Sociaal Politiek Program CNV. Wij zijn één samenleving

Vergelijkbare documenten
Een brug naar de toekomst PCOB manifest heeft oog voor solidariteit tussen generaties

Algemene beschouwing

CNV Inzet voor de Sociale agenda

1. De detailhandel in Nederland

NIET SLOPEN MAAR BOUWEN

We zijn op ontdekkingsreis, in een gebied waar de huidige systemen leidend zijn maar onvoldoende werken. Bij een ontdekkingsreis hoort ruimte.

2.1 De keuze tussen werk en vrije tijd

Meer koopkracht door echte banen

SAMENVATTING. Samenvatting. De noodzaak van een goed werkend stelsel voor gezond en veilig werken

Datum 19 december 2017 Betreft Reactie en Kamervragen CPB Policy Brief Langer doorwerken: keuzes voor nu en later

Samenvatting Economie Werk hoofstuk 1 t/m 3

Werken na het bereiken. gerechtigde leeftijd. het bereiken. leeftijd. Deze brochure is een samenwerkingsproduct van:

29 november 2013 Begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De gevolgen van het Kunduzakoord op het inkomen en de cao. Eddy Haket, Tilburg, 2 juli 2012

Reactie Stichting van de Arbeid op het Groenboek Pensioenen van de Europese Commissie [EU/7 juli 2010; COM(2010)365 final; SEC(2010)830]

Vertrouwen begint met zekerheid en perspectief MHP-ambitie voor de sociale agenda

PENSIOEN 2.0 REGIOBIJEENKOMSTEN FEBRUARI EN MAART 2011

S A M E N V A T T I N G

De 7 belangrijkste vragen:

Arbeidsmigratie een toelichting

S A M E N V A T T I N G

Economie Pincode klas 3 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 5: Aan de slag! Exameneenheid: Arbeid en productie

Doorwerken na je AOW, ja graag

Pensioenbijeenkomst Abvakabo FNV Het pensioen van nu en de toekomst in zicht November Welkom

JAARMONITOR 2016 JANUARI Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

Vakcentrale. Toekomst Pensioenstelsel Zaken rond AOW en het aanvullend pensioen

2014D34450 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Een nieuwe taak voor gemeenten

Cao Movares door jongeren

Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen

Werk, inkomen. sociale zekerheid

Van baan naar eigen baas

Pensioen vanaf.. Impact sociaal akkoord op pensioenregelingen. drs. Rajish Sagoenie, Actuaris AG. Aon Hewitt Consulting Retirement Actuarial Services

Convenant Gesubsidieerde Arbeid 2003

1. Wat betekent het dat de AOW volgens het pensioenakkoord wordt gekoppeld aan de verdiende lonen?

solidariteit van jong met oud, of ook omgekeerd?

Werk, inkomen. sociale zekerheid. versie

Hartelijk welkom. Met dank aan: 22 mei 2013

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2013-I

Mag ik dan nooit meer stoppen met werken?

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

Datum 22 september 2017 Betreft Kamervragen van het lid Van Kent (SP) over maaltijdbezorger Deliveroo

Overzicht Beleid & Wet- en regelgeving pensioenen

WGA: Pijler van inzetbaarheidsbeleid

Miljoenennota in begrijpelijke taal

Hierbij treft u de wijzigingsvoorstellen aan van De Unie, gehoord de leden van De Unie.

Visie 2020 Onze belofte aan de deelnemers. Samen bouwen aan goed pensioen

Doorwerken na 65 jaar

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

ILO-VERKLARING BETREFFENDE DE FUNDAMENTELE PRINCIPES EN RECHTEN OP HET WERK

Geachte heer Janssen, beste Gerald,

Argumentenkaart Deeltijdwerken 3. Samenleving. Wat zijn de voor- en nadelen voor de samenleving als vrouwen meer gaan werken?

2 Arbeidsomstandigheden in Nederland

7,2. Samenvatting door een scholier 1510 woorden 30 maart keer beoordeeld

Personeel op peil. Onderzoek naar de positie van mkb-werknemers

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van Nederland

KWARTAALMONITOR APRIL Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

Duurzame inzetbaarheid = Langer werken?

Martin Gast. Edmond Halley BV Increase PensioenKnowHow BV. Increase Pensioen KnowHow

De pensioenleeftijd in beweging

S A M E N V A T T I N G

CAO- inzet voor sector CAO Ambulancezorg Geachte werkgevers,

OMGAAN MET VERGRIJZING

Discussienota Naar een socialere bijstand GroenLinks Den Haag November 2015

10 punten voor een duurzaam pensioenbeleid in de bouwsector.

