De mossen van het kasteeldomein Cantecroy (Mortsel, provincie Antwerpen)



Vergelijkbare documenten
Mossig Nieuws no februari 2019

Mossig Nieuws no april 2019

Mossig Nieuws no januari 2018

Mossig Nieuws no februari 2018

Mossen in de tuin. Geïllustreerde tabel voor het op naam brengen van veel voorkomende mossen in de tuin. Jan Kersten Riek van den Bosch

Mossig Nieuws no oktober 2018

Voorkomen van mossen op enkele kerkterreinen van de Stichting Oude Groninger Kerken

SLOBKOUSNIEUWS 10 jrg7

Mossen van de Damvallei (Destelbergen) Verslag van de excursie op 27 april 2013

De Eendagsexcursie naar de duinen bij de. Wassenaarse Slag (Ganzenhoek. Joop Kortselius. Inleiding

De teloorgang van een rijke bryoflora op forten bij Utrecht

SLOBKOUSNIEUWS 9 jrg9

SLOBKOUSNIEUWS 14 jrg7

SLOBKOUSNIEUWS 4 jrg9

niet hadden ontwikkeld. struiken konden toch diverse de kalkstenen die tijdens de zuiderzeewerken ten westen van de Wielse van de lunch, gezocht naar

Mossen op bomen. Geïllustreerde tabel voor het op naam brengen van mossen op bomen. Jan Kersten Riek van den Bosch

SLOBKOUSNIEUWS 03 jrg7

De bryoflora van het Zalkerbos (Ov.)

De mossen van het Weerterbos

Sedum-daken in Hengelo met bijzondere mossen voor Twente

SLOBKOUSNIEUWS 7 jrg9

Bryofieten van de internationale proefvlakken level I van het bosvitaliteitsmeetnet in het Vlaamse Gewest

SLOBKOUSNIEUWS 50 jrg8

Eendagsexcursie Boswachterij Dorst

85 98 Hypnum pratense Hypnum cupressiforme var. lacunosum

SLOBKOUSNIEUWS 02 jrg7

Buxbaumiella KNNV. Nummer 28. van. Juni Werkgroep. Lichenologische. Bryologische

SLOBKOUSNIEUWS 5 jrg6

De mossen van de Groninger waddeneilanden. 2. Rottumeroog, Vuurtorenduin en Zuiderduin

10 Buxbaumiella 59 (2002)

SLOBKOUSNIEUWS 11 jrg8

Op zoek naar Vloedschedemos (Timmia megapolitana) in de Otter- en Sterlinggriend in de Sliedrechtse Biesbosch

SLOBKOUSNIEUWS 7 jrg6

De mossen van Vlieland

Vloedschedemos (Timmia megapolitana) ecologisch en plantensociologisch beschouwd

DE MOSSEN VAN VENRODE EN OMGEVING

Buxbaumiella. Inhoud Buxbaumiella 86, mei mossen en korstmossen. tijdschrift van de bryologische en lichenologische werkgroep

Mossen en korstmossen van een oude zeemuur: De Spaarndammerdijk bij Halfweg

Blad- en levermossen van Meinerswijk Klaas van Dort & Michel Zwarts

Mossen langs de Zandwetering in Baarlerhoek in de gemeente Deventer.

University of Groningen. The decline of the flora of dutch megalithic tombs Boele, C; van Zanten, B.O. Published in: Lindbergia

De mossen van het Wijboschbroek

Mossen en vaatplanten op dood beukenhout in bosreservaat Kersselaerspleyn (Zoniënwoud, Vlaanderen)

DE MOSFLORA VAN DE ALPHENSCHE BERGEN

Buxbaumiella 67 augustus 2004

De mossen van de Groninger waddeneilanden.

