Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 12 december 2018

Vergelijkbare documenten
Partijen : Stichting <naam zorgaanbieder>, vertegenwoordigd door mevrouw A (directeur bestuurder), verder ook te noemen zorgaanbieder of verzoeker

Reglement klachten cliënten Antes via klachtenfunctionaris

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 25 januari 2016

KLACHTENREGELING STICHTING PAROUSIE

MODEL KLACHTEN- EN GESCHILLENREGLEMENT

1. Het doel van dit reglement is een praktische uitwerking te geven van de bepalingen van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg.

Inhoud KLACHTENREGELING IZER, JANUARI

Klachtenregeling Wlz en Wmo

Klachtenregeling GGMD

Datum Januari 2017 Versie 2.0 Pagina s 10 (inclusief voorpagina) Klachtenregeling

Klachtenprotocol Kinderopvang De 5

Klachtenreglement. Datum vaststelling: 22 november 2016 Datum inwerkingtreding: 1 januari 2017

Klachtreglement Wkkgz

Protocol klachtencommissie Autimaat B.V.

Klachtenregeling Cliënten

MoleMann Mental Health. Klachtenregeling 2017

Klachtenregeling Jeugdwet

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Zorgaanbieder en zorgverlener kunnen éénzelfde persoon zijn.

Klachtenregeling oktober 2018

P 8011 Klachtenregeling Huisartsen Gelderse Vallei

Klachtenreglement FortaGroep

Klachtenreglement MediSofa

Klachtenregeling. Inhoudsopgave

KLACHTENREGELING. de cliënt een vertegenwoordiger van een cliënt nabestaande(n) van een overleden cliënt. b Klacht een klacht kan zijn:

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 17 maart 2015

Doel Beoogd wordt met behulp van deze klachtregeling de volgende doelstellingen na te streven:

Klachtenregeling n.a.v. ingang WKKGZ (Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen Zorg) per

KLACHTENREGELING MEANDER MEDISCH CENTRUM

Versie Klachtenregeling Zeeuwse Gronden

Partijen : <Zorgaanbieder>, vertegenwoordigd door <naam> bestuurder en <naam>, manager van de locatie <locatienaam 1>

Klachtenregeling Zorggroep Charim

Klachtenregeling Stichting De Rozelaar

Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (voor podologie en podoposturaal therapie) STICHTING LOOP

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 2 november 2011

Intern klachtenreglement cliënt Inhoud

Klachtenreglement Peperkamp coaching training

Klachtenregeling Daelzicht. Behandeling van klachten Jeugdhulp in het kader van de Jeugdwet

Regeling Klachten Cliënten Thuiszorg West-Brabant

KLACHTENREGELING VOOR (VERTEGENWOORDIGERS VAN) CLIËNTEN VAN LEDEN VAN SAMENWERKENDE PROFESSIONELE ORGANISATIES THUIS- EN WOONZORG [SPOT]

2. Cliënt Een natuurlijk persoon aan wie Buurtzorg Nederland maatschappelijke ondersteuning of gezondheidszorg verleent of heeft verleend.

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Klachtenregeling leden Bo Geboortezorg. Hoe geeft u klachtenafhandeling vorm in uw organisatie

Klachtenregeling. Melius Zorg Terwestenpad BD, Den Haag

Protocol. Klachtencommissie. Autimaat B.V.

b. raad van bestuur : de raad van bestuur van de zorgaanbieder; c. klachtencommissie : de commissie zoals bedoeld in artikel 5 van deze regeling;

Klachtenregeling Daelzicht

Klachtenregeling Wkkgz

In het kort de taken en werkwijze van de cliëntenraad. In de statuten staan deze uitgebreid beschreven.