Onderwerp: Impact Sociaal Akkoord voor de Participatiewet

Regeling Begeleiding Van Werk Naar Werk bij reorganisaties

5 plussen van collectief pensioen

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

De volgende alinea wordt toegevoegd in de inleiding van hoofdstuk 7 van de Beleidsregels Ontslagtaak UWV (Bedrijfseconomische redenen):

Notitie. 11 juni Datum. Onderwerp De meest gestelde vragen over het principe-akkoord AOW-pensioen. 1 Gemiddelde op basis van het verleden

Zorg- en verzuimmanagement

Zienn gaat verder. Jaarplan 2014

Investeren in vertrouwen. Samenvatting Meerjarenbeleidsplan

Tweede Kamer der Staten-Generaal

NAAR EEN TOEKOMST DIE WERKT Visuele samenvatting rapport Commissie Arbeidsparticipatie Juni OPLOSSINGEN Hoe kan de. arbeidsparticipatie

Transport en Logistiek Nederland t.a.v. dhr. L. Ceelen Postbus KS Zoetermeer. 26oktober Geachte heer Ceelen,

Samenvatting ledenraadpleging werk en inkomen CDA Drenthe

Toelichting Participatiewet Raadsbijeenkomst

Intentieverklaring Versie:

De beste pensioenregeling is employability

Inleiding: Is extra arbeidsparticipatie mogelijk en gewenst?

De vaste baan bereikbaar voor alle werknemers

Vragen en antwoorden pensioenakkoord

S A M E N V A T T I N G

VERKIEZINGSPROGRAMMA

SAMENVATTING REGEERAKKOORD

Werken of vrije tijd?

Wij streven er naar om in ieder geval een gezamenlijke inzetbrief te maken met de overige partners in het CAO-overleg.

Antwoord van staatssecretaris Van Rijn (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 13 juli 2016)

WERKNEMERS ZELF AAN DE SLAG MET HUN DUURZAME INZETBAARHEID

Verschillen in uittreedpaden tussen en binnen cohorten: is meer flexibiliteit de oplossing?

Re-integratie-instrumenten en voorzieningen voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten

Beter Af Verzuim Risico Verzekering. Een verzuimverzekering op maat via Stichting VACI

Samenvatting van de antwoorden n.a.v. schriftelijke vragen over de Contourenbrief Participatiewet in de Vaste Kamercommissie SZW, dd.

Minister van Economische Zaken

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

Verkiezingsprogramma D66 Maastricht Samen Sterker

Cao Metalektro: die deal doen we samen

Transcriptie:

Sociaal Politiek Program CNV Wij zijn één samenleving

Sociaal Politiek Program CNV Wij zijn één samenleving Het CNV bepleit een breed gedragen aanpak van onze structurele problemen waarbij het bevorderen van de onderlinge verbondenheid tussen mensen, die dé samenleving vormen, centraal staat. Het CNV wil daarom dat in de politiek sociale en groene duurzaamheid, solidariteit, persoonlijke verantwoordelijkheid en het kansen bieden aan mensen belangrijke elementen zijn. Werk is belangrijk voor mensen. Al was het maar omdat mensen in hun levensonderhoud moeten kunnen voorzien. Maar werk is meer dan geld verdienen. Het geeft een zinvolle invulling en structuur aan het leven. Mensen krijgen de kans zich te ontwikkelen en om met anderen samen bij te dragen aan de ontwikkeling van onze samenleving. Dat is van belang en moet herkenbaar zijn in goed en toekomstgericht sociaal-economisch en arbeidsmarktbeleid. ARBEIDSMARKT Alle cijfers wijzen uit dat onze beroepsbevolking gaat krimpen. Dat komt doordat er veel mensen met pensioen gaan en doordat er steeds minder jongeren zijn. Daarnaast stijgen de kosten in onze samenleving de komende jaren fors, bijvoorbeeld in de zorg. Daarom is het nodig dat onze economie groeit. De productiviteit per werknemer moet omhoog, omdat er op langere termijn anders tekorten dreigen. Hiervoor zijn scholing, preventie, mogelijkheden om zorg en werk te combineren en een integraal arbeidsmarktbeleid, met aandacht voor arbeidsmigratie, essentieel. Het CNV komt hiervoor met concrete voorstellen. De loopbaancheck moet een vast onderdeel zijn van het personeelsbeleid om op die manier te voorkomen dat mensen vroegtijdig uit het arbeidsproces verdwijnen en tot aan hun aow-gerechtigde leeftijd duurzaam inzetbaar zijn. Goed gedrag moet beloond worden. De inspanning van werkgever en werknemer naar aanleiding van de loopbaancheck kunnen van invloed zijn op de eventuele ontslagvergoeding. Ondernemingsraden krijgen als het gaat om duurzame inzetbaarheid een belangrijke rol zodat maatwerk geleverd kan worden. Jongeren, inclusief jongeren met een handicap, die hun schoolopleiding afronden moeten na die opleiding een baan krijgen, stage lopen of een andere (vervolg)opleiding volgen. In cao s moeten afspraken gemaakt worden over een leven lang leren en duurzame inzetbaarheid. De overheid moet meer investeren in onderwijs en onderzoek. Werknemers hebben een scholingsrecht dat wordt gefinancierd door de sector waarin zij werken. O&O fondsen moeten sectoroverstijgend samenwerken. Persoonlijke ontwikkelingsbudgetten moeten echt persoonlijk worden en bij verandering van baan kunnen worden meegenomen. Werkgevers en werknemers moeten afspraken maken over de combinatie werk en zorg, de overheid ondersteunt deze door financiële of fiscale maatregelen. De opzegtermijnen moeten worden verlengd en deze periode moet gebruikt worden om van-werknaar-werk trajecten te realiseren. Nieuwe regionale transfercentra moeten het proces van-werk-naar-werk ondersteunen. Werkgevers en werknemers zijn samen verantwoordelijk voor deze regionale transfercentra. Na de verlengde opzegtermijn, en zonder nieuwe baan, komt een werknemer in dienst van een transfercentrum. De uitvoering van de WW moet in handen komen van werkgevers en werknemers. De huidige WW kan omgevormd worden tot (regionale) fondsen waaruit de verlengde loondoorbetaling en de kosten van het transfercentrum worden betaald. 2

