PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen



Vergelijkbare documenten
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Programma Doelmatigheid Cardiovasculair Risicomanagement. Welke rol speelt u bij de preventie en behandeling van hart- en vaatziekten?

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Bij de behandeling en begeleiding van CVRM neemt de diëtist als zorgaanbieder binnen de zorgketen de dieetadvisering 1 op zich.

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Inleiding 11 INLEIDING. Aanleiding. Onderwerp en doel

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Fries Wisselprotocol CVRM Auteurs: Wim Brunninkhuis, Martinus Fennema en Froukje Ubels, November 2014 Beheerder: Froukje Ubels

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Uw bezoek aan de vasculaire polikliniek.

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Chronische Nierschade in Nederland

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Het wetenschappelijke bevolkingsonderzoek naar de vroege opsporing van hart- en vaatziekten.

Uw bezoek aan de vasculaire polikliniek

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade

Opportunistic targeted screening for for type type 2 2 diabetes in in primary care care

Combinatie afspraak Hypertensie polikliniek

Familiaire hypercholesterolemie (FH)

Consensus Screening op risicofactoren hart/vaatziekten

De meest gestelde vragen over: cholesterol

Centrum voor Vroege Hart en Vaatziekten (CVHV)

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Zorgmodule Voeding Kansen voor de diëtist. Wineke Remijnse Beleidsadviseur NVD April 2013

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

The association of cognitive performance with vascular risk factors across adult life span van Eersel, Maria

Preventie en behandeling hart- en vaatziekten

University of Groningen. Eerste Hulp vaker ter plaatse Verhage, Vera

Samenvatting. Belangrijkste bevindingen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Bijsluiter gebruik stoppen met roken -indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3

Bijsluiter gebruik CVRM (verhoogd risico)- indicatoren in de huisartsenpraktijk

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Een te hoog cholesterol

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Rapportage Cliënttevredenheid 2013 Zorggroep de Bevelanden Maart 2014

Cardiologie. De Preventiepolikliniek Cardiologie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Bloed moet stromen. De cardiovasculaire risicodienst. Verwijzing door de huisarts

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Hart in beweging Onderzoek en behandeling van risicofactoren op harten vaatziekten locatie Sint Maartenskliniek

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Patiëntenoordeel huisarts

Vasculair Preventie Centrum

Cover Page. Author: Smelt, Antonette Title: Treatment of migraine : from clinical trial to general practice Issue Date:

Workshop voor apothekers en huisartsen. (on)juiste behandeling met orale bloedsuikerverlagende middelen bij

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Combinatie afspraak vasculaire preventie poli

Fries Wisselprotocol CVRM

CVRM: patiënten selectie en registratie!! cvrm(anagement!!) Registratie Maak een (verbeter)plan!!

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

Bevolkingsonderzoek Familiaire Hypercholesterolemie

CEL Indicatorenset DM

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Aan de slag met het Individueel Zorgplan!

Transcriptie:

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/21667 Please be advised that this information was generated on 2016-01-29 and may be subject to change.

