Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overljssel.nl postbus@overijssel. nl PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL PJ BO Zwolle 39 73 41 121 Provinciale Staten van Overijssel Reg.nr. PZ>/ZJDIU/2J\ Ir lichtingen bij Dat. 2 5 FEB 2014 ontv.: a.d. r. J. Guikema efoon 038 499 75 25 <juikema@overijssel.nl Routing Bijl.: Onderwerp: Bezoldigingsbeleid deelnemingen Datum 04.02.2014 Kenmerk 2013/0321945 Pagina 1 Toezending aan Provinciale Staten met oogmerk: [X] ter informatie [ ] anders, en wel: Bijlage Overzicht bezoldiging topbestuurders en leden RvC van Overijsselse deelnemingen (zoals verkregen uit de jaarrekeningen 2012). Inleiding Tijdens de Statenvergadering van 30 mei 2012 hebben wij u toegezegd na twee jaar het bezoldigingsbeleid voor de provinciale deelnemingen opnieuw aan de orde te stellen en u te informeren over de ontwikkelingen op het terrein van de bezoldigingen in de publieke en semipublieke sector. Middels deze brief willen wij u inzicht verschaffen in de ontwikkelingen op het gebied van nationale wetgeving voor het bezoldigingsbeleid binnen de (semi) publieke sector en de doorwerking daarvan op het deelnemingenbeleid. Actueel provinciaal bezoldigingsbeleid In mei 2008 hebben uw Staten het Deelnemingenbeleid Overijssel (kenmerk PS/2008/279) vastgesteld. Daarin is het bezoldigingsbeleid als één van de criteria voor de vormgeving en beheer van de deelnemingen opgenomen. Uitgangspunt voor de beoordeling van de bezoldiging was toen het advies 'Normeren en waarderen' van de commissie Dijkstal. In de loop van 2008 heeft het toenmalige kabinet op basis van het advies een kabinetslijn bepaald voor bezoldigingen in de (semi) publieke sector en voor bezoldigingen bij staatsdeelnemingen. Deze lijn heeft voor ons college als onderlegger voor een nieuw bezoldigingsbeleid voor de Overijsselse deelnemingen gediend en is middels een brief van 27 januari 2009 (kenmerk PS/2009/140) ter kennisneming aan uw Staten toegezonden. In navolging van het kabinet hebben wij in 2008 ervoor gekozen het salarismaximum (130% van het ministersalaris, exclusief pensioenpremies en onkostenvergoedingen) als uitgangspunt te nemen voor de bezoldiging van de topfunctionarissen bij de Overijsselse deelnemingen. Datum verzending 25. FEB 20H provincie
Wet Normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector Sinds de financiële crisis is de wens om te komen tot een wettelijke verankering van de normering van salarisniveaus in de (semi) publieke sector sterk gegroeid. Uiteindelijk heeft deze wens ertoe geleid dat het kabinet een wetsvoorstel aan de Tweede Kamer heeft aangeboden. Op 6 december 2011 respectievelijk 13 november 2012 hebben de Eerste en de Tweede Kamer het wetsvoorstel normering topinkomens (hierna WNT) aangenomen. Op 1 januari 2013 is de wet in werking getreden. Het doel van WNT is driedelig. In de eerste plaats moet zij voorzien in een instrument om de bezoldiging van bestuurders en andere topfunctionarissen in de (semi) publieke sector te normeren en te begrenzen. Het tweede doel van de wet is af te bakenen welke instellingen en organisaties tot de publieke respectievelijk semipublieke sector worden gerekend en te bepalen wat dat betekent voor het bezoldigingsbeleid in die sectoren. Het laatste oogmerk van de wet is te verhinderen dat de instellingen in deze sectoren rechtens in staat zijn bovenmatige bezoldigingen toe te kennen. Datum Doelgroep 04.02.2014 De normering is van toepassing op de "topfunctionarissen" van (semi-)publieke organisaties. Kenmerk Dit zijn volgens de wet 'de bestuurders, toezichthouders en hoogste leidinggevenden' van deze 2013/0321945 organisaties. Afhankelijk van het karakter van het orgaan, publiekrechtelijke