KLACHTENREGELING. Klachtenregeling huisartspraktijk van Breugel te Zevenhuizen (versie ) 1. De Wielewaal XZ Zevenhuizen

Klachtenreglement Vitaalpunt. december PR P0040 Klachtenreglement Vitaalpunt versie

Memo. De Wkkgz nader toegelicht. Voor wie is de Wkkgz? 1 LSR

KLACHTENREGELING DOKTER BOSMAN EN AUTISME KENNIS CENTRUM

Klachtenreglement Invivo Clinics

Klachtenreglement voor cliënten

KLACHTENREGELING DE VIJVERHOF JANUARI Klachtenregeling De Vijverhof, januari

Regeling klachtenopvang cliënten Bernhoven

Klachtenregeling Wet Klachten, kwaliteit, geschillen zorg

Klachtenregeling Esens GGz. Klachtenregeling Esens GGz

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Klachtenregeling De MARQ

Klachtenregelement Senas-zorg

Landelijke geschillencommissie LPR - GGZ Nederland

Klachtenreglement cliënten zorgboerderijen

Klachtenreglement GGZ NHN Voor klachten van cliënten, familieleden en wettelijk vertegenwoordigers. Inleiding

Klachtenregeling cliënten De Hoven

Klachtenregeling ZorgMies Nederland

INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 2 2 WAT SCHRIJFT DE WET VOOR 3 3 DEFINITIES 4 4 PROCEDURE VOOR BEHANDELING 5 5 GESCHILLENINSTANTIE 6

Klachtenregeling Regionale Ambulancevoorziening Zuid-Holland Zuid

Klachtenreglement voor cliënten en naastbetrokkenen van Verslavingszorg Noord Nederland

Klachtenregeling KwadrantGroep. Ingangsdatum: 1 januari 2019

Klachtenregeling Wkkgz. GGz Breburg

Inleiding/Waarom een klachtenregeling/doel van de klachtenregeling.

Klachtenregeling Stichting JY

Klachtenregeling voor cliënten van Zorggroep Sint Maarten

Gemeenschappelijke regeling Publieke gezondheid & zorg Groningen: Klachtenregeling GGD Groningen

De Wkkgz stelt drie globale eisen waaraan de klachtenprocedure moet voldoen:

1. Klachtenafhandeling: veilig, open en duidelijk voor patiënten

Wkkgz: de feiten Nieuwegein, 26 mei 2016

Klachten regeling. Opgemaakt:

KLACHTENREGLEMENT LIONARONS GGZ

1. Inleiding 1 2. Definities 2 3. Procedure voor behandeling 3 4. Geschilleninstantie 5 5. Algemene bepalingen 5

Klachtenreglement deelnemers zorgboerderij BoeteGeweun

de klager: de patiënt die zijn onvrede kenbaar wil maken;

Klachtenreglement Arja Thuiszorg Inhoudsopgave. 1. Inleiding 2. Definities 3. Procedure voor behandeling 4. Geschilleninstantie 5. Algemene bepalingen

Klachtenreglement Zorgmed

Bij wie kan een opdrachtgever/cliënt terecht als hij ontevreden is?

Klachtenregeling Virenze

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden. Uitspraaknr. : Datum : 17 september 2015

Transcriptie:

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 18-005 Datum : 12 december 2018 Partijen : Stichting <naam zorgaanbieder> vertegenwoordigd door <naam> (voorzitter Raad van Bestuur), <naam> (juriste) en <naam> (bestuurssecretaris) en de Centrale Cliëntenraad (verder: de CCR) van <naam zorgaanbieder>, vertegenwoordigd door <naam> (voorzitter), <naam> (ambtelijk secretaris) en de leden bijgestaan door mevrouw E. Koekkoek (LSR). Het geschil De CCR heeft een negatief verzwaard advies uitgebracht over de voorgenomen aanstelling van een bepaalde medewerker als functionaris voor de behandeling van klachten van cliënten op grond van de Wet Kwaliteit, Klachten en Geschillen Zorg (Wkkgz). De medewerker is een herplaatsingskandidaat die eerder managementassistent was en die sinds vele jaren lid was en is van de Ondernemingsraad (OR). De zorgaanbieder verzoekt de LCvV vast te stellen of hij kan afwijken van dit advies en in redelijkheid kan besluiten de beoogde persoon toch in vaste dienst aan te stellen.

