KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA



Vergelijkbare documenten
KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA

KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA

werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd

KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Les 2 Uit welk land kom jij? TESTEN TEST 1

Thema In en om het huis.

Elke middag loopt Fogg van zijn huis naar de Club. Om een spelletje kaart te spelen. Er wordt altijd om geld gespeeld. En als Fogg wint, geeft hij

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek

Opdracht 1. Opdrachten tijdsbeleving

Les 35. Een nieuw paspoort

Werkboek Het is mijn leven

Azonosító jel: ÉRETTSÉGI VIZSGA május 26. HOLLAND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA. I. Olvasott szöveg értése. Időtartam: 70 perc

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.

enkele genoeg informatie korting ongeveer overstappen rechtstreekse reis spoor vertrekt

KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA

September de maand van weerbaarheid

Kies uit: schiet op jarig ziekenhuis sport laat. 1 Morgen is mijn dochter. Ze wordt zes jaar. 3 Ik op maandag, woensdag en vrijdag.

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA

Thema Op het werk. Lesbrief 15. Vrij vragen

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

René op vakantie mei 2013 P U T T E N

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

TOETS NT2-1 schrijven. Goed voorbereid slagen. voor het staatsexamen NT2 programma 1. Opgavenboekje nr. 1 SCHRIJVEN. niveau B1. tijdsduur: 120 minuten

Thema Kinderen en school. Les 17. De kinderopvang

werkboek groep 4 blok 7 en 8 naam

Wat kan ik voor u doen?

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA

Azonosító jel: HOLLAND NYELV EMELT SZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA október :00. I. Olvasott szöveg értése. Időtartam: 70 perc

Wat mevrouw verteld zal ik in schuin gedrukte tekst zetten. Ik zal letterlijk weergeven wat mevrouw verteld. Mevrouw is van Turkse afkomst.

Luisteren: muziek (A2 nr. 7)

Vragen bij het prentenboek 'De tovenaar die vergat te toveren'

Wat heb je gisteren gedaan?

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Beste ouders, Agenda:

Luisteren: muziek (B1 nr. 1)

Vraag aan de zee. Vraag aan de tijd. wk 3. wk 2

Dag! kennismaken. Ik ben Eric.

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 6. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar

LESBRIEF. Karel is jarig. Samenvatting: De begrippen zijn: Wij maken kinderdromen waar

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Thema Op zoek naar werk. Les 9. Het sollicitatiegesprek Antwoord geven op vragen

Hoe gaat het in z n werk daar? Wat is er anders dan een gewone poli?

Thema Kinderen en school. Lesbrief 19. Samen naar de bibliotheek

Koningspaard Polle en de magische kamers van paleis Kasagrande

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

ze terug in de la. Dan haalt ze de pannen van het fornuis en zet ze op de onderzetters. Thomas vouwt zijn handen en doet zijn ogen dicht.

Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes!

Inhoud: nog Rijmpjes Interview

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Het thema van deze les is Op zoek naar werk. Dit is les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel.

Wie ben jij? HOOFDSTUK 1 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik... Paula. a heet b naam kom je vandaan? a Hoe b Waar

De viool en de gitaar en de dwarsfluit.

U leert in deze les "om raad vragen". Als u niet weet wat u moet doen, kunt u iemand om raad vragen. U vraagt of iemand u kan helpen met advies.

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

VERSJES: Mourik lou VADERDAG. Lieve papa, kom eens even met uw hoofd heel dicht bij mij. k wil u graag een zoentje geven en u krijgt daar nog wat bij!

Februari, de maand van Valentijnsdag. Daarom deze maand een lief bericht van de leerlingen van groep 6

Luisteren: muziek (B1 nr. 4)

Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,

AANWIJZEND VOORNAAMWOORD. A) Welk woord past in de zin? Kies uit die of dat. 1. Heb je het huiswerk gemaakt? 7. Ga je naar één van onze feestjes?

mijn agenda tweede graad naam: klas: nr.:

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

3 Bijna ruzie. Maar die Marokkanen en Turken horen hier niet. Ze moeten het land uit, vindt Jacco.

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

En rijke mensen werken niet. Die kunnen de hele dag doen wat ze leuk vinden.

