Subsidieverordening Waterkwaliteitsspoor: - stedelijk gebied; - riolering buitengebied.



Vergelijkbare documenten
Subsidieregeling Klimaatactieve Stad 2017 Steden en dorpen schuilen niet voor regen of zon

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 27 mei 2008;

Stimuleringsregeling afkoppelen hemelwater gemeente Leudal

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

karakter. Wanneer de particuliere initiatieven achterblijven zal van de gemeente zelf een nog grotere inspanning krijgen dan het geval is met

Het bestuursorgaan bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediende aanvraag.

Algemene Subsidieregeling 2008

Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998

STADSREGIO AMSTERDAM ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING

GEMEENTEBLAD. Nr HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Regeling subsidie armoedebeleid gemeente Oisterwijk 2019.

BELEIDSREGEL ONTHEFFING GEMEENTELIJKE ZORGPLICHT STEDELIJK AFVALWATER FLEVOLAND Gedeputeerde Staten van Flevoland,

Concept ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MOERDIJK

eurne DE RAAD VAN DE GEMEENTE DEURNE Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 21 augustus 2018, nr. 56;

SUBSIDIEREGELING BEVORDEREN INTERGEMEENTELIJKE SAMENWERKING ZUID-HOLLAND 2017

Gelet op het bepaalde in de artikelen 147 en 149 van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

VERORDENING (re)integratie arbeidsgehandicapten

Kaderverordening subsidies provincie Groningen Hoofdstuk 1: Begripsbepalingen en algemene bepalingen

Algemene subsidieverordening Texel

gelezen de nota d.d., 5 december 2017, Directie/Samenleven/ Sociale Basisinfrastructuur;

Corsanummer

Subsidieverordening Hollands Kroon

Subsidieregeling Kinderopvang gemeente Haren 2018

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

Tubbergen o. gemeente. Aan de gemeenteraad. Vergadering: 8 september Nummer: Tubbergen, 28 augustus 2014

Specifieke subsidieregeling energiesbesparende maatregelen gemeente Overbetuwe

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2011/14

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Regeling subsidie cultuureducatie gemeente Oisterwijk 2019.

Verordening subsidieregeling afkoppelen regenwater gemeente Nederweert 2016

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Algemeen Subsidiereglement stichting Fonds voor Cultuurparticipatie

Specifieke subsidieregeling energiebesparende maatregelen gemeente Overbetuwe

Subsidieverordening waardevolle panden gemeente Veere 2017

Subsidieverordening Stimulering Duurzaam Bouwen Zenderink 1 e fase

Voorstel besluit Samenvatting toelichting

Naam regeling: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert Citeertitel: Algemene Subsidieverordening gemeente Zundert 2011

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 maart 2015 ; Subsidieverordening Maatschappelijk Innovatiefonds gemeente Ommen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 4 september 2012;

Gelet op het artikel 90, tweede en derde lid van de Wet raadgevend referendum;

Subsidieregeling Openbare Oplaadpunten FoodVaiiey. Gelet op artikel 3 lid 1 van de Algemene Subsidieverordening gemeente Ede 2014.

Raadsvergadering : 20 juni 2011 Agendanr. 13

SUBSIDIEREGELING ENERGIEBESPARING BESTAANDE BOUW PARTICULIEREN 2009

gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Provinciewet en de Gemeenschappelijke regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland;

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Onderwerp: Vaststelling Algemene subsidieverordening Purmerend 2014

Subsidieregeling Klimaat Actief! Steden en dorpen schuilen niet voor regen of zon

A. ALGEMENE BEPALINGEN

Raadsvoorstel. Agendanummer: Datum raadsvergadering: Registratienummer: Onderwerp:

Provinciaal blad. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING LEIDERDORP 2012

Model Subsidieregeling kinderopvang

PROVINCIAAL BLAD. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking in het Provinciaal Blad en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Algemene subsidieverordening gemeente Harlingen overwegende dat het gewenst is voor subsidiering algemene regels vast te stellen;

Regeling subsidie Duurzaam wonen in Kennemerland

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE TYNAARLO. De raad van de gemeente Tynaarlo,

Regeling subsidie Duurzaam wonen in Kennemerland

Aansluitverordening van de riolering in de gemeente Krimpen aan den IJssel

Verordening materiële en financiële gelijkstelling onderwijs gemeente Gooise Meren.

Overwegende dat het gewenst is om een regeling op te stellen om subsidies te kunnen verstrekken voor bodemsaneringsprojecten in Noord-Holland 2015;

Gemeente Strijen. Subsidieverordening. duurzaamheidsmaatregelen Strijen

Besluit van de gemeenteraad d.d. 12 december 2011, nr. 14B/B, tot vaststelling van de Algemene subsidieverordening Tubbergen

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 20 februari 2014;

Subsidieregeling bevorderen intergemeentelijke samenwerking Zuid-Holland 2015

Nadere regels subsidieverstrekking gemeente Medemblik 2014

Subsidieregeling Riolering woonboten

GEDEPUTEERDE STATEN VAN FRYSLÂN EN DE COMMISSARIS VAN DE KONINGIN IN DE PROVINCIE FRYSLÂN,

Algemene subsidieverordening Gemeente Werkendam 2012

Algemene subsidieverordening gemeente Landsmeer 2016

12 Hemelwateruitlaat of riooloverstort

gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d.

Onderwerp : Algemene Subsidieverordening Bergeijk 2016

Overwegende dat het bestaande subsidiebeleid dateert uit de periode van 2009/2010;

Subsidie vrijwillige inzet en informele zorg gemeente Ermelo 2016.

Algemene subsidieverordening Texel 2016

overwegende dat het wenselijk is de Subsidieverordening jeugdzorg Noord-Holland 2006 te actualiseren;

Regeling voor Subsidie voor de aanleg van Groene Daken op bestaande gebouwen Gemeente Amstelveen Artikel 1. Begripsomschrijvingen

c. Meerjarige subsidie: subsidie die voor twee kalenderjaren 5. Europees steunkader: een mededeling, richt-

overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan behoud en herstel van gemeentelijke monumentale objecten,

GEMEENTEBLAD. Nr

Algemene subsidieverordening Echt-Susteren 2011

Subsidieverordening Bedrijventerrein Oosterweilanden gemeente Twenterand 2017

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011; Uitvoeringsregeling subsidie collectieve zelfbouw Noord-Holland 2017

Subsidieverordening Energiebesparing gemeente Hoogeveen 2014

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

College van burgemeester en Wethouders van gemeente De Wolden BESLUIT:

Sector: I. Nr. : 90.8

Algemene subsidieverordening Haaksbergen (9.16b)

Gemeente ^" Albrandsuuaard

Subsidieregeling Energiebesparing bestaande woningbouw Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen;

Provinciale Staten van Noord-Holland

Subsidieverordening beschermde gemeentelijke monumenten Hof van Twente 2012

en met inachtneming van: Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb); en de Wet Infrastructuurfonds, alsmede het Besluit Infrastructuurfonds;

Interestsubsidieregeling energiebesparing bestaande bouw particulieren Drenthe

Subsidieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013

Gelet op de artikelen 93, 95, 123 en 125 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en gelet op Titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011; Uitvoeringsregeling subsidie oprichting kredietunie MKB Noord-Holland 2015

Subsidieregeling gemeentelijke monumenten Drechterland 2015

Uitvoeringsbesluit financiering instandhouding provinciale monumenten in Drenthe

Gelet op artikel 2 van de Algemene subsidieverordening Noord-Holland 2011;

b e s l u i t: vast te stellen de Subsidieverordening restauratie gemeentelijke monumentale panden Leidschendam-Voorburg 2008.

