschikking worden gesteld aan het publiek op de website van het Hof. Artikel 38 De griffier draagt zorg voor de publicaties in het Benelux Publicatieblad en doet mededeling aan de ministers van Justitie van de drie landen zulks met het oog op de publicatie in de officiële publicatiebladen van: a) alle benoemingen, verkiezingen, aanstellingen en ontslagen van de magistraten, de griffier en substituut-griffiers van het Hof; b) het Reglement van Orde en het Reglement op de procesvoering, alsmede de daarin aangebrachte wijzigingen; c) een model van het overeenkomstig artikel 1, lid 5, vastgestelde identiteitsbewijs. HOOFDSTUK X OPHEFFINGSBEPALING EN INWERKINGTREDING Artikel 39 Het reglement van Orde zoals vastgesteld ter algemene vergadering gehouden te Senningen op 18 april 1988 wordt opgeheven. Dit reglement treedt in werking op de dag dat het Protocol van 21 mei 2014 houdende wijziging van het Benelux-verdrag inzake de intellectuele eigendom in werking treedt. Aldus vastgesteld ter algemene vergadering, gehouden te Brussel op 24 april 2015, in de Nederlandse en de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek. De Griffier A. VAN DER NIET De President G. SANTER 9 Staatscourant 2018 nr. 40302 17 juli 2018