De Jong en Zoon Beesd bv t.a.v. dhr. E.C.W. van Mil Postbus 91 4153 ZH BEESD Leeuwarden, 18 april 2013 Verzonden, Ons kenmerk : 01053702 Afdeling : Sted en Plattelan Behandeld door : S. Marra / (058) 292 51 07 of s.marra@fryslan.nl Uw kenmerk : CO014EM Bijlage(n) : 1 Onderwerp : ontheffing art. 68 Flora- en faunawet; nr. Frl. 68.002.2013 Verzoek. Op 16 januari 2013 hebt u een verzoek tot verlenging van de, op grond van artikel 68 van de Flora- en faunawet, op 14 november 2007 aan Rijkswaterstaat IJsselmeergebied verleende ontheffing, nummer Frl. 68.004.2007, ingediend. Dit betrof een ontheffing van het verbod op het doden van konijnen in het belang van de openbare veiligheid, geldend op de terreinen en havens op en nabij de Afsluitdijk vanaf de provinciegrens Noord-Holland - Friesland tot de Friese kust. Tot het doen van dit verzoek bent u op 20 april 2012 schriftelijk gemachtigd door Rijkswaterstaat. Als reden voor het verzoek geeft u o.a. aan dat bij het ontbreken van schadebestrijding de populatie konijnen zich dermate in omvang zal uitbreiden dat wederom aanzienlijke schade zal ontstaan aan de primaire waterkeringen. Op 16 januari (en rappel op 28 maart) 2013 hebben wij u per mail om nadere informatie gevraagd. Deze informatie hebben wij op 28 maart 2013 per mail ontvangen. Het verzoek heeft betrekking op de terreinen en havens op en nabij de Afsluitdijk, vanaf de provinciegrens Noord-Holland - Friesland tot de Friese kust, gelegen in de gemeente Súdwest-Fryslân. U hebt aangegeven dat wij, gezien het feit dat de situatie ten opzichte van 2007 en dus ook ten opzichte van 2002 niet wezenlijk is gewijzigd, de bij de aanvraag van 28 juni 2002, nummer Frl. 68.025.2002, verstrekte gegevens en onderbouwing kunnen gebruiken bij het verzoek tot verlenging van de ontheffing. Vanwege een ongewijzigde situatie ten opzichte van 2002, lage deze gegevens en onderbouwing namelijk ook ten grondslag aan de ontheffing van 2007, waarvoor u thans verlenging vraagt. - 1 / 6 - Ons kenmerk: 01053702
Beoordeling verzoek. Op 22 oktober 2002, kenmerk 500380, hebben wij aan Rijkswaterstaat ontheffing verleend voor het doden van konijnen met gebruikmaking van het geweer, kunstlicht, hond, fret en auto, in het belang van de openbare veiligheid. Met betrekking tot het middel vangkooi heeft Rijkswaterstaat in een brief van 2 november 2007, met kenmerk 006778/WSD/07, aangegeven dit middel te willen gebruiken in situaties waar gebruik van het geweer, gelet op de veiligheid, niet wenselijk is dan wel bejaging met fretten geen effect heeft. Deze situaties kunnen zich voordoen dicht bij een object. Vervolgens hebben wij op 14 november 2007, kenmerk 00728615, aangegeven tegen het gebruik van de vangkooi, mede in verband met de veiligheid, geen bezwaar te hebben en aan Rijkswaterstaat ontheffing verleend voor het doden van konijnen met gebruikmaking van het geweer, kunstlicht, vangkooi, hond, fret en auto. Aangezien laatstgenoemde ontheffing op 31 oktober 2012 reeds is afgelopen, kan van de door u gevraagde verlenging geen sprake zijn. Wel zijn wij van mening een nieuwe ontheffing te kunnen verlenen voor een periode van 5 jaar, op basis van onze overwegingen bij het hierboven aangehaalde besluit van 22 oktober 2002, nu de omstandigheden op en nabij de Afsluitdijk ten opzichte van 2002 feitelijk onveranderd zijn. Evenals ten aanzien van het besluit van 22 oktober 2002, hebben wij het volgende overwogen. In artikel 68 van de Flora- en faunawet is bepaald dat ontheffingen kunnen worden verleend aan faunabeheereenheden of in bepaalde gevallen aan anderen. Dit laatste is onder andere het geval indien de noodzaak ontbreekt voor een faunabeheerplan, gelet op de aard van de te verrichten handelingen, of de noodzaak ontbreekt dat de te verrichten handelingen worden uitgevoerd door tussenkomst van een faunabeheereenheid. Gelet op de aard van de te verrichten handelingen (bestrijding van konijnen op en nabij de Afsluitdijk) ligt planmatig beheer niet in de rede en ontbreekt de noodzaak voor een planmatige aanpak. Wij stellen ons dan ook op het standpunt dat de noodzaak voor een faunabeheerplan en de noodzaak dat de te verrichten handelingen door tussenkomst van een faunabeheereenheid