Mensen met een arbeidsbeperking die er ondanks begeleiding niet in slagen een plek op de arbeidsmarkt te verwerven dienen net als nu een beschutte werkplek in de sociale werkvoorziening te krijgen. Daarbij geldt dat voor niemand het salaris onder het minimumloon mag komen. Gelijk werk moet gelijk beloond worden. Verdringing moet worden tegengegaan. Daarom moeten cao s op alle werknemers (van binnen of buiten de EU) binnen Nederland van toepassing zijn. De Inspectie SZW moet gaan toezien op het naleven van de cao s; dit vraagt aanpassing van de wet en uitbreiding van de capaciteit. Op lokaal niveau kan geëxperimenteerd worden om uitkeringsgerechtigden te stimuleren werk aan te nemen. Hiervoor moet wel voldoende begeleiding geboden worden. Ook zelfstandigen uit het buitenland moeten verplicht worden zichzelf in te schrijven bij de Kamer van Koophandel en een verklaring arbeidsrelatie (VAR) aan te vragen bij de belastingdienst. Om oneigenlijke detacheringsconstructies tegen te gaan moet een centraal (internet)loket ingesteld worden waar mensen uit het buitenland die in Nederland willen werken zich moeten melden. De Wet Arbeid Vreemdelingen en de Wet Arbeidsvoorwaarden bij Grensoverschrijdende Arbeid moet gewijzigd worden om oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden en verdringing op de arbeidsmarkt tegen te gaan. De hoofdaannemer van een opdracht, ongeacht de sector waarin hij actief is, moet aansprakelijk zijn voor de gehele keten aan onderaannemers. Zo kunnen fraude en het misbruik via schijnzelfstandigen voorkomen worden. PENSIOENEN De komende jaren wordt Nederland geconfronteerd met de gevolgen van de vergrijzing. Er moet meer pensioen uitbetaald worden omdat het aantal 65-plussers snel toeneemt en omdat we ouder worden dan verwacht. Het CNV vindt het belangrijk dat er maatregelen genomen worden zodat het huidige, unieke pensioenstelsel met zijn drie pijlers waar het CNV nog steeds grote waarde hecht bestand is tegen deze ontwikkelingen en ook in de toekomst zijn waarde kan bewijzen. Het CNV voelt zich hiervoor verantwoordelijk. Pensioenen zijn een centraal thema in het overleg tussen werkgevers en werknemers. Het CNV staat daarom ook nu voluit achter het pensioenakkoord, want voor het CNV geldt: afspraak is afspraak. Er moet een plan komen om hetzelfde percentage werknemers onder de 55-jaar als boven de 55-jaar aan het werk te krijgen. De Inkomensvoorziening Oudere Werklozen (IOW) moet voortgezet worden zolang bovenstaande doelstelling nog niet behaald is. Werknemers met zware beroepen en een lange loopbaan moeten op hun 65ste kunnen stoppen met werken zonder dat ze er meer dan 1,5% in inkomen op achteruit gaan ten opzichte van uittreding op 66-jarige leeftijd. Doorwerkbonussen zijn een goed middel om dit te bereiken. Het automatisch leeftijdsontslag bij het bereiken van de aow-gerechtigde leeftijd moet worden afgeschaft. Daarnaast moeten werknemers zelf kunnen bepalen wanneer ze hun aow opnemen. Bij een snellere verhoging van de aow-leeftijd dan in het pensioenakkoord afgesproken, moet rekening gehouden worden met werknemers die al gestopt zijn met werken; voor hen moet een passende en realistische overgangsregeling komen zonder inkomensverlies. Pensioenfondsen moeten maatwerk kunnen blijven leveren. De maximale fiscale pensioenpremies moeten hiervoor gehandhaafd blijven. Werknemers lopen veel meer risico dan werkgevers als het gaat om pensioenen. Het aantal zetels voor werknemersorganisaties in pensioenfondsbesturen moet daarom gehandhaafd blijven. Een zetel voor pensioengerechtigden in het bestuur van een pensioenfonds moet ten koste gaan van een zetel van werkgevers. De Solvency 2 regels zouden niet moeten gelden voor pensioenfondsen, want mocht dit wel het geval worden dan moeten de financiële buffers van de fondsen ten kosten van veel geld worden vergroot. 3