Verloop van de procedure Het verzoekschrift met bijlagen van de zorgaanbieder is gedateerd 13 september 2018, en is ontvangen door de commissie op 19 september 2018 en op 20 september 2018 ontvankelijk verklaard. De CCR heeft een verweerschrift ingediend op 17 oktober 2018. Partijen hebben afschrift van elkaars stukken ontvangen. Op 12 november 2018 heeft een hoorzitting plaatsgevonden. Ter zitting is door de CCR een pleitnotitie voorgelezen die aan het procesdossier is toegevoegd. Bevoegdheid en ontvankelijkheid Op grond van art. 10 lid 1 sub b van de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorgsector en art. 2 lid 1 van het reglement van de LCvV acht de commissie het verzoek ontvankelijk en de commissie bevoegd een uitspraak over het geschil te doen. Standpunten van de zorgaanbieder De zorgaanbieder heeft in het verzoekschrift en ter zitting, zakelijk en verkort weergegeven, het volgende naar voren gebracht. De medewerker om wie het gaat, bekleedt de functie Wkkgz klachtenfunctionaris (hierna: klachtenfunctionaris) momenteel al geruime tijd op basis van een tijdelijke benoeming. Dit verloopt naar wederzijdse tevredenheid zodat zorgaanbieder nu tot vaste aanstelling wil overgaan. Tegen de tijdelijke aanstelling van deze persoon had de CCR geen bezwaar. Het betrof een kandidaat die door reorganisatie boventallig geworden was en die nu herplaatst kon worden. Hij verving de eerder aangestelde extern geworven klachtenfunctionaris die wegens ziekte was uitgevallen. Als er een interne kandidaat is die geschikt is voor een functie, dan wordt er op grond van het huidig personeelsbeleid niet extern geworven. Voor de continuïteit zou het ook goed zijn als deze medewerker de functie kan blijven uitoefenen. Er zijn op deze functie in korte tijd veel wisselingen geweest, zodat continuïteit steeds belangrijker is geworden. Vanwege het negatief verzwaard advies van de CCR heeft deze persoon nu eerst weer een tijdelijke verlenging gekregen. 2

Om aan de bezwaren van de CCR met betrekking tot onverenigbare functies tegemoet te komen, is de klachtenfunctionaris inmiddels al gestopt als voorzitter van de OR. Het lidmaatschap van de OR wil hij echter wel blijven uitoefenen. De zorgaanbieder kan zijn werknemers niet verbieden om lid van de OR te zijn; de wet verhindert dat. De zorgaanbieder acht het lidmaatschap van de OR bovendien niet per se onverenigbaar met de functie klachtenfunctionaris. Een extern geworven klachtfunctionaris, waaraan de CCR de voorkeur zou geven, zou ook na verloop van tijd kunnen besluiten om lid van de OR te worden. Als er in een voorkomend geval sprake zou zijn van conflicterende belangen of de schijn daarvan, dan kunnen daar afspraken over gemaakt worden en kan er een passende oplossing voor worden gezocht, bijvoorbeeld door de betreffende klacht door een andere persoon te laten afhandelen. Tot op heden zijn de zorgaanbieder geen gevallen van conflicterende belangen bekend. Gezien de aantallen klachten die afgelopen periode zijn ingediend, bestaat bepaald ook niet de indruk dat cliënten zich niet tot de persoon in kwestie zouden willen of durven te wenden. De klachtenfunctionaris moet in staat worden geacht om de diverse belangen te kunnen onderscheiden, het moet een verbinder zijn, en er zijn diverse checks en balances in de organisatie rondom beide functies/rollen ingebouwd. Volgens de zorgaanbieder zullen de belangen van de OR en de klachtenfunctionaris vaak ook samenvallen; beiden streven immers goede en veilige zorgverlening na. Als de medewerker diens OR- en Wkkgz taken/rollen niet zou kunnen scheiden, dan doet hij zijn werk niet goed. De klachtenfunctionaris heeft een bemiddelende rol en is niet degene die een oordeel over de klacht geeft. Dat doet de zorgaanbieder en als de cliënt het met dat oordeel niet mee eens is, dan kan hij zich nog tot de landelijke geschillencommissie wenden. Voor onafhankelijke bijstand en ondersteuning is er in de geestelijke gezondheidszorg de patiëntenvertrouwenspersoon. De zorgaanbieder stelt zich op het standpunt dat de Wkkgz klachtenregeling van <naam zorgaanbieder> niet aan deze aanstelling in de weg staat; het lidmaatschap van de OR is een rol en geen functie zoals genoemd is in artikel 17.3 van die regeling. 3