C h o l e s t e r o l i n d e h u i s a r t s p r a k t i j k, v a n e i g e n a a r d n a a r s t a n d a a r d B.B. van Drenth\ T. van der Weijden" De huisarts krijgt regelmatig te maken met beslissingen rond diagnostiek en beleid bij cholesterol. In november 1991 verschenen huisartsgeneeskundige richtlijnen in de vorm van de NHG-Standaard Cholesterol. Huisartsen blijken a! vrij snel van deze richtlijnen op de hoogte te zijn en ze in grote lijnen ook te onderschrijven. Echter, over- en onderdiagnostiek komen in de praktijk nog veel voor. Het uitvoeren van meerdere metingen voor de diagnose Verhoogd cholesterol vormt een knelpunt. De Richtlijnen Goede Voeding vinden als basis voor de behandeling weinig ingang. Terughoudendheid bij het voorschrijven van medicamenteuze therapie lijkt meer geslaagd. Het meer volgens de richtlijnen werken is een zaak van goede planning, stapsgewijze invoering en regelmatige evaluatie. Cholesterol scoort nog steeds hoog op de top tien van onderwerpen over gezondheid tijdens de koffie of de borrel. Wat de leek vooral bijblijft, is de wetenschap dat de medische stand de beschikking heeft over effectieve geneesmiddelen tegen een verhoogd cholesterolgehalte. De beperkte waarde van een verhoogd cholesterol om het optreden van een coronaire hartziekte te voorspellen, is veel minder bekend. 1 Ook in de huisartspraktijk komt het cholesterol regelmatig aan bod. Bij vier op iedere duizend consulten wordt het cholesterolgehalte bepaald.2 In de medische dossiers van dertig- tot zestigjarige patiënten wordt in ruim 1 2% een recente (< 5 jaar geleden) registratie van het cholesterolgehalte aangetroffen.3 Bij 65-plussers staat in ruim 18% een cholesterolwaarde in het dossier.4 Het is inmiddels alweer ruim drie jaar geleden dat bij de herziening van de CBO-consensus Cholesterol5 huisartsgeneeskundige richtlijnen op dit gebied verschenen in de vorm van een NHG-Standaard.6 Beide auteurs van dit artikel maakten deel uit van de werkgroep die de NHGs tand aard vorm gaf. De eerste auteur heeft in een duopraktijk de zorg voor zo n 3300 patiënten. Zijn collega is eveneens geïnteresseerd in en betrokken bij onderzoek rond (preventie van) hart- en vaatziekten. Over de eigen aard van het cholesterolbeleid in de huisartspraktijk en de rol van de standaard daarbij wil hij in dit artikel mede aan de hand van eigen praktijkervaring reflecteren. Houding en gedrag bij cholesterol NHG-standaarden vertalen de stand van wetenschap ten aanzien van een bepaald onderwerp naar praktische richtlijnen voor het handelen van de huisarts. De Standaard Cholesterol richt zich daarbij tevens op het voorkómen van overbehandeling. Hoe staan huisartsen tegenover dezenhg-richtlijnen? Aan een steekproef van ruim 1600 huisartsen werd in een schriftelijke enquête gevraagd in hoeverre zij op de hoogte waren van deze richtlijnen. Vijf Vakgroep Huisartsgeneeskunde, Sociale Geneeskunde en Verpleeghuisgeneeskunde, Katholieke Universiteit Nijmegen. Vakgroep Huisartsgeneeskunde, Rijksuniversiteit Limburg maanden na het publiceren van de standaard geeft 93% van de ruim duizend respondenten (67 % respons) aan van de richtlijnen kennis te hebben genomen. Dit is een opmerkelijk hoge score, ook ten opzichte van andere, reeds langer gepubliceerde standaarden.7 Waarschijnlijk hebben de actuele discussies rond cholesterol hieraan mede bijgedragen. Met een viertal kernitems voor de diagnostiek en het beleid bij cholesterol is gemiddeld drie van de vier huisartsen het eens. Het gaat daarbij om de volgende ïtems: - bij patiënten tussen 18 en 65 jaar oud, die bekend zijn met één of meer risicofactoren, dient aangeboden te worden het cholesterolgehalte te bepalen; - er zijn drie metingen nodig om een te hoog cholesterolgehalte betrouwbaar vast te stellen; als het cholesterolgehalte 6,5-10 mmol/1 bedraagt en er geen aanvullende risicofactoren zijn, dan dient alléén een dieetadvies gegeven te worden; - verwijzing dient plaats te vinden, als ondanks dieet en medicamenteuze therapie het cholesterolgehalte > 8 mmol/1 blijft, De bekendheid met de cholesterolrichtlijnen en de houding ten aanzien ervan lijkt derhalve geen belemmering voor implementatie in de huisartspraktijk. Maar tussen weten en doen zit een wereld van verschil! Tweederde van de eerder genoemde groep van ruim dui- zend huisartsen gaf aan ook daadwerkelijk volgens de genoemde kernitems te werken. Bij een groep van twintig huisartspraktijken, die deelnamen aan een implementatiestudie van deze cholesterolrichtlijnen, werd in een steekproef van medische dossiers nagegaan of het cholesterolgehalte conform de richtlijnen was bepaald. De dossiers werden voorafgaande aan de studie retrospectief geanalyseerd over een periode van twee jaar, waar het verschijnen van de richtlijnen middenin viel. Bij 72% van de personen met een indicatie tot bepaling ontbrak het cholesterolgehalte (onderdiagnostiek). Bij 56% van de personen stond daarentegen een cholesterolwaarde genoteerd, terwijl daar volgens de richtlijnen geen indicatie voor was (overdiagnostiek).4 Diagnostiek Bovenstaande lijkt teleurstellend, maar geeft tegelijkertijd de complexiteit van de materie aan. Bij het publiek 85 Volume 26, juni 1995