4

ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN Een veilige en een gezonde werkplek is essentieel. Het CNV signaleert dat de overheid haar rol bij het beschermen van goede arbeidsomstandigheden steeds meer in handen legt van sociale partners. Voor het CNV is toezicht en handhaving door de overheid van essentieel belang. Daarom stelt het CNV het volgende voor: Bij het uitvoeren van dezelfde werkzaamheden moeten voor iedereen dezelfde regels voor arbeidsomstandigheden gelden. Dit geldt voor zowel werknemers, zelfstandigen, arbeidsmigranten als flexwerkers. Er moet geen (Brusselse) regelgeving komen waardoor werknemers 48 uur per week aan het werk gezet kunnen worden. Eén kennis- en onderzoekscentrum voor veiligheid en gezondheid ter ondersteuning van partijen in het veld. Dit kenniscentrum moet onder verantwoordelijkheid van de overheid komen te vallen. Het aanbod van kennis en onderzoek wordt nu te veel versnipperd aangeboden door verschillende partijen. Preventiemedewerkers en ondernemingsraden moeten meer gestimuleerd worden om hun rol voor de veiligheid en gezondheid binnen hun organisatie beter op te pakken, ondersteund door het kennis- en onderzoekscentrum. Effectiever registreren van mensen die tijdens het werk blootgesteld zijn aan gevaarlijke stoffen of een beroepsziekte hebben opgelopen. Nu is dit veel te veel afhankelijk van de willekeur van werkgevers. Er moet voortgang gemaakt worden met het opstellen van grenswaarden voor arbeidsrisico s, zoals werkdruk, hittestress en tillen, zodat partijen de oplossingen kunnen uitwerken in arbocatalogi. De bedrijfsgezondheidszorg dient onafhankelijk en toegankelijk te zijn voor ieder die werkt. Werkenden moeten bij een bedrijfsarts terecht kunnen met alle vragen over hun gezondheid in relatie tot hun werk. De bedrijfsgezondheidszorg moet daarom anders gepositioneerd worden, weg van de werkgevers en meer gepositioneerd tussen de reguliere gezondheidszorg. ZORG Nederland heeft een kwalitatief hoogwaardige publieke sector nodig. Een goed, toegankelijk en solidair zorgstelsel is daarvan een belangrijk onderdeel. Dat moet zo blijven. De kosten van het stelsel dreigen echter onbeheersbaar te worden. Deels is dit het gevolg van een stijgende levensverwachting, deels het gevolg van het niet optimaal functioneren van het huidige systeem. Door de stijgende kosten neemt de druk van de zorglasten op de Rijksbegroting toe, en ook de burger betaalt steeds meer voor de zorg. De komende periode is het van groot belang dat de kosten beheersbaar worden zonder dat werknemers of zwakkeren in de samenleving eenzijdig de rekening betalen. Daarom vindt het CNV het volgende: De huidige eerlijke verdeling van de kosten tussen werkgever en werknemer is een leidend principe bij de verdeling van de zorgkosten Het basispakket mag niet verder worden uitgehold. Via invoeren van inkomensafhankelijke bijdragen kan de solidariteit tussen generaties en tussen rijk en arm worden vormgegeven. Preventie voorkomt gezondheidsklachten en kosten. Werkgevers en werknemers zijn gezamenlijk verantwoordelijk om preventie te verbeteren. De bureaucratie in de zorg moet worden beperkt en de schotten tussen disciplines worden afgebroken. Dit vraagt extra aandacht voor opleidingen in de zorg. Geef de professionals in de zorg de ruimte adequate zorg te verlenen. Specifiek arbeidsmarktbeleid in de zorg om aan de groeiende zorgvraag te voldoen is essentieel. 5

EUROPA Europa bepaalt in zeer hoge mate de kaders van het Nederlands beleid. Het CNV staat voor een sterk Europa volgens het Rijnlandse model waarin de mens centaal staat en niet de markt. Een Europa gebaseerd op democratie, solidariteit en verantwoordelijkheid. Een gemeenschappelijke markt waarin niet het behalen van zo veel mogelijk winst centraal staat, maar waar het welzijn van de mensen het belangrijkst is. Het CNV staat daarom voor het volgende: Het CNV staat voor een sterk, sociaal Europa volgens het Rijnlands model, waarbij een belangrijke rol is weggelegd voor het maatschappelijk middenveld naast een rol voor de overheid. Europa moet investeren in haar democratische legitimiteit door aanpassing van de institutionele structuur en door lidstaten de ruimte te laten de toekomst van hun eigen burgers vorm te geven. Sociale partners moeten in een vroeg stadium en intensiever betrokken worden bij de totstandkoming van Europese wetgeving en beleidsvorming. Het Stabiliteit- en Convergentieprogramma (SCP) schept de budgettaire en economische kaders waarbinnen het kabinet haar beleidsvoornemens bepaalt. Sociale partners moeten in een vroeg stadium betrokken worden bij het SCP en het Nationaal Hervormingsprogramma (NHP). Sociale grondrechten zijn nooit ondergeschikt aan economische vrijheden van de interne markt. Nederland moet zich blijven verzetten tegen voorstellen om dit te wijzigingen, zoals Monti II. Sociale grondrechten moeten op verdragsniveau gewaarborgd worden. De financiële sector moet zo hervormd worden dat de risico s van een systeemcrisis in de toekomst worden beperkt. Hiertoe moet het toezicht op de financiële markten Europees worden georganiseerd. De banken moeten bijdragen aan de kosten van de crisis die deels door hen veroorzaakt is. Dit kan via een bankenbelasting. Het CNV steunt geen transactiebelasting die de Nederlandse pensioenfondsen buiten proportioneel treft. Eurobonds zijn op de korte termijn geen optie. INTERNATIONAAL BELEID Globalisering leidt tot groeiende internationale afhankelijkheid. Internationale solidariteit en mondiaal burgerschap vormen een belangrijke peiler van christelijk-sociaal gedachtegoed van het CNV. Daarnaast zijn wederzijdse economische belangen in toenemende mate van belang voor Nederland en een drijfveer voor internationale samenwerking. Gezien de (economische) afhankelijkheid van en invloed op de wereldeconomie, heeft Nederland en daarom het CNV belang bij een duurzame inrichting van de internationale handel. Het budget voor Ontwikkelingssamenwerking moet op 0,7 % van het BNP blijven. De Nederlandse bijdrage aan de ILO dient ook in de toekomst gehandhaafd te blijven. De Nederlandse inzet bij de ILO voor het handhaven van de fundamentele arbeidsnormen dient onverminderd te blijven. Sociale partners moeten in de toekomst sneller en intensiever bij nationale en Europese processen rond het Europees handelsbeleid betrokken worden. Bedrijven die overheidssubsidies ontvangen moeten de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen naleven. 6