Standpunten van de CCR De CCR heeft in het verweerschrift en ter zitting, zakelijk en verkort weergegeven, het volgende naar voren gebracht. De CCR stelt dat de klachtenfunctionaris een voor de cliënten zeer belangrijke functie bekleedt. De cliënten moeten er op kunnen en durven vertrouwen dat deze functionaris objectief, onafhankelijk en niet vooringenomen is. Dat is ook de reden dat artikel 17.3 in de Wkkgzklachtenregeling is opgenomen. Dat er in de GGZ een patiëntenvertrouwenspersoon (pvp) actief is, doet er niet aan af dat de Wkkgz functionaris een eigenstandige taak heeft en zich daarbij onafhankelijk moet inzetten en niet tevens een uitvoerende, ondersteunende, adviserende, leidinggevende of bestuurlijke functie kan bekleden. Voor een lid van de OR, ongeacht of dit de voorzitter of een gewoon lid van die raad is, is het de kerntaak om medewerkersbelangen te behartigen. De persoon die de zorgaanbieder nu als klachtenfunctionaris in vaste dienst wil aanstellen, is al jarenlang hét gezicht van de OR van <naam zorgaanbieder> en hij is per maart jongstleden met grote meerderheid in de OR herkozen. Voordat hij als klachtenfunctionaris aan de slag ging, was hij jarenlang assistent-manager. Het ligt voor de hand dat dit gegeven sommige cliënten er van zal weerhouden om zich met een klacht tot deze persoon te wenden. Het in voorkomende gevallen een alternatieve oplossing zoeken zoals de zorgaanbieder voorstelt, zal geen soelaas bieden; deze functionaris heeft voortdurend de schijn van partijdigheid tegen. Een lid van de CCR geeft aan al eens te hebben afgezien van het indienen van een klacht om deze reden. Dat de CCR zich niet tegen de tijdelijke aanstelling van deze persoon heeft verzet, had er mee te maken dat er door uitval van eerdere klachtenfunctionarissen een achterstand was die dringend weggewerkt moest worden. De CCR heeft bij de zorgaanbieder steeds benadrukt akkoord te gaan met een tijdelijke oplossing ter overbrugging. 4

