Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Vergelijkbare documenten
Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Reglement ondernemingsraden

Reglement voor de ondernemingsraad van de provincie Zeeland

vast te stellen het Reglement ondernemingsraad gemeente Leek. I. Begripsbepalingen

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Reglement van de ondernemingsraad gemeente Nissewaard

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

III Voorbereiding van de verkiezing/actief en passief kiesrecht/kandidaatstelling

VERKIEZINGEN LEAN & MEAN. Dr. mr. Steven Jellinghaus & mr. Karen Maessen De Voort Advocaten I Mediators

3 Modelreglementsbepalingen inzake kiesgroepen

Reglement Ondernemingsraad Gemeente Leek vast te stellen het Reglement Ondernemingsraad Gemeente Leek Hoofdstuk I.

Voorbeeldreglement Ondernemingsraden

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Reglement OR IWNH- Personenstelsel

Reglement Ondernemingsraad. Zorggroep Oude en Nieuwe Land. Zorggroep Oude en Nieuwe Land

Zittingsduur Artikel 3 1. De leden van de ondernemingsraad treden om de jaar tegelijk af. 2. De aftredende leden zijn terstond herkiesbaar.

OR-Reglement. Algemeen. Artikel 1 Begrippen

Reglement Ondernemingsraad gemeente Heerenveen

Ondernemingsraad gemeente Nissewaard - REGLEMENT VAN DE ONDERNEMINGSRAAD GEMEENTE NISSEWAARD

DE BEDRIJFSCOMMISSIEKAMER VOOR RIJK EN POLITIE, ADVISERENDE NAAR AANLEIDING VAN EEN VERZOEK OM BEMIDDELING INZAKE EEN GESCHIL TUSSEN

de ondernemingsraad van de Dienst Stadstoezicht van de gemeente Amsterdam, hierna te noemen: OR, als partij anderzijds.

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

1. De heer mr. J.C.M Robbers, verder te noemen: belanghebbende,

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

Reglement voor de Onderdeelcommissies van de Ondernemingsraad van de Technische Universiteit Delft

REGLEMENT VOOR DE ONDERNEMINGSRAAD VAN DE GEMEENTE HOUTEN 1999

Reglement Ondernemingsraad. Vastgesteld 15 oktober 2015

Reglement Ondernemingsraad Stichting ZorgSaam Zeeuws-Vlaanderen

Reglement OR IWNH - Personenstelsel

Verkiezingsreglement PWRI verantwoordingsorgaan

voorzitter, een secretaris en een plaatsvervangende secretaris.

Reglement ondernemingsraad Hogeschool Leiden

Definitief reglement ondernemingsraad HMC (zie: WOR, artikel 8)

oaseo Reglement Oasen Algemene begripsbepalingen

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

Artikel 1 - Begripsbepalingen Artikel 2- COR en Dagelijks Bestuur - samenstelling en zittingsduur Artikel 3 - Vergadering...

Reglement Ondernemingsraad. Vastgesteld februari 2016

Verkiezingsreglement Verantwoordingsorgaan 2018

KIESREGLEMENT VOOR DE STUDENTENRAAD OP INSTELLINGSNIVEAU EN DE FACULTAIRE STUDENTENRADEN VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT1

Artikel 1 Begripsbepalingen. Artikel 2 Zetels A en B. Artikel 3 Kiesgerechtigd. Artikel 4 Profielschets

Artikel 9.34 Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek

Verkiezingsreglement. in het verantwoordings orgaan. Versie september verkiezing van vertegenwoordigers van pensioengerechtigden

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Stappenplan en tijdschema OR-verkiezingen 2017

MEDEZEGGENSCHAP OR-REGLEMENT EN VERKIEZINGEN ORGANISEREN INCLUSIEF CHECKLIST MET TIJDPAD

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Rijk en Politie

Voorbeeldreglement ondernemingsraad

Bijlage bij het Faculteitsreglement, laatstelijk vastgesteld op 21 september 2010 en in werking getreden op 21 september 2010.