WONEN EN WERKEN Een functionerende woningmarkt is belangrijk voor mensen en voor de overheid. Mensen moeten kunnen wonen op een plek die bij hen past. Het stilvallen van de markt zorgt ervoor dat mensen niet in staat zijn hun woonwensen te vervullen, met onverkoopbare woningen zitten, wachten op een huurwoning en verder van hun werk wonen dan gewenst. Daarnaast drukt fiscale behandeling van hypotheken ernstig op de financiële positie van Nederland. Het CNV vindt daarom dat er op de woningmarkt moet worden hervormd. De woningmarkt moet integraal worden hervormd, zowel koop- als huurmarkt. De hypotheekrenteaftrek kan worden afgetopt tegen het 42% tarief en vervolgens worden afgebouwd, zodat niet lenen maar aflossen wordt gestimuleerd. Mensen met hoge inkomens in woningen met een (te) lage huur kunnen meer huur betalen en gestimuleerd worden om naar een duurdere huurwoning te verhuizen of in de koopmarkt te stappen. Een blijvende verlaging van de overdrachtsbelasting kan bijdragen aan het op gang brengen van de woningmarkt en draagt daardoor ook bij aan de werkgelegenheid in de bouw. De onbelaste kilometervergoeding voor woon-werkverkeer, moet zonder dat er een goed alternatief is kostendekkend blijven. Daarbij is het ook van belang dat wij ons werk zo slim mogelijk organiseren. Het regime voor leasewagens moet niet het bezit, maar het gebruik minder aantrekkelijk maken. Er zou naast de Werkkostenregeling een apart reisbudget beschikbaar moeten komen waarin werknemers en werkgevers de vrijheid hebben om maatwerkafspraken te maken. Zonder kloof tussen woon-werkverkeer en zakelijk verkeer en met voldoende financiële ruimte, ook voor OV-reizen. De decentrale uitvoering van de WMO leidt tot rechtsongelijkheid en onherkenbaarheid van het beleid. Er moeten er landelijke uitvoeringsregels komen om op gemeentelijk niveau een verantwoorde zorg te garanderen. 7

Toelichting Sociaal Politiek Program CNV 1. VOORAF Onze economie verkeert begin 2012 voor de tweede keer op korte termijn in een recessie, de overheidsfinanciën ontwikkelen zich zorgelijk en wij worden geconfronteerd met structurele sociaaleconomische en financiële problemen. Het bestuur van ons land vertoont instabiele kenmerken, want kabinetten kennen een korte zittingstermijn. Dit geldt ook voor het minderheidskabinet-rutte, dat na het wegvallen van de gedoogsteun in het parlement moest besluiten tot nieuwe verkiezingen. In zijn sociaal-politiek program wil het CNV uiteenzetten welke de zienswijze van de christelijke vakbeweging is op de gewenste politieke en sociaal-economische ontwikkelingen. Een visie die het Verbond ter overweging voorlegt aan politieke partijen. Kern van deze visie is dat het CNV een breed gedragen aanpak van onze structurele problemen bepleit waarbij het bevorderen van de onderlinge verbondenheid tussen mensen, die dé samenleving vormen, centraal staat. 2. HOOFDLIJN Het CNV wil dat politieke partijen sociale en groene duurzaamheid, solidariteit, persoonlijke verantwoordelijkheid en het kansen bieden aan mensen centraal stellen. De eurocrisis, en maatschappelijke onrust vereisen een krachtige overheid die deze waarden centraal stelt. We willen geen (financiële en ecologische) rekeningen doorsturen naar volgende generaties. Om dat te voorkomen doet het CNV in zijn sociaal-politiek program een reeks voorstellen op voor de vakbeweging relevante thema s. Deze voorstellen worden voorafgegaan door een paragraaf waarin het CNV zijn uitgangspunten toelicht en door een paragraaf waarin wordt ingegaan op de ontwikkelingen in de omgeving. Uitgangspunten van het CNV Het CNV is een christelijk-sociale organisatie. Dat betekent het zijn doen en laten baseert op waarden als solidariteit, rechtvaardigheid en rentmeesterschap. Waarden die in deze tijd vragen om een nieuwe vertaling, maar actueler zijn dan ooit! Veel van de vraagstukken van vandaag gaan over een rechtvaardige verdeling van lasten en lusten. Daarin staat de vraag naar solidariteit en rechtvaardigheid centraal. Rentmeesterschap is een oud en bekend woord dat gaat over de vraag hoe wij deze aarde nalaten aan onze kinderen en kleinkinderen. Een wereld die wij geërfd hebben van onze voorouders en in bruikleen hebben van onze kinderen. Waarden kunnen eeuwigheidswaarde hebben, rechten zijn daarvan de tijdelijke vertaling. CNV maakt zich sterk voor het behoud van verworven waarden en is zich bewust van de noodzaak om rechten die gebaseerd zijn op die waarden waar nodig tegen het licht te houden en opnieuw vorm te geven die past bij de actualiteit. Daarmee blijft de waarde overeind en wordt zij telkens opnieuw in actuele vorm, het recht, gegoten. Dat schept en continuïteit en veranderingsbereidheid! Werk is belangrijk voor mensen. Al was het maar omdat mensen in hun levensonderhoud moeten kunnen voorzien. Maar werk is meer dan geld verdienen. Het geeft zinvolle invulling en structuur aan het leven. Mensen krijgen de kans zich te ontwikkelen en om met anderen samen bij te dragen aan de ontwikkeling van onze samenleving. Dat is van belang en moet herkenbaar zijn in goed en toekomstig gericht sociaaleconomisch en arbeidsmarktbeleid. Voor het CNV is de kern van het beleid van de toekomst dat werknemers duurzaam inzetbaar zijn om op die manier bij te dragen aan onze welvaart en het goede leven. Het gaat om het versterken van de wend- en weerbaarheid van mensen. 1

