RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 maart 2003 (OR. en) 6505/03 CRIMORG 11



Vergelijkbare documenten
WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het Europees justitieel netwerk

5135/02 CS/mm DG H NL

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

14899/09 HD/mm DG H 2 A

7079/17 gys/van/sv 1 DG D 1C

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 juli 2015 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 juli 1999 (07.09) (OR. en) 10456/99 LIMITE DROIPEN 5

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

9116/19 JVB/jvc/srl JAI.2

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2015 (OR. en)

5307/10 VP/mm DG H 2 B

8620/01 AL/td DG H I NL

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 februari 2010 (OR. en) 5306/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0189 (NLE) JAI 35 COPEN 7

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 januari 2006 (28.02) (OR. en) 5467/06 LIMITE ENFOCUSTOM 8 ENFOPOL 8 CRIMORG 9 CORDROGUE 4

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271

(Voor de EER relevante tekst)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 oktober 2004 (07.10) 12561/04 LIMITE EUROJUST 78

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 november 2003 (OR. en) 13915/03 ENFOPOL 92 COMIX 642

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 januari 2008 (20.01) (OR. en) 5039/08 COPEN 3 EUROJUST 3 EJN 3

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 november 2004 (29.11) (OR. en) 14504/1/04 REV 1 LIMITE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

9114/19 JVB/jvc/srl JAI.2

PUBLIC LIMITE NL RAAD VAN DE DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 april 2007 (24.04) (OR. fr) 8353/07 LIMITE ENFOPOL 64

GSC.TFUK. Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) XT 21106/18. Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (NLE) BXT 125

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 januari 2004 (OR. en) 15813/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0817 (CNS) CIREFI 60 FRONT 178 COMIX 749

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN KADERBESLUIT VAN DE RAAD over de accreditatie van activiteiten van gerechtelijke laboratoria

(Voorbereidende besluiten krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT 2004/0045 (COD) PE-CONS 3601/05 ENV 16 CODEC 22 OC 5

(2002/C 42/07) Gelet op de Overeenkomst tot oprichting van een Europese Politiedienst ( 1 ), inzonderheid op artikel 43, lid 1,

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 mei 2005 (OR. en) 7846/05 SIRIS 29 SCHENGEN 5 COMIX 216 OC 204

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 mei 2010 (OR. en) 9925/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0006 (NLE) SIRIS 83 SCHENGEN 42 COMIX 372

(Voor de EER relevante tekst)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

TREE.1 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0030 (COD) PE-CONS 55/19

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

(Voor de EER relevante tekst)

Speech van minister Van der Steur, minister van Veiligheid en Justitie op de EU-dag tegen straffeloosheid op 23 mei 2016

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN DE COMMISSIE

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 april 2015 (OR. en)

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

geraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000),

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)

bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 177 E van 27/06/2000

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 maart 2003 (31.03) (OR. en, it ) 7814/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0270 (CNS) LIMITE DROIPEN 21

1. Punt 43: Samenwerking in het kader van een gezamenlijk team waarbij functionarissen van Europol betrokken zijn

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Unie L 277/23

Brussel, 29 juni 2001 (OR. en) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN REPUBLIEK TSJECHIË UE-CZ 1710/01

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

1. De Horizontale Groep drugs heeft het bovengenoemde voorstel op 5 september 2007 besproken.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 juli 2009 (OR. en) 11944/09 EUROPOL 48

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Luxemburg, 12 juni 2006 (OR. en) 9062/2/06 REV 2 (nl) Interinstitutioneel dossier: 2004/0168 (COD)

III BESLUITEN OP GROND VAN TITEL VI VAN HET EU-VERDRAG

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

6074/15 pro/adw/mt 1 DG B 3A

Voor de delegaties gaat hierbij de ontwerp-verordening zoals deze er na de vergadering van de Groep visa van 20 februari 2003 uitziet.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 april 2002 (02.05) (OR. en) 8318/02 LIMITE PROCIV 16 FSTR 3