Transcriptie:

Subsidieverordening Waterkwaliteitsspoor: - stedelijk gebied; - riolering buitengebied. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Vastgesteld door het Algemeen bestuur op 20 februari 2003, nr. AB 03/002 Gewijzigd bij besluit van het algemeen bestuur op 28 augustus 2003, nr. AB 03/059 (1 e wijziging) Gewijzigd bij besluit van het algemeen bestuur op 6 juli 2006, nr. AB 06/039 (2 e wijziging) De tekst van de artikelen, bijlagen en toelichting, die bij de 2 e wijziging zijn betrokken, is cursief weergegeven. De voorheen geldende tekst blijft van toepassing (i) op ontvankelijke aanvragen om subsidie die voor de datum van inwerkingtreding van het besluit tot wijziging zijn ingediend en (ii) voor gemeenten met wie reeds afspraken zijn gemaakt.

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. hoogheemraadschap: hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht; b. algemeen bestuur; het algemeen bestuur van het hoogheemraadschap; c. dagelijks bestuur; het dagelijks bestuur van het hoogheemraadschap; d. gemeente: gemeente waarvan het grondgebied geheel of gedeeltelijk gelegen is binnen het beheersgebied van het hoogheemraadschap; e. stedelijk gebied: gedeelte van het grondgebied van een gemeente dat gelegen is binnen de bebouwde kom (zoals bedoeld in artikel 27 Wegenwet) en binnen het beheersgebied van het hoogheemraadschap en waarvan de op de riolering aangesloten inwoners heffingsplichtig zijn aan het hoogheemraadschap; f. buitengebied: gedeelte van het grondgebied van een gemeente, dat gelegen is buiten de bebouwde kom (zoals bedoeld in artikel 27 Wegenwet) en binnen het beheersgebied van het hoogheemraadschap; g. verordening: de Subsidieverordening waterkwaliteitsspoor hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht; h. subsidie; de aanspraak op financiële middelen, die door het hoogheemraadschap aan een gemeente worden verstrekt, ten behoeve van de sanering van overstorten in het stedelijk gebied of de aanleg van riolering of IBA-systemen in het buitengebied; i. overstort: lozingswerk in een gemengd rioolstelsel, waaruit tijdens hevige regenval met hemelwater verdund afvalwater wordt geloosd op oppervlaktewater; j. overstorting: lozing van met hemelwater verdund afvalwater vanuit een gemengd rioolstelsel op oppervlaktewater; k. waterkwaliteitstoets: toets waaruit blijkt of een overstorting uit een rioolstelsel, dat voldoet aan de landelijke basisinspanning riolering, al dan niet een knelpunt voor de waterkwaliteit vormt; l. puntlozing: bestaand lozen van huishoudelijk afvalwater uit een gebouw zoals bedoeld in artikel 1 van het Lozingenbesluit Wvo huishoudelijk afvalwater; m. kwetsbaarheid: indeling van het buitengebied in niet kwetsbaar/kwetsbaar/zeer kwetsbaar, zoals vastgesteld door provinciale staten van de betreffende provincie en aangegeven op zg. provinciale kwetsbaarheidkaarten; 2

n. omslagpunt: het door de provincies vastgestelde investeringsbedrag per aansluitpunt op de riolering van een pand of perceel in het buitengebied, waarbij de jaarlijkse kosten van riolering even hoog zijn als die van een alternatieve voorziening; de hoogte van het omslagpunt is afhankelijk van de kwetsbaarheid van het gebied of van het oppervlaktewater, alsmede van de grondsoort waarin de riolering moet worden aangelegd; de omslagpunten zijn weergegeven in bijlage 1 van deze verordening; o. saneringsplan waterkwaliteitsspoor stedelijk gebied: door de raad of het college van B&W van een gemeente vastgesteld plan ten behoeve van de sanering van overstorten, waarvan uit een waterkwaliteitstoets is gebleken dat deze een knelpunt voor de waterkwaliteit vormen, met welk plan het dagelijks bestuur heeft ingestemd en waarvan de inhoud voldoet aan het bepaalde in bijlage 2 van deze verordening; p. financieringsplan waterkwaliteitsspoor stedelijk gebied: door de raad of het college van B&W van een gemeente vastgesteld plan ten behoeve van de financiering van het aandeel van de gemeente in de kosten van uitvoering van het gelijknamige saneringsplan; q. convenant: overeenkomst tussen het hoogheemraadschap en een gemeente inzake de uitvoering van het saneringsplan waterkwaliteitsspoor stedelijk gebied en het gelijknamige financieringsplan, die is opgesteld conform het modelconvenant dat als bijlage 3 bij deze verordening is gevoegd; r. planoverleg waterkwaliteitsspoor: overleg tussen het hoogheemraadschap en een gemeente inzake het saneringsplan waterkwaliteitsspoor stedelijk gebied; s. saneringsplan buitengebied: door de raad of het college van B&W van een gemeente - in het kader van het provinciaal ontheffingenbeleid zorgplicht riolering - vastgesteld plan ten behoeve van de sanering van alle ongezuiverde lozingen in het buitengebied, met welk plan het dagelijks bestuur heeft ingestemd en waarvan de inhoud voldoet aan het bepaalde in bijlage 4 van deze verordening; t. financieringsplan sanering buitengebied: door de raad of het college van B&W van een gemeente vastgesteld plan ten behoeve van de financiering van het aandeel van de gemeente in de kosten van uitvoering van het gelijknamige saneringsplan; u. maatwerkoverleg: overleg tussen het hoogheemraadschap en een gemeente over het saneringsplan buitengebied; v. Awb: Algemene wet bestuursrecht; w. IBA: een systeem voor de Individuele Behandeling van Afvalwater (niet zijnde een verbeterde septictank), te onderscheiden in laag- en hoogrendementssystemen. (respectievelijk IBA-min en IBA-plus); x. CBA: een systeem voor de Centrale Behandeling van Afvalwater voor clusters van percelen; 3

y. aansluitpunt: een perceel (bijv. huishouden (ook vakantiewoningen), woonboot of bedrijf). Artikel 1.2. Bijlagen Bij deze verordening behoren de volgende bijlagen, die daarmee een onverbrekelijk geheel vormen: bijlage 1: overzicht omslagpunten; bijlage 2: inhoud saneringsplan waterkwaliteitsspoor stedelijk gebied; bijlage 3: modelconvenant; bijlage 4: inhoud saneringsplan buitengebied; bijlage 5: overzicht duurzame en sectorale maatregelen waterkwaliteitsspoor; bijlage 6a: overzicht subsidiabele kosten waterkwaliteitsspoor stedelijk gebied; bijlage 6b: overzicht subsidiabele kosten saneringsplan buitengebied. Artikel 1.3 Reikwijdte verordening 1. Hoofdstuk 2 van deze verordening is uitsluitend van toepassing op het verstrekken van subsidie door het hoogheemraadschap aan een gemeente ter gedeeltelijke dekking van de kosten van uitvoering van een saneringsplan waterkwaliteitsspoor stedelijk gebied, waarover in het planoverleg waterkwaliteitsspoor afspraken zijn gemaakt. 2. Hoofdstuk 3 van deze verordening is uitsluitend van toepassing op het verstrekken van subsidie door het hoogheemraadschap aan een gemeente ter gedeeltelijke dekking van de kosten van uitvoering van een saneringsplan buitengebied, waarover in het maatwerkoverleg afspraken zijn gemaakt. 3. De overige hoofdstukken van deze verordening zijn, tenzij anders aangegeven, zowel van toepassing op de in lid 1 van dit artikel bedoelde subsidie als op de in lid 2 van dit artikel bedoelde subsidie. 4