3. DE OMGEVING Globalisering en individualisering Globalisering en individualisering bieden mensen nieuwe, onbekende ruimte om zichzelf te ontwikkelen en te ontplooien. Aan de ene kant werken globalisering en individualisering bevrijdend en bieden persoonlijke en economische kansen. Daar staat tegenover dat de globalisering en individualisering mensen de zekerheden van een rustig, overzichtelijk en voorspelbaar bestaan ontnemen. Mensen raken ontheemd en voelen zich bedreigd. De bevrijdende kracht blijkt een valkuil vol onzekerheden. Zeker de vakbeweging wordt geconfronteerd met beide kanten van deze medaille. De ondernemende werknemer plukt op het eerste gezicht de voordelen van globalisering en individualisering, maar de ander voelt zich of wordt daadwerkelijk bedreigd in zijn bestaanszekerheid. Eén van de bedreigingen van deze ontwikkeling is dat de maatschappelijke cohesie afneemt, dat mensen de samenleving niet langer als een samenhangend geheel zien en zich verloren voelen. Er ontstaat een wereld van wij en zij, een wereld die verbrokkelt in plaats van een wereld waarin mensen zijn verbonden. Europa Nederland hoort bij de zes landen die in reactie op de Tweede Wereldoorlog besloten om door economische samenwerking de tegenstellingen tussen de landen duurzaam te overbruggen om zo een fundament te leggen onder een vreedzame ontwikkeling van ons deel van de wereld. Sinds het ontstaan van de samenwerking in de jaren 50 is die samenwerking verdiept en hebben veel meer landen zich aangesloten. De vreedzame economische ontwikkeling van Europa heeft krachtig bijgedragen aan de groei van onze welvaart. Nederland moet er onverkort voor kiezen die ingeslagen weg te blijven volgen, zeker in een wereld die snel verandert en waarin de concurrentie eerder toe- dan afneemt. Het CNV ziet een zorgelijke ontwikkeling met betrekking tot houding tegenover Europa. Te gemakkelijk wordt voorbij gegaan aan de grote waarde die de Europese samenwerking ook voor Nederland heeft. De Nederlandse economie is afhankelijk van de ontwikkelingen in de ons omringende landen, want meer dan 80% van onze export blijft binnen de EU. Om die reden is het niet de vraag of we ons ten gunste van Europese samenwerking moeten uitspreken, maar veeleer tot hoever we onze bevoegdheden willen overdragen aan Brussel en hoe we er dan toch nog steeds grip op kunnen houden. De vraag naar de manier waarop het zogenoemde subsidiariteitsbeginsel moet worden toegepast1 is een belangrijk punt op de Europese en nationale agenda. Voor het CNV is het daarbij van belang dat de Europese Unie meer is dan een op marktdenken gerichte economische samenwerking. De Europese Unie is een sociaal project dat haar inwoners vrede, veiligheid, rechtszekerheid, welvaart en bestaanszekerheid moet bieden zonder dat de Unie daarbij de verantwoordelijkheden van de nationale overheden tekort doet. 1 1 Het subsidiariteitsbeginsel houdt in algemene zin in dat hogere instanties niet iets moeten doen wat door lagere instanties kan worden afgehandeld. 2