Spreekoefeningen. Oefenen voor het eerste deel van het examen spreken: Vragen beantwoorden. 1 enkele vragen. (voor het inburgeringsexamen - spreken)

Bijlage interview meisje

Leidsterpraat FEEST. 18 t/m 22 mei woensdag 3 juni zaterdag 13 juni

Interviewfragmenten. Vraag 1: Heeft u een zeer goede, goede, redelijke of slechte gezondheid?

Iris marrink Klas 3A.

Wijs Worden. werkboek. deel 1 DAMON

Lesbrief. De familieblues Yvonne Kroonenberg

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Een meneer heeft veel ballonnen. Hij roept: Kinderen, kom erbij! Mijn ballonnen die zijn gratis. Wie wil een ballon van mij?

Actielessen. Lesbrief 3. Leren in de bibliotheek. Wat leert u in deze les? Veel succes!

Inleiding. Veel plezier!

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

Interview Rob van Brakel

Actielessen. Les 5. Feest in de buurt! Wat leert u in deze les? Veel succes!

Weeknieuws 13 cursus november 2015

Transcriptie:

ÉRETTSÉGI VIZSGA 2010. május 25. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2010. május 25. 8:00 I. Olvasott szöveg értése Időtartam: 60 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati OKTATÁSI ÉS KULTURÁLIS MINISZTÉRIUM Holland nyelv középszint írásbeli vizsga I. Olvasott szöveg értése

Fontos tudnivalók A feladatsor megoldásához szótár nem használható. A szürke négyzetsor az értékelés számára van fenntartva. Kérjük, ne írjon a szürke négyzetsorba! írásbeli vizsga, I. összetevő 2 / 12 2010. május 25.

írásbeli vizsga, I. összetevő 3 / 12 2010. május 25.

OPDRACHT 1 Lees de tekst en vul het schema op de volgende bladzijde in. Als er meerdere juiste mogelijkheden zijn, hoeft u er slechts één in te vullen. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Zo moeder, zo dochter Of juist niet? Een moeder blikt terug op de tijd dat ze zelf zo oud was als haar dochter. En de dochter kijkt vooruit. Kitty is getrouwd en heeft twee kinderen. Ze geniet sinds kort van haar prepensioen. Laura heeft drie kinderen van 7, 9 en 11 jaar. Samen met haar man runt ze een zakenreisbureau. Als ik 61 ben... Laura: "Dan geniet ik nog steeds van het leven. Het zou leuk zijn om kleinkinderen te hebben, zodat ik net als mijn moeder leuke dingen met ze kan doen. Mijn man en ik zijn nu erg druk met de zaak en maken lange werkdagen. Als ik 61 ben, hoop ik dat een van de kinderen de zaak heeft overgenomen. Dan kan ik samen met mijn man gaan reizen. Ik heb van mijn moeder geleerd dat je moet doen wat je leuk vindt: leef je leven. Ik wil dit mijn kinderen ook meegeven." Toen ik 36 was... Kitty: "Na de geboorte van mijn kinderen heb ik me op het huishouden gestort. Zodra Laura oud genoeg was, kon ik mijn baan als receptioniste weer oppakken. Ik was toen 36 en vond het heerlijk om weer nieuwe mensen te ontmoeten. En aangezien mijn man ploegendienst had, was er altijd iemand thuis als de kinderen uit school kwamen. Ik heb uiteindelijk 24 jaar met veel plezier bij hetzelfde bedrijf gewerkt." Hierin zijn we hetzelfde: Laura: "We hebben geen aanleg voor huishoudelijke taken en lezen een tijdschrift altijd van achter naar voor." Hierin zijn we anders: Kitty: "Laura heeft een Italiaanse vader en is daarom erg temperamentvol. Ik ben rustig en nuchter." Naar Libelle, Nr. 47, 16 t/m 22 november 2007 írásbeli vizsga, I. összetevő 4 / 12 2010. május 25.

(1) Holland nyelv középszint moeder beroep (0) is gepensioneerd. dochter leeftijd (2) (3) aantal kinderen (4) (5) karakter (6) (7) wat ze op de leeftijd van haar moeder zal doen wat ze op de leeftijd van haar dochter deed ------- (9) (8) ------- 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Max. Elért 9 írásbeli vizsga, I. összetevő 5 / 12 2010. május 25.

