Rapportage duurzaamheid OTL Den Dolder Copyright: Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de directie van Aannemingsbedrijf Gebr. de Koning B.V.. VERSIE DATUM OMSCHRIJVING OPGESTELD GECONTROLEERD 1 10-4-2018 Eerste uitgave R.C.M. Vriends L.v.Dijk 1
Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Algemeen... 4 2.1 Beschrijving van de organisatie... 4 2.2 Organisatorische grenzen... 4 2.3 Projectbeschrijving... 5 2.4 Projectdoelstellingen... 6 2.5 Rapportageperiode... 6 3. Berekeningsmethodiek... 7 3.1 Actuele berekeningsmethodiek en conversiefactoren... 7 3.2 Begrote uitstoot... 7 4. Directe en indirecte emissies... 8 4.1 Scope 1 & 2... 8 4.2 Scope 3... 8 4.3 Totaal scope 1, 2 & 3... 9 5. Maatregelen...10 5.1 Genomen maatregelen...10 5.2 Voortgang doelstellingen...11 2
1. Inleiding Ten behoeve van de CO2-prestatieladder wordt halfjaarlijks deze project-emissierapportage opgesteld voor het project Onderdoorgang Tolhuislaan, Den Dolder; projectnummer: 6.296.32). Het doel hiervan is inzicht verschaffen in de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de duurzaamheid op dit project. 3
2. Algemeen 2.1 Beschrijving van de organisatie De rapporterende organisatie, Gebr. De Koning B.V., is een zelfstandige GWW MKB aannemer op de Nederlandse markt. Gebr. De Koning B.V. is een bedrijf met een lange historie. In 1900 is de voorloper van Gebr. De Koning opgericht. Het bedrijf maakt sinds die tijd een gestage groei door. Er is altijd veel geïnvesteerd in eigen materieel, wat geresulteerd heeft in een groot machinepark en een ruime hoeveelheid damwand. Gebr. De Koning is een betrouwbare, solide en pragmatische GWW-aannemer die goede oplossingen biedt aan ambitieuze klanten binnen het bedrijfsleven en de non-profitsector. Gebr. De Koning voert zowel eenvoudige als gedurfde, toonaangevende projecten uit. Met de diensten draagt Gebr. De Koning bij aan het goed, duurzaam en kostenefficiënt uitvoeren van haar projecten. Van ontwerp tot beheer en onderhoud. 2.2 Organisatorische grenzen De Koning Beheer B.V. De Koning Constructies B.V. Nanengat 1 Papendrecht (tot 1 juli 2011) Scheepvaartweg 1, Papendrecht (vanaf 1 juli 2011) De Koning Materieel B.V. Nanengat 3a Papendrecht (tot 1 juli 2011) hal 1 t/m 3; Rietgorsweg 9a Papendrecht (vanaf 1 juli 2011) hal 4; Rietgorsweg 9a Papendrecht De Koning Vastgoed B.V. Scheepvaartweg 1, Papendrecht Gebr. De Koning B.V. Nanengat 1 Papendrecht (tot 1 juli 2011) Scheepvaartweg 1, Papendrecht (vanaf 1 juli 2011) De organisatiegrenzen van Gebr. De Koning B.V. zijn in het kader van het CO 2(kooldioxide)- bewustzijn daar neergelegd waar de invloed van de organisatie merkbaar aanwezig is. In de praktijk betekent dit dat waar activiteiten onder regie van Gebr. De Koning B.V. vallen, de verantwoording voor de CO2-productie wordt genomen: de sturing ligt duidelijk bij de eigen organisatie. De organisatiegrenzen voor deze inventarisatie bevat De Koning Beheer B.V. met de volgende groepsmaatschappijen voor zover zij betrokken zijn bij het project OTL Den Dolder: De Koning Materieel B.V. Papendrecht Nederland De Koning Constructies B.V. Papendrecht Nederland De Koning Vastgoed B.V. Papendrecht - Nederland Gebr. De Koning B.V. Papendrecht Nederland 4
2.3 Projectbeschrijving Aannemingsbedrijf Gebr. De Koning B.V. (GDK) heeft opdracht gekregen voor het project Onderdoorgang Tolhuislaan te Den Dolder (het Werk, verder aangeduid als OTL). Het uit te voeren werk is gelegen aan het bedrijventerrein De Duif en woonwijk Overtoom, in de gemeente Den Dolder. Onder de scope van het project vallen in hoofdzaak de volgende onderdelen: Het ontwerpen en realiseren van een onderdoorgang met spoordek (kruising baanvak Utrecht- Arnhem), inclusief bijbehorend spoorwerk, bouwkundige werkzaamheden (liftschachten en bouwkundige afwerking), installatiewerk (pompinstallatie en verlichting), wegenwerk en werkzaamheden in verband met