art B ulletin/b.b. van D re n th, I. van deir W e h d e n bestaat er door alle publiciteit rondom cholesterol een zekere know your number -houding. Het plaatsen van het cholesterolgehalte in het bredere kader van de overige risicofactoren voor hart- en vaatziekten werkt daarbij lang niet altijd als voldoende antidotum. Over het al of niet inwilligen van een verzoek tot bepaling wanneer daar volgens de richtlijnen geen indicatie toe bestaat, doet de NHG-standaard geen uitspraak. En bij personen die roken als enige risicofactor hebben, wordt geadviseerd eerst met het roken te stoppen, alvorens tot bepaling van het cholesterol over te gaan. Dat dit voor de patiënt meestal geen goed nieuws is, mag duidelijk zijn. TabelII. Meetschema ter bepaling van het serumcholesterolgehalte volgens de NHG-Standaard Cholesterol. Meting Resultaat Advies 1 ^ 5 mmol/1 > 5 mmol/1 gemiddelde 1 + 2 <6,5 mmol/1 5= 6,5 mmol/1 niet herhalen meting herhalen niet herhalen meting herhalen 3 gemiddelde van de drie metingen vormt uitgangswaarde Het ten onrechte ontbreken van het cholesterolgehalte bij drie van de vier patiënten waar er volgens de richtlijnen wel een indicatie voor bestaat, lijkt een belangwekkender probleem dan de overdiagnostiek. Immers, de NHG-standaard is om redenen van uitvoerbaarheid en het te verwachten rendement reeds terughoudend geweest bij het vaststellen van de indicaties tot cholesterolbepaling (zie tabel I). Eigen ervaring leert dat het stellen van de indicatie voor een cholesterolbepaling een continue alertheid vraagt. Bij patiënten met een coronaire hartziekte in de voorgeschiedenis en patiënten met hypertensie of diabetes mellitus vloeit dit ook uit andere richtlijnen voort. Een belaste familie-anamnese voor coronaire hartziekten en zal geen verbazing wekken dat vaak ten onrechte een bepaling niet wordt herhaald. Uit het dossieronderzoek in de twintig eerdergenoemde praktijken ging het om 72% van de gevallen waarin een herhaalde meting was geïndiceerd.8 Ook uit eigen ervaring valt te rapporteren dat de discontinuïteit tussen bepaling en uitslag een strakke organisatie nodig maakt om actie te ondernemen op een binnengekomen uitslag. Dit geldt niet alleen voor het herhalen van de bepaling maar ook voor het geven van een voedingsvoorschrift wanneer de diagnose eenmaal gesteld is. tekenen van familiaire hyperlipidemie zijn eerder 9toe- valsbevindingen. Het consequent registreren van risico- Beleid factoren en chronische aandoeningen op een overzichtelijke plaats in het medisch dossier, zodat deze eenvoudig toegankelijk zijn, vereist discipline en een goede organisatie. De kern van de NHG-richtlijnen bij de behandeling van een verhoogd cholesterol is dat, voordat een medicamenteuze therapie wordt ingesteld, eerst de andere eventueel aanwezige risicofactoren voor advisering en behandeling Tabel I. Indicaties voor het bepalen van het cholesterolgehalte volgens de NHG-Standaard Cholesterol Alle spreekuurbezoekers van 18 tot 65 jaar bekend met een of meer van onderstaande kenmerken Verschijnselen van familiaire hypercholesterolemie, te weten - xanthomen - xanthelasmata en/of arcus lipoïdes < veertigste levensjaar - troebel (lipemisch) serum bij nuchtere bepaling Doorgemaakte coronaire hartziekte Coronaire hartziekte bij eerstegraads familielid < zestigste levensjaar Hypertensie in aanmerking komen.6 Niet-medicamenteuze advisering in de vorm van de Richtlijnen Goede Voeding vormt de basis van het beleid gedurende de eerste zes maanden van de behandeling (zie tabel III), Drie van de vier geënquêteerde huisartsen zeggen al zo te werken. Dossier-4 en consultregistratie-onderzoek8 laat zien dat in 1 1 % tot 38% van de gevallen met een indicatie een notitie over een gegeven voedingsvoorschrift of een verwijzing naar de diëtiste aanwezig is. De resultaten van het dossieronderzoek zullen door onderrapportage zeker vertekend zijn, maar de cijfers liggen ver van de streefwaarde. Het consequent vastleggen van de activiteiten op dit gebied is evenwel een voorwaarde voor een op maat gesneden followup. Ook de eigen ervaring leert dat de verslaglegging op dit punt nogal eens te wensen overlaat. Diabetes mellitus Familiaire hyperlipidemie in de familie Aantal metingen Een ander knelpunt voor een adequate diagnostiek van een verhoogd cholesterol is het aantal te verrichten bepalingen. Vanwege de biologische variatie zijn er minimaal twee en eventueel drie metingen nodig met een tussenpoos van een tot twee weken, om met voldoende zekerheid van een verhoogd cholesterol (> 5 mmol/1) te kunnen spreken, aldus de NHG-richtlijnen (zie tabel II). Het TabelIII. Behandelschema bij een verhoogd cholesterol gedurende de eerste zes maanden volgens de NHG-Standaard Cholesterol Cholesterol waarde (mmol/1) 5,1-6,4 6,5-10,0 * Beleid Voedingsadvies volgens RGV Controle niet noodzakelijk * Voedingsadvies volgens RGV met begeleiding Controle na zes maanden Richtlijnen Goede Voeding zoals uiteengezet in de folders 'Richtlijnen voor voeding bij een verhoogd cholesterol gehalte' van Stichting O & 0 en 'Spelregels Goede Voeding* van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding Volume 26, juni 1995 I 86