OPDRACHT 2 Hieronder volgt een interview met Mohammed waarin de vragen van de interviewer zijn weggelaten. Die staan op de volgende bladzijde. Geef aan welke vraag waar in de tekst moet staan. Schrijf de letters van de vragen onder de daarbijhorende nummers. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Een interview met Mohammed Mohammed is 23 jaar oud en werkt in Fifteen, een restaurant in Amsterdam met koksopleiding voor kansarme jongeren. Interviewer: (0) Mohammed: Ik ben opgegroeid in Italië bij mijn tante. Op mijn 15e ben ik naar Nederland gekomen. Mijn moeder woont in Nederland. Zij is Libanees en mijn vader Somaliër. Helaas is mijn vader nu ruim een jaar geleden overleden. Toen ik naar Nederland kwam heb ik Nederlands geleerd en in verschillende kleine restaurants en pizzeria's gewerkt. Interviewer: (10) Mohammed: Spannend! Ik kende natuurlijk helemaal niemand, maar na de Ardennentrip leerde ik iedereen kennen en ging het goed. Nu gaat het prima. Ik leer veel in de keuken en kan nog veel meer leren. Ik hoop op meer zelfstandigheid in de keuken. Interviewer: (11) Mohammed: Zelf dingen kunnen maken die ik vroeger niet kon. Fifteen geeft je de kans om iemand te zijn. Iedereen is hier goed voor elkaar en er is een gezellige sfeer. Interviewer: (12) Mohammed: Ik wil graag 's ochtends werken en de chef gaat nu kijken of dat vaker kan. Interviewer: (13) Mohammed: Ik wil graag een eigen restaurant. Eerst klein en daarna groter. Met natuurlijk de Italiaanse keuken. Als einddoel een restaurant in Italië, Sardinië. Dat komt doordat ik vroeger altijd samen met mijn tante verschillende gerechten kookte. Weet je wat ik ook mooi vind? Een fontein midden in de zaak. Het geluid van water is veel beter dan muziek. Interviewer: (14) Mohammed: Voor mijn tijd bij Fifteen maakte ik altijd al zelf pasta's, maar mijn favoriete gerecht is lasagna. Nu vind ik het maken van combinaties van pastavulling een uitdaging. Gisteren heb ik ravioli gevuld met kastanje en aardappel. Interviewer: (15) Mohammed: Mosselen! Jammer hè? En ik hou niet van vissoorten die niet gefileerd zijn. Interviewer: (16) Mohammed: Doorzetten en niet de hoop opgeven. Pak die kans en maak je opleiding af. Bron: www.sprout.nl írásbeli vizsga, I. összetevő 6 / 12 2010. május 25.

A B C D E F G H Wat is je het meest tegengevallen? Wat vind je niet lekker? Hoe was het toen je begon bij Fifteen? Wat zijn je toekomstplannen? Wat is je favoriete gerecht? Heb je nog tips voor je leeftijdgenoten? Wat deed je voordat je begon met de opleiding bij Fifteen? Wat vind je het leukste aan Fifteen? 0 10 11 12 13 14 15 16 G 10 11 12 13 14 15 16 Max. Elért 7 írásbeli vizsga, I. összetevő 7 / 12 2010. május 25.

OPDRACHT 3 Hieronder volgt Emma s sinterklaasverhaal uit 2006, waarover ware en onware uitspraken worden gedaan. Zet bij elke uitspraak een X op de juiste plaats. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Je vindt het vast prachtig Sinterklaas vieren we altijd met surprises en gedichten en iedereen doet zijn best om een leuk cadeau voor een ander te vinden. Dit jaar popelt mijn dochter Sandra van ongeduld om me mijn cadeautje te geven. Al weken vertelt ze dat ze iets moois voor me heeft gekocht. Mam, je vindt het vast prachtig, roept ze steeds. De zondag voor 5 december gaan mijn man en ik nog de stad in voor de laatste cadeaus. Op de markt vind ik een hele leuke ketting, een goedkope versie van een ketting die Sandra en ik ooit gezien hebben bij de juwelier. Omdat ik hem zo mooi vind, koopt mijn man hem als sinterklaascadeau. Dan is het pakjesavond, en je raadt het al. Het prachtige cadeau dat Sandra met veel zorg heeft uitgezocht en ingepakt, krijg ik al van haar vader. Haar teleurgestelde gezicht is vreselijk. Had ik haar cadeautje maar als eerste uitgepakt! Bron: Libelle, Nr. 48, 23 t/m 29 november 2007 írásbeli vizsga, I. összetevő 8 / 12 2010. május 25.