Tijdschema verkiezingen Ondernemingsraad

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

STAPPENPLAN NAAR DE NIEUWE OR (26 MAART 2014)

Mevrouw XXX, werkzaam bij de gemeente Den Helder, hierna te noemen: verzoeker, als partij enerzijds,

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Versie april Verkiezingsreglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds UWV

Reglement ondernemingsraad

KIESREGLEMENT VOOR DE VERKIEZING VAN DE UNIVERSITEITSRAAD VAN DE UNIVERSITEIT TWENTE. Versie Versie

Reglement Deelnemersraad

Format Reglement Ondernemingsraad

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VERSLAG VAN BEVINDINGEN

Proces-verbaal van de verkiezingsuitslag van de gemeenteraad / de eilandsraad / het algemeen bestuur van het waterschap / provinciale staten

Verkiezingsreglement Verantwoordingsorgaan 2018

DRAAIBOEK OR-VERKIEZINGEN 2017

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Model P Verkiezing. 2. Zitting. 3. Aantal stemmen per lijst en kandidaat. 4. Aantal blanco en ongeldige stemmen

Inhoudsopgave 2. Hoofdstuk I. Begripsbepalingen 4. Hoofdstuk II. Samenstelling en zittingsduur 4. Hoofdstuk IV. Wijze van stemmen bij verkiezingen 7

Vastgesteld op 5 november 2014 REGLEMENT ONDERNEMINGSRAAD VRIJE UNIVERSITEIT

- 1 - Voorbeeldreglement WOR-Kamer Zoals laatstelijk gewijzigd op 21 augustus Algemene toelichting

Proces-verbaal van de verkiezingsuitslag van de Tweede Kamer / het Europees Parlement / provinciale staten

GEMEENTEBLAD. Nr OR-Reglement gemeente Barneveld I. BEGRIPSBEPALINGEN. Artikel 1 Dit reglement verstaat onder:

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Proces-verbaal van de verkiezingsuitslag van de Tweede Kamer / het Europees Parlement / provinciale staten

4 Modelreglement COR; Modelreglement GOR

Or-verkiezingen vallen in twee fasen uiteen: de kandidaatstellingsprocedure en het in stemming brengen van de kandidaten.

Reglement ondernemingsraad gemeente Dronten III. VOORBEREIDING VAN DE VERKIEZING, ACTIEF EN PASSIEF KIESRECHT, KANDIDAAT- STELLING

Preambule Artikel 1 - Begripsbepalingen Artikel 2- COR en Dagelijks Bestuur - samenstelling en zittingsduur... 4

KIESREGLEMENT VOOR DE VERKIEZING VAN DE FACULTEITSRAAD VAN DE FACULTEIT ELEKTROTECHNIEK, WISKUNDE EN INFORMATICA

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

VERKIEZINGSREGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN verkiezing van vertegenwoordigers van deelnemers en pensioengerechtigden in het verantwoordingsorgaan

RICHTLIJN FACULTAIR KIESREGLEMENT

2 Modelreglement ondernemingsraden

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD MIDDEN- HOLLAND (PO2814)

Pre-ambule. Werkingsduur en wijzigingen reglement

Reglement Ondernemingsraad Regio Twente

Medezeggenschapsreglement van RSV Breda e.o. te Breda ( het samenwerkingsverband )

Reglement Ondernemingsraad Stadsregio Arnhem Nijmegen

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD Stichting Leerlingzorg Almere voortgezet onderwijs

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (VO)

Reglement Ondernemingsraad AB Vakwerk. I. Begripsbepalingen. Artikel 1.

Kiesreglement Universiteitsraad

Beoordeeld: Werknemersoverleg Versie 1.11 Goedgekeurd Geldig vanaf:

KIESREGLEMENT UNIVERSITEITSRAAD UNIVERSITEIT UTRECHT

Nota van B&W. Ter voorbereiding van deze verkiezingen wordt een verkiezingscommissie ingesteld.