De Konvo Een uitgave van het KNNV Amersfoort e.o. - 3 december 2010 ~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

zijn reis door Nederland,

Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare)

Indeling in ecologische groepen

GEEL SCHORPIOENMOS HAMATOCAULIS VERNICOSUS (MITT.) HEDENÄS. Tekst M.J. van Tweel (Bryologische en Lichenologische WerkGroep)

Monitoring van epifytische mossen en korstmossen in 2000 in het Noord-Hollands Duinreservaat

Meetprotocol Geel schorpioenmos. ten behoeve van het Netwerk Ecologische Monitoring. BLWG Rapport November 2005

Sam Segal (1954). (Naar gegevens van de plantencommissie der N.J.N gedurende de periode )

Buxbaumiella 72 november 2005

Voorjaarskamp 1998 in de omgeving van Herbricht

Buxbaumiella 51. april Uitgegeven door de. Bryologische en Lichenologische Werkgroep

Soortenrijkdom van mossen in relatie tot bosbeheer

Mossen in het Robbenoord- en Dijkgatbos (Wieringermeer)

12 Buxbaumiella 68 (2004)

Mossen en korstmossen op aangevoerde olijfbomen en geïmporteerde stenige substraten

MOSSEN LANGS DE BEERZE

DE MOSSEN VAN DE REGTE HEIDE EN HET RIELS LAAG

Mossen. Samenvatting Instap cursus. Enschede. H. Rudi Zielman maart 2017

De mossen van De Geelders

Inleiding. Thuidium tamariscinum in Friesland. meldingen van Thuidium tamariscinum. Van. meldingen. Buxbaumiella 33 (

EENDENKOOI SCHIPLUIDEN

Contactinfo, paswoord

Buxbaumiella KNNV. Nummer 29. van. December Werkgroep. Lichenologische. Bryologische

Inleiding. Het Najaarsweekend 1990 op de Noord-Veluwe. was het september. Vertrekpunt NBAS-Bondshuis, de jeugdherberg te

De mossen van De Geelders

MUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN. Guido Lek & Harold Steendam november 2009

Paardenstaart (Equisetum)

DE MOSFLORA VAN BOSSCHENHOOFD, HOEVEN EN OMGEVING Gemeente Halderberge

Lang bloeiende inheemse vaste planten voor bijen en vlinders

Steenbewonende mossen van Capelle aan den IJssel tot Cadzand Notities uit het veld

Een kluwen van bostypes, bosindelingen. Ecopedia wijst de weg.

DE associaties die de bryophyten in de duinen vormen zijn arm aan soorten, in vele

Buxbaumiella HRI19 WERKGROEP UCUEHOLQOISCUE. BRYOLOaiSCUE. k n n v

Bermenplan Assen. Definitief

VERSLAG GERIEFHOUTBOSJES EN RIETPUT

De mossen van Schiermonnikoog

Verspreiding van doelsoorten (vaatplanten) in relatie tot de Ecologische Hoofdstructuur. Samenvatting FLORON-rapport nr. 3

Mossen zoeken in Rotterdam: Mag ik ook vragen wat u aan het doen bent?

Buxbaumiella 59 januari 2002

SLOBKOUSNIEUWS 48 jrg6

LPW-Florasleutel samengesteld door Bert Berten. Klokje (Campanula)

- Steekkaarten gemeente Ieper - IN DE GEMEENTE IEPER

DE VEGETATIES van NEDERLAND - Schaminée e.a. Overzicht van de Klassen van Plantengemeenschappen

Veldverslag zeegrasmitigatielocaties: begin augustus Wouter Suykerbuyk en Laura Govers

Bijzondere Vondsten Paddenstoelenwerkgroep 2012

Opmerkelijke vondsten van Groot gaffeltandmos, Dicranum majus, op Texel en Ameland

Een 19 de -eeuws mossenherbarium in het Regionaal Archief Zutphen

Monitoren van klein zeegras, Oosterschelde, 31 augustus - 2 september 2009

Buxbaumiella 66 januari 2004

Respect voor schoonheid. Oog voor detail

Enkele Gentiana soorten: Gentiana acaulis (stengelloze Gentiaan): De stengelloze Gentiaan is een kleine. Gentiana (Gentiaan)

Buxbaumiella HR120 UCUEH0LQQ1SCHE WERKGROEP BRYOÜOQISCUE. K M n V

Bryologisch verslag van het voorjaarsweekend

Blad-, lever-, en korstmossen op Rottumerplaat in 2012

Transcriptie:

De mossen van het kasteeldomein Cantecroy (Mortsel, provincie Antwerpen) Juul Slembrouck en Dirk De Beer Wel wat van op afstand - maar toch heeft één onzer (JS) Cantecroy altijd als een stukje van zijn heimat beschouwd. Geschiedkundig heeft het door een kasteelgracht omgeven kasteel een waarde, die lang door de overheid onvoldoende gewaardeerd is gebleven. Antoon, kardinaal de GRANVELLE (herinner u zijn diensten voor de hertog van ALVA!) liet het kasteel, dat van de 15 e eeuw dateert (JAN III VAN RANST) heropbouwen en rijkelijk herinrichten. Het is dank zij een privé-initiatief, dat het vervallen gebouw en de plantsoenen in de vorige eeuw weer tot bloei kwam. Wanneer de jarenlang durende restauratie niet echt in samenwerking met daarvoor bestaande instellingen gebeurde, verheugt het ons uiteindelijk wel, dat althans de oude delen als monument beschermd zijn (K.B.11.4.1984). Als floristen en bryologen hebben wij steeds aandacht gegeven aan wat er zoal allemaal aan vaatplanten en mossen groeit in kasteeldomeinen : Boekenbergpark (Deurne-Antwerpen), - de Antwerpse parken in het algemeen het kasteel en park van Renesse (Oostmalle), het kasteel van Westmalle, het Solhof (Aartselaar), het park van Boom enz. Cantecroy bleef evenwel altijd maar op de (prioriteiten-)lijst staan, tot er zich voor enkele dagen de gelegenheid aanbood, om eindelijk dit domein met de ogen van de bryoloog te bekijken. Algemene beschrijving van de biotoop De toegankelijke buitenkant-delen van de gerestaureerde gebouwen blijken nog geen mossen-patine te hebben. Op een tweetal plaatsen vormen oude muren wel kade-muren, die mossen dragen. Voor een groot deel blijkt de bodem vrij vochtig en voedselrijk te zijn (voorkomen van Penningkruid, plaatselijk Smeerwortel, veel Tijmbladereprijs, een dichte gazon-zode), hetgeen vooral weerspiegeld wordt in stroken plantsoen door het voorkomen van een redelijke moslaag, die met perioden eens omgewoeld worden( evenwel plaatselijk iets uitgeloogd). In de onmiddellijke omgeving (Cantecroylaan) blijkt de bodem ook vochtig te zijn, getuige het vrij veel voorkomen in de tuinplantsoenen van Fijn laddermos (hetgeen door sommige bewoners zelfs als een last aanzien wordt!). Er komt veel spontane opslag van Es, Olm en vooral Hop voor. In de omgeving vonden wij in halfurbane omstandigheden verscheidene laanbomen als essen en eiken met epifytische mossengroei (o.a.) Orthotrichum affine (Gewone haarmuts), O. pulchellum (Gekroesde haarmuts) en Hypnum cupressiforme (Gesnaveld klauwtjesmos). Maar ook met flink wat bedekking door (algemene) korstmossen als Evernia prunastri (Eikenmos), Parmelia sulcata (Gewoon schildmos), Physcia tenella (Heksenvingermos) en Xanthoria parietina (Groot dooiermos), hetgeen toch allemaal op een redelijke gemiddeld hoge luchtvochtigheid wijst. Vandaar ook de vochtigheidsindicator Gewoon puntmos! De drainerende werking van de kasteelgracht en van de gracht van het nabijgelegen Fort IV blijkt dus enigszins beperkt te zijn. Wij denken eerder aan een vrij uitgebreide kwelzone. De totale oppervlakte van het domein is ongeveer 2,25 ha. Biotopen zijn er dus niet echt, en buiten de ubiquisten ( alomaanwezigen ) was er aan mossen dus niets voorspelbaars.; Wij hebben 39 soorten mos (5 soorten levermossen [ L ] en 34 soorten bladmossen) aangetroffen en in ecologische groepen samengebracht, wat voor de niet-bryoloog tenminste enige zin kan hebben, althans stukken beter is, dan een naakte alfabetisch geschikte lijst van mossen. 1