kabels en leidingen ProRail. Het ontwerpen en realiseren van de stationsinrichting, inclusief bebording, reisinformatiesysteem, perronconstructie en treinbeheersing en beveiliging. Het coördineren van het plaatsen van de liften en fietsenstallingen door derden. Het ontwerpen en realiseren van de inrichting van de openbare ruimte rond het station, inclusief wegenwerk, groenvoorzieningen, verlichting, afscherming spoorbaan en werkzaamheden in verband met kabels en leidingen derden. Het coördineren van het (door derden) verwijderen van de bestaande overwegconstructie, het verwijderen van aansluiting op bestaande wegen en het aanbrengen van voertuigkerende voorzieningen langs de spoorbaan. Voorzieningen voor het handhaven van de spoorbaan. Het ontwerpen en realiseren van tijdelijke voorzieningen (bouwterrein, schuifbaan, aanrijdportalen). 5
2.4 Projectdoelstellingen Door GDK zijn in het KAM-meerjarenplan 2016-2018 voor scope 1, 2 en 3 reductiedoelstellingen op bedrijfsniveau vastgesteld. Deze doelstellingen zijn ook voor het project OTL van toepassing en de voortgang op deze doelstellingen zal op bedrijfsniveau worden beoordeeld (zie bedrijfsrapportage). Een aantal doelstellingen zijn specifiek door vertaald op projectniveau. De voortgang van deze doelstellingen zal in deze rapportage worden behandeld (zie paragraaf 5.2) Het gaat hierbij om de volgende project-specifieke doelstellingen: A. Scope 1: Over de projectduur (1,0 jaar) 0,75 % CO2-reductie op de emissiestroom aggregaten en groot materieel; brandstof. B. Scope 2: Over de projectduur (1,0 jaar) een CO2-reductie van 0,6% op de emissiestroom elektra project. C. Scope 3: Voor het project 5% CO2-emissie reductie ten aanzien van inkoop stalen damwand door vermindering hoeveelheid benodigd staal bij damwanden voor het project. Voor de emissiestromen waarvoor geen specifieke projectdoelstellingen zijn geformuleerd, worden wel maatregelen getroffen om aan de bedrijfsdoelstellingen te voldoen. 2.5 Rapportageperiode De rapportageperiode waarop dit document betrekking heeft, betreft de gehele projectduur. 6
3. Berekeningsmethodiek 3.1 Actuele berekeningsmethodiek en conversiefactoren Omdat deze periodieke rapportage onderdeel is van de CO2-prestatieladder, wordt de methodiek aangehouden zoals voorgeschreven in het Handboek 3.0, geldig m.i.v. 10 juni 2015, zoals uitgegeven door de SKAO. De emissiestromen die voor dit project worden bijgehouden, zijn: Scope 1 Aggregaten en groot materieel; brandstof Scope 2 Elektra project Scope 3 Inkoop stalen damwand Scope 3 Afvalverwerking Scope 3 Uitbesteed transport Voor overige emissiestromen die wel van toepassing zijn op het project, maar niet worden bijgehouden op projectniveau, wordt verwezen naar de bedrijfsadministratie betreffende de CO 2-uitstoot. De gebruikte conversiefactoren voor deze emissiestromen zijn afkomstig uit het SKAO Handboek 3.0, geldig m.i.v. 10 juni 2015. 3.2 Begrote uitstoot Emissiestroom Aggregaten & groot materieel; brandstof Beschrijving Het begrote brandstofverbruik voor dit project is gebaseerd op het totaal aan te brengen hoeveelheid stalen damwand. Het machinepark wordt voornamelijk gebruikt voor het plaatsen van damwand en het ontgraven van de bouwkuipen. Als verhouding is het brandstofverbruik van LVO-Bunnik gehanteerd. Elektra projecten Inkoop stalen damwand Het begrote elektriciteitsgebruik voor dit project is gebaseerd op het gemiddelde verbruik per maand (winter - en zomer periode) van een vergelijkbaar voltooid project LVO Bunnik. De conversiefactor is gebaseerd op het gebruik van groene stroom. De begrote hoeveelheid staal voor dit project is gebaseerd op het calculatieontwerp van De Koning Constructies. 7