of privaatrechtelijke pagina rechtspersonen, gaat het in beginsel om de leden van Raden van Bestuur (RvB), Raden van 2 Commissarissen (RvC) en om Raden van Toezicht (RvT), alsmede om directeuren en andere hoogst leidinggevenden binnen een organisatie. Voor de provincie geldt volgens de wet, dat deze rechtstreeks van toepassing is op de provinciesecretaris en daarnaast de griffier. Bezoldigïngsregïmes De wet kent twee regimes voor de maximering van de bezoldiging van topfunctionarissen, een wettelijk bezoldigingsmaximum en een sectoraal bezoldigingsplafond. Voor instellingen die onder het wettelijk maximum vallen is de bezoldiging gemaximeerd tot 130% van het bruto salaris van een minister. Voor 2013 en volgend is deze grens vastgesteld op 228.599. In geval van deeltijd werken of een aanstelling/contract korter dan 12 maanden dan wordt dit doorgerekend naar voltijdsjaarbezoldiging. Het totaalbedrag is opgebouwd uit een drietal componenten: salaris 187.340; onkostenvergoeding 8.069; pensioenbijdrage van de werkgever 33.190. Deze maxima worden jaarlijks per ministeriële regeling aangepast en gepubliceerd in de Staatscourant. Het maximum is rechtstreeks van toepassing op o.a. de volgende organisaties: Centrale en decentrale overheidslichamen Publiekrechtelijke lichamen met Grondwettelijke verordende bevoegdheden Zelfstandige bestuursorganen Rijk, Provincies, Gemeenten, Waterschappen en openbare lichamen voor beroep en bedrijf (NOVA, NIVRA, KNB) SER OPTA, Staatsbosbeheer, TNO provincie \Vi J
Voor instellingen die vallen onder het zogenaamd sectorale bezoldiqinqsplafond geldt dat de bezoldiging van topfunctionarissen nooit meer mag bedragen dan het voor de betreffende sector toepasselijke maximum. Het betreft hier private instellingen die gefinancierd worden met publieke middelen (thans alleen geldend voor de zorgverzekeraars). Binnen de sector kan de minister vervolgens een indeling maken in klassen met een eigen bezoldigingsmaximum. Het maximum wordt jaarlijks in de maand november voorafgaand aan het jaar waarop het bedrag betrekking heeft door de verantwoordelijke minister vastgesteld. De minister van Onderwijs, Cultuur en wetenschap heeft van deze bevoegdheid gebruik gemaakt door de vaststelling van verlaagde plafonds voor de topfunctionarissen van de cultuurfondsen. Voor de volgende organisaties zijn het sectorale plafond van toepassing. Datum 04.02.2014 Kenmerk 2013/0321945 Pagina 3 Rechtspersonen die in bijlage 1 bij de WNT zijn opgenomen Instellingen die in bijlage 2 bij de WNT zijn opgenomen Woningcorporaties, onderwijsinstellingen, zorginstellingen die verzekerde zorg aanbieden (ziekenhuizen), netbeheerders gas en elektriciteit, drinkwaterbedrijven, landelijke publieke omroepen, jeugdzorg en justitiële jeugdinrichtingen De onderwijskoepels PO-raad, VO-raad, MBO-raad en HBO-raad Staatsdeelnemingen Uitgezonderd van het bezoldigingsregime zijn de staatsdeelnemingen, waarvan de Staat aandeelhouder is (zoals BNG maar ook Oost NV). Indien de Staat meerderheidsaandeelhouder is, kan zij uit dien hoofde het bezoldigingsbeleid vaststellen. Indien er geen sprake is van een meerderheidsbelang, zal zij genoodzaakt zijn in overleg te treden met de overige aandeelhouders om een nieuw bezoldigingsbeleid vast te stellen. Het kabinet heeft aangekondigd de bezoldigingen bij alle staatsdeelnemingen te willen normeren, dus ook bij de deelneming waar zij geen meerderheidsbelang heeft. Naar analogie van de staatsdeelnemingen kan de provincie als aandeelhouder van haar deelnemingen het bezoldigingsbeleid binnen de provinciale deelnemingen (mede) vaststellen. Toezichthouders De toezichthouders (RvC/RvT) van instellingen die onder de reikwijdte van de WNT vallen, mogen per