0 Het gezin van Emma viert sinterklaas met verrassende cadeautjes en gedichten. Waar X Onwaar 17 Sandra heeft Emma s cadeau al weken vóór sinterklaas gekocht. 18 In 2006 was sinterklaasavond op een zondag. 19 Kort voor sinterklaas waren Emma en haar dochter samen bij de juwelier. 20 Met sinterklaas heeft Emma een ketting van haar man gekregen. 21 Met sinterklaas heeft Emma een ketting van haar dochter gekregen. 22 Emma heeft haar dochter s cadeau als eerste uitgepakt. 23 In 2006 heeft Emma een prachtige sinterklaasavond gehad. 17 18 19 20 21 22 23 Max. Elért írásbeli vizsga, I. összetevő 9 / 12 2010. május 25. 7

OPDRACHT 4 Hieronder volgen enkele dagen uit de agenda van Wouter Hamel. Lees de tekst en beantwoord de vragen over Wouter Hamel op de volgende bladzijde in een paar woorden. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. De agenda van Jazz-zanger Wouter Hamel is Nederlands nieuwe trots. Zijn eerste cd Hamel verscheen vorig jaar. Deze week treedt hij op tijdens de Leidse Jazz & Blues Week. Hij reist daarna samen met zijn band af naar Japan. Zaterdag 26 januari 2008 "Dit weekend staan er twee optredens op het programma. Vandaag ga ik naar Leiden om te spelen op de Leidse Jazz & Blues week. Het optreden begint om 21.00 uur. Daarvoor gaan we nog even repeteren. Na de show drink ik meestal nog één biertje. Uitgaan doe ik niet meer. Mijn werk is al een soort van uitgaan." Zondag 27 januari 2008 "Eerst ga ik lekker uitslapen. Daarna gaan we naar Jazz & Blues Bunnik, daar treden we om 20.00 uur op. Na twee optredens ben ik wel moe, dus ik blijf niet lang meer hangen. Na een concert moeten we ook nog alle instrumenten opruimen, inpakken en naar boven sjouwen. Vooral dat sjouwen vind ik vreselijk, ik woon namelijk vierhoog." Maandag 28, dinsdag 29, en woensdag 30 januari 2008 "Deze drie dagen heb ik lekker vrij! We gaan ons voornamelijk voorbereiden op de tour door Japan. Ook staan er nog wat interviews en repetities op het programma. Tussendoor ga ik nog fitnessen en misschien nog wat aan nieuwe nummers werken. Ik wil ook bij mijn vrienden en familie langs, dat komt er de laatste tijd bijna niet van. We hebben het zo druk!" Donderdag 31 januari 2008 "Het is zover: ik vertrek naar Japan! We treden twee avonden op in Osaka en twee avonden in Tokyo. We vliegen vroeg. In totaal gaan we met negen man. Met een paar mensen ga ik na de tour nog vakantie vieren. Dan zien we nog eens wat anders dan de concertzalen daar." Bron: Libelle, Nr. 5, 25 t/m 31 januari 2008 írásbeli vizsga, I. összetevő 10 / 12 2010. május 25.