MEDEZEGGENSCHAPSREGLEMENT ONDERSTEUNINGSPLANRAAD (PO)

Transcriptie:

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen Rolnummer: LPL 96.003 VERSLAG VAN BEVINDINGEN VAN DE BEDRIJFSCOMMISSIEKAMER VOOR DE OVERHEID VOOR LAGERE PUBLIEKRECHTELIJKE LICHAMEN, NAAR AANLEIDING VAN EEN VERZOEK OM BEMIDDELING INZAKE EEN GESCHIL TUSSEN 1. De heer M.F. Badoella, werknemer bij het Stedelijk Museum Amsterdam en 2. De gemeente Amsterdam, en 3. De Verkiezingscommissie van het Stedelijk Museum Amsterdam Verloop van de procedure Op 27 maart 1996 hebben bij het Stedelijk Museum Amsterdam de ondernemingsraadverkiezingen plaatsgevonden. Meteen na de sluiten van het stembureau heeft er door de Verkiezingscommissie een telling van de stemmen plaatsgevonden en is er op basis van die telling een voorlopige zetelverdeling opgesteld. Op 1 april 1996 heeft de Verkiezingscommissie de definitieve verkiezingsuitslag en de zetelverdeling bekendgemaakt. Die zetelverdeling week af van de zetelverdeling zoals die aanvankelijk was berekend. Bij schrijven van 4 april 1996 heeft de heer Badoella bij de Verkiezingscommissie bezwaar aangetekend tegen de wijze waarop de uitslag van de verkiezingen is vastgesteld. Bij schrijven van 19 april 1996 heeft de Verkiezingscommissie de bezwaren van de heer Badoella gegrond verklaard; zij erkende dat er procedurefouten waren gemaakt, doch stelde daarbij dat een

-2- en ander inmiddels naar tevredenheid van alle betrokkenen is geregeld. Een en ander was voor de Verkiezingscommissie reden om de uitslag in stand te laten. Bij brief van 24 mei 1996 heeft de heer Badoella bij de Bedrijfscommissie voor de Overheid een gemotiveerd verzoek om bemiddeling ingediend als bedoeld in artikel 36, derde lid, van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) inzake zijn geschil met de Verkiezingscommissie. Dit geschil is door de Bedrijfscommissie ter behandeling toegewezen aan de Bedrijfscommissiekamer voor lagere publiekrechtelijke lichamen, verder te noemen de Kamer. Op verzoek van de Kamer heeft de Verkiezingscommissie bij brief 10 juni 1996 gereageerd op het verzoek van de heer Badoella. De Kamer heeft partijen in de gelegenheid gesteld om op 1 juli 1996 tijdens een zitting van de Kleine Commissie - welke de Kamer uit haar midden heeft samengesteld voor de uitvoering van het mondelinge gedeelte van de bemiddelingsprocedure - hun standpunten mondeling toe te lichten. Ter zitting zijn verschenen de heer M.F. Badoella; de heer mr P.J.M. van der Jagt namens de gemeente Amsterdam; de heer W. van Beek namens de Verkiezingscommissie en de heer R. Schoelitsz als deskundige. Desgevraagd hebben partijen ter zitting verklaard een eventueel advies van de Kamer niet als bindend te zullen beschouwen. De bemiddeling door de Kleine Commissie heeft geleid tot een minnelijke schikking tussen partijen. Omvang van het geschil De bezwaren van de heer Badoella zijn gericht tegen het feit dat naar zijn oordeel de Verkiezingscommissie bij de ondernemingsraadverkiezingen het bepaalde in artikel 13 van het Voorlopig Reglement Ondernemingsraden Amsterdam (hierna: het reglement) niet correct zou hebben nageleefd. De heer Badoella is van mening dat een en ander reden is om de verkiezingsuitslag zodanig aan te passen dat die geheel in overeenstemming met het reglement is. De Verkiezingscommissie erkent de procedurefout, maar is van mening dat dit niet de door de heer Badoella gewenste consequenties dient te hebben. Voorts is de heer Badoella van mening dat de door de - volgens hem - onjuist samengestelde ondernemingsraad genomen besluiten als ongeldig dienen te worden beschouwd.