Hoofdstuk 2 Subsidie uitvoering saneringsplan waterkwaliteitsspoor stedelijk gebied Artikel 2.1 Omvang subsidie 1. Het hoogheemraadschap verleent aan de gemeente een subsidie ter grootte van 80% van de feitelijke kosten van uitvoering van duurzame (bron)maatregelen. Een overzicht van dergelijke maatregelen is opgenomen in bijlage 5 van deze verordening. Lid 1 is gewijzigd bij besluit AB d.d. 6 juli 2006, nr. AB 06/039. De nieuwe tekst luidt als volgt: 1. Het hoogheemraadschap verleent aan de gemeente een subsidie ten behoeve van de uitvoering van duurzame (bron)maatregelen. Een overzicht van dergelijke maatregelen is opgenomen in bijlage 5 van deze verordening. De subsidie bedraagt 50% van de feitelijke kosten van uitvoering van die maatregelen met dien verstande dat de subsidie voor afkoppeling van verhard oppervlak de eerste twee bullets van het overzicht van bijlage 5 ten hoogste 20,- per m 2 afgekoppeld verhard oppervalk bedraagt. 2. Het hoogheemraadschap verleent aan de gemeente een subsidie ter grootte van 30% van de feitelijke kosten van uitvoering van sectorale (end-of-pipe) maatregelen. Een overzicht van dergelijke maatregelen is opgenomen in bijlage 5 van deze verordening. Lid 2 is gewijzigd bij besluit AB d.d. 6 juli 2006, nr. AB 06/039. De nieuwe tekst luidt als volgt: 2. Het hoogheemraadschap verleent aan de gemeente een subsidie ten behoeve van de uitvoering van sectorale (end-of-pipe) maatregelen. Een overzicht van dergelijke maatregelen is opgenomen in bijlage 5 van deze verordening. De subsidie bedraagt 15% van de feitelijke kosten van uitvoering van die maatregelen. Artikel 2.2 Subsidiabele kosten Voor de berekening van de subsidie worden uitsluitend de kosten in aanmerking genomen, die in het Overzicht subsidiabele kosten waterkwaliteitsspoor stedelijk gebied worden vermeld dat als bijlage 6a van deze verordening is opgenomen. 5

Hoofdstuk 3 Subsidie uitvoering saneringsplan buitengebied Artikel 3.1 Omvang subsidie 1. In niet kwetsbaar gebied komen de feitelijke kosten voor de aanleg van riolering (gemiddeld per aansluitpunt) tot het omslagpunt ( 6.805,-) voor rekening van de gemeente en / of de lozer. 2. In kwetsbaar gebied verleent het hoogheemraadschap - in geval de kosten voor de aanleg van riolering in kwetsbaar gebied hoger zijn dan 9.530,- een subsidie, te weten de kosten per aansluitpunt minus 9.530,- tot een maximum van 3.630,- per aansluitpunt in gebieden met zandgrond, tot een maximum van 4.538,- per aansluitpunt in gebieden met kleigrond en tot een maximum van 5.899,- per aansluitpunt in gebieden met veengrond. Indien in kwetsbaar gebied een IBA/CBA wordt aangelegd waarvan de kosten meer dan 6.805,- maar minder dan 9.530,- bedragen, verleent het hoogheemraadschap subsidie voor één derde deel van de tussenliggende kosten per IBA / CBA. Indien in kwetsbaar gebied een IBA / CBA systeem aangelegd wordt waarvan de kosten hoger zijn dan 9.530,- dan verleent het hoogheemraadschap minimaal 908,- subsidie. In het maatwerkoverleg zal een nadere verdeling tussen de gemeente, het hoogheemraadschap en de provincie worden bepaald voor de kosten boven 9.530,-. 3. In zeer kwetsbaar gebied verleent het hoogheemraadschap - in geval de kosten voor de aanleg van riolering in zeer kwetsbaar gebied hoger zijn dan 12.250,- een subsidie, te weten de kosten per aansluitpunt minus 12.250,- tot een maximum van 4.086,- per aansluitpunt in gebieden met zandgrond, tot een maximum van 5.901,- per aansluitpunt in gebieden met kleigrond en tot een maximum van 9.531,- per aansluitpunt in gebieden met veengrond. Indien in zeer kwetsbaar gebied een IBA/CBA wordt aangelegd waarvan de kosten meer dan 6.805,- maar minder dan 12.250,- bedragen, verleent het hoogheemraadschap subsidie voor één derde deel van de tussenliggende kosten per IBA / CBA. Indien in zeer kwetsbaar gebied een IBA / CBA systeem aangelegd wordt waarvan de kosten hoger zijn dan 12.250,- dan verleent het hoogheemraadschap minimaal 1.815,- subsidie. In het maatwerkoverleg zal een nadere verdeling tussen de gemeente, het hoogheemraadschap en de provincie worden bepaald voor de kosten boven 12.250,-. 4. Het bepaalde in het eerste en tweede lid laat onverlet dat in niet kwetsbaar en kwetsbaar gebied de eventuele saneringskosten boven de aldaar geldende omslagpunten voor rekening van het hoogheemraadschap komen, voor zover het maatregelen betreft die tot een aanzienlijke verbetering van de oppervlaktewaterkwaliteit leiden en door het hoogheemraadschap wenselijk worden geacht. Artikel 3.2 Subsidiabele kosten Voor de berekening van de subsidie worden uitsluitend de kosten in aanmerking genomen, die in het Overzicht subsidiabele kosten saneringsplan 6

buitengebied worden vermeld dat als bijlage 6b van deze verordening is opgenomen. Artikel 3.3 Subsidieplafond 1. Het dagelijks bestuur stelt jaarlijks - ten minste zes maanden voor de aanvang van het nieuwe kalenderjaar - het bedrag vast, dat in dat kalenderjaar ten hoogste beschikbaar is voor subsidie. 2. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde bedrag wordt door het dagelijks bestuur op volgorde van binnenkomst verdeeld over de tijdig, conform artikel 4.1, tweede lid, van deze verordening, ingediende aanvragen tot subsidieverlening. 3. Aanvragen die worden geweigerd omdat - in geval van verstrekking - het subsidieplafond voor het betreffende kalenderjaar zou worden overschreden, worden betrokken bij de behandeling van de aanvragen tot subsidieverlening ten behoeve van het daarop volgende kalenderjaar. 4. Het dagelijks bestuur maakt, onmiddellijk na de vaststelling van het subsidieplafond, dit bedrag bekend aan de gebiedsgemeenten. 7

Hoofdstuk 4 De subsidieverlening Artikel 4.1 Aanvraag tot verlenen van subsidie (oude tekst)_ 1. Subsidie wordt jaarlijks op aanvraag verleend. Lid 1 is gewijzigd bij besluit AB d.d. 6 juli 2006, nr. AB 06/039. De nieuwe tekst luidt als volgt: Subsidie wordt jaarlijks op aanvraag dan wel op projectbasis verleend. 2. De aanvraag tot verlenen van subsidie wordt ingediend bij het dagelijks bestuur, uiterlijk drie maanden voor de aanvang van de uitvoering van de maatregelen, waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Lid 2 is gewijzigd bij besluit AB d.d. 6 juli 2006, nr. AB 06/039. De nieuwe tekst luidt als volgt: 2. De aanvraag tot verlenen van subsidie wordt ingediend bij het dagelijks bestuur: a. voor zover het betreft de subsidie als bedoeld in hoofdstuk 2 van deze verordening, uiterlijk één maand voor de aanbesteding van de (uitvoering van de) maatregelen waarvoor subsidie wordt aangevraagd ; b voor zover het betreft de subsidie als bedoeld in hoofdstuk 3 van deze verordening, uiterlijk drie maanden voor de aanvang van de uitvoering van de maatregelen waarvoor subsidie wordt aangevraagd; 3. Indien de aanvrager krachtens artikel 4:5 Awb de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt de dag waarop de aanvraag is aangevuld als datum waarop deze is ingediend. Artikel 4.2 Gegevens bij de aanvraag tot verlenen van subsidie 1. Bij de aanvraag worden ten minste de volgende gegevens verstrekt: a. voor zover het betreft de subsidie als bedoeld in hoofdstuk 2 van deze verordening: - het gedeelte van het saneringsplan waterkwaliteitsspoor stedelijk gebied, met de uitvoering waarvan een aanvang wordt genomen in het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd; - het betreffende gedeelte van het financieringsplan waterkwaliteitsspoor stedelijk gebied; - een tijdschema volgens welke het deel van het saneringsplan zal worden uitgevoerd; - een afschrift van het ondertekende convenant. Lid 1 is gewijzigd bij besluit AB d.d. 6 juli 2006, nr. AB 06/039. De nieuwe tekst luidt als volgt: 1. Bij de aanvraag worden ten minste de volgende gegevens verstrekt: a. voor zover het betreft de subsidie als bedoeld in hoofdstuk 2 van deze verordening: - een overzicht van de maatregelen, zoals opgenomen in het saneringsplan waterkwaliteitsspoor stedelijk gebied, waarvan de uitvoering wordt aanbesteed; - de op die maatregelen betrekking hebbende besteksraming; - een tijdschema volgens welke die maatregelen worden uitgevoerd; - een afschrift van het ondertekende convenant of een verwijzing daarnaar 8