Als voorbeeld van een situatie waarin de combinatie klachtenfunctionaris en OR-lid een belangenconflict oplevert, wordt genoemd een recente klacht over een afdeling waar tijdens een incident alle medewerkers lopen op het incident. Een cliënt heeft geklaagd dat hij zich in die situatie in de steek gelaten en onveilig voelde. De medewerkers van die afdeling geven bij de OR aan dat zij het voor hun veiligheid belangrijk vinden wel allen gezamenlijk op incidenten te lopen. En zo zijn er meer voorbeelden waarin medewerkers vanuit veiligheidsargumenten voorstander zijn van het treffen van bepaalde maatregelen die de vrijheden of rechten van cliënten beperken, waar de cliënten dan moeite mee hebben of tegen zijn en de belangen tegenstrijdig zijn of minst genomen nogal uiteenlopen. Wkkgz klachten zijn veelal gericht tegen zorgmedewerkers en/of gaan over een werkwijze van medewerker(s). Zoals een cliënt zich vrij moet voelen om zich tot de klachtenfunctionaris te wenden, moeten ook de medewerkers zich vrij voelen om zich tot de OR te wenden om daar steun en gehoor te kunnen vinden. Dat de zorgaanbieder formeel een medewerker niet kan verbieden om OR lid te worden is de CCR bekend. Een verbod op OR lidmaatschap is ook niet wat de CCR met het advies beoogt. Van iedere medewerker die lid wil worden van de OR mag verwacht worden dat deze zelf nadenkt over de verenigbaarheid van dat lidmaatschap met diens reguliere werkzaamheden voor de organisatie. Dat de huidige klachtenfunctionaris geen probleem voorziet, vindt de CCR dan ook een teken aan de wand. Overwegingen en conclusies van de LCvV Op grond van artikel 3 lid 1 sub k jo. art. 4 lid 2 van de Wmcz is op het voorgenomen besluit tot aanstelling of benoeming van een (bepaalde persoon als) klachtenfunctionaris, verzwaard adviesrecht van toepassing. Daarover zijn partijen het eens. Voor zover een zorgaanbieder en diens cliëntenraad niet op voorhand zijn overeengekomen dat dit adviesrecht zich ook kan uitstrekken over de te volgen procedure voor de werving en selectie, staat het een cliëntenraad vrij om daarover op grond van art. 3 lid 3 Wmcz ongevraagd advies uit te brengen. De LCvV zal zich te dezen beperken tot het doen van een uitspraak over hetgeen de zorgaanbieder ter beoordeling heeft voorgelegd, te weten het voorgenomen besluit tot vaste aanstelling van een 5

bepaalde persoon als klachtenfunctionaris voor <naam zorgaanbieder>. Daartoe is ook te dezen het verzwaard adviesrecht van de CCR beperkt, nu niet gebleken is dat verderstrekkende bovenwettelijke bevoegdheden zijn toegekend. De commissie overweegt dat onafhankelijkheid van een klachtenfunctionaris in de zin van de Wkkgz een belangrijk onderwerp is in deze wet aangezien uit evaluaties 1 van de voorafgaande klachtwet, de Wkcz, naar voren was gekomen dat veel cliënten die gebruik hadden gemaakt van het toenmalige klachtrecht, de onafhankelijkheid/onpartijdigheid van Wkcz klachtencommissies in twijfel trokken. Art. 15 Wkkgz luidt: - lid 1: De zorgaanbieder wijst een of meer daartoe geschikt te achten personen aan die een klager op diens verzoek gratis van advies dienen met betrekking tot de indiening van een klacht en bijstaan bij het formuleren van de klacht en het onderzoeken van de mogelijkheden om tot een oplossing voor de klacht te komen. - lid 2: De zorgaanbieder waarborgt dat een aangewezen persoon als bedoeld in het eerste lid, indien deze in dienst is van de zorgaanbieder, zijn functie onafhankelijk kan uitvoeren en benadeelt hem niet wegens de wijze waarop hij zijn functie uitoefent. Art. 7.1. Uitvoeringsbesluit Wkkgz luidt: De klachtenregeling van een zorgaanbieder waarborgt dat een persoon als bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de wet: a. niet is betrokken bij de aangelegenheid waarop de klacht betrekking heeft; b. zich bij het verrichten van zijn werkzaamheden richt op het bereiken van een zo bevredigend mogelijke oplossing voor de klacht; c. de vrijheid heeft zijn werkzaamheden te verrichten overeenkomstig de wet, de voor hem geldende beroepsnormen en taakomschrijving en zonder inmenging door de zorgaanbieder. 1 Friele e.a., evaluatie Wkcz, 1999 en 2004, NIVEL in opdracht van ZON 6