Raad van de Europese Unie Brussel, 15 april 2015 (OR. en)

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

13585/17 WST/sht/bb DGD 2

LIFE.1.C EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500

11212/17 CS/sht DGD 2. Raad van de Europese Unie Brussel, 20 juli 2017 (OR. en) 11212/17. Interinstitutioneel dossier: 2017/0152 (NLE)

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

Voor de delegaties gaan in bijlage dezes de ontwerp-conclusies van de Raad, waarover een akkoord is bereikt in de Groep sociale vraagstukken.

Raad van de Europese Unie Brussel, 27 oktober 2014 (OR. en)

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 november 2003 (07.11) (OR. it) 14286/03 LIMITE VISA 180 COMIX 662

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

4. Het voorzitterschap verzoekt de Raad de ontwerp-conclusies in de bijlage aan te nemen

PUBLIC. Brussel, 8 oktober 2009 (08.10) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 14149/09 LIMITE ENV 649 ENT 183

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 16 juni 2009 (24.06) (OR. en) 10964/09 JAI 391 E FOPOL 170

6986/01 CS/vj DG H I NL

Brussel, 29 juli 2002 (OR. en) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN BULGARIJE UE-BG 1909/02

6850/08 AL/mg DG C I

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006

Raad van de Europese Unie Brussel, 30 juni 2015 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2002 (OR. en) 8694/02 UD 31

RAAD INFORMATIE AFKOMSTIG VAN DE INSTELLINGEN EN ORGANEN VAN DE EUROPESE UNIE. C 303/12 Publicatieblad van de Europese Unie

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

Publicatieblad van de Europese Unie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 februari 2003 (10.03) (OR. en) 6927/03 CRIMORG 16

13581/17 WST/sht/bb DGD 2

Brussel, 9 december 2010 (OR. fr) ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO UE-MA 2706/10

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 november 2007 (OR. en) 12012/1/07 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2007/0080 (CNS)

Transcriptie:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 maart 2003 (OR. en) 6505/03 CRIMORG 11 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Initiatief van het Koninkrijk Denemarken met het oog op de aanneming van een besluit van de Raad inzake opsporing en vervolging van genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven 6505/03 HD/mm

BESLUIT VAN DE RAAD van /JBZ inzake opsporing en vervolging van genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie en met name op de artikelen 30 en 31 en artikel 34, lid 2, onder c), Gezien het initiatief van het Koninkrijk Denemarken, Gezien het advies van het Europees Parlement, 6505/03 HD/mm 1

Overwegende hetgeen volgt: (1) De internationale strafrechtelijke tribunalen voor het voormalige Joegoslavië en voor Rwanda onderzoeken, vervolgen en berechten sinds 1995 schendingen van het internationale recht terzake van oorlog, genocide en misdrijven tegen de menselijkheid. (2) Het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof van 17 juli 1998 - dat door alle lidstaten van de Europese Unie is bekrachtigd - bevestigt dat de ernstigste misdrijven die de gehele internationale gemeenschap met zorg vervullen, in het bijzonder genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven, niet onbestraft mogen blijven en dat een doeltreffende vervolging daarvan verzekerd dient te worden door het treffen van maatregelen op nationaal niveau en door het versterken van de internationale samenwerking. (3) Het Statuut van Rome brengt in herinnering dat het de plicht is van elke staat om zijn rechtsmacht in strafzaken uit te oefenen over degenen die verantwoordelijk zijn voor dergelijke internationale misdrijven. (4) Het Statuut van Rome benadrukt dat het krachtens dat statuut opgerichte Internationaal Strafhof complementair zal zijn aan de nationale jurisdicties in strafzaken. Doeltreffend onderzoek, en waar zulks passend is, doeltreffende vervolging van genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven zouden moeten worden gewaarborgd, zonder dat de rechtsmacht van het Internationaal Strafhof wordt doorkruist. 6505/03 HD/mm 2