b. voor zover het betreft een subsidie als bedoeld in hoofdstuk 3 van deze verordening: - een afschrift van de door gedeputeerde staten aan de aanvrager verleende ontheffing ex artikel 10.16a lid 2 sub a Wet milieubeheer; - een saneringsplan buitengebied; - een financieringsplan sanering buitengebied; - een tijdschema volgens welke het plan zal worden uitgevoerd. 2. Het dagelijks bestuur kan nadere gegevens verlangen voor het vaststellen van de beschikking tot subsidieverlening. Artikel 4.3 Weigeringsgronden 1. De subsidie, als bedoeld in hoofdstuk 3 van deze verordening, wordt geweigerd, voor zover door verstrekking van de subsidie het in artikel 3.3 bedoelde subsidieplafond wordt overschreden. 2. De subsidieverlening kan in ieder geval worden geweigerd indien een gegronde reden bestaat om aan te nemen dat: a. de maatregelen waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet of niet geheel zullen worden uitgevoerd; b. de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen; c. de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de verrichte activiteiten en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn. 3. De subsidieverlening kan voorts in ieder geval worden geweigerd indien de aanvrager in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beschikking op de aanvraag zou hebben geleid. Artikel 4.4 Beslistermijn aanvraag tot subsidieverlening 1. Het dagelijks bestuur beslist op de aanvraag tot subsidieverlening binnen 8 weken na de datum waarop de aanvraag is ingediend. 2. Het dagelijks bestuur kan de in het eerste lid van dit artikel bedoelde termijn éénmaal met ten hoogste 8 weken verlengen. Artikel 4.5 Beschikking tot subsidieverlening 1. De beschikking tot subsidieverlening: a. bevat een duidelijke omschrijving van de werkzaamheden waarvoor subsidie wordt verleend; b. vermeldt het bedrag waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld, alsmede de wijze waarop dit is bepaald; c. regelt de verplichtingen die aan de subsidieontvanger worden opgelegd, waartoe ten minste behoren: 9

- het voeren van een inzichtelijke en betrouwbare (financiële) administratie; - het afleggen van rekening en verantwoording omtrent de verrichte werkzaamheden en daaraan verbonden inkomsten en uitgaven; - het uitoefenen van controle door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek op de in het kader van de subsidie gedane uitgaven; 2. In de beschikking tot subsidieverlening kan worden opgenomen dat het dagelijks bestuur bevoegd is om nadere uitvoeringsvoorschriften te geven. 10

Hoofdstuk 5. De subsidievaststelling Artikel 5.1 Aanvraag tot vaststellen van subsidie De subsidieontvanger dient, uiterlijk 6 maanden na de eerste oplevering van het werk, bij het dagelijks bestuur een aanvraag in voor de beschikking tot subsidievaststelling. Artikel 5.2 Gegevens bij de aanvraag tot vaststellen van subsidie 1. Bij de aanvraag van de beschikking tot vaststelling van de subsidie worden ten minste de volgende gegevens verstrekt: a. een activiteitenverslag, bevattende de wijze waarop de subsidie is besteed en de daaraan verbonden verplichtingen zijn nageleefd; b. een financieel verslag, bevattende een gespecificeerd overzicht van baten en lasten, die samenhangen met de gesubsidieerde activiteit; c. een accountantsverklaring omtrent de getrouwheid van het financieel verslag. Aan lid 1 is bij besluit AB d.d. 6 juli 2006, nr. AB 06/039 een punt sub d. toegevoegd als volgt: d. het proces-verbaal van (eerste) oplevering van de werk(zaamhed)en. 2. Het dagelijks bestuur kan nadere gegevens verlangen voor het vaststellen van de beschikking tot subsidievaststelling. Artikel 5.3 Beslistermijn aanvraag tot subsidievaststelling 1. Het dagelijks bestuur beslist op de aanvraag tot subsidievaststelling binnen 13 weken na de datum van ontvangst van de aanvraag. 2. Het dagelijks bestuur kan de in het eerste lid van dit artikel bedoelde termijn éénmaal met ten hoogste 13 weken verlengen. Artikel 5.4 Beschikking tot subsidievaststelling 1. Het dagelijks bestuur stelt het bedrag van de subsidie in beginsel overeenkomstig de beschikking tot subsidieverlening vast. 2. De subsidie kan lager worden vastgesteld indien: a. de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden; b. de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen; c. de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid, of d. de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten. 3. Voor zover het bedrag van de subsidie afhankelijk is van de werkelijke kosten van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend, worden kosten die in 11

redelijkheid niet als noodzakelijk kunnen worden beschouwd bij de vaststelling van de subsidie niet in aanmerking genomen. 12

Hoofdstuk 6. Intrekking en wijziging Artikel 6.1 Het bepaalde in afdeling 4.2.6. van de Awb inzake de intrekking en wijziging van de subsidieverlening en de subsidievaststelling is van overeenkomstige toepassing op de subsidieverlening en vaststelling door het dagelijks bestuur krachtens de onderhavige verordening. 13

Hoofdstuk 7 Voorschotten en betaling Artikel 7.1 Voorschotten 1. Het dagelijks bestuur kan op verzoek, na vaststelling van de beschikking tot subsidieverlening, voorschotten verlenen aan de subsidieontvanger. 2. De beschikking tot voorschotverlening vermeldt het bedrag van het voorschot, met dien verstande dat: a. ten hoogste 10% van het bedrag, waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld, ten tijde van het opstellen van het bestek van de betreffende werkzaamheden wordt betaald; b. ten hoogste 80% van het bedrag, waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld, naar rato van de voortgang van uitvoering van de betreffende werkzaamheden wordt betaald. Lid 2 is gewijzigd bij besluit AB d.d. 6 juli 2006, nr. AB 06/039. De nieuwe tekst luidt als volgt: De beschikking tot subsidieverlening vermeldt het bedrag van het voorschot met dien verstande dat: a. voor zover het betreft de subsidie als bedoeld in hoofdstuk 2 van deze verordening, ten hoogste 80% van het bedrag, waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld, naar rato van de voortgang van de uitvoering van de werkzaamheden wordt betaald; b voor zover het betreft de subsidie als bedoeld in hoofdstuk 3 van deze verordening, ten hoogste 10% van het bedrag, waarop de subsidie ten hoogste kan worden vastgesteld, ten tijde van het opstellen van het bestek en ten hoogste 80% van voornoemd bedrag naar rato van de voortgang van de uitvoering van de werkzaamheden wordt betaald. Artikel 7.2 Betaling Het subsidiebedrag wordt binnen 8 weken na de subsidievaststelling betaald onder verrekening van de betaalde voorschotten. 14

Hoofdstuk 8 rapportage Artikel 8.1 1. Het dagelijks bestuur rapporteert jaarlijks in het kader van de jaarrekening aan het algemeen bestuur over de in het afgelopen jaar verstrekte subsidies. 2. Eenmaal in de vijf jaren overlegt het dagelijks bestuur een rapportage aan het algemeen bestuur over de doeltreffendheid en de effecten van de verleende subsidies in de praktijk. 15