kalenderjaar een bezoldiging ontvangen die niet meer bedraagt dan 5% van het voor die instelling geldende bezoldigingsmaximum, met uitzondering van de voorzitter van het toezichthoudend orgaan voor wie een maximum van 7.5% geldt. Bij Algemene Maatregel van Bestuur kan hiervan worden afgeweken. Ontslagvergoeding Voor alle instellingen waarop de WNT van toepassing is geldt dat de contractuele ontslagvergoeding niet meer mag bedragen dan een jaarsalaris en ten hoogste 75.000 mag zijn. Hierbij wordt opgemerkt dat een niet-contractuele ontslagvergoeding, zoals een beëindigingsvergoeding die door de rechter wordt vastgesteld, hoger mag en kan zijn. Openbaarmaking Alle onder de WNT vallende instellingen moeten jaarlijks een aantal gegevens in het financieel jaarverslag publiceren. Het gaat daarbij in ieder geval om de bezoldiging van iedere topfunctionaris op naam, ongeacht de hoogte van de bezoldiging en tevens de bezoldiging van iedere werknemer op functieniveau, indien hun bezoldiging uitstijgt boven het geldende bezoldigingsmaximum. provincie
Handhaving Bezoldigingsmaxima De organisaties die rechtstreeks onder het regime van WNT vallen, hebben de verantwoordelijkheid om contracten en aanstellingen overeen te komen die voldoen aan de in de WNT gestelde eisen. Indien dat niet het geval is, heeft de verantwoordelijke minister voor het beleidsterrein waarop de organisatie werkzaam is de bevoegdheid om de betreffende instelling en de topfunctionaris hiertoe te dwingen. Dit kan tot gevolg hebben dat met terugwerkende kracht afspraken in overeenstemming worden gebracht met de WNT. Mogelijk teveel betaalde vergoeding dient door de topfunctionaris aan de instelling te worden terugbetaald. Openbaarmakingsverplichtingen De betreffende minister heeft de bevoegdheid om gegevens die, in strijd met de WNT, niet openbaar zijn gemaakt te publiceren in de Staatscourant en zo nodig bij de Kamer van Koophandel. De kosten van publicatie worden verhaald op de verantwoordelijke die in gebreke is gebleven. Datum Meldingsplicht accountant 04.02.2014 Binnen de handhaving van de wet speelt de accountant van de desbetreffende instelling een Kenmerk cruciale rol. Hij is op grond van de WNT verplicht om betalingen die, in strijd met de wet niet 2013/0321945 zijn opgenomen in de jaarrekening, te melden aan de betreffende minister. Indien niet aan de pagina openbaarmakingsverplichting van de WNT is voldaan moet dit door de accountant eveneens 4 bij de minister worden gemeld. Inwerkingtreding en overgangsregeling De WNT is op 1 januari 2013 in werking getreden en voorziet in een overgangsregeling voor bestaande gevallen. Afspraken over de bezoldiging en de contractuele ontslagvergoeding boven de WNT-norm die zijn gemaakt vóór 6 december 2011, worden voor een periode van 4 jaar na 1 januari 2013 gerespecteerd. Na het verstrijken van deze periode dienen de afspraken in een periode van 3 jaar te worden teruggebracht naar het voor die instelling geldende maximum, in de volgende stappen: - jaarl: een verlaging van 1/4 van het deel van de bezoldiging boven het bezoldigingsmaximum - jaar 2: een verlaging van 1/3 van het deel van de (verlaagde) bezoldiging boven het bezoldigingsmaximum - jaar 3: een verlaging van 1/2 van het deel van de (verlaagde) bezoldiging boven het bezoldigingsmaximum Wijzigingen in de afspraken gemaakt tussen 6 december 2011 en 1 januari 2013 worden voor het gewijzigde deel niet gerespecteerd. Nieuwe gevallen (na inwerkingtreding WNT) Contracten of aanstellingen overeengekomen op of na 1 januari 2013 vallen direct onder de werking van de WNT. Een herbenoeming op of na 1 januari 2013 wordt beschouwd als een nieuw contract of aanstelling waarop de WNT dus direct van toepassing is.