Medicamenteuze therapie De NHG-Standaard propageert terughoudendheid ten aanzien van het voorschrijven van cholesterolverlagende medicamenten door huisartsen. Deze terughoudendheid wordt in het eerder genoemde dossieronderzoek in twintig huisartspraktijken eenduidig teruggevonden. Van de patiënten die dergelijke medicamenten gebruiken, wordt bijna de helft door een internist of cardioloog (mede) behandeld, die waarschijnlijk tevens de initiator van de cholesterolverlagende therapie is.9 Omdat het daarbij veelal gaat om kostbare medicijnen die (levens)lang worden voorgeschreven, is deze terughoudende opstelling een belangrijk gegeven. De kunst van het veranderen Voor wat betreft het opvolgen van de richtlijnen bij cholesterol door huisartsen blijkt de werkelijkheid dus weerbarstig te zijn. Om te komen tot een grotere compliantie met de opgestelde richtlijnen worden door het Nederlands Huisartsen Genootschap deskundigheidsbevorderingspakketten vervaardigd. Cholesterol is ondergebracht in het pakket risicofactoren voor hart- en vaatziekten. Stapsgewijs wordt getracht inzicht te geven in het eigen handelen, de acceptatie van de richtlijnen te vergroten, het veranderen van routines te bevorderen en tenslotte het veranderde gedrag te behouden. Of en wanneer dit zal leiden tot blijvende veranderingen in cholesteroldiagnostiek en -beleid door de gemiddelde Nederlandse huisarts is moeilijk aan te geven. zien zowel in de mate waarin aan vooraf opgestelde richtlijnen voor de praktijkorganisatie werd voldaan als in de mate waarin risicofactoren voor hart- en vaatziekten geregistreerd werden. Deze toename werd ook vastgesteld ten opzichte van een groep van 31 controlepraktijken. Een vorm van interventie met alleen toetsing en feedback (n = 31 praktijken) liet een beperkter resultaat zien.3 Eigen ervaring leert dat het belangrijk is om veranderingen in praktijkroutines en -organisatie zorgvuldig door te spreken met alle medewerkers, in kleine stappen in te delen en personen voor onderdelen verantwoordelijk te maken. Regelmatige evaluatie is van belang voor het behoud van (eenmaal in gang gezette) veranderingen. De aanwezigheid van de richtlijnen tijdens de feitelijke praktijkuitoefening zoals in de vorm van de geplastificeerde NHG-kaart, kan als reminder goede ondersteuning bieden. Besluit Werken volgens de NHG-richtlijnen voor cholesterol vraagt meer dan alleen interesse en goede wil. Als praktische richtlijnen blijken ze niet eenvoudig in de praktijk van alledag in te voeren. De complexiteit van de richtlijnen speelt hierbij waarschijnlijk mede een rol. Terughoudendheid ten aanzien van niet-medicamenteuze behandeling, lijkt door huisartsen wel betracht te worden. Het formuleren van samenhangende richtlijnen voor cardiovasculaire risicofactoren zou een geïntegreerde aanpak van de preventie van hart- en vaatziekten bevorderen. Literatuur Onderzoek Er is inmiddels het nodige onderzoek verricht naar methoden voor het invoeren van richtlijnen. Voor de cholesterolrichtlijnen werd een gerandomiseerde, gecontroleerde studie opgezet in twintig huisartspraktijken. De interventie bestond voornamelijk uit een educatieve groepsbijeenkomst gevolgd door een periode van vijf maanden met zelfregistratie van relevante consulten en tweemaal persoonlijke instructie en feedback. Afgemeten aan de consultregistratie en registraties in het medisch dossier konden negen maanden na de start van de interventie noch in de houding noch in het feitelijk gedrag belangrijke veranderingen worden vastgesteld.8 Het handelen volgens een tiental NHG-standaarden is onderzocht in een studie onder 67 huisartsen, waarbij deskundigheidsbevordering in de vorm van feedback, zelftoetsing en intercollegiale toetsing werd aangeboden in verschillende combinaties. Alle combinaties leverden na één jaar interventie een toename van gemiddeld 7,5% op in het uitvoeren van essentiële handelingen uit de standaarden, gemeten met behulp van scoringslijsten die in aansluiting aan het consult werden ingevuld. Echter, ook het verrichten van niet-aanbevolen handelingen steeg, zij het in geringere mate (3 % ).10 In een andere studie werd ondersteuning geboden aan huisartspraktijken om de praktijkorganisatie af te stemmen op het systematisch uitvoeren van preventie van harten vaatziekten. Persoonlijke ondersteuning door een consulente in 33 praktijken gaf een significante toename te 1. Van der Weijden T. Wetenschappelijke achtergronden bij de NHG-Standaard Cholesterol. Een literatuuroverzicht. Huisarts Wet 1992; 35(3): 90-6. 2. Van der Weijden T, Hutten JBF, Brandenburg BJ, Grol RPTM, Van der Velden K. Cholesterol Management in Dutch General Practice. A Comparison with National Guidelines. Scand J Prim Health Care 1994; 12: 281.-8. 3. Van Drenth BB, Hulscher MEJL, Van der Wouden JC. Ondersteuning van huisartspraktijken bij preventie van hart- en. vaatziekten. Eindrapport van het huisarts assistentie preventie project. Nijmegen/Rotterdam: Werkgroep Onderzoek Kwaliteit KUN - RL/Rotterdams Universitair Huisartsen Instituut, 1994. 4. Van der Weijden T, Dansen A, Schouten BJ, Knottnerus JA, Grol RPTM. Cholesterol Management Compared with National Guidelines. A Chart Audit in 20 General Practices. Bijlage bij het verslag van het project Evaluatie van nationale cholesterolrichtlijnen voor de huisarts. Maastricht: Werkgroep Onderzoek Kwaliteit KUN-RL (WOK), Vakgroep Huisartsgeneeskunde, Rijksuniversiteit Limburg, 1994. 5. Erkelens DW. Herziening Consensus Cholesterol. Ned Tijdschr Geneesk 1991; 135: 2337-40. 6. Van Binsbergen JJ, Brouwer A, Van Drenth BB, Haverkort AFM, Prins A, Van der Weijden T. NHG-Standaard Cholesterol. Huisarts Wet 1991; 34(12): 551-7. 7. Zwaard AM, Dalhuysen J, Mokkink H, Grol R. Acceptance and Diffusion of National Standards in General Practice. In: Strategie Issues in Health Care Manage- 87 Volume 26, juni 1995