dienen plaats te vinden ontbreken en dat de ontheffing kan worden verleend aan de grondgebruiker. Op grond van de aangeleverde gegevens m.b.t. (dreigende) schade en genomen preventieve maatregelen, achten wij het aannemelijk gemaakt dat er gevaar voor de openbare veiligheid bestaat, door het graven onder de Rijksweg A 7, de viaducten, de bruggen, in de dijk en andere objecten. Tevens bestaat het risico dat konijnen in de hemelwaterafvoerbuizen kruipen en daar niet meer uit kunnen komen, hetgeen tot verstoppingen kan leiden. Door deze verstoppingen kan het water van de autosnelweg niet meer effectief worden afgevoerd en kunnen plassen op de snelweg ontstaan, met alle gevolgen voor de verkeersveiligheid van dien. Ook achten wij het aannemelijk gemaakt dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat om schade te voorkomen en te bestrijden dan het doden van de aanwezige konijnen. - 2 / 6 - Ons kenmerk: 01053702
Wij vinden ons in deze overwegingen ondersteund door de uitspraak van de rechtbank te Amsterdam op 6 maart 2002 in het geding tussen de Stichting de Faunabescherming en de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (procedurenummer 02 / 95 WET 09 casusnummer 01 / 3177). Dat afbreuk wordt gedaan aan de gunstige staat van instandhouding van de betreffende soort achten wij niet aannemelijk. Bovendien is het Konijn in het kader van artikel 65, lid 1 van de Flora- en faunawet aangewezen als inheemse beschermde diersoort die niet in zijn voortbestaan wordt bedreigd of dat gevaar loopt en is het Konijn aangewezen als wildsoort waarop de jacht is geopend. Met betrekking tot het in 2007 verleende middel kunstlicht merken wij op daar thans geen toestemming voor te kunnen verlenen. Dit n.a.v. een uitspraak van de rechtbank Leeuwarden dat het gebruik van kunstlicht bij de bestrijding van de in de Tweede Beschikking van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie tot wijziging van de Benelux- Overeenkomst op het gebied van de jacht en de vogelbescherming M (90) 6 vermelde diersoorten niet is toegestaan. Tegen deze uitspraak zijn wij in hoger beroep gegaan maar de zaak is nog in behandeling bij de Raad van State. Of het gebruik van kunstlicht in de toekomst weer mogelijk is moet dus worden afgewacht. Mocht dat het geval zijn dan kunt u eventueel verzoeken het gebruik van dit middel alsnog aan de onderhavige ontheffing toe te voegen. Met betrekking tot het middel auto merken wij op dat afschot vanaf of vanuit een rijdend motorrijtuig niet is toegestaan (art. 53, lid 1, onderdeel n, Ffw en art. 7, lid 9, onderdeel d, van het besluit Beheer en schadebestrijding dieren). Het Faunafonds heeft in haar brief van 4 oktober 2002, kenmerk FF/2002/602, ingestemd met het verlenen van een ontheffing voor het doden van konijnen. Wij wijzen er op dat voor het gebruik van ontheffingen binnen of nabij Vogelrichtlijn-, Habitatrichtlijn- en Natuurbeschermingswetgebieden vergunningen op grond van de Natuurbeschermingswet kunnen zijn vereist. Aan de Afsluitdijk grenzen de gebieden IJsselmeer en Waddenzee, die in het kader van de EU Vogelrichtlijn zijn aangewezen als Speciale beschermingszone. M.b.t. de onderhavige ontheffing merken wij op dat afschot van konijnen, al vele jaren, plaats vindt op de Afsluitdijk en bijbehorende terreinen zelf en zich niet uitstrekt tot de aangrenzende wateren van IJsselmeer en Waddenzee. De kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in deze gebieden verslechtert niet door genoemde activiteiten. Het is ook niet aannemelijk dat eventuele verstoringen significante effecten hebben op de doelstellingen van de gebieden. Hiervan is althans in het verleden niets gebleken. In een brief van 23 maart 2012 geeft Rijkswaterstaat u toestemming voor het bestrijden van konijnen op de Afsluitdijk, gedurende de looptijd van een met u gesloten contract met zaaknummer 31059069. Op grond daarvan kunt u gebruik maken van deze ontheffing (zie ook hetgeen vermeld onder Algemeen voorschrift 1). Daarbij kunt uzelf bepalen wie namens uw bedrijf de bestrijding zal uitvoeren. Daarnaast staat het Rijkswaterstaat vrij om de aan u verleende toestemming in te trekken of aan een ander te verlenen (eventueel na afloop van het met u gesloten contract). - 3 / 6 - Ons kenmerk: 01053702