De overheid, de crisis en de maatschappelijke ordening Bijzondere aandacht vraagt de rol van de overheid, die ten dienste van de samenleving eigen taken moet vervullen. Ons land heeft een hoog niveau van welvaart weten te bereiken, maar er is een aantal duidelijke bedreigingen voor welvaart en welzijn. Als gevolg van de bankencrisis in 2008, gevolgd door de Eurocrisis die in 2011 begon, zijn de overheidsfinanciën uit het lood geslagen. Deze moeten weer in evenwicht worden gebracht. Daarnaast kent ons land zeker in Europees perspectief en ondanks de crisis - een relatief matige werkloosheid, maar met een hardnekkige component aan de onderkant van de arbeidsmarkt de re-integratie van laagopgeleiden en arbeidsgehandicapten blijft een probleem. Het streven naar een kennisintensieve economie stelt hoge eisen aan de uitbouw van ons onderwijs, dat tot het beste ter wereld zou moeten behoren en dat een leven lang leren stimuleert. Ook kan gewezen worden op de klimaatgevolgen van ons productieproces en onze levensstijl een zaak die overigens alleen in internationaal verband kan worden opgelost, maar waarin Nederland een rol moet spelen. Deze vraagstukken stellen onze samenleving voor dilemma s: aan de ene kant is het belangrijk om de genoemde problemen op te lossen, daartoe is het nodig om in de toekomst te investeren. Aan de andere kant is het nodig om de overheidsfinanciën op orde te krijgen en geen hoge schulden na te laten aan het nageslacht, en dat dwingt maakt het juist nodig te bezuinigen. In die dilemma s moeten moeilijke keuzes gemaakt worden. Het CNV staat traditioneel voor een sterk maatschappelijk middenveld met een daarbij passende rol voor de overheid. Die overheidsrol moet krachtig zijn waarbij burgers hun overheid kunnen vertrouwen. Onze samenleving vraagt grote inspanningen van de overheid. Het terugbrengen van de overheidstaken kan dan ook niet zonder meer, maar vraagt om een ontwikkeling in de samenleving waardoor die samenleving eigen verantwoordelijkheid op kan pakken. Dat vergt een proces van zorgvuldig overleg en overdracht afbraak van de overheid en uitholling van de publieke diensten uit financieel perspectief past daar niet bij. Daarbij moeten (oude en nieuwe) middenveldorganisaties bereid zijn hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen. Het maatschappelijk gezag van partijen in de overlegeconomie staat onder druk. Daarbij speelt interne verdeeldheid een rol, maar ook dat de overheid zich op belangrijke dossiers niet langer laat leiden door de resultaten van het overleg, maar eigen oplossingen verkiest. Het besluit van de zogenoemde Kunduz-coalitie rond het pensioenakkoord is daarvan een recent voorbeeld. Alleen als de overheid een betrouwbare partner is, kan het maatschappelijk midden de verantwoordelijkheid nemen om bij te dragen aan eigentijdse en toekomstgerichte oplossingen voor de structurele problemen die ons land kent. Het CNV wil dit doen. De onderneming De veranderingen op het gebied van arbeid spelen zich af in een veranderende onderneming. Binnen veel vooral grote ondernemingen is het accent meer en meer komen te liggen op het verhogen van de aandeelhouderswaarde. Er lijkt een permanent debat over de beloning van de leiding van de onderneming. De topinkomens zijn wellicht marktconform, maar stellig niet maatschappijconform. De globalisering leidt ertoe dat de nationale economie in toenemende mate onderdeel wordt van de wereldeconomie. De razendsnelle opkomst van nieuwe economieën (Brazilië, Rusland, India en China) heeft mondiale verhoudingen op markten ingrijpend veranderd. Deze ontwikkeling zet de komende jaren door. 3 3

Ondernemingen richten zich steeds meer op hun kerntaak, waarbij ondersteunende activiteiten worden afgestoten. De fusiebewegingen in de jaren 60 en 70 van de vorige eeuw waren gericht op integratie van de verschillende productieactiviteiten. Die ontwikkeling is volledig omgekeerd, bedrijven richten zich steeds meer alleen op kernproces. Ondersteunende diensten worden steeds vaker uitbesteed. In de zienswijze van het CNV is een onderneming de plaats waar goederen en diensten worden voortgebracht in samenwerking tussen de mensen in die onderneming en de klant. De jacht op het vergroten van de aandeelhouderswaarde leidt ertoe dat niet samenwerking of de relatie met de klant centraal staat, maar de relatie met de financier. De razendsnel om zich heen grijpende bancaire crisis is daarvan een sprekend voorbeeld. Deze ontwikkeling moet in de zienswijze van het CNV worden gekeerd, de onderneming moet zich richten op zijn kernfunctie in het economisch proces, het voortbrengen van goederen en diensten in een duurzame relatie met medewerker en de klant. Duurzaamheid Structurele problemen vragen om houdbare, structurele oplossingen. Het duurzaamheidsbegrip kent tal van varianten, naast sociale duurzaamheid gaat het ook om ecologische of groene duurzaamheid. Kern van al deze varianten is een gezonde relatie tussen de korte en de lange termijn. In de kern is onze voortbrenging gebaseerd op verbruik van grondstoffen. Hiervan zijn op enig moment de grenzen bereikt zo niet al overschreden. De zoektocht naar een andere inrichting van onze voortbrengingsmethoden moet dan ook een belangrijk aspect zijn in de structurele ontwikkeling van onze economie. Deze ontwikkeling behoort weliswaar niet direct tot het werk van de vakbeweging, maar de gevolgen van deze ontwikkeling doen dat wel. Om in die mondiale ontwikkeling mee te spelen is een kennisintensieve economie nodig en dat stelt tal van eisen aan de kwaliteit van ons onderwijs en de flexibiliteit van onze beroepsbevolking. Het is daarmee een zaak die het werk van de vakbeweging raakt. Om sociale duurzaamheid te realiseren moet de onderlinge verbondenheid tussen burgers worden bevorderd. Daarbij kan en moet de overheid een rol spelen, maar hier ligt ook een belangrijke taak voor burgers en hun organisaties. Solidariteit vormt de basis voor sociale duurzaamheid. De gedachten dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen als er problemen moeten worden opgelost en dat ieder zijn deel krijgt in de welvaart van ons land spelen, zijn daarbij aan de orde. Mensen zijn weliswaar individuen, maar zij komen pas tot hun recht in relatie tot en met anderen. Daarom moet de onderlinge verbondenheid tussen burgers vorm kunnen krijgen in hun organisaties die actief zijn op het maatschappelijk middenveld. Niet de overheid of de markt zijn alleen de bepalers van de verdelers van onze welvaart, maar ook institutionele voorzieningen tussen markt en overheid behoren daarbij een rol te spelen. 4 4