Hast B ulletin/b.b. van Drenth, T. van der Weijden ment, John Wiley & Sons Ltd, Chichester, 1993. 8. Van der Weijden T, Grol RPTM, Schouten BJ, Knottnerus JA. Implementation of Guidelines on Cholesterol in General Practice. A Randomized Controlled Trial. Bijlage bij het verslag van het project Evaluatie van nationale cholesterolrichtlijnen voor de huisarts. Maastricht: Werkgroep Onderzoek Kwaliteit KUN-RL (WOK), Vakgroep Huisartsgeneeskunde, Rijksuniversiteit Limburg, 1994. 9. Van der Weijden T, Grol RPTM, Knottnerus JA, Schouten B. Huisarts en cholesterol. Een verslag van het project Evaluatie van nationale cholesterolrichtlijnen voor de huisarts. Maastricht: Werkgroep Onderzoek Kwaliteit KUN-RL (WOK), Vakgroep Huisartsgeneeskunde, Rijksuniversiteit Limburg, 1994, 10, Dalhuysen J, Zwaard A, Grol R, Mokkink H. Richtlijnenproject. De effectiviteit en bruikbaarheid van methoden van toetsing van het medisch handelen in de zoek Kwaliteit KUN-RL (WOK) / Nederlands Huisartsen Genootschap, 1994. Voor meer informatie Nederlandse Hartstichting, Postbus 300, 2501 CH Den Haag. WIE EEN HART HEEFT, LEEFT BEWUST. Volume 26, juni 1995 88