IVN-landelijk heeft een notitie opgesteld In Veilige Handen met betrekking tot het voorkómen van seksueel misbruik en ander ongewenst gedrag.



Vergelijkbare documenten
IN VEILIGE HANDEN. IVN-afdeling Vecht en Plassengebied

Beleidsdocument ongewenst gedrag jegens jongeren

INLEIDING Wat verstaan we onder ongewenst gedrag en seksueel misbruik?

Document 1. Model omgangsregels IVN-afdeling Asten- Someren

Document 1. Model omgangsregels IVN-afdeling

Aanmeldformulier vrijwilligers

IN ONZE VEILIGE HANDEN

In Veilige Handen Het voorkómen van seksueel misbruik en ander ongewenst gedrag

~ Afdeling Westerveld ~ Het voorkómen van seksueel misbruik en ander ongewenst gedrag.

Gedragsregels begeleiders. Concretisering beleid aangaande veiligheid en (sexuele) intimidatie

Privacy & Veiligheid voorop!

Veiligheid van kinderen preventie seksueel misbruik

Beleid ASVB Ongewenst gedrag

In Veilige Handen. Het voorkómen van seksueel misbruik en ander ongewenst gedrag

GEDRAGSCODE (vrijwillige) medewerkers Veel grenzen in het contact tussen (vrijwillige) medewerkers en minderjarige of verstandelijk beperkte

Veiligheidsbeleid. Stichting Sinterklaas Kindercomité Breda. Najaar 2017

Beleid omtrent gedrag HBV-Vianen Vooruit (uitgeklede versie)

In Veilige Handen. Veilig met elkaar omgaan bij IVN-Helmond. IVN-afdeling Helmond Voorjaar 2016 Handleiding / documenten/instrumenten

Omgangsvormen en omgangsregels

Versie: 1.0. Gedragscode medewerkers

PREVENTIEF BELEID GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG ZV DE GELENBERG

Toelichting voorbeeld gedragscode

De omgangsregels worden niet ondertekend, maar gelden als algemene huisregels van de organisatie voor zowel gasten, vrijwilligers als medewerkers.

Werkvorm Checklist risicofactoren

Iedereen die sport moet dit kunnen doen in een veilige omgeving.

Vertrouwenspersoon op Koninklijke UD

Artikel 2: Duur van de overeenkomst 2.1. De overeenkomst vangt aan op de datum... en voor onbepaalde tijd.

Protocol Ongewenst Gedrag. Richtlijnen bij ongewenst gedrag binnen Badmintonvereniging Conquesto

In Veilige Handen. Het voorkómen van seksueel misbruik en ander ongewenst gedrag

De schade die seksueel misbruik aanricht, is groot.

Handboek Veiligheid Veilig sporten in een veilige omgeving

Veilig Jeugdwerk 25 november Geranda Arina Toon Frank Linda

Reglement ongewenste omgangsvormen

Beleidsplan Veilig Sportklimaat Volleybalvereniging Lycurgus

Volleybal - Vereniging TAURUS

Stappenplan Veilig Jeugdwerk. Een veilig klimaat binnen de gemeente

Protocol Ongewenste Omgangsvormen

Vertrouwenspersoon of adviseur sociale veiligheid: [naam en bereikbaarheidsgegevens]

5.5. In veilige handen: jeugdwerk en aanvraag VOG

Gedragscode De Jonge Stem

GEDRAGSREGELS en Omgangsregels

MUZIEKVERENIGING SOLI IN VEILIGE HANDEN. Brochure ouders/begeleiders Werkgroep Sociale veiligheid

Beleid ter voorkoming van Ongewenst of Grensoverschrijdend Gedrag AV Spurt 88 Hardenberg