Actualisatie kabinetsbeleid Het debat over topinkomens voor de publieke en semipublieke sector vindt de nodige weerklank in de samenleving. Voor het kabinet is het niveau van het ministersalaris een belangrijk ijkpunt van het beleid: inmiddels ligt er een voorstel tot wetswijziging WNT voor waarin de normering op 100% (in plaats van 130%) van het ministersalaris wordt gesteld. Doorwerking WNT in het Overijsselse deeinemingenbeleid Algemeen Ons huidige bezoldigingsbeleid is opgenomen in het Deeinemingenbeleid Overijssel (PS/2008/279). Overeenkomstig de WNT richten wij het geactualiseerde bezoldigingsbeleid op dezelfde doelgroep als in de nieuwe wet genoemd, te weten de "topfunctionarissen" van een (semi)publieke organisatie. Het is van toepassing op de Overijsselse deelnemingen. In verband met de "nieuwe" WNT valt niet uit te sluiten dat tussentijds aanpassingen overwogen moeten worden. Datum 04.02.2014 Kenmerk 2013/0321945 Pagina 5 Op een tweetal in de wet genoemde concrete organisaties rust rechtstreeks de verplichting om de wettelijke bepalingen uit de WNT te volgen. Het betreft hier de netwerkbeheerders gas en elektriciteit en de drinkwaterbedrijven. Dit houdt in dat de provinciale deelnemingen Enexis NV en Vitens NV, zonder dat een additioneel aandeelhoudersbesluit benodigd is, aan alle voorschriften uit de wet dienen te voldoen. Dit uiteraard met in achtneming van het hiervoor geschetste overgangsregime. Doorwerking WNT op overige provinciale deelnemingen Voor de implementatie en handhaving van het bezoldigingsbeleid bij de deelnemingen in de rechtsvorm van een BV en NV zijn de regels uit het Burgerlijk wetboek van toepassing. Artikel 2:135, lid 1 bepaalt dat het bezoldigingsbeleid wordt vastgesteld door de aandeelhoudersvergadering. Voor die deelnemingen waarop de wet niet rechtstreeks van toepassing is zullen we, in voorkomende gevallen in overleg met de overige aandeelhouders, bevorderen dat het bezoldigingsbeleid van de onderneming de nieuwe wet volgt en deze vervolgens wordt uitgevoerd. Overzicht provinciale deelnemingen en toepasselijk regime Op grond van bovenstaande ontstaat het volgende totaalbeeld van de deelnemingen, toepassing van het WNT-regime en voorgestane provinciaal bezoldigingsbeleid. Voor alle deelnemingen geldt als algemene beleidslijn, dat wij inzetten op het hanteren van de normen conform de WNT. Zoals reeds opgemerkt is de wet rechtstreeks van toepassing op Vitens NV en Enexis Holding NV. Met inachtneming van het overgangsregime zullen deze organisaties hun bezoldigingsbeleid overeenkomstig de normen uit de wet moeten vaststellen. Voor de BNG en Oost NV wachten wij een voorstel tot normering vanuit het rijk af. Met betrekking tot het Energiefonds Overijssel zij overigens opgemerkt, dat door Provinciale Staten is uitgesproken en vervolgens geïmplementeerd, dat voor participaties in doelondernemingen het provinciaal bezoldigingsbeleid van toepassing wordt verklaard. Dit betekent, dat bedrijven waarbinnen de bezoldiging van de bestuurders uitstijgen boven de grenzen van ons bezoldigingsbeleid niet voor participatie vanuit dit fonds aanmerking komen. provincie %Jyprï C^P