(5) De opsporing en vervolging en de uitwisseling van informatie terzake van genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven moeten de verantwoordelijkheid van de nationale autoriteiten blijven, behoudens het internationale recht. (6) De lidstaten worden regelmatig geconfronteerd met personen die betrokken zijn geweest bij dit soort misdrijven en trachten de Europese Unie binnen te komen om aldaar te verblijven. (7) De bevoegde autoriteiten van de lidstaten zorgen ervoor dat, wanneer hen ter kennis komt dat de aanvrager van een verblijfsvergunning ervan verdacht wordt zich schuldig te hebben gemaakt of deel te hebben genomen aan genocide, misdrijven tegen de menselijkheid of oorlogsmisdrijven, overeenkomstig het nationale recht naar de betrokken handelingen een onderzoek kan worden ingesteld en dat die handelingen, indien daarvoor redenen aanwezig zijn, kunnen worden vervolgd. (8) De nationale autoriteiten op het gebied van wetshandhaving en vreemdelingenzaken moeten, ondanks het feit dat zij verschillende taken en verantwoordelijkheden hebben, zeer nauw samenwerken met het oog op een effectieve opsporing en vervolging van dit soort misdrijven door de bevoegde autoriteiten die de jurisdictie op nationaal niveau hebben. 6505/03 HD/mm 3

(9) De lidstaten zorgen ervoor dat de autoriteiten op het gebied van wetshandhaving en vreemdelingenzaken beschikken over de nodige middelen en structuren om effectief te kunnen samenwerken en om genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden doeltreffend te kunnen onderzoeken en, in voorkomend geval, te vervolgen. (10) Het succes van een effectieve opsporing en vervolging van dit soort misdrijven veronderstelt voorts dat de betrokken autoriteiten van de staten die partij zijn bij het Statuut van Rome, met inbegrip van de lidstaten, op transnationaal niveau nauw samenwerken. (11) De Raad heeft op 13 juni 2002 Besluit 2002/494/JBZ vastgesteld tot instelling van een Europees netwerk van aanspreekpunten inzake personen die verantwoordelijk zijn voor genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven 1. De lidstaten moeten ervoor zorgen dat de aanspreekpunten ten volle worden benut, teneinde de samenwerking tussen de bevoegde internationale autoriteiten te vergemakkelijken. (12) De lidstaten hebben in Gemeenschappelijk Standpunt 2001/443/GBVB van de Raad van 11 juni 2001 betreffende het Internationaal Strafhof 2 verklaard dat de misdrijven waarover dat hof rechtsmacht heeft een bron van zorg zijn voor alle lidstaten, die vastbesloten zijn samen te werken om die misdrijven te voorkomen en een eind te maken aan de straffeloosheid van de daders, BESLUIT: 1 2 PB L 167 van 26.6.2002, blz. 1. PB L 155 van 12.6.2001, blz. 19. 6505/03 HD/mm 4

Artikel 1 Doel Dit besluit heeft ten doel de samenwerking tussen de nationale eenheden te vergroten, teneinde het vermogen van de wetshandhavingsautoriteiten van de verschillende lidstaten om effectief samen te werken op het gebied van opsporing en vervolging van personen die zich schuldig hebben gemaakt of hebben deelgenomen aan genocide, misdrijven tegen de menselijkheid of oorlogsmisdrijven, als gedefinieerd in de artikelen 6, 7 en 8 van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof van 17 juli 1998 te optimaliseren. Artikel 2 Informatie van de wetshandhavingsautoriteiten 1. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de wetshandhavingsautoriteiten in kennis worden gesteld van feiten die het vermoeden doen rijzen dat een aanvrager van een verblijfsvergunning zich schuldig heeft gemaakt aan in artikel 1 bedoelde misdrijven die door de lidstaten of door internationale strafrechtelijke tribunalen kunnen worden vervolgd. 2. De lidstaten nemen de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de nationale autoriteiten op het gebied van wetshandhaving en vreemdelingenzaken de gegevens kunnen uitwisselen die zij nodig hebben om hun taken effectief te kunnen uitvoeren. 6505/03 HD/mm 5