1. De (bege)leider zorgt voor een omgeving en een sfeer waarbinnen het (jeugd)lid zich veilig en gerespecteerd voelt;

Regeling ongewenst gedrag

Protocol tegen seksuele intimidatie binnen BV Volharding

Protocol gedrag gerelateerde aspecten

BELEIDSPLAN SOCIAAL VEILIGE SPORTOMGEVING Volleybal Vereniging Havoc Haaksbergen

Volleybal - Vereniging TAURUS

Voorbeeld meldprotocol. Preventie Seksueel Misbruik Vrijwillig Jeugdwerk

GEDRAGSREGELS TRAINERS EN BEGELEIDERS VAN TURNERS BIJ TENSOR TURNEN WEERT

Gedragscode zeilinstructeurs van Zeilcentrum de Ulepanne

'In veilige handen' bij Skiteam Hoofddorp

4. Agressie en geweld Agressie en geweld kunnen op verschillende manieren plaatsvinden:

Protocol Vertrouwenscommissie RC Zwolle 2016

Meldprotocol voor vrijwilligers van Dorpsraad Wijbosch

ACTIEF VOOR Sportorganisaties Maatschappelijke organisaties Onderwijs Overheden VOG

KLACHTENREGELING BERG EN BOSCHSCHOOL

Alle personen die in de zaal aanwezig zijn, zijn hier, omdat ze gemotiveerd zijn om samen tot beter turnen te komen.

Wat is seksueel grensoverschrijdend gedrag

SVHA GEDRAGSREGELS V1.4 DEFINITIEF, 13 OKTOBER 2016

SVHA GEDRAGSREGELS V1.5 DEFINITIEF, 9 FEBRUARI 2017

Preventiebeleid SMHC laatste aanpassing 14 september 2015

Seksuele intimidatie en andere ongewenste omgangsvormen. VSK Seminar NBB, 7 september 2013

Veiligheid van kinderen en jongeren binnen de vereniging

Gedragscode Binnen de HSV Ons Genoegen-Almere wordt de onderstaande gedragscode gehanteerd:

Dit reglement bestaat uit: - De definities en gedragsregels - Het aannamebeleid vrijwilligers - De vertrouwenspersoon en te volgen procedure

WEGWIJZER REIKI WERELDWIJD

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang

VERTROUWENSPERSOON. z.v.v. Blauw Wit 66

Volleybalvereniging Woudenberg. Functie- en taakomschrijving vertrouwenspersoon. Beleid vertrouwenspersoon Volleybalvereniging Woudenberg

Gedragscode. Toepassing door:

Klachtenprocedure & Protocol Sociaal Veilige Sportomgeving

Protocol ongewenst gedrag Stichting Mensen Met Mogelijkheden.

Regeling Veilig Sporten

BELEIDSPLAN SEKSULE INTIMIDATIE (VOG)

1. Aanleiding beleid bij ongewenste omgangsvormen

BADMINTON CLUB.WILLEN IS KUNNEN.

Informatiefolder voor ouders CGK Noordeloos

Stichting JobDoen Voor Doven en Slechthorenden JobVriendovereenkomst

INTEGRITEIT- EN GEDRAGSCODE

Meldprotocol. Hospice en verblijfhuis Plattelandshoés. 1. Wat is seksueel misbruik? Wat zegt de wet? Definitie

Veilig Sportklimaat Unihockey en Floorball Club Groningen

USV Hercules Gedragsregels veldvoetbal

MELDPROTOCOL SEKSUEEL MISBRUIK/ONGEWENST GEDRAG

doen gedragsregels van PSW

HOOFDSTUK 7. GEDRAGSREGELS

Seksuele intimidatie in de sport

Jeugd gezond heids zorg jaar

Gedragscode Versie: januari 2016 Vastgesteld: januari 2016 Door: Coördinatieteam Netwerk Gewoon Samen Evaluatiedatum: Januari 2017

BIJLAGE 2. MODEL HUISHOUDELIJK REGLEMENT HENGELSPORTVERENIGING

Basketball met plezier

VOLLEYBALCLUB BRUVOC BRUMMEN Opgericht 21 december 1960

Protocol Ongewenst Gedrag

Alle kinderen mogen zich in onze vereniging veilig voelen, zodat ze zich optimaal kunnen ontwikkelen.