0 Wat is Wouter Hamels beroep? (hij is) jazz-zanger. 24 In welk jaar verscheen zijn eerste cd? 25 In welke stad treedt hij op op zaterdag? 26 Hoe laat begint zijn optreden op zondag? 27 Op welke verdieping woont hij? 28 Noem twee van zijn plannen voor zijn vrije dagen. 29 Hoeveel keer zal hij in Japan optreden? 30 Wat gaat hij doen na de tour in Japan? 24 25 26 27 28 29 30 Max. Elért 7 írásbeli vizsga, I. összetevő 11 / 12 2010. május 25.

maximális pontszám I. feladat 9 I. Olvasott szöveg értése II. feladat 7 III. feladat 7 IV. feladat 7 FELADATPONT ÖSSZESEN 30 VIZSGAPONT ÖSSZESEN 33 elért pontszám javító tanár Dátum:.. I. Olvasott szöveg értése pontszáma egész számra kerekítve programba beírt egész pontszám javító tanár jegyző Dátum:.. Dátum:.. Megjegyzések: 1. Ha a vizsgázó a II. írásbeli összetevő megoldását elkezdte, akkor ez a táblázat és az aláírási rész üresen marad! 2. Ha a vizsga az I. összetevő teljesítése közben megszakad, illetve nem folytatódik a II. összetevővel, akkor ez a táblázat és az aláírási rész kitöltendő! írásbeli vizsga, I. összetevő 12 / 12 2010. május 25.

ÉRETTSÉGI VIZSGA 2010. május 25. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2010. május 25. 8:00 II. Nyelvhelyesség Időtartam: 30 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati OKTATÁSI ÉS KULTURÁLIS MINISZTÉRIUM Holland nyelv középszint írásbeli vizsga II. Nyelvhelyesség

Fontos tudnivalók A feladatsor megoldásához szótár nem használható. A szürke négyzetsor az értékelés számára van fenntartva. Kérjük, ne írjon a szürke négyzetsorba. írásbeli vizsga, II. összetevő 2 / 8 2010. május 25.

OPDRACHT 1 Maak de tekst compleet. Kies het juiste woord uit de lijst en schrijf de corresponderende letter onder het daarbijhorende nummer. Let op: Er staan meer woorden in de lijst dan u nodig hebt. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Hilde houdt (0) de morgen. Ze hoeft s morgens niet wakker gemaakt (1) worden, want ze wordt vanzelf wakker. (2) zes uur al. Ze zegt: Lekker, hoor, om dan meteen (3) te staan. Bovendien vind ik het leuk om het huis een vol uur helemaal voor mij alleen te (4). Ik drink dan in alle rust een kopje thee, lees mijn krantje. (5) maak ik het ontbijt klaar voor mijn man en kinderen. Ja, ik ben echt (6) ochtendmens. Ik zou niet anders willen. Maar s avonds om een uur (7) tien is Hilde al doodmoe. Dan is het voor haar de hoogste tijd om (8) bed te gaan. Ze zegt: Ik kan natuurlijk wel (9) twaalf uur opblijven, maar de volgende morgen voel ik dan meteen dat ik te weinig geslapen (10). Naar www.goedenwel.nl A B C D E F G H I K L M N O een naar van tot met daarna of te hebben heb het om op geen 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 C 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Max. Elért 10 írásbeli vizsga, II. összetevő 3 / 8 2010. május 25.

OPDRACHT 2 Maak zinnen van de losse woorden. Elk woord moet gebruikt worden. Als er meerdere juiste mogelijkheden zijn, hoeft u er slechts één aan te geven. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Het eerste woord van elke (bij)zin is als hulp gegeven. Ik vind het heel leuk om in Griekenland te wonen Ik (0) heet Errikos en ik ben 8 jaar. 8 ben en Errikos heet ik jaar Ik ben geboren op 6 maart 1999 in Nieuwegein in Nederland. Toen (11), drie ik oud was weken verhuisde ik naar Athene waar (12). ik nog nu steeds woon Ik heb een Griekse papa, een Nederlandse mama en een broertje van 7 jaar dat Kimon heet. Ik vind het wel leuk om (13). Griekenland in wonen te Ik (14) erg eten Griekse het lekker vind (vooral souvlaki, feta kaas, tzatziki en olijven) en ook het weer vind ik fijn omdat (15). als het hier in Nederland niet regent veel zo Alleen is de grote stad niet altijd leuk, want (16) buiten kunnen makkelijk niet spelen we en (17). en er is lawaai veel verkeer írásbeli vizsga, II. összetevő 4 / 8 2010. május 25.