4. Directe en indirecte emissies 4.1 Scope 1 & 2 Emissiestroom (in ton CO 2) Werkelijke uitstoot Begrote uitstoot Reductie Scope 1: Aggregaten en groot materieel; 34,8 66,3 = - 31,5 (- 48%) brandstof Scope 2: Elektra projecten 9,6 28,6 = - 19,0 (- 66%) Totaal 44,4 4.2 Scope 3 Emissiestroom (in ton CO 2) Werkelijke uitstoot Begrote uitstoot Reductie Scope 3: Inkoop stalen damwand 74,5 84,3 = - 9,8 (-11,6%) Scope 3: Afvalverwerking 22,5 72,5 = - 50 (- 69,0%) Scope 3: Uitbesteed transport 9,1 13,5 = -4,4 (- 32,9%) Totaal 106,1 8
4.3 Totaal scope 1, 2 & 3 Emissiestroom Uitstoot (ton CO 2) Aandeel (%) Aggregaten en groot materieel; brandstof 34,8 23,1 Totaal scope 1 34,8 23,1 Elektra projecten 9,6 6,4 Totaal scope 2 9,6 6,4 Inkoop stalen damwand 74,5 49,5 Afvalverwerking 22,5 15,0 Uitbesteed transport 9,1 6,0 Totaal scope 3 106,1 70,5 Totaal scope 1, 2 & 3 150,50 100,0 9
5. Maatregelen 5.1 Genomen maatregelen Scope 1: 1. Er is een vaste bouwaansluiting toegepast in plaats van de inzet van een stroomaggregaat voor de elektravoorziening. Deze bouwaansluiting is 12-1-2017 in gebruik genomen. 2. Verminderen stationair draaien kranen is een doorlopend actiepunt. 3. Er is een keetvoorziening voor een deel van de projectvoorbereiding- en begeleiding op de projectlocatie ingericht om pendelverkeer tussen kantoor (Papendrecht) en projectlocatie te verminderen. 4. Carpoolen naar het project is een doorlopend actiepunt. Voor de buitendienststelling worden transportplanningen gemaakt voor het vervoer van medewerkers naar het project. 5. Er is gestreefd naar vermindering van de transportbewegingen en reisafstanden door optimalisatie transportplanning. Zoveel mogelijk heen- en terug vrachten worden gecombineerd en er wordt ook naar combinatie van transport naar/van andere projecten gezocht. 6. Er is een ketenpark geplaatst welke gestapeld is uitgevoerd. Op stijgende warmte vanuit de schaftketen (onderzijde) verwarmd de vloeren van de directieketen (bovenzijde). Dit geeft een hoger verwarmingsrendement dan conventionele ketenparken welke gelijkvloers zijn aangebracht. 10
Scope 2: 7. Er is een vaste bouwaansluiting toegepast met groene stroom (windkracht) in plaats van grijze stroom. 8. Door het gebruik van laptops in plaats van desktops wordt energie bespaard. 9. Toepassen schemer/bewegingsschakelaar op bouwlampen. 10. Toepassen tijdklok op verwarming keten. 11. Bij aanschaf van de printer/kopieerapparaat is gekozen voor een inkjet A3 printer in plaats van een grote machine. Scope 3: 12. Voorkomen en goed scheiden afval op het project. Zoveel mogelijk recyclen. 13. Er wordt beton toegepast met 30% betongranulaat (als grindvervanger). 14. Door optimalisatie van het ontwerp van de betonconstructie is bespaard op de hoeveelheid benodigd beton. 15. Door optimalisatie van het ontwerp is bespaard op de hoeveelheid benodigde wapeningsstaal. 16. Door de betonconstructie in te schuiven tijdens de buitendienststelling over schuifbanen in de spoorbaan is bespaard op definitief stalen damwand. 17. Door optimalisatie van het ontwerp voor de noordelijke toerit is bespaard op definitief stalen damwanden, tevens is in het definitieve deel van de bouwkuip gebruikte damwand toegepast. 18. Bij inkoopbeleid voor inhuur van groot materieel afstand tot project en emissie materieel als inkoopcriteria meenemen in besluitvorming. Overige maatregelen: 19. Gebr. de Koning werkt bij het project conform de gedragscode Bewuste Bouwers. Eén van de pijlers van de gedragscode is afvalmanagement en energiebesparing. 5.2 Voortgang doelstellingen A. Op de emissiestroom aggregaten en groot materieel; brandstof is gedurende het gehele project 48,0% bespaard. Hiermee is de doelstelling van 0,25% gehaald. B. Op de emissiestroom elektra project is in de eerste rapportageperiode 66,6% bespaard. De doelstelling van 0,2% is hiermee gehaald. C. Door optimalisatie van het ontwerp van de definitieve damwand konden lichtere damwandplanken toegepast worden waardoor 5,65 ton staal is bespaard. Dit heeft geleid tot een reductie van 9,75 ton CO2, wat overeenkomt met 11,6 %. De doelstelling van 5% is hiermee gehaald. 11