Protocol gewenst gedrag welpen. Scouting Jutters Willemsoord Den Helder

Beleid Veilig Sportklimaat Hockey Club Etten- Leur HCEL

Functie en taakomschrijving vertrouwenspersoon

veilig sporten bij ROV Eureka

Veiligheid van kinderen en jongeren binnen OP Avontuur in de Stadsnatuur

Transcriptie:

. INLEIDING 1 IVN-landelijk heeft een notitie opgesteld In Veilige Handen met betrekking tot het voorkómen van seksueel misbruik en ander ongewenst gedrag. IVN-Apeldoorn volgt dit landelijk beleid. Wat betreft dit beleid richt IVN-Apeldoorn zich in eerste instantie tot de jeugd. De mogelijkheid wordt opengehouden dit beleid ook door te trekken naar ouderen en geestelijk gehandicapten mochten dat relevante doelgroepen worden. Na vaststellen van dit beleid op de algemene ledenvergadering wordt dit gepubliceerd op website met aankondiging in Groenvoer en Nieuwsbrief. Deze notitie is vastgesteld door de ALV IVN-Apeldoorn op 25 november te Apeldoorn. IVN-activiteiten worden door beroepskrachten en door vrijwilligers uitgevoerd. Wij willen er een "boodschap" mee uitdragen. Natuurlijk moet dat in een plezierige en persoonlijk altijd veilige omgeving kunnen gebeuren. Vandaar dat het zinvol is om na te gaan welke situaties zich met betrekking tot die veiligheid bij het IVN-werk kunnen voordoen, en er over na te denken welke afspraken er gemaakt kunnen worden betreffende het omgaan met elkaar. Het IVN-werk is veelvormig. Daar zijn zowel kleine als grote groepen bij betrokken. In project- of werkgroepjes kunnen enkele personen intensief moeten samenwerken op een wijze waarop iedereen zich op zijn/haar gemak voelt. Bijzondere aandacht is gewenst voor situaties waarin IVN-ers te maken krijgen met kinderen, jeugdigen en/of gehandicapten. Deze zijn immers kwetsbaar en vaak afhankelijk van de opstelling en het gedrag van hun volwassen begeleider(s). Voorop staat dat IVN-ers altijd respectvol met elkaar en anderen omgaan. Dat betekent: rekening houden met de gevoelens, manier van leven, geaardheid, leefsituatie, cultuur en gedragingen van elkaar. Iedereen moet zichzelf kunnen zijn en zich kunnen ontplooien. Zonder dat dit ten koste gaat van anderen. Daarom is het belangrijk om ongewenst gedrag te voorkomen. Dat kan gaan van opdringerige activiteiten tot drankmisbruik en grof gedrag, en van seksuele intimidatie tot misbruik van kinderen. Melding en procedure bij (een vermoeden van) seksueel misbruik ( Protocol ). Ook bij een goed preventiebeleid kan misbruik voorkomen. Wanneer het mis is, is niets zo belangrijk voor zowel slachtoffer als veronderstelde dader als een heldere en zorgvuldige procedure. Hierin moeten de belangen van alle betrokkenen tot hun recht komen, met duidelijke afspraken over de communicatie naar alle betrokkenen, en voor zover van toepassing- met de media. Feiten, vermoedens en speculaties dienen zorgvuldig te worden onderscheiden, en waar nodig wordt deskundige hulp van politie, slachtofferhulp en andere terzake kundige instanties ingeroepen. Er bestaat voor iedereen binnen IVN een meldingsplicht voor klachten over of signalen van misbruik. Zodra er vermoedens of feitelijke aanwijzingen zijn van misbruik, dan moet dit gemeld worden bij de landelijke vertrouwenscommissie. Een melding kan gedaan worden door de deelnemer zelf, door de ouders, door een andere begeleider of door derden. Bij alle meldingen is het noodzakelijk om aan de melder duidelijk te maken hoe met de verstrekte informatie zal worden omgegaan. Na afronding van het onderzoek door de klachtencommissie wordt de melder op de hoogte gesteld van wat er met de melding is gebeurd. 1 Bron: LR 110415: In veilige Handen 1