Maar (18) als dag een heeft papa vrije gaan we vaak naar Porto Rafti of Kalamos. Dat is bij de zee en daar kunnen we wel lekker spelen. Naar www.wereldkids.nl 11 12 13 14 15 16 17 18 Max. Elért 8 írásbeli vizsga, II. összetevő 5 / 8 2010. május 25.

OPDRACHT 3 Vul op de open plaatsen de juiste vorm (positief, comparatief of superlatief) van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes in. Vergeet ook de uitgang e niet waar die nodig is. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Een vergelijking tussen verschillende wereldsteden Wordt er in Tokio (0) harder (hard) gewerkt dan in Kopenhagen? Is het leven in Brussel (19) (duur) dan in Madrid? Verdient een ingenieur in Parijs (20) (veel) dan een ingenieur in Amsterdam? Om de vier jaar publiceert de (21) (groot) Zwitserse bank, de Union Bank of Switzerland, een rapport. In dit rapport wordt op deze en veel andere vragen het antwoord gegeven. De vraag welke stad de (22) (rijk) inwoners heeft, is een (23) (gemakkelijk). Dat is de stad Luxemburg. Het verschil tussen Luxemburg en nummer twee, Los Angeles, is veel (24) (groot) dan het verschil tussen de nummers twee, drie Zürich en vier Chicago. Amsterdam staat op de tiende plaats, Brussel op de vijftiende. Dat Amsterdam op een (25) (hoog) plaats staat dan bijvoorbeeld Londen of Parijs, zal niet iedereen verwacht hebben. Zeker niet in Nederland zelf. Want daar wordt de (26) (laat) jaren voortdurend geroepen dat de hoofdstad van het land nu vuiler en economisch (27) (zwak) is dan tien jaar geleden. De werkelijkheid blijkt dus anders te zijn. Ook de positie van de Aziatische steden is anders dan je zou verwachten. Hoewel iedereen zegt dat Azië (28) (snel) groeit dan Europa of Amerika, komt de eerste Aziatische stad, Taipei, nog niet verder dan een veertiende plaats en moet Tokio zich (29) (tevreden) stellen met de zestiende. Toch wordt er nergens in de wereld harder gewerkt en (30) (weinig) vakantie gehouden dan in Azië. Naar www.bop.vgc.be 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 Max. Elért 12 írásbeli vizsga, II. összetevő 6 / 8 2010. május 25.

írásbeli vizsga, II. összetevő 7 / 8 2010. május 25.

maximális pontszám I. feladat 10 II. Nyelvhelyesség II. feladat 8 III. feladat 12 FELADATPONT ÖSSZESEN 30 VIZSGAPONT ÖSSZESEN 18 elért pontszám javító tanár Dátum:. I. Olvasott szöveg értése II. Nyelvhelyesség pontszáma egész számra kerekítve programba beírt egész pontszám javító tanár jegyző Dátum:. Dátum:. Megjegyzések: 1. Ha a vizsgázó a III. írásbeli összetevő megoldását elkezdte, akkor ez a táblázat és az aláírási rész üresen marad! 2. Ha a vizsga a II. összetevő teljesítése közben megszakad, illetve nem folytatódik a III. összetevővel, akkor ez a táblázat és az aláírási rész kitöltendő! írásbeli vizsga, II. összetevő 8 / 8 2010. május 25.

ÉRETTSÉGI VIZSGA 2010. május 25. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2010. május 25. 8:00 III. Hallott szöveg értése Időtartam: 30 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati OKTATÁSI ÉS KULTURÁLIS MINISZTÉRIUM Holland nyelv középszint írásbeli vizsga III. Hallott szöveg értése

Fontos tudnivalók A feladatsor megoldásához szótár nem használható. A szürke négyzetsor az értékelés számára van fenntartva. Kérjük, ne írjon a szürke négyzetsorba. írásbeli vizsga, III. összetevő 2 / 8 2010. május 25.