Artikel 3 Opsporing en vervolging 1. De lidstaten verlenen elkaar bijstand bij het onderzoek en de vervolging van de in artikel 1 bedoelde misdrijven overeenkomstig de betreffende internationale overeenkomsten en het nationale recht. 2. Wanneer de autoriteiten op het gebied van vreemdelingenzaken bij de behandeling van een aanvraag voor een verblijfsvergunning stuiten op feiten die het vermoeden doen rijzen dat de aanvrager heeft deelgenomen aan in artikel 1 bedoelde misdrijven, en wanneer wordt geconstateerd dat de aanvrager in een andere lidstaat reeds eerder een verblijfsvergunning heeft aangevraagd, kunnen de wetshandhavingsautoriteiten zich tot de bevoegde wetshandhavingsautoriteiten van de andere lidstaat wenden teneinde de nodige gegevens in te winnen, met inbegrip van gegevens die afkomstig zijn van de autoriteiten op het gebied van vreemdelingenzaken. 3. Wanneer de wetshandhavingsautoriteiten van een lidstaat ter kennis komt dat een persoon die van in artikel 1 bedoelde misdrijven wordt verdacht, zich in een andere lidstaat bevindt, stellen zij de bevoegde autoriteiten van die lidstaat in kennis van hun verdenkingen en de redenen daarvoor. De kennisgeving geschiedt met inachtneming van de toepasselijke internationale overeenkomsten en het nationale recht. Artikel 4 Structuur De lidstaten gaan na of er behoefte is aan de oprichting of aanwijzing binnen de bevoegde wetshandhavingsinstanties van gespecialiseerde eenheden die specifiek met het onderzoek, en in voorkomend geval met de vervolging worden belast. 6505/03 HD/mm 6

Artikel 5 Coördinatie en regelmatige vergaderingen 1. De lidstaten coördineren hun optreden met het oog op de opsporing en vervolging van personen die ervan worden verdacht zich schuldig te hebben gemaakt of te hebben deelgenomen aan genocide, misdrijven tegen de menselijkheid of oorlogsmisdrijven. 2. Op initiatief van het voorzitterschap komen de aanspreekpunten die zijn aangewezen overeenkomstig artikel 1 van Besluit 2002/494/JBZ op gezette tijden bijeen, teneinde gegevens over ervaringen, praktijken en methoden uit te wisselen. Deze vergaderingen kunnen plaatsvinden in de context van de vergaderingen van het Europees justitieel netwerk, en afhankelijk van de omstandigheden kunnen ook vertegenwoordigers van de internationale strafrechtelijke tribunalen voor het voormalige Joegoslavië en voor Rwanda, het Internationaal Strafhof en andere internationale organen voor deze vergaderingen worden uitgenodigd. Artikel 6 Naleving van de wetgeving inzake gegevensbescherming Elke vorm van uitwisseling van informatie of elke andere vorm van verwerking van persoonsgegevens uit hoofde van dit besluit vindt plaats met volledige naleving van de eisen die voortvloeien uit de toepasselijke internationale en nationale wetgeving inzake gegevensbescherming. 6505/03 HD/mm 7

Artikel 7 Uitvoering De lidstaten nemen de nodige maatregelen om uiterlijk [...] * uitvoering te geven aan dit besluit. Artikel 8 Territoriaal toepassingsgebied Dit besluit is van toepassing op Gibraltar. Artikel 9 Vankrachtwording Dit besluit wordt van kracht op de dag van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie. Gedaan te Voor de Raad De voorzitter * Twee jaar na de datum van aanneming van het besluit. 6505/03 HD/mm 8