Hoofdstuk 9. Slotbepalingen Artikel 9.1 Onvoorziene gevallen In gevallen waarin deze verordening niet voorziet treft het dagelijks bestuur een voorziening. Artikel 9.2 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die van de bekendmaking en treedt in werking op 1 januari 2003. Aan artikel 9 is bij besluit AB d.d. 6 juli 2006 een nieuw lid 9.3 toegevoegd - onder vernummering van artikel 9.3 in artikel 9.4 als volgt: Artikel 9.3 Looptijd Deze verordening vervalt op 1 januari 2009, met dien verstande dat zij van kracht blijft op aanvragen om subsidie die uiterlijk op 31 december 2008 zijn ingediend en onder de voorwaarde dat de maatregelen waarvoor subsidie wordt aangevraagd uiterlijk 31 december 2009 worden opgeleverd. Artikel 9.4 Citeertitel Deze verordening kan worden aangehaald als 'Subsidieverordening waterkwaliteitsspoor hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht'. 16

Bijlage 1 Subsidieverordening Overzicht omslagpunten Onderscheid kan worden gemaakt tussen omslagbedragen voor de doelmatige aanleg van riolering en omslagbedragen voor de financiële kostenverdeling (t.g.v. DUIV en de bestuursovereenkomst Noord-Holland). Milieutechnische omslagpunten. De milieutechnische omslagpunten worden gebruikt om een afweging te maken voor het al dan niet aanleggen van riolering in het buitengebied. Genoemde omslagpunten zijn ingedeeld naar kwetsbaarheid van het gebied en zijn per grondsoort verschillend. Toepassing van een IBA brengt voor AGV een extra inspanning met zich mee voor vergunningverlening, controle en waterkwaliteitsonderzoek. De kosten die hier voor AGV aan verbonden zijn, zijn gekapitaliseerd op circa 4.537,- per IBA. In de situatie waarin de kosten van aanleg van riolering hoger zijn dan het provinciale omslagpunt, is het zinvoller de middelen die nu voor beheer en onderhoud dienen te worden gereserveerd aan te wenden voor extra investering in riolering. In de kwetsbare en zeer kwetsbare gebieden verleent AGV dan ook een subsidie per aansluiting boven de provinciale omslagpunten. Dit leidt er in feite toe dat de omslagpunten verhoogd worden. Omvang Lozing Zand Klei Veen Niet kwetsbaar Kwetsbaar Zeer Kwetsbaar Niet kwetsbaar Kwetsbaar Zeer Kwetsbaar Niet kwetsbaar Kwetsbaar Zeer Kwetsbaar 0-3 v.e. 6.805 13.159 16.336 6.805 14.067 18.151 6.805 15.428 21.781 Tabel: omslagpunten voor lozingen tot en met 3 v.e. voor de provincies Utrecht, Zuid-Holland en Noord- Holland (inclusief subsidie AGV). Financiële omslagpunten De financiële omslagpunten geven de verdeling van de kosten tussen gemeente en AGV. AGV verleent subsidie op de kosten voor aanleg van de riolering volgens deze verordening. In onderstaande tabellen is de verdeling van de financieringskosten van ongezuiverde lozingen in het buitengebied weergegeven. De daarbij weergegeven kostenverdeling tussen gemeente en burgers is in handen van de gemeenten maar is voor de overzichtelijkheid hier wel vermeld. Basis voor de verdeling zijn het ontheffingbeleid van de provincies Noord- en Zuid-Holland en Utrecht en de subsidieregeling van AGV. Met omslagpunt wordt het omslagpunt volgens de provinciale nota s en de bestuursovereenkomst van 13 maart 2002 bedoeld (exclusief subsidie AGV). In de bestuursovereenkomst wordt alleen voor niet kwetsbaar gebied nog gesproken over het omslagpunt. Voor de overige gebieden gelden de bedragen als basis voor de kostenverdeling. In tegenstelling hierop hanteert AGV de in bovenstaande tabel genoemde bedragen wel expliciet als omslagpunten, mede gebaseerd op het begrip laagst maatschappelijke kosten. 17

Niet kwetsbaar gebied Saneringswijze Riolering Verbeterde septic-tank Gemeente Maximaal het omslagpunt Eventueel subsidie aan particulier AGV Geen Geen Provincie Geen Geen Burger Particuliere deel huisaansluiting Rioolrecht Aanleg, beheer en onderhoud Kwetsbaar gebied Saneringswijze Riolering Alternatief < 6.805,- Alternatief 6.805 9.530 Alternatief > 9.530,- Gemeente Maximaal Maximaal 6.805,- Minimaal 6.805,- + 1/3 deel Minimaal 6.805,- plus 908,- & Burger 9.530,- tot maximaal 908,- AGV Maximaal Zand: 3.630,- Geen 1/3 deel tot maximaal 908,- & beheer en onderhoud Minimaal 908,- & beheer en onderhoud Klei: 4.538,- Veen: 5.899,- Provincie Geen Geen 1/3 deel tot maximaal 908,- Minimaal 908,- Burger Particuliere deel Maximaal 3.175,- & Maximaal 3.175,- & Maximaal 3.175,- & huisaansluiting Rioolrecht Particuliere deel huisaansluiting Particuliere deel huisaansluiting Particuliere deel huisaansluiting Zeer kwetsbaar gebied Saneringswijze Riolering Alternatief < 6.805,- Alternatief 6.805 12.250 Alternatief > 12.250,- Gemeente Maximaal Maximaal 6.805,- Maximaal 6.805,- Minimaal 6.805,- plus & Burger 12.250,- 1.815,- AGV Maximaal Zand : 4.086,- Geen 1/3 deel tot maximaal 1.815,- & beheer en onderhoud Minimaal 1.815,- & beheer en onderhoud Klei: 5.901,- Veen: 9.531,- Provincie Geen Geen 1/3 deel tot maximaal 1.815,- Minimaal 1.815,- Burger Particuliere deel Maximaal 3.175,- & Maximaal 3.175,- & Maximaal 3.175,- & huisaansluiting Rioolrecht Particuliere deel huisaansluiting Particuliere deel huisaansluiting Particuliere deel huisaansluiting 18

Bijlage 2 Subsidieverordening Inhoud saneringsplan waterkwaliteitspoor stedelijk gebied Omschrijving totale plan en deelplannen Inventarisatie Om een saneringsplan te kunnen opstellen zijn de volgende onderzoekgegevens nodig: 1. resultaat emissieberekeningen van het gemengde rioolstelsels overeenkomstig de basisinspanning riolering en goedkeuring AGV hierover; 2. resultaat waterkwaliteittoets met vaststelling knelpunt overstorten en ernst knelpunten; 3. functiebeschrijving oppervlaktewater en ecologische doelstelling; 4. gebiedsbeschrijving (water, oevers, riolering en directe stedelijke omgeving); 5. overzichtstekening met oppervlaktewater en afvalwatersysteem; 6. beschrijving van eventuele overige gesignaleerde knelpunten, zoals veedrenkprobleem, natuuronvriendelijke oevers, ontbreken ecologische verbindingzone, negatieve belevingswaarde water, knelpunt volksgezondheid, kwantiteitsproblemen (bergingstekort) etc. Gebiedsgerichte aanpak Bij de gebiedsgerichte aanpak dient aan de volgende punten in de rapportage aandacht te worden besteedt: 1. Met de uitvoering wordt voldaan aan de basisinspanning en het waterkwaliteitspoor; 2. De uitvoering geeft tevens oplossing aan veedrenk- of volksgezondheidknelpunten; 3. De uitvoering mede baseren op de watertoets 21 e eeuw (vasthouden bergen afvoeren); 4. Elke ingreep leidt tot een duurzaam stedelijk watersysteem; 5. Een meer duurzame aanpak (sanering aan de bron) heeft voorkeur boven een sectorale aanpak (end-of-pipe); 6. Uitvoering zoveel als mogelijk met andere werkzaamheden combineren 7. Visie op baggeren en dagelijks beheer; 8. Betrokkenheid omgeving (burgers en bedrijfsleven): van voorlichting tot zonodig coproductie; 9. Visie op belevingswaarde watersysteem (oppervlaktewater, oevers en bronaanpak); 10. Indien nodig planontwikkeling baseren op watersysteemanalyse. Kaarten en tekeningen Op de overzichtstekening (schaal 1: 10.000 of 1: 5.000) worden aangegeven: 1. de gemeentegrenzen; 2. de bebouwde kom grenzen volgens de wegenwet; 3. de functie van het water en ecologische doelstellingen; 4. de (toekomstige) bestemmingen in het gebied; 5. de lozingswerken, nieuwbouwlocaties, uitbreidingen; 6. de huidige riolering, gemalen en eventueel gemalen en persleidingen van AGV; 7. zonodig aanvullende gegevens over grondwater, waterkwantiteit en waterberging, peilbeheer, vegetatie, drinkwateronttrekkingen, eutrofiëring en verdroging; Inhoud jaarlijkse subsidieaanvraag: 19