4. DE TOEKOMST VAN DE ARBEIDSMARKT Alle cijfers wijzen uit dat onze beroepsbevolking na 2020 gaat krimpen. Dat komt doordat er veel mensen met pensioen gaan en omdat er steeds minder jongeren zijn. Daarnaast stijgen de kosten in onze samenleving de komende jaren fors, bijvoorbeeld in de zorg. Dat maakt het noodzakelijk dat onze economie groeit. De productiviteit per werknemer moet omhoog, omdat er op langere termijn anders tekorten dreigen. Hiervoor zijn scholing, preventie, mogelijkheden om zorg en werk te combineren en een integraal arbeidsmarktbeleid essentieel. Het CNV komt daarom met een groot aantal voorstellen om mensen aan het werk te houden door betere preventie, voor betere scholing, voor een goede combinatie tussen werk en zorg en om de werking van de arbeidsmarkt te verbeteren. Daarnaast is het van belang de arbeidsmigratie binnen en van buiten Europa in goede banen te leiden. Een betere arbeidsmarkt in de toekomst is zowel van belang voor de private als de publieke sector. In de private sector om beter in te spelen op schommelingen tussen sectoren en in de publieke sector om de kwaliteit van de publieke voorzieningen op peil te houden. Door de druk van de bezuinigingen en de aankomende grote uittocht van ouder personeel is de kwaliteit van de overheidsdiensten niet vanzelfsprekend gegarandeerd. Binnen de publieke sector is het van belang om te voorkomen dat jonger personeel waarin veel is geïnvesteerd de publieke dienst verlaat, terwijl op middellange termijn grote tekorten zijn te verwachten. Hiervoor zijn mogelijk specifieke arrangementen noodzakelijk. Preventie Werknemers moeten in goede gezondheid en met plezier daadwerkelijk tot hun pensioenleeftijd kunnen blijven werken. Oudere werknemers worden vaak als eerste ontslagen en krijgen dan nauwelijks ander werk, jongeren die vroeg zijn begonnen met werken zijn te snel opgebrand. Op dit gebied moet veel veranderen. Preventie is daarbij de kern: voorkomen moet worden dat werknemers uit het arbeidsproces vallen. Er moet speciale aandacht zijn voor groepen mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt, zoals oudere werklozen, jonggehandicapten en mensen met een chronische aandoening. De nadruk moet liggen op wat mensen wel kunnen, niet op wat zij niet (meer) kunnen. Hierbij moet er extra aandacht zijn en middelen beschikbaar komen voor ondersteuning naar en op de arbeidsmarkt. Mensen mogen niet als gevolg van een bezuinigingsdoelstelling van de arbeidsmarkt worden geweerd. Mensen die er ook met ondersteuning niet in slagen een plaats op de arbeidsmarkt te veroveren, moeten net als nu een beschutte werkplek in de sociale werkvoorziening krijgen. Ook daar geldt dat niemand mag werken tegen minder dan het minimumloon. Loopbaanbeleid, door bijvoorbeeld een loopbaancheck (arbeidsmarktpositiekeuring, APK), hoort een vast onderdeel te zijn van het personeelsbeleid. De ontwikkeling van werknemers is de kern van caoafspraken. Door een regelmatige loopbaancheck ontdek je of iemand scholing nodig heeft. Dit leidt tot een plan van aanpak om duurzame inzetbaarheid te garanderen. De resultaten mogen niet vrijblijvend zijn. Het onderliggende principe moet zijn dat werkgevers en werknemers die zich inspannen voor het up to date houden van de arbeidsmarktpositie van een werknemer beloond worden en dat degene die dat niet doet op de blaren zit. Dit kan door de inzet in verband te brengen met de ontslagvergoeding. Wanneer de werkgever niet de middelen beschikbaar stelt voor reparaties/ onderhoud naar aanleiding van de arbeidsmarktpositiekeuring, moet deze een extra hoog bedrag betalen bij eventueel ontslag. Wanneer de werknemer de aangereikte handschoen niet oppakt zal dit leiden tot een lagere ontslagvergoeding. 5