OPDRACHT 1 In dit fragment gaat u luisteren naar een telefoongesprekje. Het is uw taak om de ontbrekende woorden in de onderstaande tekst in te vullen. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Met Sandra van Diemen. Hallo, meisje. Met je vader. (0) Hoe gaat het? Hoi, papa. Met mij gaat het prima, hoor! En met (1)? Goed, dank je. Wat ik vragen wou, heb je (2) om zaterdagmorgen mee te gaan naar de zwarte markt in Beverwijk? Nou, dat lijkt me (3). Maar, s morgens nee. Dan kan ik niet. Ik heb een (4) met Anneke en Marta. O ja? Wat gaan jullie doen? Koffie drinken en kletsen, (5). Maar zaterdagmiddag kan ik wel. Hmm. Dat wordt een beetje laat. (6) we anders vrijdag gaan? Vroeg in de middag? Ehm. Ja. Dat is goed. Oké. Dan kom ik je (7) om een uur of drie ophalen. 1 2 3 4 5 6 7 Max. Elért írásbeli vizsga, III. összetevő 3 / 8 2010. május 25. 7

OPDRACHT 2 In dit fragment gaat u luisteren naar nieuwsberichten uit 2008. Het is uw taak om te bepalen waarover elk bericht gaat en de corresponderende letter in het rechter vakje te omcirkelen. Bij elke vraag is er slechts één antwoord juist. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. 0 A McDonalds B Big Mac A B 8 A de groenste stad van Europa B een EU-bijeenkomst A B 9 A het Noorderzonfestival B de Groningse binnenstad A B 10 A parken B een bouwproject A B 11 A fietsende kinderen B organisatie Veilig Nederland A B 12 A het Waddengebied B het weer A B 8 9 10 11 12 Max. Elért 5 írásbeli vizsga, III. összetevő 4 / 8 2010. május 25.

OPDRACHT 3 In dit fragment gaat u luisteren naar een praatje over televisiekijken waarover ware en onware uitspraken worden gedaan. Het is uw taak om aan te geven welke uitspraak waar en welke uitspraak onwaar is door bij elke uitspraak een X op de juiste plaats te zetten. Vraag 0 is als voorbeeld gegeven. Waar Onwaar 0 Dit is een gesprek over de televisie. X 13 Thomas de Jong is 36 jaar oud. 14 Meneer De Jong bekijkt één film per week van het begin tot het einde. 15 Als de telefoon gaat terwijl hij naar een programma zit te kijken wordt meneer De Jong kwaad. 16 Meneer De Jong kijkt elke avond naar het nieuws. 17 De mensen op het werk van meneer De Jong praten vaak over wat er in de wereld gebeurd is. 18 Meneer De Jong mist geen enkele voetbalwedsrijd op de t.v. 19 In zijn vrije tijd gaat meneer De Jong graag naar buiten. 20 Meneer De Jong heeft een keuze van ongeveer 40 televisiestations. 21 Doordat er steeds meer t.v.-stations zijn wordt er steeds meer televisie gekeken. 13 14 15 16 17 18 19 20 21 Max. Elért 9 írásbeli vizsga, III. összetevő 5 / 8 2010. május 25.

írásbeli vizsga, III. összetevő 6 / 8 2010. május 25.

írásbeli vizsga, III. összetevő 7 / 8 2010. május 25.

maximális pontszám I. feladat 7 III. Hallott szöveg értése II. feladat 5 III. feladat 9 FELADATPONT ÖSSZESEN 21 VIZSGAPONT ÖSSZESEN 33 elért pontszám javító tanár Dátum: I. Olvasott szöveg értése II. Nyelvhelyesség III. Hallott szöveg értése pontszáma egész számra kerekítve programba beírt egész pontszám javító tanár jegyző Dátum:. Dátum:. Megjegyzések: 1. Ha a vizsgázó a IV. írásbeli összetevő megoldását elkezdte, akkor ez a táblázat és az aláírási rész üresen marad! 2. Ha a vizsga a III. összetevő teljesítése közben megszakad, illetve nem folytatódik a IV. összetevővel, akkor ez a táblázat és az aláírási rész kitöltendő! írásbeli vizsga, III. összetevő 8 / 8 2010. május 25.