Datum 04.02.2014 Kenmerk 2013/0321945 Pagina 6 Vitens NV Enexis Holding NV Attero Holding NV BNG NV Oost NV Wadinko NV Zuiderzeehaven CV/BV HMO NV Fonds Nazorg gesloten stortplaatsen Energiefonds Overijssel BV Stichting Groen Gas 5 tijdelijke deelnemingen Essent Stichting Substainability Development Foundation WNT rechtstreeks van toepassing WNT rechtstreeks van toepassing Provinciale deelneming /provinciaal beleid (voornemen tot verkoop) Staatsdeelneming/rijk neemt initiatief te komen tot normering Staatsdeelneming/rijk neemt initiatief te komen tot normering /provinciaal beleid volgt normering WNT volqt normering WNT Provinciale deelneming/bezoldigingsvraagstuk is niet aan de orde volqt normering WNT Tot slot In onze brief van 20 maart 2012 (kenmerk PS 2012/214) hebben wij u een overzicht geboden van de bezoldiging bij Overijsselse deelnemingen in relatie tot het vastgestelde provinciale bezoldigingsbeleid zoals aangegeven in de brief van 27 januari 2009 (kenmerk PS/2009/140). In de bijlage bij deze brief bieden wij u, zoals reeds hiervoor is aangegeven, een actueel overzicht van de thans geldende bezoldiging bij de provinciale deelnemingen. Gedeputeerde Staten van Overijssel, voorzitter, secretaris, /f ƒ provincie efj jeep I ü i &a# Seal' %»** 1
Bijlage 1. Overzicht bezoldiging topbestuurders en RvC Overijsselse deelnemingen Informatie verkregen uit opgave via de jaarrekeningen 2012 (en daarmee openbaar). I.1 Bezoldiging topbestuurders van Vitens, Enexis, Attero, BNG, Oost NV, Zuiderzeehaven en Energiefonds Vitens NV (in 2010: 7,38%; in 2011: 6,38%) Bezoldiging directeur/ voorzitter RvB Voorzitter: Salaris: 182.997 Variabel: - Pensioenen: 30.732 Overig: 6.876 Totaal 2012: 220.605 Bezoldiging leden RvB Lid : Salaris: 168.489 Variabel: Pensioenen: 27.160 Overig: 9.987 Totaal 2012: 199.749 BM Toelichting (*) - Vitens NV valt als drinkwaterbedrijf rechtstreeks onder de WNT. Enexis NV Attero NV NB: Bedragen zijn incl. werkgeversdeel sociale premies en uitgekeerde vakantiedagen. Voorzitter Max 228.599,- Bestuurder: Vast inkomen: 230.124 Variabel (schatting): 56.333 Pensioenkosten: 71.596 Totaal 2012: 358.596 NB: Bedragen zijn incl. werkgeversdeel sociale premies en uitgekeerde vakantiedagen. Lid: Max 228.599,- - Enexis NV valt als netbeheerder elektriciteit en gas rechtstreeks onder de WNT. + Attero valt niet onder het regime van de WNT. Bezoldiging ligt boven de WNT normering. BNG NV (0,16%) Oost NV (8,82%) Zuiderzeehaven (16,67%) Energiefonds Overijssel 5 tijdelijke deelnemingen Essent Voorzitter: Vast: 448.000 Variabel: 144.000 Representatie 4.000 Totaal 2012: 596.000 Pensioenbijdr.: 146.000 Salaris: 120.425 Pensioenen: 19.458 Sociale lasten: 7.754 Totaal: 147.637 Directeur: 75 per uur (4 dagdelen/week) Lid 1: Vast: 372.000 Variabel: 108.000 Representatie 4.000 Ambtsjubileum 6.000 Totaal: 490.000 Pensioenbijdr.: 123.000 Lid 2: Vast: 356.000 