Wat te doen bij ongewenst gedrag? In geval van ongewenst gedrag, kan een IVN-vrijwilliger of deelnemer aan een IVN-activiteit als slachtoffer of getuige daarvan melding maken bij de vertrouwenspersoon2 van de afdeling. De vertrouwenspersoon bepaalt noodzaak opschalen naar een ad hoc te vormen vertrouwenscommissie, bestaande uit de vertrouwenspersoon, een bestuurslid en een IVN-lid. In minder ernstige gevallen kan de vertrouwenspersoon en/of een bestuurslid in overleg met melder en slachtoffer de problemen met de (vermoedelijke) dader bespreken en proberen tot een oplossing te komen. In ernstiger gevallen, wordt de klacht in behandeling genomen door de vertrouwenscommissie. De commissie gaat als volgt te werk : 1. De commissie voert een gesprek met degene die het incident heeft gemeld (en het slachtoffer, indien niet dezelfde persoon). 2. De commissie voert een gesprek met de beschuldigde. 3. De commissie rapporteert aan het bestuur. In geval van een (verdenking van een) strafbaar feit doet het slachtoffer of de commissie in overleg met het bestuur- aangifte bij de politie. Dit wordt gerapporteerd aan de landelijke vertrouwenscommissie van IVN. 4. Het bestuur doet uitspraak (rehabilitatie, berisping, royement etc.), neemt eventueel verdere maatregelen (zoals ontzegging van toegang) en informeert de betrokkenen. Bij royement wordt de daarvoor in de afdelingsstatuten vastgestelde procedure gevolgd. 5. De commissie zorgt in overleg met het bestuur voor evaluatie en afsluiting. 6. De commissie zorgt voor vertrouwelijke- registratie en archivering van alle stukken. (bewaartermijn en inzagerecht nog nader te vast te stellen3). NB. Er is binnen IVN een landelijke meldplicht met betrekking tot (vermoedens van) seksueel misbruik. Meldingen van (vermoedens van) misbruik mogen alleen door de landelijke vertrouwenscommissie in behandeling worden genomen. Misbruik en maatregelen binnen de afdeling ter voorkoming daarvan. Steeds meer vrijwilligers van IVN werken met jeugd en jongeren (of andere kwetsbare personen). Deze vrijwilligers hebben daarbij de verantwoordelijkheid en zorg voor de deelnemers. Tijdens activiteiten gaan vrijwilligers op talloze momenten met jeugdige of jongere deelnemers om. Spelsituaties kunnen soms spontaan uitgroeien tot stoeipartijen, bij heimwee worden kinderen getroost, vooral jonge kinderen komen bij volwassenen spontaan uitrusten of knuffelen. Hierbij is normaal gesproken sprake van functionele intimiteit; er zijn echter situaties voorstelbaar dat het gaat om ongewenste intimiteit. Het verenigingsbeleid ten aanzien van misbruik moet bescherming bieden voor jeugdige deelnemers aan IVN-activiteiten. Dit beleid betreft dus in eerste instantie de werkgroep jeugd, bestaande uit team schoolgidsen en team jongeren (toekomst?) 4. Binnen de afdeling Apeldoorn gaat het om de volgende elementen: a. Het opstellen en invoeren van een gedragscode voor vrijwilligers die kinder- en jeugdactiviteiten begeleiden. b. Het vragen van een verklaring omtrent gedrag ( VOG ) 5. c. Het inventariseren van de risico s bij activiteiten met kinderen en jeugdigen met eventueel daaruit voortvloeiende actiepunten. 2 De vertrouwenspersoon van IVN-Apeldoorn is Cathrien Oskamp 3 Dit gebeurt door IVN-landelijk. 4 De mogelijkheid wordt opengehouden dit beleid ook door te trekken naar ouderen en geestelijk gehandicapten mochten dat relevante doelgroepen worden. 5 Het is gebruikelijk om van vrijwilligers die met kinderen en jeugdigen werken een VOG te vragen. Een VOG is geen garantie dat de betrokkene geen risico vormt, maar maakt de risico s wel kleiner. 2

Bijlagen: I. Omgangsregels IVN-Apeldoorn II. Gedragscode voor omgang met minderjarigen. III. Risico s met betrekking tot misbruik. 3