Inventaris van de aangetroffen mossoorten Ligging : IFBL-kilometerhok C4.37.41 Hoogte : ca 11 m. Bodem : gestoord, tuinbeheer, vermoedelijk lichte zandleem door storing met wat klei en oud kalkrijk puin vermengd Datum : 26.8.2008 1. Soorten van pioniervegetaties op vochtige, matig voedselrijke bodem (P 47) Atrichum undulatum Groot rimpelmos la Dicranella staphylina Knolletjesgreppelmos lf (*) Lunularia cruciata (L) Halvemaantjesmos (p) ( ) L Marchantia polymorpha (L) Parapluutjesmos la fertiel L Tortula truncata Gewoon kleimos (p) ( ) fertiel Riccia bifurca (L) Gevoord landvorkje (p) ( ) fertiel Ceratodon purpureus Purpersteeltje z Sphaerocarpos cf. texanus (L) Gerand blaasjesmos (p) L Funaria hygrometrica Gewoon krulmos (p) ( ) fertiel (*) behoort eigenlijk tot de groep P48 iets droger) ( ) puntvegetaties 2. Soorten van pioniervegetaties op droge, voedselarme, basische bodem (P 63) Barbula convoluta Gewoon smaragdmos o B. unguiculata Kleismaragdsteeltje o Bryum rubens Braamknikmos o Pseudocrossidium hornschuchiana Spits smaragdsteeltje o 3. Soorten van graslanden op vochtige matig voedselrijke bodem (G 47) Amblystegium serpens Pluisdraadmos o/f Brachythecium rutabulum Gewoon dikkopmos o/f Bryum argenteum Zilvermos f Calliergonella cuspidata Gewoon puntmos lf Kindbergia praelongum Fijn laddermos f/a Fissidens taxifolius Kleivedermos lf Oxyrrhynchium hians Kleisnavelmos o Rhytidiadelphus squarrosus Gewoon haakmos ld 4. Soorten van struwelen en bossen op vochtige, matig voedselrijke bodem (H 47) Lophocolea semiteres (L) Gaaf kantmos z L Mnium hornum Gewoon sterrenmos la Oxyrrhynchium pumilum Klein snavelmos s Plagiomnium undulatum Gerimpeld boogsterrenmos o Pseudotaxiphyllum elegans Pronkmos z 2

5. Soorten van struwelen en bossen op droge, voedselarme, zure bodem (H 61) Dicranella heteromalla Pluisjesmos z 6. Soorten van nat, stenige substraat (E 20ms) Gyroweisia tenuis Voegenmos lf 7. Soorten van droog, voedselarm, basisch, stenige substraat (E 63ms) Bryoerythrophyllum recurvirostre Oranjesteeltje o Didymodon insulanus Broeddubbeltandmos z Grimmia pulvinata Gewoon muisjesmos f fertiel Homalothecium sericeum Gewoon zijdemos z Hypnum cupressiforme Gesnaveld klauwtjesmos f Rhynchostegium confertum Boomsnavelmos a/ld fertiel Schistidium cf; crassipilum Muurachterlichtmos la Tortula muralis Gewoon muursterretje f fertiel Bryum capillare Gedraaid knikmos f fertiel B. radiculosum Muurknikmos z 8. Epifytische soorten op voedselarme, zwak zure schors Lophocolea heterophylla Gedrongen kantmos z L Bespreking Wij hebben de hoeveelheid met een code, afgeleid van de Tansley-schaal aangeduid : d = dominant ) a = abundant ) soms voorzien met l == lokaal f = frequent ) o = occasioneel z = zeldzaam ( 3-4maal aangetroffen) s = sporadisch (1-2 maal aangetroffen De ecologische groepen zijn die volgens DIRKSE & KRUIJSEN 1993, evenwel met dien verstande, dat i.v.m. de gestoorde toestand in Cantecroy, de vindplaats soms gelijkgesteld is met de biotoop. Opvallende soorten hebben wij in vetjes aangebracht. Hierover wat uitleg : Het Gerand blaasjesmos is niet zo n algemene soort. Wij troffen slechts op één plaats(je) enkele kleine plukjes aan, zonder rijpe sporen, zodat de soort niet gedetermineerd kon worden. Een theoretische mogelijkheid bestaat, dat het S. michellii zou kunnen zijn, maar die kans is maar 1 op 100! Zij werd ook in het nabijgelegen Boekenbergpark gevonden en eveneens op Fort VII (Edegem). Het Gaaf kantmos is een bebladerde, kruipende levermossoort uit het zuidelijk halfrond herkomstige nieuwkomer, die voor het Europese vasteland voor het eerst in 1994 (STIEPERAERE 1994) werd beschreven. Nu overrompelt de soort veel schrale biotopen, zoals 3