BESLUIT. Gezien het vorenstaande, de Flora- en faunawet en de van toepassing zijnde beleidsregels, verlenen wij, gehoord het Faunafonds, ingevolge artikel 68, lid 1, aanhef en onder a, jo artikel 68, lid 6, onder a en b, van de Flora- en faunawet: aan Rijkswaterstaat, Postbus 600, 8200 AP Lelystad, ontheffing van de verbodsbepalingen vervat in artikel 9 van de Flora en faunawet, voor het doden van konijnen met gebruikmaking van een hagelgeweer of een kogelbuks - tenminste kaliber 5,6 x 15 (.22 long rifle) -, vangkooi, hond, fret en (niet rijdende) auto, in het belang van de openbare veiligheid, zulks, - met inachtneming van de bij de aanvraag van 28 juni 2002 vermelde te nemen preventieve maatregelen; - met inachtneming van de regels zoals gesteld in het Jachtbesluit en het Besluit Beheer en Schadebestrijding dieren. De ontheffing geldt uitsluitend op de terreinen en havens op en nabij de Afsluitdijk vanaf de provinciegrens Noord-Holland - Friesland tot de Friese kust, gelegen in de gemeente Súdwest-Fryslân. Deze ontheffing verlenen wij voor de periode van de verzenddatum van de ontheffing tot en met 31 maart 2018. Aan dit besluit zijn de volgende voorschriften verbonden: Algemene voorschriften: 1. De houder van deze ontheffing (Rijkswaterstaat) kan, in zijn hoedanigheid van grondgebruiker, het gebruik van de ontheffing, bij schriftelijke machtiging, eventueel onder nader door hem te stellen voorwaarden, overdragen aan een ontheffinggebruiker. 2. Bij het uitvoeren van handelingen met het geweer mag de ontheffinggebruiker zich laten vergezellen door ten hoogste twee andere jachtaktehouders. 3. Bij het gebruik van een geweer mag uitsluitend gebruik worden gemaakt van een hagelgeweer en/of een kogelbuks vanaf kaliber 5,6 x 15 (.22 long rifle). 4. De ontheffinggebruiker is verplicht een kopie van deze ontheffing, de onder voorschrift 1 bedoelde schriftelijke toestemming en (bij gebruik van het geweer) een geldige jachtakte bij zich te hebben en moet deze bescheiden op eerste vordering aan de daartoe bevoegde ambtenaren ter inzage geven. 5. De houder van de ontheffing is verplicht binnen vier weken na afloop van ieder kalenderjaar en na afloop van de termijn waarvoor de ontheffing is verleend, een verslag uit te brengen aan de provincie Fryslân, afdeling Stêd en Plattelân, team Vergunningen en Beheer, over de wijze waarop van de ontheffing gebruik is gemaakt en wat daarvan de resultaten zijn (o.a. opgave van aantallen gedode dieren, de data waarop en de locatie waar dit heeft plaatsgevonden). 6. Bij bijzondere weersomstandigheden kunnen Gedeputeerde Staten besluiten om de ontheffing op te schorten. - 4 / 6 - Ons kenmerk: 01053702
7. De ontheffing kan op grond van de criteria genoemd in artikel 80 van de Flora- en Faunawet worden ingetrokken. Namens het college van Gedeputeerde Staten, Mevr. A.D. Bodewitz Hoofd Team Vergunningen en Beheer Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan tegen dit besluit binnen zes (6) weken na de verzending daarvan een bezwaarschrift indienen bij Gedeputeerde Staten, Postbus 20120, 8900 HM in Leeuwarden. Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten: a. de naam en het adres van de indiener; b. de dagtekening; c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht; d. de gronden van het bezwaar. Meer informatie over de bezwaarschriftenprocedure vindt u op www.fryslan.nl onder contact, of u kunt bellen met het secretariaat van de bezwaarschriftencommissie, tel. (058) 292 51 57. Bijlage: factuur. Leges: 65,00. - 5 / 6 - Ons kenmerk: 01053702
I.a.a.: Rijkswaterstaat IJsselmeergebied waterdistrict IJsselmeergebied Postbus 600 8200 AP Lelystad Ministerie van EZ t.a.v. dhr. J. v. Spaandonk (DN) Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG Faunafonds Postbus 888 3300 AW DORDRECHT Politie Fryslân, Bureau Milieuhandhaving t.a.v. dhr. M. Pol, Postbus 269 8901 BB LEEUWARDEN Stichting De Faunabescherming Amsteldijk Noord 135 1183 TJ AMSTELVEEN KNJV Postbus 1165 3800 BD AMERSFOORT Vogelbescherming Nederland t.a.v. dhr. A. Voets Postbus 925 3700 AX ZEIST NOJG t.a.v. mw. ten Thije-Asbroek Postbus 72 7480 AD HAAKSBERGEN - 6 / 6 - Ons kenmerk: 01053702