-3- Relevante bepalingen uit het (voorlopig) reglement Art. 2 lid 1 De ondernemingsraad bestaat uit zeven leden en kan bestaan uit één of meerdere plaatsvervangende leden. De toelichting bij dit artikel luidt - althans voor zover hier van belang - als volgt: In het reglement is gekozen voor de mogelijkheid van plaatsvervanging van de ORleden. In dit artikel staat dat de OR kan bestaan uit één of meerdere plaatsvervangende leden. Indien de OR plaatsvervanging wenselijk acht, dan moeten deze plaatsver-vangende leden eveneens gekozen worden. Dit gebeurt aan de hand van een kies-stelsel met dubbeltallen, dat wil zeggen bij de kandidaatstelling wordt naast de ondernemingsraadkandidaat een tweede werknemer als zijn persoonlijke vervanger kandidaat gesteld. Verkiezing van de kandidaat betekent dan tevens verkiezing van zijn plaatsvervanger. Dit systeem houdt dus tevens in dat het OR-lid bij afwezigheid alleen door zijn eigen plaatsvervanger kan worden vervangen. Art. 13 lid 1 Ter bepaling van de uitslag van de verkiezing berekent de ondernemingsraad in de eerste plaats de kiesdeler door het aantal geldig uitgebrachte stemmen te delen door het aantal te bezetten zetels in de ondernemingsraad. Art. 13 lid 2 Vervolgens worden aan iedere kandidatenlijst zoveel zetels toegewezen als de kiesdeler begrepen is in het aantal op die lijst uitgebrachte geldige stemmen. Art. 13 lid 3 De daarbij overblijvende stemmen alsmede de stemmen uitgebracht op een lijst die de kiesdeler niet haalde, gelden als overschotstemmen. Zetels die op deze wijze niet kunnen worden vervuld, worden als restzetel achtereenvolgens toegekend aan de lijsten met de grootste stemoverschotten. Art. 13 lid 4 Bij een gelijk stemmenoverschot van twee of meer lijsten beslist het lot welke lijst het eerst een restzetel krijgt. De aan een lijst toegevallen zetels worden toegewezen aan de daarop staande kandidaten in de volgorde waarop zij op de lijst voorkomen, met dien verstande dat een kandidaat die persoonlijk de kiesdeler heeft gehaald, in ieder geval is gekozen. Art. 15 lid 1 In geval van een tussentijdse vacature in de ondernemingsraad wijst de ondernemingsraad tot opvolger van het betrokken lid aan de kandidaat die blijkens de uitslag van de laatstgehouden verkiezing daarvoor als eerste in aanmerking komt.

-4- De toelichting bij artikel 15 lid 1 stelt dat de opvolger de kandidaat is die voor een zetel in aanmerking zou zijn gekomen, wanneer aan de lijst waarop het uitgevallen OR-lid kandidaat was gesteld, één zetel meer zou zijn toegekend. Grieven van de heer Badoella. Uit de door hem overgelegde stukken en het ter zitting besprokene is gebleken dat de heer Badoella de volgende grieven heeft tegen de wijze waarop de Verkiezingscommissie het reglement heeft nageleefd. De heer Badoella is van mening dat de procedure volgens welke de Verkiezingscommissie de aanvankelijk berekende verkiezingsuitslag heeft gecorrigeerd, strijdig is met artikel 13, eerste en tweede lid, van het Reglement. Verder is hij van mening dat op onjuiste wijze met het plaatsvervangerschap is omgegaan; een aantal voor de verkiezingen officieel vastgestelde plaatsvervangers zou na de bekendmaking van de uitslag door de Verkiezingscommissie zijn vervangen door andere kandidaten die naar zijn oordeel geen recht zouden hebben op een plaats binnen de ondernemingsraad. Tevens is de heer Badoella van mening dat het verzoek om bemiddeling schorsende werking heeft voor de geldigheid van detot dusver genomen besluiten van de - volgens hem - onjuist samengestelde ondernemingsraad. Die besluiten zouden dan ook als ongeldig dienen te worden beschouwd, aldus de heer Badoella. Reactie van de Verkiezingscommissie van het Stedelijk Museum Amsterdam en de gemeente Amsterdam bij monde van de heer Van Beek en de heer Van der Jagt. Uit de door de Verkiezingscommissie overgelegde stukken en het ter zitting besprokene is gebleken dat haar reactie op de door de heer Badoella geuite grieven als volgt luidt. Ten aanzien van de geldigheid van de inmiddels door de ondernemingsraad genomen besluiten is de heer Van Beek van mening dat die geldigheid moet worden aangenomen. Voor wat betreft de zetelverdeling erkent de heer Van Beek de gemaakte procedurefouten. Hij is echter van mening dat die fouten er niet toe zouden moeten leiden dat de uitslag opnieuw zou moeten worden vastgesteld en dat er een andere zetelverdeling zou moeten plaatsvinden. De reden hiervoor is dat de uitslag in overleg met alle betrokkenen is vastgesteld en dat iedereen - op de heer Badoella na - daarmee heeft ingestemd.