dennenbossen, maar begint ook in de voedselrijkere plaatsen als in Cantecroy - voor te komen. Het Klein snavelmos is het paradepaardje van onze studie, in het veld door Dirk herkend! Het is een vooral kalkminnende kruipende soort, die ten onzent vrij tot uitermate zeldzaam voorkomt. Microscopisch preparaat bij J.S. Het Voegenmos is een van onze kleinste mossoorten : alles bijeen ca 1 mm. groot zonder kapsel en met kapsel zo n 3 mm., maar altijd in min of meer voldoende hoeveelheden, zodat de bryoloog hier vooral kan uitgaan van de biotoop om ze met sukses te vinden; In het Antwerpse werd zij aan de gesloopte huizen van de Muntstraat gevonden, in het Boekenbergpark, en vooral in het Fort III (Borsbeek), overal als voegenbewoner van min of meer natte tot langdurig vochthoudende muren, hetgeen een eigenschap is van een kademuur. Het Muurachterlichtmos is een vrij algemene soort, die evenwel alleen ècht gedetermineerd kan worden als ze fertiel is, d.w.z. (rijpe) kapsels vertoont. Daarom hebben wij de naam met cf. ( vergelijk! ) voorzien, een indicatie voor mogelijk te bevestigen. Voorts zal het opvallen, dat slechts één soort als epifytisch werd opgetekend. Geen van de op Cantecroy voorkomende bomen draagt mossen, het Gaaf kantmos dan nog alleen op een boomvoet. Het Gesnaveld klauwtjesmos, een soort, die ons land zowat overal te vinden is, inzonderheid op bomen, komt hier slechts op stenen voor. Zoals gebruikelijk wordt enig herbariummateriaal in BR (Nationale Plantentuin van België, Meise) gedeponeerd en dit verslag ter beschikking gesteld van het natuurbehoud. Dankwoord Wij zijn dank verschuldigd aan de heer VAN DAELE, die ons in staat stelde dit onderzoek te verrichten en ons belangstellend een hele poos op onze stappen begeleidde. Literatuur DIRKSE, G.M., & B.W.J.M. KRUIJSEN (1993) Indeling in ecologische groepen van Nederlandse blad- en levermossen, Gorteria 19, p.1-29 STIEPERAERE H. (1994) Lophocolea semiteres (Lehm.) Mitt. in Belgium and The Netherlands, Another Antipodal Bryophyte Spreading on the European Continent, Lindbergia 19, p. 29-36 4

Figuren van mossen Klei-vedermos Hier een klein mosje, meestal veel plantjes bijeen en allen flink met rode kapseltjes voorzien. Het is een kolonist. Voegenmos Een héél, héél klein mosje, vrijwel altijd honderden plantjes bijeen, een plat kussen vormend, op stenige substraten, die altijd min of meer vochtig blijven. Is ook een kolonist. Nogal zeldzaam bij ons. 5

Hypnum cupressiforme (Gesnaveld klauwtjesmos) Dit is een groter mos, plantjes tot wel 10 cm. groot, in kussens, vrijwel in alle biotopen groeiend; een kruiper, soms uitbundig kapselend en zéér vormenrijk. 6