Variabel: 114.000 Representatie 4.000 Ambtsjubileum 27.000 Totaal: 501.000 Pensioenbijdr.: 64.000 + BNG NV valt niet rechtstreeks onder de WNT, maar wordt door het rijk aangemerkt als een staatsdeelneming. De AvA heeft, in lijn met het beloningsbeleid van het rijk voor staatsdeelnemingen, vastgesteld dat voor nieuwe bestuurders de som van de vaste en variabele beloning maximaal 310.000 bedraagt. Het vastgestelde beloningsbeleid geldt voor na 1 januari 2009 benoemde bestuurders. - Oost NV is in MvT bij WNT aangemerkt als staatsdeelneming. Bezoldiging is conform schaal 18 BBRA. - Uurloon is in 2012 gewijzigd van 55.63 naar 75,00, op jaarbasis van 44.500 naar 60.000. Index in 2012 61.500. - Bij de gunning van het fonds is bepaald, dat de fondsbeheerder geen personen inzet die een bezoldiging genieten die uitkomt boven de WNT normering Zie laatste kolom.. Het gaat hier om 5 tijdelijke deelnemingen: Verkoop Vennootschap BV, Vordering op Enexis BV, Claim Staat Vennootschap BV, CBL Vennootschap BV en Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV. Voor de bezoldiging is afgesproken dat gezien de aard van de vennootschappen en de onzekerheid in frequentie van optreden, directieleden een vergoeding op uurbasis van 175 ontvangen (excl. BTW) voor bestede uren, waarbij een vaste jaarlijkse vergoeding geldt van 15.000,- (voor alle deelnemingen samen, waarvan voor Verkoop Vennootschap 5000). De daadwerkelijke bestede uren worden tegen het uurtarief in eerste instantie verrekend met
Wadinko NV (25,12%) de vaste jaarlijkse vergoeding. Voor de Stichting Duurzaamheid ontvangt de externe voorzitter van de Council geen honorarium Directeur: 175.349, - Wadinko NV valt niet rechtstreeks onder de WNT. HMO NV (100%) Directeur: 400 per dagdeel. (7 à 8 dagdelen/week) St.CTH 2 leden stichtingsbestuur: nihil - RBT (OL) Directeur: 175 per uur (16 uur/week) - HMO valt niet rechtstreeks onder de WNT. Directeursfunctie is op basis van een managementovereenkomst voor een vast tarief per dagdeel 400 (all-in). Directeursfunctie is op basis van een overeenkomst voor in totaal 7 jaar (t/m 2011: 20 uur, 2012: 16 uur en in 2013: 16 uur per week) Voor de hele periode is de vergoeding 175,-- (excl. BTW)/uur. Totstandkoming was in 2008 via een Europese aanbesteding NB: de bedragen die op basis van dergelijke overeenkomsten worden betaald kunnen niet zonder meer worden vergeleken met het bezoldigingsmaximum, omdat deze bedragen ook andere financiële componenten omvatten. Gesteld kan worden dat het hier gaat om een levering van diensten, die in beginsel niet onder het huidige Overijsselse bezoldigingsbeleid vallen. (*) BM = bezoldigingsmaximum uit WNT ad 228.599 (peildatum 2013) met als beloningscomponenten: beloning ad 187.340, belastbare en variabele onkostenvergoeding ad 8.069 en werkgeversbijdrage beloning betaalbaar op termijn (pensioen ad 33.190 (en exclusief bedrag voor werkgeversdeel van de verplichte sociale premies (wel genoemd, maar geen normering) I.2 Bezoldiging leden RvC van