-5- De heer Van der Jagt heeft ter zitting te kennen gegeven van mening te zijn dat de gemaakte procedurefouten wél zouden moeten worden hersteld. Er zou een nieuwe zetelverdeling moeten plaatsvinden geheel conform het reglement, aldus de heer Van der Jagt. Hij zou desgevraagd, zoals hij dat ook bij andere verkiezingscommissies heeft gedaan, tot een eensluidend advies zijn gekomen. Bemiddeling door de Kleine Commissie Ter zitting heeft de voorzitter van de Kleine Commissie aan de heer Badoella te kennen gegeven dat de geldigheid van de tot nogtoe genomen besluiten van de ondernemingsraad zijns inziens niet afhankelijk is van de uitkomst van de onderhavige bemiddelingsprocedure; de Wet op de ondernemingsraden kent immers geen schorsende werking toe aan verzoeken om bemiddeling, aldus de voorzitter. De heer Badoella heeft ter zitting verklaard dat hij zich in deze redenering kan vinden. Voor wat betreft de zetelverdeling heeft de Kleine Commissie geconstateerd dat deze inderdaad niet geheel volgens het reglement heeft plaatsgevonden. Niet alleen is sprake van een in twee instanties onjuist vaststellen van de zetelverdeling van de ondernemingsraad, maar ook van de bepaling van de plaatsvervangende leden. Bij de zeteltoewijzing zijn, anders dan het reglement bepaalt, de zetels niet toegewezen aan de kandidaten in de volgorde waarin zij op de kandidatenlijst staan, maar in volgorde van de verkregen stemmenaantallen. Ten aanzien van de bepaling van de plaatsvervangende leden stelt de Kleine Commissie vast dat op grond van de toelichting bij artikel 2 van het reglement reeds bij de kandidaatstelling vast moet staan wie als plaatsvervangende leden gekozen kunnen worden en voor wie zij als plaatsvervanger optreden. Met de verkiezing van de leden worden dan ook de plaatsvervangers gekozen. De Kamer wijst er daarnaast op dat ook in het OR-handwerk Inzicht in de ondernemingsraad van de heer mr F.W.H. Vink in de toelichting bij artikel 6, eerste lid, van de WOR deze handelwijze wordt geadviseerd. Ter zitting heeft de Kleine Commissie kenbaar gemaakt hoe de zetelverdeling er naar haar oordeel op grond van het van toepassing zijnde voorlopige reglement wél uit zou moeten zien, namelijk: Leden Plaatsvervangende leden 1. M. Houtepen M. van Goudoever

-6-2. R. Schoelitsz 3. L. Güler 4. D. Mignot H. Visser 5. A.M. Daalder-Vos 6. D. Clement F. Staphorsius 7. S. Kleykers A. Moes-Geugjes Desgevraagd hebben de heren Van der Jagt, Van Beek en Schoelitsz ter zitting verklaard de mening van de Kleine Commissie te delen; de heer Badoella heeft echter aan de voorzitter enige bedenktijd gevraagd om zich op deze voorgestelde zetelverdeling te beraden. De voorzitter heeft hem hiervoor een termijn gesteld welke afliep op 8 juli 1996. Op 5 juli 1996 heeft de heer Badoella telefonisch aan de Kamer laten weten dat hij accoord gaat met de ter zitting door de Kleine Commissie voorgestelde zetelverdeling. De Kamer concludeert dan ook dat hiermee het geschil tussen partijen geheel is opgelost en dat van een geslaagde bemiddelingspoging kan worden gesproken. 18 juli 1996 De Bedrijfscommissiekamer voor lagere publiekrechtelijke lichamen, namens deze, G.J.J.J. Heetman Voorzitter R.A. Bos Secretaris