1. Ontwerptekeningen van de maatregelen; 2. Beschrijving van de maatregelen; 3. Definitieve begroting van de maatregelen. 20

Bijlage 3 Subsidieverordening Modelconvenant Het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de dijkgraaf, de heer ir. J.H. van der Vliet, handelende ter uitvoering van het besluit van het algemeen bestuur d.d.., nr. AB0./..., hierna te noemen het hoogheemraadschap; en de gemeente., ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester, de heer/mevrouw.., handelende ter uitvoering van het besluit van de raad d.d.., nr., hierna te noemen de gemeente; gezamenlijk te noemen partijen; Overwegende, - dat de gemeentelijke rioolstelsels in overstorten in het oppervlaktewater, waardoor de waterkwaliteit ten nadelig wordt beïnvloed en waardoor (eventuele andere nadelige gevolgen voor het milieu, waterkwantiteit, omgeving, bebouwing en/of maatschappij); - dat partijen dit probleem in samenwerking willen oplossen; - dat een integrale aanpak van het beheer van de afvalwaterketen één van de uitgangpunten is bij het vormgeven van het duurzaam watersysteem; - dat in de Wet milieubeheer de gemeentelijke zorgplicht is vastgelegd; - dat in het gemeentelijk rioleringsplan t/m is vastgelegd dat met het treffen van diverse maatregelen de gemeente voldoet aan de basisinspanning; - dat de verantwoordelijkheid van de rioolbeheerder voor het voorkomen van nadelige gevolgen van de lozingen uit de riolering in het oppervlaktewater in de Wet verontreiniging oppervlaktewater is vastgelegd; - dat de verantwoordelijkheid van de waterbeheerder voor de kwaliteit van het oppervlaktewater tevens in de Wet verontreiniging oppervlaktewateren is vastgelegd; - dat in het besluit AB 01/62 is vastgelegd dat AGV financieel bijdraagt aan maatregelen die verder gaan dan de basisinspanning, voor zover deze leiden tot een aanzienlijke verbetering van de water(bodem)kwaliteit van stedelijk water en dat afhankelijk van de duurzaamheid van de maatregel aan de bron of in het watersysteem deze bijdrage kan oplopen tot 80% van de meerkosten ten opzichte van de kosten van de basisinspanning indien gekozen is voor duurzame maatregelen, of tot 30% indien is gekozen voor zg. end-of-pipe maatregelen 21

bijvoorbeeld bergbezinkbassins); - dat de te treffen integrale maatregelen in het kader van de basisinspanning en het waterkwaliteitspoor zijn: tabel: overzicht maatregelen Gebied Maatregel Uit te voeren in.. - dat.. (eventuele aanbevelingen of conclusies uit de onderzoeken van het waterkwaliteitspoor); - dat de kosten van de maatregelen voor de basisinspanning en het waterkwaliteitspoor respectievelijk.,= en.,= (prijspeil 200, inclusief BTW) bedragen; - dat de gemeente in overleg met het hoogheemraadschap de maatregelen uitvoert volgens de tabel overzicht maatregelen; - dat het hoogheemraadschap in het kader van het waterkwaliteitspoor voor de uitvoering van de maatregelen de volgende bijdragen geeft: Jaar 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Bijdra ge In........ - dat afkoppelen zoveel mogelijk gelijk zal worden uitgevoerd met werkzaamheden zoals vervanging en renovatie van riool en wegdek en dat dientengevolge afwijkingen van het voorgestelde tempo denkbaar zijn, maar jaarlijks vooraf in overleg met DWR worden besproken; - dat de gemeente elk jaar na goedkeuring van de ontwerptekeningen, een technische beschrijving en de definitieve begroting van de maatregelen 90% van de te maken subsidiabele kosten in het kader van het waterkwaliteitspoor als bijdrage van het hoogheemraadschap ontvangt; - dat na ontvangst van de accountantverklaring op de financiële afrekening van de uitgevoerde werken en de revisietekeningen, het hoogheemraadschap het resterende bedrag als bijdrage uitkeert aan de gemeente tot 100% van de werkelijk gemaakte subsidiabele kosten in het kader van het waterkwaliteitspoor; - dat de gemeente een doorlopende verzekering heeft, die schade dekt die ontstaat door of ten gevolge van de werkzaamheden; - dat de gemeente risico s voor rekening neemt zoals het omleggen van kabels en leidingen en het omgaan met de vervuilde grond, waarmee geen rekening is gehouden in de voorbereiding van de maatregelen. 22

- dat het hoogheemraadschap uitsluitend bijdraagt in de kosten van herstraten van wegen, indien het een regenwatermaatregel (bijvoorbeeld permeabel maken of op één oor leggen van de verharding) betreft; - dat in kosten voor grondverwerving niet wordt bijgedragen; Verklaren als volgt: 1. Partijen leggen hiermee de basis voor een meer op duurzaamheid gerichte verbetering van de riolering te. Daarbij onderschrijven zij de intentie dat de laagst maatschappelijke kosten - in relatie tot het streven naar een gezond en veerkrachtig watersysteem - het uitgangspunt vormt voor de verbetering van de riolering. 2. De gemeente is bereid de in de overwegingen vermelde maatregelen tijdig te treffen, waarbij zij de kosten van de basisinspanning en..% van de kosten van het waterkwaliteitspoor voor rekening neemt, zijnde. euro (prijspeil., inclusief BTW). 3. Het hoogheemraadschap is bereid..% van de kosten van het waterkwaliteitspoor voor zijn rekening te nemen, zijnde.. euro (prijspeil., inclusief BTW). 4. De onder 2. en 3. bedoelde kosten, worden op basis van een accountantsverklaring van de financiële afrekening van de uitgevoerde werken verrekend. Aldus overeengekomen, opgemaakt in tweevoud en ondertekent te Hilversum en te op respectievelijk en.. ; hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht gemeente. (dijkgraaf ir. J.H. van der Vliet).. (burgemeester.) 23