Vitens, Enexis, Attero, BNG, Oost NV, Zuiderzeehaven en Energiefonds Deelneming % aandelen Vitens NV (in 2010: 7,38%; in 2011: 6,38%) Enexis NV Attero NV BNG NV (0,16%) Bezoldiging voorzitter/leden RvC? Voorzitter: 26.385 Lid: 23.429 Lid: 21.500 Lid: 23.429 Voorzitter: : 25.572 Lid: 17.326 RvC telt 5 personen. Exclusief vergoeding deelname aan commissies (variërend van 4.649 tot 5.165). Voorzitter: 23.641 Lid: 15.786 RvC telt 5 personen Exclusief vergoeding deelname aan commissies ( 5.100). Voorzitter: 30.000 Onkostenverg. 1.000 Totaal 31.000 Lid: 20.000 Onkostenverg. 1.000 Totaal 21.000 Toeslagen voor Commissieleden: Audit en risk 9.000 Marktstrategie 6.000 Verhoging onkostenvergoeding Commissieleden: Audit / Marktstrategie 500 Selectie / Renumeratie 250 BM Toelichting (**) + Vitens NV valt als drinkwaterbedrijf rechtstreeks onder de WNT. + Enexis NV valt als netbeheerder elektriciteit en gas rechtstreeks onder de WNT.. + Attero valt niet onder het regime van de WNT. Bezoldiging ligt boven de WNT normering. + BNG valt niet rechtstreeks niet onder de WNT, maar wordt door het rijk wel aangemerkt als staatsdeelneming. Rijk is voor 50% aandeelhouder.
Oost NV (8,82%) Zuiderzeehaven BV (16,67%) Energiefonds Overijssel (100%) Totaal RvC: 39.500 RvC telt 4 personen. Voorzitter: 6.000 Lid: 6.000 RvC telt 6 personen. Voorzitter: 16.700 Lid: 9000 - Oost NV wordt door het rijk aangemerkt als staatsdeelneming. Rijk is meerderheids-aandeelhouder. Bezoldiging ligt beneden de WNT normering. - Zuiderzeehaven valt niet onder de WNT. Door drie publieke partners is overeengekomen dat zij in de BV ieder hun eigen lid van de RvC betalen. Zwolle betaalt voorzitter en Kampen en provincie ieder een lid. Bezoldiging van de leden die de private partners vertegenwoordigen is nul. Deze leden hebben tevens de functie van directeur binnen de private partij en ontvangen daarom geen aanvullende beloning. - EFO valt niet rechtstreeks onder de WNT. Regeling vergoedingen RvC is vastgesteld door Av op 13/11/2012. Bezoldiging ligt binnen de WNT normering. 5 tijdelijke deelnemingen Essent Wadinko NV (25,12%) HMO NV (100%) n.v.t. nvt Gezien de omvang van deelnemingen hier geen RvC Voorzitter: 10.942 Lid: 8.207 RvC telt 6 personen. Voorzitter: 13.000 Lid: 9.000 RvC telt 3 personen. - Wadinko NV valt niet rechtstreeks onder WNT. - HMO valt niet rechtstreeks onder de WNT. Regeling vergoedingen RvC is vastgesteld door AvA op 18/10/2010. (**) BM = normering vergoedingen leden RvC op basis van het bezoldigingsmaximum volgens wetsvoorstel WNT, d.w.z. voor voorzitter respectievelijk leden RvC 7,5% (ca. 17.145) en 5% (ca. 11.430) van het bezoldigingsmaximum ( 228.599, zie hiervoor voor toelichting). Peildatum bedragen is 2013, en waarbij kanttekening dat nog bij AMvB uitzonderingen kunnen worden gemaakt. Conform componenten bezoldigingsmaximum zijn deze bedragen inclusief onkostenvergoedingen en exclusief werkgeversdeel sociale premies. Nog onduidelijk is in hoeverre vergoedingen per commissie al dan niet binnen het bedrag vallen.