Bijlage I. Omgangsregels IVN-afdeling Apeldoorn 6 Notitie Ongewenste Omgangsvormen IVN-Apeldoorn (november 2015) 1. IVN-Apeldoorn staat voor goede omgangsvormen. Respect voor elkaar, gelijkwaardigheid, integriteit, eerlijkheid en veiligheid vormen hierbij centrale begrippen. Deze vormen de basis voor deze omgangsregels, zoals we die binnen IVN-Apeldoorn hanteren. 2. Onder ongewenst gedrag wordt verstaan: geweld, agressie, bedreiging, discriminatie, pesten, seksueel grensoverschrijdend gedrag en machtsmisbruik. Al deze vormen van ongewenst gedrag kunnen een fysieke, psychische of verbale uitingsvorm hebben. Ook ongewenste aandacht, discriminerende, seksistische of andere beledigende of krenkende opmerkingen of grappen mondeling of schriftelijk worden als ongewenst gedrag beschouwd. 3. Ongewenst gedrag wordt binnen IVN-Apeldoorn niet getolereerd. Dit geldt voor IVN-vrijwilligers en voor deelnemers aan IVN-activiteiten. Hierbij gelden dezelfde normen en waarden die binnen de Nederlandse samenleving als normaal worden beschouwd. Alle betrokkenen worden geacht elkaar met respect voor eigenwaarde te benaderen en te behandelen. 4. De IVN-vrijwilliger accepteert geen ongewenst gedrag van deelnemers of collega-vrijwilligers en neemt zelf geen initiatief tot ongewenst gedrag naar anderen. 5. Iedere IVN-vrijwilliger heeft het recht om deelnemers die zich schuldig maken aan ongewenst gedrag onmiddellijk uit te sluiten van verdere deelname aan de betreffende IVN-activiteit. 6. Het bestuur is gerechtigd om een IVN-vrijwilliger wegens ongewenst gedrag te royeren als lid. Zo kan het bestuur ook iemand die aan een IVN-activiteit deelneemt uitsluiten van verdere deelname, indien hij of zij zich schuldig maakt aan ongewenst gedrag tegenover IVN-vrijwilligers of andere deelnemers. 7. In geval van ongewenst gedrag, kan de IVN-vrijwilliger, of de deelnemer van een IVN-activiteit als slachtoffer (c.q. ouder/verzorger) of getuige daarvan melding maken bij een van de bestuursleden van IVN-Apeldoorn. 8. In ernstige gevallen wordt in overleg met het slachtoffer aangifte gedaan bij de politie. In overleg met het slachtoffer neemt het bestuur gepaste maatregelen. Dit kan in de vorm van een gesprek, waarschuwing, berisping, royement of ontzegging van toegang. Het slachtoffer en de melder worden geïnformeerd over de wijze waarop de melding of klacht is afgehandeld door het bestuur. 9. Het bestuur draagt er zorg voor dat IVN-vrijwilligers de inhoud van deze omgangsregels kennen. Ook zorgt het bestuur ervoor dat deelnemers aan IVN-activiteiten van deze regels kennis kunnen nemen. 10. Zo vaak als nodig, maar ten minste één keer in de drie jaar worden deze regels geëvalueerd door het bestuur en zo nodig bijgesteld. 6 Bron: Protocol IVN-afdeling Amsterdam 4

Bijlage II. Gedragscode voor omgang met minderjarigen. Notitie Ongewenste Omgangsvormen IVN-Apeldoorn (november 2015) Veel grenzen in het contact tussen vrijwilligers en jeugdige deelnemers zijn niet eenduidig. Het ene kind wil even op schoot zitten als het troost zoekt, het andere kind heeft behoefte aan een aai over de bol en weer een ander kind vindt het niet prettig om aangeraakt te worden. Hierover kunnen nooit exacte grenzen worden afgesproken die voor alle kinderen en in alle situaties gelden. Dat is maar goed ook, want voor veel kinderen is betrokkenheid en lichamelijk contact een voorwaarde om te groeien. Er is echter wel één heel duidelijke grens, namelijk dat seksuele contacten en handelingen tussen begeleiders en jeugdige deelnemers absoluut niet toelaatbaar zijn. Ook in het wetboek van strafrecht is iedere seksuele toenadering naar jeugdigen onder de 16 jaar strafbaar gesteld. Daarom hebben wij als afdeling voor de vrijwilligers die activiteiten voor kinderen en jeugdigen begeleiden onderstaande gedragscode opgesteld. Wanneer je bij ons als vrijwilliger jeugdactiviteiten begeleidt, vragen wij je deze gedragscode te ondertekenen. Hiermee verklaar je dat je de gedragscode kent en niet tegen de gedragscode in zult handelen. 1. De begeleider zorgt voor een omgeving en een sfeer waarbinnen ieder kind veilig en gerespecteerd voelt. 2. De begeleider onthoudt zich ervan kinderen te bejegenen op een wijze die hen in hun waardigheid aantast. 3. De begeleider dringt niet verder door in het privéleven van de deelnemers dan functioneel noodzakelijk is. De begeleider ontvangt geen kinderen thuis. 4. De begeleider onthoudt zich van elke vorm van seksueel gedrag ten opzichte van de deelnemers. Seksuele handelingen, contacten en relaties tussen begeleider en kinderen zijn onder geen beding geoorloofd. 5. De begeleider mag de kinderen niet op zodanige wijze aanraken, dat deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard ervaren kan worden. 6. De begeleider heeft de plicht de deelnemers naar vermogen te beschermen tegen vormen van ongelijkwaardige behandeling en seksueel gedrag en zal er actief op toezien dat de gedragscode door iedereen die bij de pupil is betrokken, wordt nageleefd. 7. Indien de begeleider gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze gedragscode en bij vermoedens van seksueel gedrag is men verplicht hiervan melding te maken bij de daarvoor door het bestuur aangewezen personen. 8. In gevallen waar de gedragscode niet voorziet, of bij twijfel over de toelaatbaarheid van bepaalde gedragingen is het de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest van de gedragscode te handelen en zo nodig daarover in contact te treden met de werkgroepcoördinator of de vertrouwenspersoon van de afdeling. Vrijwilliger Naam : Coördinator/bestuurslid Naam : Handtekening : Handtekening : Plaats : Datum : Overtreding van deze code leidt tot een tucht- of klachtenprocedure en kan disciplinaire maatregelen tot gevolg hebben. Wanneer een medewerker wordt verdacht van seksueel misbruik zal het bestuur politie/justitie inschakelen 5