ÉRETTSÉGI VIZSGA 2010. május 25. HOLLAND NYELV KÖZÉPSZINTŰ ÍRÁSBELI VIZSGA 2010. május 25. 8:00 IV. Íráskészség Időtartam: 60 perc Pótlapok száma Tisztázati Piszkozati OKTATÁSI ÉS KULTURÁLIS MINISZTÉRIUM Holland nyelv középszint írásbeli vizsga IV. Íráskészség

Fontos tudnivalók A feladatsor megoldásához nyomtatott szótár használható. írásbeli vizsga, IV. összetevő 2 / 8 2010. május 25.

OPDRACHT 1 U studeert in Maastricht in Nederland. U wilt graag wat geld verdienen en vindt op het internet de volgende advertentie: Oppas gezocht Wij zijn op zoek naar een oppas die veel ervaring heeft met babies en met oppassen bij een ander thuis. Onze baby is 4 maanden oud. Hij heeft een moeilijke start gehad vanwege een urineweginfectie waar hij nog steeds voor behandeld wordt. Het is een sterk, vrolijk kereltje maar hij drinkt wat moeizaam. We zoeken iemand met een rustig en zacht karakter die veel geduld heeft. Groeten, Eva en Elzo vandepas@dutchmail.com We zoeken oppas voor de volgende tijden: Ma Di Wo Do Vr Za Zo Ochtend 8 uur - 12 uur x x Middag 12 uur - 15 uur x x x Namiddag 15 uur - 18 uur x x x Avond Na 18 uur x Bron: www.zoekoppas.nl, 2008 U schrijft Eva en Elzo een e-mail van 50-80 woorden. In uw e-mail schrijft u over de volgende punten: 1. u zegt waarom u schrijft; 2. u vertelt wie u bent en wat voor oppas-ervaring u heeft; 3. u vertelt op welke dagen u niet kunt oppassen en legt uit waarom; 4. u vraagt naar de betaling, naar het adres van Eva en Elzo en vraagt om een antwoord. U begint uw brief met: Beste Eva en Elzo, írásbeli vizsga, IV. összetevő 3 / 8 2010. május 25.

írásbeli vizsga, IV. összetevő 4 / 8 2010. május 25.

OPDRACHT 2 Werk één van de twee volgende opdrachten (dus A of B) uit: A Bekijk de onderstaande serie tekeningen en schrijf een verhaal van 100-120 woorden met de titel: Een dag uit het leven van Walter Veenstra, student: írásbeli vizsga, IV. összetevő 5 / 8 2010. május 25.

B U gaat samen met een groep mensen een busreis maken naar Nederland. U schrijft een brief van 100-120 woorden naar een Nederlandse vriendin om te zeggen dat u binnenkort in het land bent. In uw brief 1. vertelt u wanneer u vertrekt, op welke manier uw groep naar Nederland reist en wanneer u aankomt; 2. zegt u waar u overal naartoe gaat en voor hoelang; 3. doet u een voorstel om elkaar te ontmoeten; 4. vertelt u wat u allemaal voor leuks heeft bedacht om samen te doen; 5. vraagt u om zo snel mogelijk te antwoorden en vertelt u ook waarom dat snel moet. U begint uw brief met : Beste Eline, Geef aan of u versie A of versie B heeft gekozen. írásbeli vizsga, IV. összetevő 6 / 8 2010. május 25.

írásbeli vizsga, IV. összetevő 7 / 8 2010. május 25.

Feladat I. II. Értékelési szempont maximális pontszám A feladat teljesítése és a szöveg hosszúsága 5 Érthetőség, nyelvi megformálás 5 Íráskép 1 I. Feladat összesen 11 A feladat teljesítése, a megadott szempontok követése 5 Hangnem, az olvasóban keltett benyomás 2 Szövegalkotás 4 Szókincs, kifejezésmód 5 Nyelvhelyesség, helyesírás 5 Íráskép 1 II. Feladat összesen 22 VIZSGAPONT ÖSSZESEN 33 elért pontszám javító tanár Dátum:. I. Olvasott szöveg értése II. Nyelvhelyesség III. Hallott szöveg értése IV. Íráskészség pontszáma egész számra kerekítve programba beírt egész pontszám javító tanár jegyző Dátum:. Dátum: írásbeli vizsga, IV. összetevő 8 / 8 2010. május 25.