Bijlage 3 is gewijzigd bij besluit AB d.d. 6 juli 2006, nr. AB 06/039 als volgt: Bijlage 3 Subsidieverordening Modelconvenant Het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de dijkgraaf, de heer J. de Bondt, handelende ter uitvoering van het besluit van het algemeen bestuur d.d.... 200., nr. AB 0./.. hierna te noemen het hoogheemraadschap; en de gemeente.., te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de burgemeester, de heer/mevrouw., handelende ter uitvoering van het besluit van B&W d.d.. 200., nr..., hierna te noemen de gemeente; gezamenlijk te noemen partijen; Overwegen de hierna genoemde zaken: Wettelijk, beleids- en financieel kader 1. In de Wet milieubeheer is de gemeentelijke zorgplicht voor de inzameling en het transport van afvalwater vastgelegd. 2. De verantwoordelijkheid van de rioolbeheerder voor het voorkomen van nadelige gevolgen van de lozingen uit de riolering in het oppervlaktewater is vastgelegd in de Wet verontreiniging oppervlaktewater. 3. De gemeente draagt de kosten van de uitvoering van de basisinspanning. 4. De verantwoordelijkheid van de waterbeheerder voor de kwaliteit van het oppervlaktewater is in de Wet verontreiniging oppervlakte wateren vastgelegd. 5. In het waterbeheersplan 2000 2004 is vastgelegd dat AGV financieel bijdraagt aan maatregelen die verder gaan dan de basisinspanning, voorzover deze leiden tot het opheffen van de geconstateerde knelpunten. Dit beleid is verder uitgewerkt in de Subsidieverordening Waterkwaliteitsspoor van AGV (februari 2003). Deze bijdrage is 80% voor duurzame maatregelen en 30% voor minder duurzame maatregelen. 5a In het beleid van het hoogheemraadschap is vastgelegd dat AGV financieel bijdraagt aan maatregelen die verder gaan dan de basisinspanning, voorzover deze leiden tot het opheffen van de geconstateerde knelpunten. Dit beleid is verder uitgewerkt in de Subsidieverordening Waterkwaliteitsspoor van AGV (aangepast per juli 2006). Deze bijdrage is 50% voor duurzame (bron)maatregelen (met dien verstande dat de subsidie voor afkoppeling van verhard oppervlak ten hoogste 20,- per m 2 afgekoppeld verhard oppervlak bedraagt) en 15% voor minder duurzame, sectorale (end-of-pipe) maatregelen. 6. Met respect voor de wettelijke verantwoordelijkheden, willen partijen vanuit het streven naar een goede relatie deze problemen in samenwerking oplossen. Bij de aard van de oplossingen zijn duurzaamheid, (kosten)effectiviteit en beheerbaarheid uitgangspunt. 24

De gemengde riolering in. 7. Gemeente.. ligt in het beheergebied van het hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht. In het Basisrioleringsplan is aangegeven dat het gemengd rioolstelsel in de huidige situatie.. overstorten naar oppervlaktewater heeft. 8.. overstortlocaties vanuit de riolering in. hebben een onaanvaardbaar negatieve invloed op de kwaliteit van het ontvangend oppervlaktewater. Verbetering van de relatie tussen riolering en waterkwaliteit 9. Ingevolge de basisinspanning zal de gemeente 10. Het onderzoek naar aanvullende maatregelen om de knelpunten in de waterkwaliteit die het gevolg zijn van de riooloverstortingen op te heffen, heeft ook geleid tot een optimalisatie van het maatregelenpakket. Na realisatie van deze maatregelen voldoet de gemeente.. aan de basisinspanning voor de gemengde riolering en zijn er ten gevolge van de resterende overstortingen geen onaanvaardbare effecten meer te verwachten voor de kwaliteit van het ontvangend oppervlaktewatersysteem. 11. De te treffen maatregelen in het kader van de basisinspanning en het waterkwaliteitspoor zijn opgenomen in het Basisrioleringsplan. De maatregelen en de planning zullen worden opgenomen in de Wvo-vergunning van de gemeente.. voor lozingen uit de riolering en zijn tevens vermeld in tabel 1. 12. Tussen gemeente en hoogheemraadschap is een voorlopige planning van de maatregelen overeengekomen. De planning is opgenomen in de Wvo-vergunning van de gemeente voor lozingen uit de riolering en tevens vermeld in de tabel 1. Tabel 1 Overzicht maatregelen en planning uitvoering Maatregel Uit te voeren in 13. De gemeente voert in verband met de Wvo-vergunning en de subsidieverlening in overleg met het hoogheemraadschap de maatregelen uit. 14. Het afkoppelen van verhard oppervlak gebeurt op milieuverantwoorde wijze, zodat met de lozingen van regenwater geen nieuwe onaanvaardbare nadelige milieu-effecten in oppervlaktewater ontstaan. Kosten en financiering van de verbeteringsmaatregelen 15. De totale kosten van de maatregelen voor het waterkwaliteitspoor zijn geraamd op. (exclusief BTW), zie tabel 2. 16. Voor het ramen van de kosten van de maatregelen is van het volgende uitgegaan: - De kosten voor het afkoppelen van verhard oppervlak zijn door de gemeente ingeschat op.. per vierkante meter (exclusief BTW). 25

- Er zijn geen kosten opgenomen van maatregelen die volledig door de gemeente worden gefinancierd (basisinspanning). - In dit convenant is het prijspeil 200. gehanteerd. 17. Het hoogheemraadschap draagt in het kader van het waterkwaliteitsspoor voor de uitvoering van het afkoppelen van m 2 verhardingen voor 50%, tot een maximum van 20,- /m 2 (in de subsidiabele kosten) bij. Dit betekent een geraamde bijdrage ter grootte van.,- (exclusief BTW). 18. De subsidieverlening, subsidievaststelling, voorschotten, betaling en -vaststelling geschiedt conform de Subsidieverordening Waterkwaliteitsspoor, die op 20 februari 2003 door het hoogheemraadschap is vastgesteld en gewijzigd op 6 juli 2006. 19. De kosten van het afkoppelen in het kader van het waterkwaliteitsspoor bedragen voor de gemeente..,- (exclusief BTW). Zie tabel 2. Tabel 2 Kosten maatregelen (exclusief BTW) Maatregel Kosten Kosten gemeente Bijdrage AGV* Totaal * Betreft inschatting van bijdrage 20. De planning van de te verwachten uitkeringen van AGV aan de gemeente.. is opgenomen in tabel 3. Deze planning en de hoogte van de bijdragen is tot stand gekomen op basis van de planning van uitvoering van de maatregelen (tabel 1) en de geraamde kosten van de maatregelen (tabel 2). Tabel 3 Planning uitkering bijdrage AGV (exclusief BTW) Jaar 2004 2005 2006 Totaal Geraamde bijdrage,-..,-,-.,- 21. Wijziging in de planning van het aanvragen van voorschotten en/of subsidies dienen vooraf goedkeuring te hebben van beide partijen. Jaarlijks wordt hiervoor, indien van toepassing, de afspraken in overleg aangepast. Verklaren als volgt: I. Partijen leggen hiermee de basis voor een meer op duurzaamheid gerichte verbetering van de riolering in... Daarbij onderschrijven zij de intentie dat de laagst maatschappelijke kosten - in relatie tot het streven naar een gezond en veerkrachtig watersysteem - het uitgangspunt vormt voor de verbetering van de riolering. 26

II. III. De gemeente is bereid de in de overwegingen vermelde maatregelen tijdig te treffen, waarbij zij de kosten van een deel van het waterkwaliteitspoor voor haar rekening neemt, zijnde.,- (prijspeil 200., exclusief BTW). Het hoogheemraadschap is bereid het resterende deel van de kosten van het waterkwaliteitspoor voor zijn rekening te nemen, zijnde,- (prijspeil 200., exclusief BTW). IV. De in dit convenant genoemde bedragen zijn richtbedragen op basis van prijspeil 200.. Verrekening van de bedoelde kosten vindt plaats aan de hand van de werkelijk gemaakte kosten conform de Subsidieverordening Waterkwalilteitsspoor van 20 februari 2003, aangepast 6 juli 2006. Aldus overeengekomen, opgemaakt in tweevoud en ondertekend; hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht gemeente (dijkgraaf, J. de Bondt).. (burgemeester, ) te.. te. op. 200. op. 200. 27