Bijlage III Risico s met betrekking tot seksueel misbruik. In deze bijlage staan de belangrijkste risico s die zich kunnen voordoen bij de begeleiding van jeugdactiviteiten. Aan de hand hiervan kan nagegaan worden of alle risico s in kaart zijn gebracht en waar nodig maatregelen nemen. Mochten er indicaties zijn dat er ergens verhoogd risico bestaat, dan kan een meer gedetailleerde risico-inventarisatie worden uitgevoerd (zie checklists op hieronder genoemde website). 1. Welke kinderen zijn extra kwetsbaar? Bepaalde categorieën kinderen/minderjarigen kunnen extra kwetsbaar zijn voor seksueel misbruik: verwaarloosd, sociaal geïsoleerd of met problemen thuis. met een geschiedenis van misbruik, mishandeling, verwaarlozing of pesten. met een (verstandelijke) beperking of op andere wijze verminderd weerbaar. 2. Welke vrijwilligers kunnen een vergroot risico vormen? Sterke behoefte om controlerend/almachtig te zijn; neiging tot misbruik machtspositie. Gebruik van drank of drugs, of andere vormen van ongewenst gedrag. Weinig op hebben met beleid, richtlijnen, en afspraken. 3. Wat voor soort activiteiten of situaties leveren extra risico s? Lichamelijke contacten. Activiteiten waarbij begeleiders en deelnemers zich kunnen afzonderen. Plaatsen waar kinderen zich kunnen omkleden. Situaties die ruimte geven voor emoties. NB het gaat er niet om dat dit soort situaties niet mogen voorkomen, maar dat er aandacht is voor mogelijk verhoogde risico s die aandacht verdienen. Hoe verlaag je de risico s? Algemeen: Behandel alle kinderen hetzelfde (niet voortrekken of negeren) Stimuleer de zelfbeschikking en mondigheid van minderjarigen. Signaleer problemen met grensoverschrijdend gedrag direct wanneer die zich voordoen. Zorg voor scholing, afspraken en procedures. Zorg voor een getekende Gedragscode en een Verklaring Omtrent Gedrag. Activiteiten : Eén op één contact tussen minderjarigen en vrijwillige medewerkers wordt voorkomen. Er is (toe)zicht en begeleiding waar één op één relaties noodzakelijk zijn. Begeleiders hebben naast activiteitgerelateerde contacten geen privé-contacten met minderjarigen die zij begeleiden. Er zijn afspraken gemaakt over de begeleiding van jeugdactiviteiten of teams. Verdere informatie over risicoanalyse en preventie van seksueel misbruik is te vinden op de website In veilige handen : http://www.inveiligehanden.nl/. 6