Uit de toelichting op de Wkkgz en het Uitvoeringsbesluit Wkkgz 2 is nader af te leiden wat de wetgever met voorgaande bepalingen heeft beoogd, namelijk dat een klachtenfunctionaris voor cliënten goed bereikbaar en voldoende aanspreekbaar is, de cliënt ondersteunt en zich zal richten naar de behoeften van de cliënt. De cliënt dient met andere woorden geen drempels te ervaren om met de klachtenfunctionaris in contact te treden. Terzake van de voor de klachtenfunctionaris geldende beroepsnormen, waar in art. 7.1 sub c van het Uitvoeringsbesluit naar wordt verwezen, heeft de LCvV publicaties van de vereniging voor klachtfunctionarissen, de VKIG, geraadpleegd. Deze heeft onder meer een beroepsprofiel en bouwstenen voor de functieomschrijving opgesteld. In het bouwstenendocument van de VKIG wordt ingegaan op nevenfuncties. Hierbij wordt opgemerkt dat het uitoefenen van de functie van klachtenfunctionaris in combinatie met een andere functie bij de zorgaanbieder niet de voorkeur heeft. Nevenfuncties waarin intensief, collegiaal wordt samengewerkt met zorgverleners of met cliënten en hun vertegenwoordigers en het zijn van lid, adviseur of ambtelijk secretaris van een instantie die klachten over de zorgaanbieder beoordeelt, worden volgens VKIG onverenigbaar geacht. De LCvV overweegt dat een OR weliswaar geen klachten over de zorgaanbieder beoordeelt maar wel het gremium is waar knelpunten of onvrede vanuit werknemerscollectief worden aangekaart. De zorgaanbieder stelt terecht dat alle personen die in een onderneming werkzaam zijn (behalve degenen die de onderneming besturen) zich voor de OR kandidaat kunnen stellen. In de literatuur over de Wet op de ondernemingsraden wordt evenwel opgemerkt dat er posities in een onderneming zijn waarvan het onverstandig te achten is deze met een OR-kandidatuur te combineren omdat dit voorzienbaar zal leiden tot conflicterende belangen. Vooral functies waarin men de beschikking heeft over meer dan gemiddelde (bedrijfs)informatie worden als niet goed verenigbaar met OR lidmaatschap beschouwd. Het is in die gevallen, zoals ook de CCR heeft opgemerkt, niet aan de werkgever om daar in te treden maar aan de medewerker of de betreffende OR zelf om daarbij stil te staan en conclusies aan te verbinden. 2 O.a. Kamerstukken 2012/13, 32402, nr. 12, p. 26 e.v. 7

De LCvV overweegt dat de zorgaanbieder het voorgenomen besluit heeft gebaseerd op (I) het gedurende de tijdelijke benoeming naar tevredenheid functioneren van de klachtenfunctionaris, (II) dat er in geval van herplaatsbare boventallige medewerkers niet extern geworven wordt en (III) het belang van continuïteit in de klachtafhandeling. Niet of nauwelijks is gebleken is dat de zorgaanbieder heeft stilgestaan bij de vraag of een gezichtsbepalend OR-lid door cliënten beschouwd zal (kunnen) worden als onafhankelijk en onpartijdig. Het vraagstuk van de (on)verenigbaarheid van functies/rollen is pas aan bod gekomen nadat de CCR daar in zijn advies over begon. De LCvV heeft niet de indruk gekregen dat de zorgaanbieder dit argument op waarde heeft geschat. Ook ziet de LCvV niet op voorhand in dat de door de zorgaanbieder aangedragen argumenten van personeelsbeleid en continuïteit van zwaarder soortelijk gewicht zijn. De LCvV concludeert daarmee dat het voorgenomen besluit niet gebaseerd is op een afdoende afweging van alle te betrekken relevante belangen, feiten en omstandigheden, en dat het besluit daarmee niet in redelijkheid genomen kan worden. Oordeel De Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden oordeelt dat het besluit tot aanstelling van de betreffende persoon als Wkkgz klachtenfunctionaris niet in redelijkheid genomen kan worden. Deze uitspraak is vastgesteld door de waarnemend voorzitter van de Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden, de heer mr. D.J. Buijs, en de leden mevrouw mr. M.C. Heringa en de heer H.B. Uiterwijk (MBA). Vastgesteld en ondertekend d.d. 12 december 2018 mr. D.J. Buijs voorzitter mr. L. Bos secretaris 8