Bijlage 4 Subsidieverordening Inhoud saneringsplan buitengebied Omschrijving totale plan en deelplannen Inventarisatie Inventarisatie van zowel de ongesaneerde als de reeds gesaneerde lozingen (vanaf 1985) vanuit percelen in het buitengebied. Voor beide typen lozingen zijn de volgende punten van belang: 1. het adres van het lozende perceel; 2. de kwetsbaarheid van het gebied waarin de lozing plaatsvindt; 3. de aard van het perceel (woning/woonboot/bedrijf/recreatie); 4. de omvang van de lozing (uitgedrukt in v.e. s). Daarnaast zijn voor de ongezuiverde lozingen de volgende punten van belang: 1. de lozingsplaats (bodem/oppervlaktewater); 2. een eventuele aanwezige zuiveringstechnische voorziening (zoals bijvoorbeeld een septic-tank (inhoud), biorotor, helofytenfilter etc.); 3. de afstand tot bestaande riolering (groter of kleiner dan 40 m, in verband met Wvo en LB); 4. de grondsoort ter plaatse (zand, klei of veen); 5. de kosten voor de aanleg van riolering (volgens de kostenkentallen van de Leidraad Riolering.); 6. het (sub)clusternummer. Emissiereductie 1. de gehanteerde reductiepercentages van septictanks, IBA s en riolering; 2. de gehanteerde (eenheids)prijzenlijst voor het berekenen van de kosten voor de aanleg van riolering; 3. de te bereiken emissiereductiedoelstelling per gebiedstype; 4. de berekeningswijze van de emissiereductie. Gebiedsgerichte aanpak Bij de gebiedsgerichte aanpak dient aan de volgende punten in de rapportage aandacht te worden besteedt: 1. welke lozingen dienen aangesloten te worden in het kader van de wet verontreiniging oppervlaktewater en het lozingenbesluit bodembescherming; 2. kan er een centraal systeem aangelegd worden; 3. kan de uitvoering met andere werkzaamheden gecombineerd worden; 4. bepaling van de omslagpunten van de percelen; 5. op basis van de omslagpunten vaststellen welke gebieden/clusters gerioleerd moeten worden en welke in aanmerking komen voor een alternatief; 6. controle of aan de hand van de voorlopige saneringsmethode de emissiereductiedoelstelling wordt gehaald; 7. bepalen van de nog te behalen emissiereductie. Tot slot wordt opgemerkt dat van de omslagpunten afgeweken kan worden, mits dit op goed gemotiveerde wijze gebeurt. Beoordeling van de motivatie is in handen van de betrokken provincie. 28

Locatiegerichte verfijning Bij de locatiegerichte verfijning worden de volgende punten behandeld: 1. een mogelijke verscherping van de basisinspanning emissiereductie; 2. de vuilemissie in relatie tot lokale omstandigheden; 3. het definitief vaststellen van clusters, waarbij doelstelling benedenstroomse situaties prevaleren boven die van bovenstroomse; 4. het oplossen van eventuele knelpunten; 5. afstemming van de definitie en invulling van het begrip milieurendement. Ad 2: Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld lozingen in kopsloten en percelen die zich op de grens van twee gebiedstypen bevinden. De integrale afweging In de laatste stap van het maatwerkoverleg vindt een integrale afweging plaats met andere rioleringsplannen van de gemeente. Centraal staat de vraag hoe de sanering van het buitengebied te integreren is met andere plannen van de gemeente? Aandacht wordt besteed aan: 1. het treffen van andere saneringsmaatregelen, b.v. overstorten; 2. het realiseren van randvoorzieningen; 3. welke werken zijn reeds (ongesubsidieerd) uitgevoerd en hoe zijn die gefinancierd?; 4. de organisatie en financiering van de uitvoering; 5. de gestelde termijnen; 6. prioriteit bij aanpak zeer kwetsbare gebieden; 7. het totale GRP. Ter ondersteuning van de inventarisatie is een tabel ontwikkeld. De tabel is hieronder weergegeven. Voor elk gebiedstype dient een nieuwe tabel gebruikt te worden. Gebiedstype (zeer kwetsbaar/kwetsbaar/niet kwetsbaar) Cluster Adres Aard perceel Vervuilings Lozingsplaats Zuiveringstechni sche Woning Bodem of Geen Septic-tank (inhoud) Afstand tot Grond soort Kosten aanleg Omslag Punt Principe Omvang Voorziening Bestaande riolering Keuze (in ve) Riolering Groter dan zand berekend Riolering 40 m door uit provincia le Vervuilingsomvan g op basis van principe keuze Woonboot Oppervlakte Water Biorotor Of kleiner dan 40 m klei gemeente Nota + subsidie AGV Aard bedrijf Bijv. camping, glastuinbouw Greppel,sloot, Helofytenfilter Invullen veen Verbeter de kanaal, vaart, Septictank Gierberging IBA Berekening emissiereductie Bereikte emissiereductie Emissie onbehandelde situatie (uitgedrukt in v.e.) Emissie huidige situatie (uitgedrukt in v.e.) Emissie na toepassing ontheffingenbeleid (uitgedrukt in v.e.) Doelstelling:... % 29

Kaarten en tekeningen Op de overzichtstekening met een topografische ondergrond (bij voorkeur GBKN, schaal 1: 10.000 of 1: 5.000) worden aangegeven: 1. de gemeentegrenzen volgens de wegenwet; 2. de buitengebiedgrenzen; 3. de kwetsbaarheid van het gebied; 4. de grondsoort van het gebied; 5. de percelen in het buitengebied, nieuwbouwlocaties, uitbreidingen; 6. de huidige riolering, gemalen en eventueel gemalen en persleidingen van AGV; 7. logische clusteringen van percelen in buitengebied. Eventueel worden nadere detailtekeningen van clusters i.v.m. grondaankoop/plaatsing IBA s gemaakt. 30

Bijlage 5 Subsidieverordening Overzicht duurzame en sectorale maatregelen wat erkwaliteitsspoor Duurzame (bron en watersysteem) maatregelen Omgevingsverantwoord afleiden hemelwater naar oppervlaktewater Omgevingsverantwoord infiltreren of percoleren van hemelwater naar de bodem Benutten van regenwater in woning, tuin en bedrijf Coaten van dakgoten of vervangen uitlogende materialen Aanleg helofytenfilter voor reiniging hemelwater Opheffen directe vuilwaterlozingen Opheffen overstorten zonder toename emissie elders Scheiden van vuilwater- en schoonwaterstromen 1 Aanleg vegetatiedaken Aanleg wijkautowasplaats gevoed door regenwater Definitief verkleinen afvoerend verhard oppervlak Communicatie gericht op bewustwording burgers en bedrijven m.b.t. bronmaatregelen Aanleg natuurvriendelijke oevers Installeren flexibel (oppervlaktewater)peilbeheer Vergroten waterberging oppervlaktewater Minder duurzame (end-of-pipe en watersysteem) maatregelen Afkoppelen van injecties bovenstroomse rioleringsgebieden Installeren Real Time Control (RTC) voor benutten rioolberging Ontzien van ketsbare locaties ontzien via RTC Ombouw naar verbeterd gescheiden stelsel Bouwen overstortbemaling Plaatsen van vuil-/olie-afscheiders Bouwen randvoorzieningen Bouwen retentievoorzieningen Sturen op verschil in vuilconcentratie Bouwen rioolstuwen Verbeteren vuilafvoerstructuur Vergroten bergingsinhoud van riolering of oppervlaktewater Vergroten hydraulische afvoercapaciteit Verhogen pompovercapaciteit Verlagen inslagpeil Verplaatsen of wijzigen van lozingspunten Doorspoelen oppervlaktewater 2 Max. 30% Max. 80% Dit overzicht is niet uitputtend en kan worden aangevuld op basis van expert judgement. Aanvullingen hebben de goedkeuring van de afdeling Stedelijk Gebied nodig. 1 Schoonwaterstroom is water dan niet vuiler is dan de natuurlijke achtergrondwaarde ter plekke. 2 Doorspoelen van oppervlaktewater is tegengesteld aan WB21. 31